Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 t/m 3, Jakarta en New York

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 4111 woorden
  • 9 juli 2006
  • 154 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
154 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: Stad uit een rijk land. Het land: V.S. 1. Ligging, 2. Oppervlakte en 3. Aantal inwoners. De VS. (Noord-Amerika). De Verenigde Staten van Amerika (afgekort: USA US VS) liggen op het noordelijk halfrond. De VS heeft twee buurlanden: 1. In het noorden ligt de staat Canada. 2. In het zuiden ligt de staat Mexico. Amerika grenst aan twee oceanen: In het oosten aan de Atlantische Oceaan en in het westen aan de Grote Oceaan. De oppervlakte van de VS is 9.372.614 km². Het land is 225,7 keer zo groot als Nederland, en heeft ongeveer 280 miljoen inwoners. De hoofdstad van de VS is Washington D.C. De bevolking van de VS. bestaat uit: Blanken 82 % Negers 12 % Aziaten 3 % Overigen 2 % Indianen (oorspronkelijk) 1 % 4. Bevolkingsdichtheid De mensen in de VS leven niet bepaald dicht op elkaar. Dat komt voornamelijk door de Rocky Mountains en de woestijnen in Amerika. De Bevolkingsdichtheid is dan ook 31 mensen op 1 km².
5. Agrarische beroepsbevolking In 1998 was er in Amerika 63% van de arbeidsgeschikten beroepsbevolking. Beroepsbevolking is dat deel van de bevolking dat voor eigen rekening werkt voor geld. Tot de werkende beroepsbevolking werden bij de in Nederland in 1971 gehouden volkstelling gerekend: - Alle werkenden van veertien jaar en ouder, inclusief personen die gemiddeld ten minste vijftien uur per week meewerken in het gezinsbedrijf, ook indien zij hiervoor niet worden betaald - Personen in militaire dienst, zowel beroepsmilitairen als dienstplichtigen - Scholieren of studenten die gemiddeld ten minste vijftien uur per week arbeid verrichten tegen geldelijke beloning
voor volwassenen en zij die tewerkgesteld zijn op aanvullende werken - Personen in opleiding die tevens een geldelijke vergoeding ontvangen. De primaire sector is het onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt met de toepassing van de economische beginselen op de landbouw (waaronder de tuinbouw). Binnen de agrarische economie wordt er verschil gemaakt tussen de algemene agrarische economie (die zich richt op de problemen in zijn geheel) en de agrarische bedrijfseconomie. De primaire sector wordt ook wel sector landbouw, jacht en bosbouw genoemd. Daaronder vallen: - Akker- en tuinbouw - Fokken en houden van dieren - Dienstverlening waar de landbouw iets aan heeft - Jacht - Bosbouw ten behoeve van de landbouw -Landbouw, visserij: 5%, industrie: 15,4% handel en diensten: 63,3%, overheid: 16,3% -de VS. Heeft veel ijzer-, koper-, looderts en aardgas. - Daarnaast worden grote hoeveelheden grond- en delfstoffen vanuit de hele wereld geïmporteerd. - De export van de VS bestaat uit consumptiegoederen, voedsel en grondstoffen. Godsdienst: Protestant 56%, Rooms-katholiek 28%, Joods 2%, Moslim 2%, overigen 2%, geen 10% Taal: Engels (officieel), Spaans (veel gesproken) Nationale feestdag(en): 4 juli: onafhankelijkheidsdag. Klimaat: