Hoofdstuk 1 paragraaf 1,2,3

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 1432 woorden
  • 6 februari 2009
  • 60 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
60 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Latijns Amerika dankt ze naam aan de eeuwenlange invloed van Spanje en Portugal, twee landen die ontstaan is uit het latijn. Een geografisch beeld vorm je door de 4 kenmerken te beantwoorden/schrijven. De kenmerken zijn;
1. Ligging; absolute ligging, relatieve ligging
2. Gebiedskenmerken;
-natuurlijk plantengroei(zoals klimaat, hoogte en relief,natuurlijke plantengroei en grondsoorten
- de inrichting van de regio.
3. Bevolkingskenmerken;
- demografische kenmerken(omvang, groei en samenstelling van de bevolking)
- economische kenmerken(welvaart, welzijn en de samenstelling van de beroepsbevolking)
- culturele kenmerken(taal en godsdienst)
4. Relaties binnen en tussen gebieden;
Hierbij gaat het om de vraag wat gebieden met elkaar te maken hebben:
- interne relaties(relaties binnen de regio)
- externe relaties(relaties tussen de regio en andere gebieden)

In Latijns Amerika is de urbanisatiegraad hoog.76% van de bevolking woont in stedelijke gebieden, de rest in landelijke gebieden. De steden in Latijns Amerika liggen vooral dichtbij of aan de kust. Er zijn veel miljoenensteden, waarvan vier megasteden en meestal maar 1 grote stad per land. Zo’n stad, die veel groter is dan de tweede stad in het land, noem je een primate city. Door het aandeel van de grootste stad in de totale bevolking van de vier grootste steden te berekenen, zie je hoe overheersend de grootste stad is. In Mexico, Argentinie en Bolivia wordt het aandeel kleiner, in andere landen juist groter.

Als de bevolkingsgroei in stedelijke regio’s groter is dan in de landelijke gebieden, stijgt de urbanisatiegraad.. De snelheid waarmee dat gebeurt, het urbanisatietempo, verschilt per regio en land. In Latijns Amerika is de urbanisatietempo laag. De ruraal-urbane migratie – het verhuizen van mesnen van landelijke gebieden naar steden – was lange tijd de belangrijkste factor in de snelle groei van de steden in Latijns Amerika. In landelijke gebieden bleef groeien door de natuurlijke bevolkingsgroei. Zo bleef de migratiestroom opgang. Omdat het vooral jonge mensen zijn die naar de steden trekken, neemt het aandeel van natuurlijke bevolkingsgroei in het urbanisatietempo toe.

De export van delfstoffen en (sub)-tropische landbouwprdoducten was lang de belngrijkste motor van de economie. Havensteden proviteren daar het meest van. De economie bleef vooral gebaseerd op de koffie uit de regio en de export daarvan via de havenplaats Santos. In de 20ste eeuw kenmerkte de industrie zich door het maken van consumptiegoederen die daarvoor werden ingevoerd en het verwerken van land-en mijnbouwproducten tot halffabrikaten, zoals gezuiverde katoen, gezaagd hout en ertsbolletjes. Door nieuwe infrastructuur werden vanuit bestaande steden geisoleerde regio’s aan elkaar gekoppeld. Dit was nodig om de afzetmarkt in eigen land van goederen te voorzien. Zo ontstond een nationaal stedelijk netwerk, waarvan vooral oude steden daarvan proviteerden. Die groeiden vanaf het midden van de 20ste eeuw sosm explosief. Zo’n groeiproces versterkt zichzelf, want mensen trekken bedrijven aan, bedrijven trekken weer mensen en adere bedrijven enz. Dat noem je agglomeratie-effect. Aan het einde van de 20ste eeuw schakelden Latijns Amerika over op industriele productie voor de export, bijv in speciale vrije-exportzones in Mexico, de dominicaanse republiek, Brazilie, Colombia en Chili.

