Hoofdstuk 1.1: Regio in beeld: Zuid-Afrika

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 384 woorden
  • 22 oktober 2013
  • 58 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
58 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

Paragraaf 1

Bron 1

In het oostelijke kustgebied zijn de zomers warm en vochtig. Er waait een aanlandige wind. Op de hoogvlakte is het droger en koeler. In het westen liggen de steppes en (half)woestijnen.
Aanlandige wind = Wind van zee naar het land.

Bron 2

Het binnenland van Zuid-Afrika ligt op een hoogvlakte. Johannesburg ligt op bijna 1700 meter. In het oosten ligt het gebergte de Drakenberg. De kuststreek en het westen van land liggen lager.
Hoogvlakte = Een vlak gebied op een hoogte van meer dan 500 meter.

Bron 3

Nederlanders eerste Europese immigranten. In 1651stichtten ze Kaap de Goede Hoop op als bevoorradingsstation voor schepen op weg naar Indië. De Nederlandse kolonisten trokken verder naar het noorden, omdat de Britten de macht overnamen rond 1800. Zij kwamen in woongebieden van zwarte stammen terecht, de Zulu en de Xhosa. Later werden Indiërs gehaald om te werken op plantages van de blanken. De Kleurlingen, de blanken, zwarten en Indiërs vormen de bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika.
Immigranten = Iemand die aankomt in een land om er te gaan wonen.
Plantages = Landbouwonderneming waar op grote schaal één bepaald gewas wordt verbouwd.
Kleurlingen = Mensen van een gemengd ras (in Zuid-Afrika).

Bron 4

Tijdens de apartheid was Zuid-Afrika verdeeld in een gebied voor blanken en vele, versnipperde gebieden voor zwarten, de thuislanden. De zwarte woonwijken (Townships) waren strikt gescheiden van de blanke wijken. Segregatie.
Apartheid = Het gescheiden wonen en leven van mensen op basis van hun huidskleur.
Thuislanden = Woongebied voor zwarten in Zuid-Afrika.
Townships = Woonwijken voor zwarten en kleurlingen in Zuid-Afrika.
Segregatie = betekent scheiding. Er zijn twee vormen: Ruimtelijke en maatschappelijke segregatie.

Bron 5

1994 kwam zwarte regering in Zuid-Afrika. Die kreeg te maken met de Erfenis van de apartheid. Het grote verschil tussen arm en rijk.

Bron 6

Inkomens en levensomstandigheden. Zuid-Afrika is een van de rijkste landen van zwart      Afrika. Met een bnp per inwoner van ruim 11.000 dollar. Het gaat minder goed als je kijkt naar andere ontwikkelingskenmerken, toegang tot schoon drinkwater, analfabetisme, artsendichtheid of levensverwachting. Dat komt door de armoede van de zwarte bevolking.
bruto nationaal product (bnp) = Enorm groot geldbedrag (miljarden euro’s) dat alle inwoners van een land samen verdienen.
analfabeet = Iemand die niet kan lezen of schrijven.
artsendichtheid = Het aantal inwoners per arts.
Levensverwachting = Hoe oud mensen in een land gemiddeld worden. 

REACTIES

S.

S.

Dit is echt heel handig want morgen heb ik een toets en ik ben niet al te goed in samenvattingen maken. Bedankt!!!!!! :)

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.