H2 4.1 4.2 4.3

Regen is onderdeel van het Nederlandse zee klimaat de winters zijn zacht en de zomers koel.
Het Nederlandse zee klimaat wordt door drie factoren bepaald
- breedteligging op ongeveer 50 C’ noorderbreedte bepaald dar Nederland minder warm is dan de evenaar en warmer dan de Polen
- De invloed van de Noordzee zorgt voor warmte in de winter en afkoeling in de zomer. Het zeewater koelt in e winters immers minder snel af dan het land, en in de zomer warmt het minder snel op.
- De overheersende windrichting is westelijk. Deze wind brengt lucht vanaf de Atlantische Oceaan via de Noordzee naar Nederland en is warm en vochtig. Wanneer de wind uit een andere richting komt brengt hij ook weer ander weer met zich mee.

Nederland is klein dus geen verschillende klimaten maar toch een heel klein beetje in het noorden en zuiden lijkt het klimaat iets meer op het land klimaat.

Zo’n 200 duizend jaar geleden waren er in Europa IJstijden. De gemiddelde jaar temperaturen lagen toen zo’n 10 toet 20 C’ lager dan nu.
In een van die ijstijden was Nederland bedekt met landijs, een gletsjer die zich vanuit Scandinavië over Nederland uitbreiden. In ijstijden had Nederland een toendra klimaat; toen het met ijs bedekt was zelfs een poolklimaat. Met de Gletsjers kwamen ook zwerfkeien mee waar onze voorouderen weer hunebedden van maakten. Het and ijs stuwden ook zand en grind op. Zo zijn stuwingwallen ontstaan. Er groeide bijna geen planten door de kou er leefden dieren die nu niet meer bestaan of op de poolklimaten.

Het klimaat veranderd nog steeds. Wetenschappers voorspellen dat het op aarde steeds warmer wordt. Die klimaat verandering heeft te maken met het Broeikaseffect. Doordat er steeds meer energie wordt verbruikt uit aardolie en steenkool, wordt de lucht vervuild. Die vervuiling laat wel zonnen stralen door maar houwt de warmte die de aarde van binnen uitstraalt vast in de damp kring.
Door het broeikas effect stijgt de temperatuur 2 C’ in 100 jaar en dan smelt het ijs en komt Nederland onder water te staan.

Het weer is onderdeel klimaat. Maar weer is niet iets wat over een lange tijd gaat.
Weer is de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaalde tijd.
Het weer wordt vrijwel elk moment van de dag en overal op de wereld gemeten.
Met eenvoudige meters, maar ook weerschepen,balonnen en satellieten.Dit onderzoek/ deze metingen wordt gedaan door metereologen.
Weerbericht;1. temperatuur 2, neerslag 3. wind= weerselementen.
Temp in graden Celsius, neerslag in mm, windkracht schaal van Beaufort.

De waterkringloop laat zien dat water steeds van vorm en plaats veranderd. Verdampt uit zee met wind naar land dan condensatie tot wolken die in neerslag veranderd die op aarde terecht komt en dan via rivieren en grondwater naar zee terugstroomd.In Nederland kunnen 4. kustregens het hele jaar door ontstaan.
1.Stijgingregen alle op warme dagen, einde dag onweersbui.2. Stuwingsregen alleen bij bergen waar neerslag ontstaat.
Maar regen ontstaat ook door 3. frontale regen.
Deze regen ontstaat als koude en warme lucht elkaar ontmoeten.
a.Als warme lucht over gebied met koude lucht wordt geblazen, stijgt deze lucht koelt af en wordt regen.b. Als koude lucht botst tegen warme lucht dan wordt deze warme lucht omhooggedrukt, koelt af en geeft regen.

Wind.
Stijgende lucht -> waterdamp condenseert -> neerslag.Dalende lucht andersom en ontstaat er mooi weer, de regen/condens verdampt.
Dalende lucht drukt op de aarde =hogedrukgebied.(H)
Waar lucht stijgt =lagedrukgebied.(L)
Lucht gaat van H naar L. Bv Noorwegen H en Frankrijk L gaat lucht/wind van Noorwegen naar Frankrijk is voor NL een noorderwind.
Lagedrukgebied=depressie.
NL veel depressies. Op Atlantische oceaan botst koude lucht van poolgebied op warme lucht uit tropen. Deze warme lucht stijgt -> regen. Door westenwind depressie naar Europa en NL, veel regen!

NL voor helft onder zeespiegel. Waterschappen pompen water weg tegen onderlopen land.
Polder=stuk land met dijeken eromheen waar waterstand geregeld moet worden.NL =waterland

Boeren; in droge tijd bewateren ze dor land=irrigeren.Altijd klagen over weer. Te nat, te droog, te koud etc

NL een zeeklimaat -> zomers wisselvallig weer. Daarom op plekken waar veel mensen recreeen slechtweervoorzieningen.

Verkeer kan ook hinder van weer hebben, harde wind, slagregen, vriezen, sneeuw, mist.

Weer heeft invloed op gevolgen voo mens en natuur.Slecht weer kan boeren en horecaondernemers geld kosten (minder inkomsten)=economische gevolgen.
Veel ren > overstromingen-> dieren verdrinken =invloed op de natuur.
Bij zon lekker zwemmen met vrienden=invloed op sociale leven.