§2 De opbouw van de aarde
De aarde bestaat uit 4 onderdelen:
- kern (vast)
- buitenkern (vloeibaar)
- mantel (vloeibaar) à dichtbij de buitenkern vast
- aardkorst (vast)
Convectie stromen= motor achter de platentektoniek
Lithosfeer= buitenste laag van de aarde (±100 km)
Continentale platen |
Oceanische platen |
Dik (10-70 km) |
Dun (± 7 km) |
Lichter |
Zwaarder (duikt onder de continentale plaat) |
Meestal ouder |
Jong |
Graniet |
Basalt |
§3 Platentektoniek en aardbevingen
Bewegingen van aardkorstplaten:
1. Convergente beweging àß (subductie= de zwaardere oceaankorst zakt daarbij schuin weg onder het continent in een diepe trog en komt daardoor steeds dieper in de aardkorst)
2. Divergente beweging ßà
3. Transforme beweging à
ß
Door de convectiestromingen blijft de aardkorst in beweging. Het magma komt naar boven tegen de aardkorst. Op sommige plekken houdt de aardkorst het niet meer en breekt. Het magma stroomt dan als lava naar buiten. Dit heeft divergente breuken. De ruimte van zo’n breuk wordt direct opgevuld met lava. Dit stolt tot basalt en zo ontstaat een nieuwe oceaanbodem.
De zwaarste aardbevingen ontstaan bij convergente en transforme plaatbewegingen.
Gesteente blijft door de ruwheid klem zitten en schuiven plotseling een heel eind op.
De haard(hypocentrum)= de exacte plek van de aardbeving in de aardkorst
Epicentrum= de plaats aan het aardoppervlak die boven de haard ligt
De verwoestend kracht van de aardbeving zit hem in trillingen en aardverschuivingen.
Ondiepe aardbevingen gevaarlijker à dichtbij het aardoppervlak
Schaal van Richter
- 1 t/m 10
- Elke stap is een factor 10 x zo waar
Bijvoorbeeld A = 2 op de Schaal van Richter
B = 5 op de Schaal van Richter
Dus 10 x 10 x 10 = 1000 keer zo zwaar dan A (2-3, 3-4, 4-5)
§4 Vulkanisme
schildvulkaan
waar? Divergente plaatgrens
type? Effusief (redelijk vloeibaar magma à basalt)
voorbeeld? IJsland
stratovulkaan (kegel)
waar? Convergente plaatgrens
type? Zeer explosief
samenstelling magma? Graniet sedimenten + water
voorbeeld? Merapi (Indonesië)
Caldera= als de kop van een vulkaan er af knalt
hotspot
uitzondering: komt midden op de plaat voor
voorbeeld: Hawaï
ontstaan: Men heeft ontdekt dat op de grens van de aardkern en de aardmantel bellen van heet mantelgesteente ontstaan, die omhoog kunnen stijgen. De aardkorst wordt daarboven zwak en breekt, waardoor lava naar buiten kan stromen.
Yellowstone: grondwater wordt verhit en geisers spuiten op vaste tijden omhoog. Mensen wonen hier dichtbij want aslagen worden na enige tijd in vruchtbare grond, goedkoop verwarmingswater, groentekassen op lavavelden en soms kan grondwater adv stoom gebruikt worden om elektriciteit op te wekken.
Explosief is op een heftigere manier uitbarsten, effusief is rustigere uitbarstingen
Divergerende bewegingen: rustige erupties
Convergente bewegingen/subductie: explosieve erupties
Hoe leidt subductie tot vulkanisme?
