Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H 1 regionale beeldvorming

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 889 woorden
  • 13 november 2003
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
40 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Par 1 WELKE INVLOED HEEFT DE MANIER WAAROP JE NIEUWE INFORMATIE AANGEREIKT KRIJGT OP HET BEELD DAT JE JE VAN EEN GEBIED VORMT? De manier waarop je informatie krijgt aangereikt heeft grote invloed op het beeld dat je vormt, omdat je alleen de belangrijke informatie eruit zoekt en tussen de belangrijke informatie en de kleine, losse stukjes verbanden probeert te leggen. Een ontvanger ontvangt informatie van een zender. De ontvanger verwerkt de bruikbare informatie. Als een ontvanger daarna nog meer informatie krijgt gaat hij het analyseren. Dat wil zeggen dat de ontvanger de informatie in stukjes opdeelt en vervolgens de informatie ordent met de andere informatie. Dit hele proces heet associëren. Interpretatie van informatie is een verklarende uitleg van de informatie. Bij interpretatie van informatie spelen de volgende aspecten een rol: · voorkennis; · patronen: bij de verschillende informatie een regelmaat inbrengen, een logische, geordende volgorde; · verwachtingspatroon: mensen zien dingen zoals zij het verwachten. Een beeld van iets vormen zoals jij verwacht dat het eruit ziet; · samenhang tussen de symbolen: kleine stukjes nietszeggende informatie met elkaar verbinden tot een geheel met een betekenis · context: losse informatie tot een groot geheel maken en de samenhang bekijken. Par 2 WELKE DOELSTELLING HEEFT DE ZENDER (een persoon of instantie) BIJ HET BEELD DAT HIJ UITDRAAGT? Een doelstelling van een zender kan zijn dat hij mensen wil overtuigen om met invloed van zijn mening een nieuw beeld ergens van te vormen. Dit kan een positief en een negatief beeld zijn. Ook kan het gebaseerd zijn op subjectieve (eigen mening) en objectieve (feiten) informatie. Het beeld van een gebied wordt vaak gemaakt door een zender. Dit kan worden gebaseerd op eigen ervaring (zelf iets hebben geobserveerd), boeken enz. Objectieve informatie gegevens zijn controleerbaar en zo waarheidsgetrouw mogelijk. Het is dus op feiten gebaseerd. Subjectieve informatie gegevens is informatie die vanuit een bepaal belangen of opvattingen of met een zeker doel wordt verzonden. Het is gebaseerd op eigen mening.
Par 3 AAN DE HAND VAN WELKE KENMERKEN VORMEN GEOGRAFEN EEN GEOGRAFISCH BEELD VAN EEN REGIO? Door middel van: · Ligging en situatie; · Relaties binnen en buiten het gebied; · Cultuur, demografie, economie en politiek; · Fysisch milieu en ruimtelijke inrichting. Een geografisch beeld is een soort model waarin de geografen rekening houden met de volgende dingen: * dat een gebied steeds op verschillende manieren wordt beschreven vanwege persoonlijke interesses * een kaart op een verantwoorde, geografisch manier wordt beschreven. Kenmerken van een geografisch beeld te krijgen zijn: · Ligging en situatie; die weer onderverdeeld kan worden in een absolute ligging ( aangegeven door graden en minuten) en relatieve ligging (aangegeven door de functie van iets. Als het belangrijk is wordt het bijvoorbeeld heel groot, of met een andere kleur uitgebeeld). Het geeft niet de precieze ligging, maar de situatie waarin de plaats zich bevindt. · Relaties binnen en buiten het gebied; elk gebied maakt een groter deel uit van een groter gebied. Het kan een lidmaatschap tot gevolg hebben, bijvoorbeeld Nederland bij de Europese Unie. · Cultuur, demografie, economie en politiek; de manier waarop een land wordt ingericht heeft te maken met het aantal inwoners dat het land heeft, de bestaansmiddelen van een land, de manier waarop een land wordt bestuurd en de culturele kenmerken van een groep mensen. · Fysisch milieu en ruimtelijke inrichting; par 4 WAT IS DE RELATIE TUSSEN HET BEELD DAT IEMAND HEEFT VAN EEN GEBIED EN HET RUIMTELIJK GEDRAG DAT HIJ LAAT ZIEN? Als iemand een negatief beeld van een gebied heeft zal het gedrag naar dat gebied toe ook niet positief zijn. Als mensen heel positief over een gebied zijn dan zal het gevolg ook positief zijn. Beeldvorming.. Het beeld dat mensen in hun hoofd hebben heten mental maps. Die hebben invloed op hun ruimtelijk handelen in de werkelijkheid. Vaak heeft het mentale beeld wat mensen hebben meer invloed dan de werkelijke omgeving op hun ruimtelijk handelen. Ruisvorming..bij een ontvanger zijn 3 factoren verantwoordelijk voor ruisvorming: · de kennis van iemand op dat gebied; · de ervaring die iemand heeft; · de persoonlijke voorkeuren en afkeuren van iemand. Ruimtelijk gedrag..de beelden die mensen vaak van een gebied hebben bevatten een paar kenmerken van een bepaald gebied. Het zijn stereotyperingen die een grote invloed hebben op het ruimtelijk gedrag, dus is het logisch dat een negatief beeld grote gevolgen heeft. Maar er zijn ook dingen die positiever worden beoordeeld dan dat ze werkelijk zijn. Par 5 HOE EN WAAROM MAAKT MEN TEGENWOORDIG RECLAME VOOR DE STAD OF EEN REGIO? Men maakt tegenwoordig reclame voor gebieden om mensen te trekken, om grond te verkopen. Ze willen het gebied aantrekkelijk maken voor d industrie, maar ook voor inwoners en ook voor toeristen. Regiomarketing is het promoten van een gebied. Dit kan door reclame. Regiomarketing berust op 2 benaderingswijzen: · Productgerichte benaderingswijze; het accent ligt op het product, bij gebieden dus hun aantrekkelijkheid · Klantgerichte benaderingswijze; men gaat uit van de behoefte van de klant. Drie verschillende doelgroepen van de regiomarketing: · Ondernemers; (als vestigingsgebied voor bedrijven); · Toeristen; (Als recreatiegebied); · Bewoners ( als woongebied). Par 6 IN HOEVERRE IS HET BIJ EEN KAART BELANGRIJK OM TE WETEN WIE DE KAART HEEFT GEMAAKT EN VOOR WELK DOEL? Welke keuzes moet een cartograaf maken voor hij een kaart maakt: · Projectie; Hoe presenteer je de kaart, de juiste vorm, de juiste oppervlakte en de juiste afstand. · Kleurgebruik; emotionele waarde die mensen een bepaalde kleur toekennen. · Symboolgebruik; elk verschijnsel krijgt een eigen symbool. · Classificering; groeperingen in klassen; · Absolute en relatieve getallen;

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.