Grotendeels gematigd, subtropisch in Hawai en Florida, Arctisch (koud) in Alaska. Geldsoort: De Dollar($) Vlag: Geschiedenis: De eerste kolonisten die zich in Noord-Amerika aan de oostkust vestigden, waren Fransen, Engelsen en Nederlanders. De eerste Nederlandse vestiging werd in 1614 gesticht aan de monding van de Hudson; Nieuw-Amsterdam(later New York, onze stad)(op het eiland Manhattan) volgde in 1626. In 1664 ging de Nederlandse kolonie verloren aan de Engelsen. De Engelse koloniën in Noord-Amerika kwamen in 1774 in opstand tegen het moederland en in 1776 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. Nederland was, na Frankrijk, het tweede land dat de 'Verenigde Staten van Amerika' erkende (1782). Van 1860 tot 1865 woedde de Burgeroorlog tussen het agrarische zuiden, waar slaven een groot economisch belang vormden, en het geïndustrialiseerde noorden. Het zuiden werd verslagen, waarna in het gehele land de slavernij werd afgeschaft. Het federale karakter van de Unie werd versterkt. Na decennia van de ontwikkelingen in Europa koos de VS in 1917, de laatste fase van de Eerste Wereldoorlog, militair de zijde van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De Amerikaanse steun was van doorslaggevende invloed. De VS was daarmee een wereldmacht geworden. Eind jaren '30, begin jaren '40 raakte het internationale machtsevenwicht met de opkomst van Nazi-Duitsland en bondgenoten wederom ernstig verstoord, waardoor de VS uiteindelijk niet afzijdig kon blijven. De Japanse aanval op Pearl Harbour en de daarop volgende Duitse oorlogsverklaring brachten de VS tot rechtstreekse deelname aan de Tweede Wereldoorlog. De naoorlogse Amerikaanse politiek was gericht op economisch herstel van West-Europa en Japan, alsmede op blijvende nauwe betrekkingen met die delen van de wereld en op inperking van de communistische invloed. Om het hoofd te bieden aan toenemende Sovjet-druk op West-Europa werd in 1949 de NAVO opgericht als gemeenschappelijke veiligheidsstructuur. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991, waarna de VS overbleef als enige supermacht, is deze veiligheidsstructuur intact gebleven. Nu is president Bush aan het beleid en heeft hij de oorlog uitgelokt met het midden-oosten, en daardoor is Europa(de EU) aansprakelijk gesteld voor de oorlog(wij krijgen de schuld). 6. Urbanisatiegraad: 76% De stad zelf: New York. 1. Oppervlakte, 2. Aantal inwoners, 3. Groei bevolking, urbanisatie en suburbanisatie. Oppervlakte: 137, 304 km² Aantal inwoners: 18,9 miljoen New York + agglomeraties
Groei van bevolking: In 1790 woonden er in New York nog maar 33.100 mensen, waarmee New York toen al de grootste stad van het land was. De groei van de
bevolking nam toe toen de industrialisatie in Amerika begon. Door de opening
van het Eriekanaal in 1825, ontstond er een snelle bevolkingstoename. New
York werd het belangrijkste transportcentrum aan de kust, waar grondstoffen
uit het westen werden uitgewisseld. Doordat de export de import overtrof, waren de schepen bereid een klein
aantal mensen, voor een klein tarief, mee te nemen. Dus werd dit al snel de