1. De onderduikende plaat smelt (subductie)
2. Het nieuwe gesmolten materiaal de druk in de aardmantel neemt toe
3. Het magma zoekt een weg naar boven
4. Er vindt een uitbarsting plaats (vulkanisme)
§6 Gesloopt gesteente
Verwering= Het uiteenvallen van gesteente door inwerking van water, temperatuur, wortels en zuren. Het verweringsmateriaal blijft op dezelfde plek. (àverweringslaag tot gevolg kan)
Fysische verwering (wind, water, ijs) |
Chesmische verwering (samenstelling verandert) |
Temperatuurverschillen |
Oplossing in water |
Vorstverwerking |
Oplossen in (regen)water, water wordt zuur en (Lost zodoende gesteente op) |
Biologisch/Fysische verwering |
Roestvorming |
Al het gesteente zal verweren en in klei/zand veranderen. Klimaat speelt een grote rol bij de snelheid van dit proces à hoge temperaturen samen met water à dikke verweringslaag à planten gebruiken de verweringslaag om in te kunnen wortelen en hun voedsel en water te kunnen opnemen (Tropisch regenwoud)
§7 Verweringsmateriaal in beweging
Door de werking van de zwaartekracht zal al het losse materiaal op hellingen vroeg of laat naar beneden komen. Er zijn verschillende soorten aardverschuivingen:
• Vallend gesteente: losse stenen of rotsblokken vallen loodrecht naar beneden
• Bergstorting: een grote rotsmassa glijdt over een helling naar beneden
• Puinlawine: losse stenen van verschillende grote rollen en glijden naar beneden
• Modderstromen: een verweringslaag die bestaat uit klei en/of zand raakt verzadigd met water en vloeit naar beneden, soms wel met een snelheid van veertig kilometer per uur
Puinhelling= verzameling van losse brokken onder aan een berg.
Morene= alle brokken die door de gletsjer zijn vervoerd
Puinwaaier= op plaatsen waar veel materiaal door een rivier wordt neergelegd
In de bovenloop van een rivier regen, neemt losse gesteente mee, rivier slijt en wordt dieper, wanden gaan afbrokkelen en er ontstaat een V-dal. Dit heet riviererosie
Bij een gletsjertong ontstaat er een U-dal. Die neemt aan zijkanten grotere keien mee en schuurt niet alleen de bodem maar ook aangrenzende rotsanden van het dal af
Erosie= Uitschurende werking door de wind, water (zee + rivier) en het ijs (door exogene krachten). Bij erosie wordt het geërodeerde materiaal elders afgezet (dus verplaatsing).
à Mens kan erosie versnellen (skiën van een piste)
§8 De opbouw van het laagland
Naarmate de rivier verder het laagland nadert, neemt de stroomsnelheid af, waardoor meer
en meer materiaal wordt neergelegd (sediment). De rivier is in de benedenloop beland.
In de benedenloop stroomt de rivier niet meer door een dal, maar door een uitgestrekt vlak
gebied, de overstromingsvlakte. Zodra er te veel water in de rivier zit, treedt zij buiten haar
oevers. Hierbij neemt de stroomsnelheid af en worden deeltjes afgezet. De zandkorrels, de zwaarste, bij de oever, de kleideeltjes, de lichtste, verder op de overstromingsvlakte. Echter, door bedijking wordt dit natuurlijke proces geremd. In het grootste gedeelte van de rivierloop voegen zijrivieren zich bij. In de benedenloop gebeurt het omgekeerde: door lagere stroomsnelheid en de alsmaar groter wordende water- en sedimentmassa gaat de rivier splitsen, de zogenaamde zijtakken. Hierbij kan de rivierbedding verlegd worden.
Als de rivier in de zee uitkomt, wordt de stroomsnelheid opeens heel laag. Sediment laat zich vallen en kan ophopen tot nieuwe stukken land.
Delta= een hoop zand en grind die door de rivier wordt neergelegd, krijgt vaak een vorm van een driehoek. De rand van een delta bestaat vaak uit een zandbank. Zand wordt door de wind op obstakels gesedimenteerd. Dit vormen duinen.
§10 De vorming van gebergten
Door de rek en druk (convergent en divergente bewegingen) ontstaan er barsten en plooien in het gesteente. Aan de rand van convergente platen staat het gesteente onder druk en ontstaan plooiingsgebergten.
Bij grote lagen sediment die zijn aangevoerd door rivieren en blijven liggen in de ondiepe zee, krijgen druk van elkaar en er ontstaan sedimentgesteente. Door de verdrukking van de oceanische en continentale plaat wordt het omhoog gedrukt.
