Hoofdstuk 1, Landschapszones

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 610 woorden
  • 19 augustus 2010
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
28 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie


Aardrijkskunde hoofdstuk 1 : Landschapszones



2.2 Het land als dynamisch systeem

Processen in de grond
1 > Fotosynthese & water & voedingstoffen > Nieuw organisch materiaal
2 > Vorming organisch afval
3 > Organisch afval wordt afgebroken
- Mineralisatie : Organisch afval wordt helemaal afgebroken en voedingstoffen ontstaan
- Humusvorming: Organisch afval wordt niet helemaal afgebroken en er ontstaat humus, dit houdt voedingstoffen vast (inspoeling).
4 > Verwering: Grond verweert door water, Co2 & bacteriën, hierdoor komen voedingstoffen vrij.
5 > Neerslag & grondwater > Water dat de bodem intrekt kan voedingstoffen wegspoelen (uitspoelen).
- Bodem: Het gedeelte van de bodem waarin planten wortelen en dat verkleurd is door de toevoeging van organisch materiaal en het water dat er doorheen sijpelt.

- Voedingsstoffen opgeslagen in:
o Levend organisme
o Dood organisme
o Humuslaag
- Tropisch regenwoud: Voedingstoffen vooral in Levend organisme. Grond heeft een rode kleur.
- Naaldwoud: Voedingstoffen spoelen uit.
- Invloed op geofactoren (Onderdelen van het landschap die op elkaar inwerken en samen de processen aan en het uiterlijk van het aardoppervlak bepalen):

o Ondergrond
o Grondsoort
o Hoogteligging
o Reliëf



2.3 Als de geofactoren veranderen

- Neerslagoverschot: Neerslag – Verdampt Water.
- Grassteppe: Gematigde breedte, weinig neerslagoverschot, geen uitspoeling, veel humus
- Toendra: Hoge breedte, lage temperatuur, neerslagoverschot, bovengrond veen.
- Woestijn: Lage breedte, neerslagtekort, hoge concentratie zout & kalk door verdamping water onder het oppervlak.
- Mens beïnvloed het systeem door landbouw

o Voedselkringloop wordt doorbroken. Weinig organisch materiaal op de bodem, bodem raakt uitgeput als het niet bemest wordt.
o Diversiteit > monocultuur. Het systeem wordt kwetsbaar.
- Geschikt voor landbouw wordt beïnvloed door:
o Klimaat
o Vruchtbaarheid bodem

Chemische vruchtbaarheid (voedingstoffen)

Fysische vruchtbaarheid (beschikbaarheid water & lucht)



2.4 De mondiale landschapszones

- Landschapszones
o Polaire Zone (Toendra) > Veen, permafrost
o Boreale Zone (Naaldwoud) Erg koud ’s-Winters, permafrost
o Gematigde Zone (Zomergroen loofwoud, Grassteppe) > Humus, Geel gras (met regen groen), gunstigst voor landbouw, veel dichtbevolkte gebieden.
o Subtropische Zone (Savanne)
o Aride Zone (Woestijn (minder dan 250 mm neerslag) & Woestijn-Steppe) > Zout- & kalkconcentraten, kleinschalige sedentaire akkerbouw & nomadische veeteelt, oasen, wadi’s.
o Tropische Zone (Tropisch regenwoud & Savanne) , grootste diversiteit aan flora en fauna, ongeschikt voor landbouw, alleen zwerflandbouw > rode bodem



2.5 Landdegradatie

- Landdegradatie: De processen aan het aardoppervlak waardoor grond minder goed bruikbaar is voor landbouw.
- Bodemerosie: Het wegspoelen of wegwaaien van het bovenste deel van de bodem. Wordt versterkt door:
o Neerslag valt vlak na het oogsten
o Intense regenbuien
o Grote regendruppels
o Fijne korrels
o Steile gebieden worden ontbost
o Ploegen loodrecht op de hoogtelijnen
o Braak liggende grond (omdat boeren vertrekken)

Kan zorgen voor:
- Grond spoelt weg
- Stuwdammen komen vol te liggen met geërodeerd materiaal waardoor de dam zijn functie verliest.
- Vruchtbare grond raakt bedekt door weggewaaid materiaal.
- Capillaire werking: De wateropzuigende werking van kleine openingen tussen gronddeeltjes. Dit transporteert vocht richting het bodemoppervlak.

- Irrigatiemethoden
o Geulirrigatie: veel waterverlies, veel verzilting
o Beregenen: beetje waterverlies, beetje verzilting
o Druppelirrigatie: bijna geen waterverlies, bijna geen verzilting.



2.6 Verwoestijning

- Verwoestijning: Het proces waarbij land dat ooit begroeid was onbegroeid raakt en waarbij vervolgens het bovenste deel van de bodem wegspoelt of wegwaait. Vindt plaats in gebieden met 300-500 mm neerlag (maar er is variabiliteit in neerslag). Oorzaken:
o Overbeweiding
o Uitbreiding akkerland (ligt deels braak)
o Ontbossing (voor brandhout)


2.7 Natuur- en Milieurampen

- Natuurramp: Ramp als gevolg van aardbevingen etc.
- Milieuramp: Ramp als gevolg van menselijke invloed op het milieu.
- Risicoperceptie: De manier waarop bewoners van gebieden met natuurrampen de gevaren ervaren.

Invloed mens:
- Lithosfeer
o Intensivering landbouw
o Activiteiten in berggebieden
Gevolg: Aardverschuivingen, bodemerosie, verzilting
Schaal: Regionaal

- Hydrosfeer
o Ontbossing
o Afval lozen
o Overbevissing
Gevolg: Verandering in het regime van de rivier, watervervuiling, daling biodiversiteit.
Schaal: Continentaal

- Biosfeer
o Ontbossing
Gevolg: daling biodiversiteit
Schaal: Regionaal

- Atmosfeer
o Luchtvervuiling
Gevolg: Smog, Klimaatverandering, Aantasting ozonlaag
Schaal: Lokaal & Mondiaal


REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.