grootste immigrantenhaven van de stad. Het inwonersaantal was in 1880 de 1
miljoen al gepasseerd. In 1900, 1910 en 1920 bedroeg het inwonersaantal 3,4
4,8 en 5,6 miljoen. Door het eindigen van vrije immigratie rond de jaren 70 remde de
bevolkingsgroei voor het eerst af. Urbanisatie: Het heeft 10 240 km straten en 30 km strand. Er zijn 1100 parken , pleinen en speeltuinen met een totale oppervlakte van 14 600 ha. De stad districten
1. Manhattan
2. Brooklyn
3. Queens
4. de Bronx en
5. staten Island
tellen 8 miljoen inwoners. New York is groter, hoger, drukker dan welke stad dan ook. Toch geen kinderachtige steden zoals parijs en Londen zijn vergeleken bij deze metro-polissen van rust. Vele Amerikanen van elders hebben een hekel aan de stad waar dag en nacht door sirenes loeien, en waar de voetgangers sneller vooruitkomen dan de taxi's. Maar dat is nou éénmaal de big apple zoals New Yorkers hun stad graag in alle bescheidenheid willen omschrijven. New York in Cijfers Bevolking 18.200.000

67,4 % blanken
15,9 % zwarten
12,3 % Latino's
3,9 % Aziaten
0,5 % Indianen
Urbanisatiegraad: De urbanisatie is 51,5% maar er zijn altijd mensen die weg willen dus de suburbanisatie is 68,3% 4. Site kenmerken: Één van de kenmerken van New-York zijn alle metro’s. De metro’s is met een netlengte van 368 kilometer één van de grootste metronetwerken ter wereld. New-York ligt ook gunstig ze ligt op alle handelswegen en daardoor is het een echte megastad. Ze ligt aan de zee met één van de grootste havens ter wereld. De Acela is een hogesnelheidstrein in de Verenigde Staten van Amerika tussen Boston, New York en Washington D.C. De exploitatie vindt plaats door de nationale spoorwegmaatschappij Amtrak. Ze heeft meerdere vliegvelden, zoals de JFK
Ze ligt aan de Atlantische Oceaan, waardoor ze veel handel kan hebben(en ook heeft) met andere werelddelen. De belangrijkste grondstoffen zijn Aluminium, aardolie en ijzer- en staalproductie.
5. Situation kenmerken: De bereikbaarheid van New York is erg hoog. Ze hebben vliegvelden, metro’s, treinen en Internet. In de buurt van New York is veel groente-, fruit- en wijnbouw.Dat is allemaal naar de buitenste ring van New York gegaan omdat New York zelf geen vruchtbare grond meer heeft. Dat is allemaal weggegaan door de industrie in het land. Wereldsteden vormen samen een soort land op zichzelf, los zwevend van de landen waar ze zich in bevinden. De actieve bewoners handelen onderling in hun netwerk, bedenken nieuwe zakelijke constructies, financieringsschema's voor activiteiten over de rest van de wereld. Geld suist digitaal heen en weer, investeringen worden gedaan, bedrijven verhuizen, er komen overnames, fusies. Overheden kunnen daar moeilijk grip op krijgen. New York heeft dit ook en alles komt bij elkaar op de Wall Street. 6. Ruimtelijke Geleding: De kern van New York en waar het allemaal begint is het Zakencentrum. In het oosten beginnen het woongebieden. In het westen is de industrie en een luchthaven(daarom heen is het ook allemaal industrie). Als je nog verder naar het oosten gaat komt er weer een woongebied. In het noorden is er ook en woongebied en in het zuiden is de haven. En op Staten Island staat het Vrijheidsbeeld, een gul gebaar van de Fransen. 7. Kenmerken van rijkdom en Armoede: Rijkdom: New York is een rijke stad want ze hebben: 200 Wolkenkrabbers
400 Kunstgalerijen
150 Musea
35 Broadway-theaters
300 Off Broadway-theaters
17.000 Restaurants
59.000 Hotelkamers
11.700 erkende taxi's
en dat kun je niet bepaald arm noemen. Armoede: New York is natuurlijk erg rijk, maar er zijn erg veel nadelen in de grote stad. 1.veel zwervers
2.ghetto’s
3.veel van de huizen zijn niet goed genoeg om in te wonen
4.veel rotzooi
5.het is er altijd koud, omdat de zon er niet direct op kan schijnen door de wolkenkrabbers. Dit zijn enkele voorbeelden van nadelen in de grote stad. 8. Bestaansmiddelen: De new yorkers leven vooral van de handel en landbouw. Handel drijven ze onder andere met de rest van het land en ze handelt ook veel met de EU. Hun landbouw is vooral groente en fruit die ze als eerste in hun eigen winkels stoppen, als ze wat over hebben verhandelen de die met de EU of met andere werelddelen.
