Manieren om welvaartsverschillen tussen landen te meten:
- BNP/hoofd van de bevolking
- De welzijnsindexàkoopkracht, levensverwachting en alfabetiseringsgraad
- Gezondheidszorg, voedselsituatie, schoon drinkwater etc.
Problemen bij het meten van de welvaart:
- Prijzen verschillen in landenàkoopkracht pariteitàboodschappenmand omgerekend naar dollar
- Inkomsten uit de informele sector zijn niet zichtbaaràmeer geld verdiend dan blijkt uit cijfers.
- BNP/hoofd is een gemiddeldeàsociale ongelijkheid(inkomen en ontwikkelingskansen).
- BNP/hoofd laat geen regionale verschillen zienà regionale ongelijkheid
Par 3:
Bevolkingsdichtheid: inwoners per km2
Bevolkingsspreiding: de verspreiding van de bevolking over het oppervlak van dat land.
Verklaring voor bevolkingsspreiding:
- Natuurlijke omstandigheden: vruchtbare bodem, geschikt klimaat, watervoorraad.
- Ligging: gunstige ligging t.o.v. kerngebieden(aan de kust, goede bereikbaarheid).
- Het koloniale verleden: in de vroeger gekoloniseerde landen concentreert de bevolking zich aan de kust.
Par 4.
Een soevereine staat is een staat die als enige macht mag uitoefenen over de bevolking en het grondgebied van de staat. Ook moet deze nationaal erkend zijn. Globaal bestaan er 3 politieke stelsels:
- Democratie: burgers hebben door verkiezingen grote invloed op het bestuur, vrijheid van meningsuiting en godsdienst.
- Beperkte democratie: burgers hebben stemrecht, maar alleen op enkele door de overheid goedgekeurde partijen. Minderheden zijn uitgesloten van stemrecht.
- Dictatuur: het land wordt autoritair bestuurd door één partij of een dictator. Mensen hebben weinig rechten(vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid bestaat in dit soort landen niet).
1 op de 7 kinderen op aarde gaat niet naar school. Vooral meisjes mogen niet naar school of worden er vroegtijdig afgehaald. Dit gebeurt omdat:
- school veel geld kost
- het belang van onderwijs voor meisjes niet gezien wordt
- meisjes nuttig zijn om te helpen in het huishouden.
Door dit gebrek aan onderwijs zijn veel schoolverlaters analfabeet. Onderwijs is een belangrijke eis voor ontwikkeling op lange termijn.
Par 6:
3 ingrijpende veranderingen in de economische geschiedenis:
- Agrarische revolutie: overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
- Industriële revolutie: overgang van handarbeid naar fabrieksmatige productie
- De opkomst van de dienstenmaatschappij
De internationale arbeidsdeling kun je aflezen aan:
- De internationale verdeling van de beroepsbevolking
- De samenstelling van het exportpakket van de landen
Het exportpakket van de meeste landen bestaat vooral uit industriële producten en voor een klein deel uit grondstoffen. Een exportpakket dat uit grondstoffen bestaat heeft 3 nadelen:
- Prijzen voor grondstoffen zijn de laatste tijd veel minder gestegen dan de eindproducten
- Door enorme vraag naar grondstoffen vanuit China stijgt de prijs sterk
- Grondstoffen komen veelal van het land, bij een misoogst heeft het land dus een groot probleem.
Par 7:
Natuurlijke Bevolkingsgroei: te meten door het verschil tussen geboorte- en sterftecijfer vast te stellen.
Migratiesaldo: verschil tussen aantal nieuwkomers en vertrekkers.
Vestigingsoverschot: ontstaat wanneer meer mensen komen naar dat land dan er vertrekken
Vruchtbaarheid: aantal kinderen per vrouw.
Arme landen hoog geboortecijfer:
Jongere leeftijdsopbouw
Vruchtbaarheid daalt wanneer scholing meisjes stijgt
Religie
Cultuur
Hoog zuigelingensterfte
Armoede
Box 2
Par 8:
Urbanisatie: mensen platteland trekken naar de stad
Urbanisatiegraad: hoeveelheid urbanisatie
Niet alle landen hebben zelfde norm van steden,
Geografische omstandigheden: woestijnà mensen wonen geconcentreerd aan kustgebieden
Urbanisatietempoà hiermee meet je de jaarlijkse toename van de urbanisatiegraad
Oorzaken groei steden 3e wereld:
- Arbeidersoverschot platteland
- Trek van middelgrote stad naar grote stad
- Natuurlijke bevolkingsgroei
Megasteden: steden met meer dan 10 miljoen inwoners
Primate city: groot deel van bevolking en alle belangrijke activiteiten(bestuur, cultuur)
REACTIES
1 seconde geleden