Het grootste deel van de stedelijke bevolking werkt in de tertaire sector. Er vestigen zich diensten die de grote handelsstromen in de wereld organiseren, waarbij belangrijke beslissingen genomen worden over nationale geldstromen. Moderne communicatiemiddelen maken dat mogelijk. De Latijns Amerikaanse steden gaan zo deel uit maken van een wereldwijd stedennetwerk. Het worden Global Cities genoemd van waaruit ook de economie in de rurale delen van Latijns Amerika wordt aangestuurd.
Latijns Amerika heeft 4 soorten regio’s die in verschillende mate bij de wereldeconomie zijn betrokken.
1. Sterk versteldelijk kerngebieden
2. Marktgerichte primaire productiegebieden
3. Slecht ontsloten rurale problemen
4. resource frontiers
1, Sterk versteldelijk kerngebieden. De vraag naar grond leidt tot verbuiten de steden tot grondspeculatie. Projectontwikkelaars kopen goedkope grond van boeren voor winstgevende projecten zoals luxe woningbouwcomplexen, golfbanen, pretparken of maneges. Ondertussen strijden miljoenen mensen in steden voor betere huisvesting.
2, Marktgerichte primaire productiegebieden. Deze gebieden produceren sinds de 19de eeuw delfstoffen en (sub)tropische landbouwproducten voor de export en ook voor het land zelf.
3,Slecht ontsloten rurale problemen. In deze gebieden bestaan veel kleine zelfvoorziende bedrijfjes. Er komt veel grondbezit voor. Het zijn typische afstotingsgebieden; gebieden waar al jarenlang een vertrek overschot is. Steden zijn voor die mensen aantrekkingsgebieden. Via kleinere steden verhuizen mensen naar de zeer grote steden,getraptre migratie.
4, Resource frontiers. Deze dunbevolkte gebieden trekken mensen aan, die afkomen op de winning van natuurlijke hulpbronnen in het gebied. Er dreigt een steeds grotere belasting van het milieu.

Sao Paulo ligt in het sterk verstedelijk Braziliaanse kerngebied. Door de koffie-export, de industrialisatie en de ontwikkelingen in de dienstensector groeide de stad uit tot een beginnende global city. Het strekt zich uit over 19 gemeentes met samen meer dan 17 miljoen inwoners. Ze probeerde uittebreiden en opknappen, maar dat werd erg chaotisch. In de laatste jaren zijn veel wijken met hulp van de overheid wel opgeknapt(slum-upgrading). In Latijns Amerikaanse steden zie je een patroon van concentrische zones van elitewijken, middenklassewijken en lage-inkomenswijken.

Tot 1940 leefden in Sao Paulo verschillende sociale groepen dicht bij elkaar. Alleen de woningen verschilde. Daarna nam de ruimtelijke segratie toe; verschillende sociaal-economische en etnische groepen concentreren zich in aparte wijken. De elite verhuisde gedeeltelijk naar de rand van de stad. Ze verhuisden vooral vanwege verkeersoverlast, de gebrekkige investeringen, de toename van arme bevolkingsgroepen in de wijken dicht bij het centrum en lagere grondprijzen aan de rand van de stad. Er ontstonden gated communities; Luxe, geisoleerde en bewaakte wooncomplexen met een homogene bevolkingssamenstelling. In Latijns Amerika heten deze wijken ‘condominia’. De sociale segratie;het vermijden van contacten met andere maatschappelijke groepen, is in deze wijk extreem. In beginnende global cities is dat goed merkbaar.

De middenklassenwijken groeiden flink in Sao Paulo tot de jaren tachtig. Door vertrek van de elite naar colominia, kwam er ruimte in die elite wijken. Andere middenklasse gingen naar lage ubkomenswijken die door de upgrading waren verbeterd.

Verder van het centrum liggen de lage-inkomenswijken. Verkavelaars kochten goedkope grond van boeren aan de rand van de stad en maakten een stratenplan, markeerden percelen en verkochten die door. De meeste hielden zich niet aan de regels, de gemeente zag dit vaak door de vingers.

Dwars door de concentrische zones ligt een radiaal patroon van industriegebieden en moderne dienstverlenende ondernemingen langs wegen en spoorwegen.