9. Bijzonderheden: De world trade center’s zijn een bijzonderheid van New York. Ze zijn nu nog bijzonderder dan eerst omdat ze door een terroristische aanslag kapot zijn gemaakt. Nog een bijzonderheid is het vrijheidsbeeld. Dat was een cadeau van Frankrijk. Hoofdstuk 2: Een stad uit een arm land. 1. Het land: 1. Ligging, 2. Oppervlakte, 3. Aantal inwoners en 4. Bevolkingsdichtheid: Indonesië is een republiek in Zuidoost-Azië, gelegen tussen het Aziatische vasteland en Australië. De landoppervlakte van Indonesië is 1.926.000 km2 (56x Nederland), maar rekenen we al het water (5 miljoen km² zee, de Indische en Stille Oceaan) tussen de 13.677 eilanden waaruit Indonesië bestaat erbij, dan wordt de oppervlakte 4 keer zo groot. Indonesië telt 23 provincies, 2 speciale regio's en een apart district voor de hoofdstad Jakarta. Er zijn ongeveer 990 eilanden bewoond. Indonesië is het land met het 4e meeste aantal inwoners ter wereld. Van oost naar west is Indonesië 5.120 km lang en van noord naar zuid 1.760 km lang. Met al die kilometers wonen er dus ook veel mensen. Het aantal inwoners van Indonesië bedraagt in 2001 ca. 220 miljoen. Jaarlijks groeit de bevolking met ca. 3 miljoen. Er zijn steden met miljoenen inwoners (Jakarta ca. 10 miljoen, Surabaya ca. 2,7 miljoen, Medan ca. 2,3 miljoen, Bandung ca. 1,7 miljoen en Semarang 1,3 miljoen). Er leven in afgelegen gebieden van Indonesië meer dan 100 inheemse groepen, waarvan sommige nog maar net het stenen tijdperk aan het verlaten zijn. Voorbeelden hiervan vinden we bij Papoea volken in Irian Jaya en Dayak volken in Kalimantan (het Indonesische deel van Borneo). 60% van de bevolking woont op de eilanden Java en Madura, die slechts 6% van het totale landoppervlak beslaan. De regering probeert aan die ongelijke spreiding van de bevolking wat te doen door de zogenaamde transmigratie, een programma waarbij gezinnen vanuit Java worden verhuisd naar minder bevolkte gebieden op Sumatra, de Molukken en Irian Jaya (het vroegere Nieuw-Guinea). De bevolkingsdichtheid van Indonesië bedraagt 120 inwoners per km². 5. Economie en agrarische beroepsbevolking: Van 1988 tot 1997 maakte Indonesië een sterke economische opleving mee. Vooral de houtverwerkende industrieën kenden een grote bloei. Ruim 50% van de beroepsbevolking is in de landbouw werkzaam. De belangrijkste voedingsgewassen die geteeld worden zijn rijst, maïs, cassave (meel uit de wortels van maniok), bataten (knolgewas), voorts grondnoten, sojabonen, kopra en suiker. Tuinbouw wordt voor het grootste deel bedreven op tuintjes rond de huizen. De producten (talrijke groente- en fruitsoorten, maar ook kruiden en specerijen), worden ter plaatse verbruikt. Slechts een klein deel gaat naar de markt. De veehouderij dient vooral voor het houden van trekdieren (rund, buffel, paard). Geiten, schapen, varkens en kippen worden gehouden als slachtvee. De munteenheid is de Rupiah (Rp). Rp 1000 is ca.€ 0,10. 6. Urbanisatiegraad: 39% Klimaat: Over het algemeen heeft Indonesië een tropisch klimaat, met een gemiddelde temperatuur van ca. 30 0C. In hoger gelegen delen wat koeler tot koud. Van mei tot oktober waait een droge oost-moesson en van november tot april een natte west-moesson. In de Molukken is dit seizoenspatroon net andersom. Talen: Het uit het Maleis voortgekomen Bahasa Indonesia is de officiële taal. Daarnaast worden er nog ca. 400 andere talen gesproken, waarvan zo'n 200 op Irian Jaya.Na de onafhankelijkheid is de spelling wat gewijzigd. Zo wordt de klank `tj' nu met een c genoteerd, de engelse g met een g, `dj' met een j, de `j'-klank met een y en de `oe'-klank met een u. In Nederland schrijven wij hier bepaalde zaken uit de Indonesische keuken nog met de oude spelling. Ketjap (soja saus) en Atjar Tjampoer (gemengd tafelzuur) worden bijvoorbeeld nu in Indonesië geschreven als Kecap en Acar Campur. Plantengroei
Indonesië heeft een buitengewoon rijke flora. Sumatra, Borneo en Nieuw-Guinea waren oorspronkelijk bedekt met zeer dicht tropisch regenwoud. Veel tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouwgrond. Langs de slibrijke zeekusten treft men mangrovebos aan. Daarachter groeien vooral op Sumatra en Borneo vaak uitgestrekte veenmoerasbossen in voedselarm zoet water. Kenmerkende bomen van de archipel zijn o.a. de palmen: kokospalm, sagopalm, arenpalm (palmwijn, suiker), pinangpalm (betelnoten) en rotan. In het westelijk deel van de archipel overheersen de hardhout leverende Dipterocarpaceae. Dierenwereld