Afrika heeft grote lange meren die bergen in tweeën splitsen, twee continentale platen. Er ontstaan scheuren in de aardkorst. Dit heten breuken. Het gebied tussen de breuken zakt naar beneden en raakt gevuld met water. De hoge randen van de breuk is een horst. Dit is het breukgebergte. Het lage deel ertussen heet een slenk en bestaat soms uit meren. Deze maken divergente bewegingen, blijkt ook uit de vulkanen die daar ontstaan.
§11 Afbraak van gesteente |
Oud gebergten |
Scherpe, spitse toppen |
Afgeronde toppen |
Jonger |
Heel oud |
Hoger dan 1500 m |
200 – 1500 m |
§12 De gesteentekringloop
Soorten gesteente:
• Stollingsgesteenten: Ontstaan door het afkoelen en stollen van magma.
- Vulkanische gesteenten stromen uit over het aardoppervlak en koelen daarbij snel af, de stroming kan je zien bij hard geworden lava (touwlava) à ontstaan uit magma, heet graniet
- Diepte gesteente is lava die onder de aardkorst stolt en langzaam zijn warmte verliest, er vormen zich dan kristallen à ontstaat uit lava, heet basalt/touwlava/puinsteen
• Sedimentgesteente: Ontstaan doordat verweringsmateriaal of resten van planten en dieren zich ergens ophopen, bedekt raken, wegzakken en vervolgens samengeperst worden. Veel sediment wordt door stromend water vervoerd en neergelegd. Je herkent vaak fossielen. Snelstromend water? Grof sediment en bij minder snel dus ook de kleinere deeltjes zinken.
• Metamorfe gesteente: Ontstaan wanneer stollingsgesteenten of sedimentgesteenten diep wegzakken in de aardkorst en daar onder hoge druk en/of temperatuur komen te staan. Gesteente wordt omgevormd en verliest veel van z’n oorspronkelijke eigenschappen (gelaagdheid, kleur of korrelgrootte) à marmer, leisteen, gneis en steenkool. Deze gesteenten ontstaan wanneer kalksteen, schalie of bruinkool onder hoge druk en temperatuur worden samengeperst en omgevormd.
Hoe lichter het sediment, hoe verder van de rivier het afgezet wordt (door de stroomsnelheid)
Verwering & erosie à sediment à transport door: wind, water en ijs à sedimentatie (door lage stroomsnelheid)
Gesteentekringloop
● Van gebergte tot sediment tot gebergte
Gebergte wordt geleidelijk afgebroken door exogene processen (van buitenaf, niet door tektonische processen), zoals verwering en erosie, wordt meegenomen door de rivier en belandt als lagen sediment op de oceaanbodem: de hydrologische kringloop is hierbij betrokken. Sedimentgesteente wordt gevormd onder grote druk, dat uiteindelijk weer door convergerende aardplaten als gebergte omhoog geheven wordt: de cyclus is rond.
● Van magma tot basalt tot magma
Bij de midoceanische ruggen ontstaat nieuwe oceaanbodem, die bestaat uit basalt. Uiteindelijk zal dit gesteente bij de subductiezones weer in de lithosfeer belanden, om als magma weer onderdeel van de convectiestromen te worden. Bij diezelfde ruggen komt het weer omhoog: de cyclus is rond.
§14 Natuurlijke gevaren in de VS
In de Verenigde Staten heeft men te maken met drie grote natuurgevaren, veroorzaakt door zowel endogene als exogene processen.
● Aardbevingen aan de westkust
In California bevindt zich de San Andreas-breuk, een transforme breuk waar de Grote Oceaan langs de Noord-Amerikaanse plaat schuurt. Dagelijks komen hier aardbevingen voor (een hoge frequentie=hoeveelheid), maar met een intensiteit (hevigheid) hoger dan 6 komen slechts eens per 20/30 jaar voor.
