Samenvatting paragraaf 5 “Aardbevingen”
# Rek en druk in aardkorst #
De oorzaak van convergente en transforme plaatbewegingen is dat de randen van de platen onder druk komen te staan. De oorzaak van divergente plaatbewegingen is dat de aardkorst uit elkaar wordt getrokken en dan ontstaat er rek in de aardkorst.
# De aardkorst onder druk #
Zware aardbevingen ontstaan bij convergente en transforme plaatbewegingen. Deze aardbevingen zijn kort maar zijn het resultaat van jarenlange spanningsopbouw. Een zware aardbeving ontstaat op een aparte manier. Wanneer twee gesteentelagen klem zitten tegen elkaar, zal het gesteente langzaam vervormen of verbuigen. Er wordt hierbij een spanning opgebouwd over vele jaren. Wanneer de spanning groter wordt dan de sterkte (buigbaarheid of elasticiteit) van het gesteente, breekt het gesteente plotseling. De spanning is weg, maar de twee gesteentelagen zijn ten opzichte ven elkaar verschoven.
De trillingen die bij een aardbeving vrijkomen worden geregistreerd door seismografische stations. Hoe zwaarder de aardbeving, hoe groter de uitslag in het seismogram. De afstand tot het epicentrum is hierbij belangrijk. Het epicentrum is de plaats aan het aardoppervlak die direct boven de haard van de aardbeving ligt. Hoe dieper de haard zich bevindt, hoe minder effect er is aan het aardoppervlak.
Aardbevingen zijn verwoestend door de trillingen en de processen die door aardbevingen op gang worden gebracht, bijvoorbeeld tsunami’s en aardverschuivingen. Tsunami’s zijn verwoestende golven die ontstaan door aardbevingen op de bodem van de oceaan.
# Vervorming van de aardkorst #
Je ziet ook dat de aardkorst onder druk staat door vervormingen van de aardkorst door rek of druk in de aardkorst. Als gesteentelagen worden samengeperst kunnen ze breken of buigen. Het buigen of plooien, plooien zijn gesteenten dat door de druk in de aardkorst verbogen wordt, van gesteentelagen in de diepte heeft plaatsgevonden, waar het gesteente plastisch kan worden door een hogere druk en temperatuur. Wanneer de geplooide gesteenten nu aan het oppervlak voorkomen, zijn deze structuren na de vervorming opgeheven.
Gesteente dat aan het oppervlak ligt en uitgerekt of ingedrukt wordt, zal breken. Langs een breuk in de aardkorst zullen delen van de aardkorst, afhankelijk van de druk, omhooggeduwd worden of wegzakken. Horst is de zijde van de breuk die omhoog is bewogen. Slenk is de zijde van de breuk die omlaag is bewogen. Zo ontstaan gebergten. Hierbij kunnen plooiingsgebergten en breukgebergten ontstaan. Plooiingsgebergten zijn gebergten die ontstaan door de druk in de aardkorst waarbij gesteente geplooid en opgeheven wordt (Alpen). Hierbij vindt een enorme verkorting van de aardkorst plaats. Breukgebergten zijn gebergten die ontstaan als langs een breuk delen van de aardkorst omhoog bewegen. Breuken zijn gesteenten dat onder invloed van de rek of druk in de aardkorst breekt.
# De schalen van Mercalli en Richter #
De kracht van een aardbeving kan op twee manieren worden bepaald. De schaal van Mercalli is een schaal die de intensiteit van een aardbeving bepaalt aan de hand van de hoeveelheid schade die is aangericht. De schaal loopt van 1 naar 7, hierbij is 1 het zwaarst. De schaal van Richter is een schaal die de intensiteit van een aardbeving bepaalt aan de hand van de hoeveelheid energie die vrijkomt, de magnitude van een aardbeving. Deze loopt van 1 tot 10, hierbij is 10 het zwaarst. De metingen van de schaal van Richter worden gemeten aan de hand van de hoogte van de uitslag in het seismogram en gecorrigeerd voor de afstand tot het epicentrum. Als de ene aardbeving een zwaarte heeft van 3 op de schaal van Richter, en de andere aardbeving een kracht van 8 op de schaal van richter. Dan is die 10*10 keer zo zwaar.
REACTIES
1 seconde geleden