Dank zij de tropische regenwouden heeft Indonesië een rijkdom aan dieren. De bekendste zijn: de orang-oetan (Noord-Sumatra, Borneo), tapir (Sumatra), de olifant, de Javaanse neushoorn en de gibbon (westelijke eilanden). De tijger wordt aangetroffen op Sumatra, de panter op Java, de Maleise beer op Sumatra en Borneo, de Sumatraanse neushoorn (zeer bedreigt) alleen op Sumatra. Herten komen op verschillende eilanden voor, maar zijn in het oostenhet meest te vinden. De zoogdierfauna van Maluku bestaat voornamelijk uit kleine soorten hogere zoogdieren en buideldieren, welke laatste op Sulawesi hun westgrens hebben. Van de vogelwereld: argusfazant, trogons, bladvogels en baardvogels, grootpoothoenders, kasuaris en paradijsvogels. De papegaaien (van Australische herkomst) zijn in het oosten rijker vertegenwoordigd dan anders. De pauw komt alleen op Java voor. Op Komodo leeft de grootste varaan ter wereld. Krokodillen zijn beperkt tot de kusten en een aantal rivieren. Het aantal vissoorten is zeer groot. De koraalriffen in het oosten van de archipel behoren tot de rijkste ter wereld. Indonesië is buitengewoon rijk aan insecten en andere ongewervelde dieren. Meest voorkomende volken: · Indo-Maleisisch 94%. Jawa 90 miljoen.; Sunda 35 m; Madura 3.5 m; Minangkabau 7.5 m; Batak 6.5 m; Banjar 5 m; Bali 3.9 m; Bugi 3.8 m; Aceh 3 m; Dayak 2.9 m; Makassar 2.2 m; Deli 2 m; Riau 2 m; Sasak 2 m; Toraja 1.3 m. · Chinees 4%. Slechts 20% gebruikt nog dagelijks Chinese dialecten. Verspreid door het hele land, voornamelijk in de steden. · Papoea 1,2%. In West Timor, Alor, Halmahera en Papoea. · Overig 0,8%. Arabisch, Indisch, Europees, gemengd ras. Politiek: Indonesië is na de onafhankelijkheid van Nederland (in 1945 uitgeroepen door onder andere Soekarno, door Nederland officieel overgedragen in 1949) omgevormd tot een republiek. De eerste president van Indonesië, Soekarno, regeerde vanaf die tijd tot aan 1968. Sinds de onafhankelijkheid heeft Indonesië zes presidenten gehad. Indonesië is nog steeds bezig met de democratisering van de politiek. In 2004 is de zesde president voor het eerst door het volk gekozen. De president die er nu zit heet Susilo Bambang Yudhoyono, sinds 20 oktober 2004. Godsdienst: Godsdiensten Bevolking % Aanhangers Jaarl. Gr. Moslim 80,30 171.032.517 +1,3% Christen 16,00 34.078.708 +2,0% Hindoe 1,90 4.046.847 +1,4% Animisme 1,00 2.129.919 +1,4% Chinees 0,50 1,064.960 -0,5% Boeddhist 0,30 638.976 +1,4% Godsdienststatistieken zijn een gevoelig politiek onderwerp. Officiële en onofficiële cijfers lopen ver uiteen. Moslims maken officieel 87% van de bevolking uit, in werkelijkheid veel minder. Ongeveer 30% van de Indonesische moslims heeft een sterke islamitische identiteit en zijn ook praktiserend. 35% heeft een sterke islamitische identiteit, maar zijn weinig praktiserend. Nog eens 35% heeft geen sterke islamitische identiteit. Velen in deze groep staan officieel geregistreerd als moslims, maar zijn in de praktijk aanhangers van Kebatinan, de Javaanse mystieke godsdienst die ouder is dan de islam, of het zijn animisten die sommige uiterlijke vormen van de islam aangenomen hebben. De islam is het sterkst in Sumatra, west- en oost-Java en vele kustregio's in het oosten van het land. Animisme wordt niet officieel erkend door de overheid maar is sterk onder sommige volken in Papoea, Sumba and het binnenland van Sumatra, Kalimantan, Sulawesi, enz. De volkse islam die door vele Indonesische moslims gevolgd wordt is sterk beïnvloed door het animisme. Het is in het hele land een dominante vorm van godsdienstbeleving. 2. De stad zelf: 1. Oppervlakte, 2. Aantal inwoners, 3. Groei bevolking, urbanisatie en suburbanisatie. Jakarta (wordt uitgesproken Djakarta) is de hoofdstad en regeringszetel van de Republiek Jakarta. Het ligt op de noord-westkust van het eiland Java. Het officiële inwoneraantal van Jakarta bedraagt 9.792.000. Jakarta heette oorspronkelijk Sunda Kelapa. De stad werd later door Fatahillah veroverd, die de stad hernoemde in Jayakarta (op 22 juni 1527, nog steeds de officiële wordingsdatum van de stad). De oppervlakte van Jakarta stad is 664,32 km². Daardoor is de urbanisatiegraad flink vergroot tot 35%. Maar er zijn altijd mensen die weg willen uit de stad. Suburbanisatie dus. De suburbanisatie in Jakarta is ongeveer 56%. Dat wil zeggen dat de mensen die de stad uittrekken ongeveer allemaal iets aan landbouw gaan doen. De groei van de bevolking(zie Figuur 1)nam steeds meer af. Dat kwam door ziektes(voornamelijk geslachtziektes). 4. Site Kenmerken: ligging en grondstoffen. Jakarta ligt erg gunstig, anders zou het nooit een megastad en een hoofdstad kunnen zijn. Jakarta ligt aan zee, heeft een erg vruchtbare grond door vulkanen en er wordt veel gehandeld. Ook vroeger al. Allerlei specerijen komen van het platteland, zoals rijst, maïs, sojabonen en suiker. Er zijn ook veel grondstoffen zoals aardolie en aardgas. Er zijn (net als in elke andere megastad) altijd problemen. Zwerfjongeren, een overschot aan voertuigen(waardoor er eeuwige files ontstaan) en veel arme mensen. 5. Situation kenmerken: bereikbaarheid, grondgebruik in omgeving en stedelijk netwerk. Jakarta, een metropool waarvan gezegd wordt dat zij bijna tien miljoen inwoners telt, terwijl de gehele mega-urbane regio op het dubbele wordt geschat. Een stad vol