● Hurricanes
Het zuidoosten en de Golf van Mexico worden van juni tot november vaak (zo’n 10 maal) getroffen door hurricanes, tropische stormen die, wanneer ze over land trekken, gigantische schade aanrichten, maar dan ook juist sterk in kracht afnemen, omdat zij zich voeden met warm zeewater. Een tropische storm wordt pas als hurricane geclassificeerd, wanneer de windsnelheid hoger is dan 118 km/u (Beaufort 12). Ze worden ook op intensiteit ingedeeld, niet alle hurricanes zijn even verwoestend. Er wordt getracht middels weersatellieten de baan van een hurricane te voorspellen, dit wordt vergemakkelijkt door de relatief lage bewegingssnelheid. Hurricane Katrina liet schade van catastrofale proporties achter. Er wordt gesuggereerd dat een toename van hurricanes een gevolg is van klimaatverandering, hier zijn echter geen harde bewijzen voor, aangezien het aantal hurricanes per jaar sterk fluctueert.
● Tornado’s
In tegenstelling tot een hurricane, zijn dit zeer lokale en kleine, maar zware hozen, die als een trechter uit een buienwolk naar het aardoppervlak reiken. Snelheden van 400 km/u zijn niet ongewoon. Ze kennen een veel kortere duur dan een hurricane: hoogstens zijn zij enkele uren actief. Nog niet duidelijk is waarom orkanen ontstaan, maar wel is bekend dat zij vooral in het voorjaar ontstaan wanneer warme, vochtige lucht uit het zuiden botst met koude lucht uit het noorden. Wanneer grote onweersbuien met grote verticale temperatuursverschillen ontstaan, is de kans op tornado’s groot. Het midden van de VS, het gebied tussen de Appalachen en de Rocky Mountains, wordt Tornado Alley genoemd, vanwege de veelvoud aan tornado’s daar.
§15 De risico’s van natuurgevaar in de VS
Door de lage frequentie van veel natuurrampen kunnen veel mensen zich nauwelijks voorstellen dat zoiets nog gebeurd.
Risicoperceptie= hoe mensen tegen een gevaar aankijken
Natuurramp= Als natuurgeweld tot grote schade of grote aantallen slachtoffers
Het risico dat mensen lopen is afhankelijk van twee dingen:
1. De kans dat het natuurverschijnsel zich op die plaats en met een hoge intensiteit voordoet (historische gegevens)
2. De maatregelen die de mensen genomen hebben om minder kwetsbaar te zijn
- technische aanpassingen aan bouwwerken
- bewustwording van de bevolking en zorgen dat de bevolking voorbereid is
- het aanleggen van een waarschuwingssysteem
- het bouwen van schuilplaatsen
- het opstellen van evacuatieplannen
- het verzekeren van materiële schade
De grondbewegingen van een orkaan zijn het sterkst in gebieden met een ondergrond die bestaat uit los materiaal; zand of klei.
Aardbevingen zijn niet te voorspellen. Wel met apparatuur mensen te waarschuwen tussen de eerste trilling en de verwoestende, zodat ze nog kunnen vluchten.
Orkaan kan je voorspellen. Orkaan duurt dagen. Orkaan is meer dan een harde wind alleen . In kustgebieden wordt het zeewater opgestuwd, waardoor de lage delen van de kust overstromen. Door de regen overstromen rivieren. Er na blijft er nog lang water liggen.
§16 Waiting for the Big One
Dagelijks worden er tientallen lichte aardbevingen geregistreerd rond LA. Dit komt omdat LA langs de San Andreas-breuk.
Langs de kust worden aardbevingstrillingen versterkt door het mengsel van losse grond en water dat in beweging komt. LA ligt in een droog gebied dus aan de hand van aquaducten en stuwmeren wordt water naar de stad gebracht.
Orkaanseizoen is van juni-november
Tornado’s januari, februari, maart
Door de ligging van Florida, komen daar de meeste orkanen voor.
Elke orkaan krijgt ook een naam à Andrew, Katrina
Zonder orkaanverzekering kan je geen hypotheek krijgen à grote gevolgen van de huizenmarkt.
REACTIES
1 seconde geleden