Met 18.7miljoen inwoners in 2003 is Mexico-Stad de tweede stad van de wereld. De bebouwing is verdeeld over verschillende gemeenten en enkele stadsdelen vallen rechtstreeks onder de staat Mexico. Dit maakt het oplossen van problemen moeilijker.bij problemen zoals werkloosheid, milieuproblemen en verkeersdrukten moeten de gemeenten immers veel samenwerken. Maatschappelijke tegenstellingen nemen in Mexico-Stad toe en daarmee ook de ruimtelijke en sociale segratie.

Noord-Amerika heeft een hogere urbanisatiegraad en een lager urbanisatietempo dan Latijns Amerika. Dit is het belangrijkste verschil van de nederzettingenpatroon. Noord-Amerika heeft geen primate cities. Er is een aantal global cities, de stedelijke functies varieren flink en er is een nationaal stedelijk netwerk.In hun strijd om nieuw achterland was nieuwe infrastructuur het belangrijkste middel om de concurrentiestrijd te winnen.

Noord-Amerikaanse steden groeiden sterk als hun relatieve ligging verbeterde.Door aanleg van spoorwegen werd het niet alleen gunstiger voor de relatieve ligging van Los Angeles, maar ook door de opening van het Panamakanaal in 1914.Immigranten vestigden voor in grote steden van de VS die makkelijk bereikbaar waren. Vooral kwamen die migranten uit Europa en afro-Amerikanen uit het zuiden van de VS. Chicago vooral Oost-Europeanen en Los Angeles vooral mensen uit Latijns Amerika en Azie.

De ruimtelijke structuur van steden in Noord-Amerika lijkt op die van Europese steden. Het centrum wordt gevormd dor het central business district(CBD). Daaromheen liggen de woonwijken voor de lagere inkomensklassen.Surburbanisatie van (middel)hoge inkomensklassen begon in de VS al vroeg in de 20ste eeuw, er ontstonden uitgestrekte, rijke buitenwijken met woonforensen. In de laatste decenia groeide sommige surbubs uit totedge cities; steden in de forensezone van een grote stad met een grote concentratie van werkgelegenheid en mogelijkheden voor recreatie. De werkgelegenheid in die steden neemt sterk toe dat werkforensen dagelijks van buitenaf aangetrokken worden.

Het stedelijk gebied in Los Angeles is ong. zo groot als Noord-Brabant. Echo Park is een arbeiders-en migrantenwijk. Immigratie speelde een grote rol in de groei van Los Angeles. De bevolkingssamenstelling veranderde daardoor aanzienlijk. Mexicanen trek je in alle wijken aan. Aziaten vooral in het centrum, maar ook in suburbane delen.

In traditonele immigratiesteden groeit de zwarte bevolking relatief snel. Dit komt door de natuurlijke bevolkingsgroei.Als de wereldeconomie groeit, stijgt de werkgelegenheid niet alleen in de financiele factor, het verzekeringswezen en bij ondernemingen die handelen in onroerend goed.

3 verschillen tussen de VS en Latijns Amerika:
1. Vs heeft geen primate city
2. Vs heeft meer grotere steden
3. Vs liggen de steden meer verspreid.

REACTIES

F.

F.

Hee tessa
Bedankt voor je geweldige samenvatting. all volgende keer wel ff een spellings controle erdoorheen, want ; "Latijns Amerika dankt ZE naam aan de eeuwenlange..." da klopnie

14 jaar geleden

S.

S.

Dankje voor deze samenvtting alleen je kan volgendek eer beter even op je spelling letten zitten wat fouten in maar voor de rest super!

14 jaar geleden

M.

M.

Dit helpt mij heel erg! Dankjewel!

13 jaar geleden

I.

I.

wauw, super goeie samenvatting! ik snapte het boek niet, maar door die samenvatting snap ik het nu wel een beetje (:
-xxx-

12 jaar geleden

M.

M.

wauwww vet goed! i like hahaha heb er echt veel aan thanksss
xxxxxx manonn

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.