wolkenkrabbers met luxe kantoren, appartementen en winkelcentra; vol dichtgeslibde snelwegen waartussen de kampongs (verzameling van woningen) zijn gedrapeerd met het kleurrijke straatleven van hun arme en rijkere bewoners; vol monumenten en kolossale standbeelden, die echter steeds nietiger worden in hun hoogbebouwde omgeving; een verstedelijkte regio met vele industriële, handels- en recreatie centra, allerlei soorten woongebieden variërend van krottenwijken tot elitaire satellietsteden; en niet te vergeten de parken, groenstroken en natuurgebieden, om een volledig beeld te geven van het uiterst gemengde grondgebruik van een dergelijke mega-urbane regio. Jakarta heeft een erg hoge bereikbaarheid. Het ligt aan zee, dus er kunnen boten komen om spullen op te halen en te verplaatsen, er is een vliegveld, er is treinverbinding, maar je kunt daar ook gewoon heen bellen en zij hebben ook Internet. Alleen niet alle stammen in Indonesië hebben dit alles. Jakarta is de stad die het meest op weg is naar het digitale tijdperk (eigenlijk zijn ze er al). Jakarta is erg groot. Java is zwaar overbevolkt, er is hier dan ook veel hout gekapt om huizen aan te leggen. Je vindt alleen nog maar bos in de bergen. De Javaanse bevolking wordt gestimuleerd door de overheid om naar dunbevolkte eilanden te migreren. Doordat er veel hout wordt gekapt, verdwijnen er dier- en plantensoorten. Helaas wordt hier niet zoveel aan gedaan. Er zijn wel een paar organisaties die er tegen bezig zijn. Hout levert geld op en de regering schijnt er aan mee te werken. 6. Ruimtelijke geleding. Jakarta is een speciaal hoofdstedelijk gebied met de status van provincie. Jakarta bestaat uit 6 gemeentes. · Kepulauan Seribu(Eilandengroep ten noorden van Jakarta) · Jakarta Utara (Noord-Jakarta) · Jakarta Pusat (Jakarta Centrum) · Jakarta Barat (West-Jakarta) · Jakarta Timur (Oost-Jakarta) · Jakarta Selatan (Zuid-Jakarta) Een opperzakencentrum: Jalan Thamrin, het zakencentrum van de hoofdstad (zie plaatje). Het huidige Jakarta bestaat uit 6 delen waarvan Jakarta Kota het originele, oude Batavia-stad gedeelte herbergt. Hier vindt u de koloniale, in Hollandse stijl gebouwde, ophaalbruggen, kanalen en de oude haven Sunda Kelapa. In het zuidwesten van Jakarta ligt de duurdere woonwijk Kebayoran met vele restaurants en shoppingmalls. Midden in Jakarta ligt de Gouden Driehoek waar het hart van de stad zich bevindt met de vele ambassades en uitgaansgelegenheden. De twee nieuwe zakencentra (Sunda Kelapa en Jalan Thamrin) zorgen ervoor dat Jakarta hard op weg is een wereldmetropool van formaat te worden. De internationale luchthaven Soekarno Hatta ligt ruim 20 kilometer ten noordwesten van het centrum van de stad. Toeristenindustrie is er volop. Bijvoorbeeld hotels en restaurants. Tegen
de volle zesbaanswegen ligt de rijke wijk met gigantische villa’s met aansluitend door een zakenkwartier met tientallen ultramoderne wolkenkrabbers. Met zoveel verkeer, prachtige huizen en architectonische hoogstandjes. Er staan altijd nogal wat sjofel geklede mensen langs de kant van de straten. Het zijn ‘lifters’ die je moeten betalen als ze met je meerijden. Er geldt namelijk in Jakarta een ‘3-in-1-plicht’: In elke auto moeten er minimaal drie personen zitten. Wie als eenzame rijkaard met zijn chauffeur op pad gaat, die komt dus een passagier tekort. Vandaar dat zich voor 10.000 roepia (Nog geen 1 euro) aanbieden om een stukje met je mee te rijden. De armere wijken (krottenwijken) staan meestal op plekken waar de rijken niet willen wonen. Het is er heel gevaarlijk, het stinkt er heel erg of het is te ver weg van het centrum. De huizen zijn van slechte kwaliteit en hebben geen voorzieningen. De mensen moeten op zichzelf kunnen leven, want er hoeft maar 1 oogst slecht te zijn, of je bent je huis en je leven kwijt. 7. Kenmerken van rijkdom en armoede. Rijkdom: Rijkdom en armoede liggen in Jakarta soms maar een paar straten- blokken van elkaar verwijderd. Veel Indonesiërs leven van dag tot dag in armoede. Het interieur is er rijk. Je treft er vaak traditionele Chinese motieven aan, in felle kleuren zoals: rood, goud en zwart. In Zuid-China is dit erg gebruikelijk: decoraties werden namelijk veel door Voorindische en Chinese ambachtslieden uitgevoerd. Invloeden waren er over en weer. Zo werd het onder Chinezen populair huizen te laten bouwen in Hollandse stijl, met top- of trapgevels. Armoede: In 2003 telde de stad ruim 10 miljoen inwoners. In 1945 waren er dat nog 600.000. De trek van dorp- en bergbewoners naar de stad is sinds de Tweede Wereldoorlog enorm toegenomen. Elk jaar groeit het totaal aantal inwoners van Jakarta met bijna 5%. De mensen komen er werk zoeken dat er nauwelijks te vinden is, met als gevolg grote armoede en een steeds diepere kloof tussen arm en rijk. Éénderde van de inwoners leeft er onder het bestaansminimum. Jongen in Sloppenwijk 8. Bestaansmiddelen. Voordelen van Jakarta: Belangrijke exportproducten van Indonesië en Jakarta zijn: Jakarta en Indonesië leven vooral van exportproducten. Dit zijn enkele voorbeelden: Rubber, palmolie, tabak, thee, kopra, koffie, peper, cacao, aardgas, tin, nikkel, steenkool, kleding en schoeisel. Deze producten vormen, na de aardolie, het belangrijkste deel van de export. Bijna tweederde van het land is bedekt met tropisch oerwoud (60% van Sumatra, 77% van Kalimantan en 80% van Irian Jaya). Indonesië bezit daarmee na Brazilië het grootste regenwoud ter wereld en is met 9,7 miljoen m³ de grootste houtexporteur van Zuidoost-Azië. Sinds 1985 is de export van ruw hout verboden en vervangen door uitvoer van houtproducten (o.a. meubels). Ook wil de regering de schade aan het tropisch regenwoud herstellen door middel van herbebossingspannen. De bossen leveren behalve hout ook harsen en gommen, terpentijn, rotan en kajapoetih-olie. Visserij is voor de voedselvoorziening (eiwitten) zeer belangrijk. Met name langs de kusten van Sulawesi en Kalimantan, in de Riau-archipel en in Maluku leven sommige bevolkingsgroepen vrijwel uitsluitend van de visvangst. Indonesië heeft ook een enorm vruchtbare grond, dat komt door de vulkanen. Hierdoor is het land dan ook een stuk gevaarlijker. Nadelen van Jakarta: Overstromingen: Tijdens het regenseizoen(november-april), heeft Jakarta regelmatig te maken met overstromingen. Met als gevolg van een tekortschietende riolerings- en afwaterings- systeem. Ook heeft de houtkap en de verstedelijking in de heuvelachtige omgeving ten zuiden van Jakarta bij Bogor en Depok, bijgedragen aan de overstromingen. Overstroming in Jakarta

Luchtvervuiling: Luchtvervuiling is een serieus probleem in Jakarta. De enorme verkeersopstoppingen worden hiervoor verantwoordelijk gehouden. 9. Bijzonderheden: Nederland hecht veel waarde aan culturele samenwerking met Indonesië. Daarom is in 1970 het Erasmus Huis opgericht, het culturele centrum van Nederland in Jakarta. Hier worden onder andere lezingen, tentoonstellingen en discussies georganiseerd met belangrijke vertegenwoordigers uit de Nederlandse en Indonesische cultuur. Hoofdstuk 3: Verschillen tussen de steden 1. Jakarta is de Hoofdstad van Indonesië, en New York is niet de hoofdstad van de USA. 2. Jakarta is een Primate City, en New York is gewoon een Megastad. 3. Jakarta lig in een arm land (Indonesië), New York ligt in een rijk land (USA). 4. tijdsverschil, New York leeft in de tijdzone van -5 uur, Jakarta ligt in de tijdzone van +7 uur. Verschil: 12 uur. 5. New York heeft hele bekende gebouwen en monumenten, Jakarta heeft niet echt bekende gebouwen en monumenten. 6. Ze hebben een andere geldsoort, de dollar ($, New York) en de Rupiah (Rp). Rp 1000 is ca.€ 0,10. (Jakarta). 7. De taal is anders, Engels (officieel) en Spaans (veel gesproken) (USA.), en Bahasa Indonesia (Indonesië). 8. Een totaal ander klimaat, in de USA een subtropisch- en Arctisch (koud) klimaat en in Indonesië een tropisch klimaat. 9. ander volk, de Amerikanen lijken op ons en de Indonesiërs hebben en beetje Chinese uitstraling en uiterlijk (zie figuur 2)

REACTIES

D.

D.

Amerika kent nauwelijks een gematigd klimaat

Hawaii en Florida zijn niet subtropisch maar tropisch!

Midden VS is grotendeels steppe en landklimaat

Langs de oostkust (Vanaf New York tot Florida) is subtropisch, dus bv. New York, Virginia beach, Washington etc. zijn subtropisch.

De kust van California is grotendeels middellandse zee klimaat met een hoop micro klimaten.

Er blijft een heel klein gedeelte over voor een gematigd klimaat.

Ik weet niet uit welk aardrijksboek dit komt, maar het is dus compleet fout!

12 jaar geleden

B.

B.

ik mis ook al dingen die er wel tussen horen, zoals: suburbanisatie New York en dat staat wel in mijn aardrijkskunde boek

7 jaar geleden

B.

B.

Ik kan suburbanisatie van New York NIET vinden! Terwijl op Google staat dat het er tussen hoort!!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.