Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Globalisering

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2175 woorden
  • 15 oktober 2016
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 8
85 keer beoordeeld

2. Krimpende wereld

Globalisering/modialisering: Het proces waarbij de verwevenheid op politiek, economisch en cultureel vlak in gebieden en de samenleving toeneemt.

Tijd-ruimtecompressie: Tijd en ruimte worden in elkaar gedrukt; de relatieve ligging van plaatsen en gebieden verkleint. Dit komt omdat de vervoers/reis tijden en kosten afnemen. Drie processen spelen een rol bij de Tijd-ruimtecompressie :

1.Ligging veranderd

Absolute ligging: Elke plaats heeft een unieke ligging in het graadnet. Deze ligging veranderd niet.

Relatieve ligging: De ligging van een plaats tenopzichte van andere gebieden. Door globalisering kan de relatieve ligging van een gebied in korte tijd opbloeien of juist vervallen. Dit is afhankelijk van:

  • De positie van een gebied ten opzichte van belangrijke economische centra.
  • De ligging ten opzichte van een belangrijke vervoersas(corridor) à het liefst een die uitkomt op een belangrijke mainport.

Mainport: Haven of luchthaven

2. Afstand krimpt

Relatieve afstand: De afstand uitgedrukt in tijd, geld en moeite die het kost om er te komen. De relatieve afstand daalt.  Toch blijft de absolute afstand van belang vanwege de regel van afstandsverval.

Afstandsverval:De interactie die tussen gebieden afneemt naarmate de afstand toeneemt. De remmende factor zijn de vervoerskosten en dus toch de absolute afstand.

Absolute afstand: Afstand die vastligt volgens de ligging in het graadnet. Deze afstanden veranderen niet.

3. Grenzen verdwijnen

Geografische mobiliteit: Stroming van mensen, goederen en ideeeen tussen gebieden. De geografische mobiliteit neemt de laatste decennia erg toe. Dit komt omdat de staatsgrenzen met strenge controles verdwijnen.

  • Side note: Helaas geldt dit nog niet voor iedereen. Veel multinationals en hoogopgeleide/rijke zijn overal welkom, maar voor onopgeleide Aafrikaanse migrant geldt dit niet.

Mogelijke ontwikkelingen als gevolg van globalisering:

  • Economisch: Vorming van een wereldmarkt, producten komen overal vandaan.
  • Sociaal: Vorming van een ‘wereld-gemeenschap’ waarin de migratie toeneemt en mensen via de sociale media meer met elkaar in contact staan.
  • Politiek: Vorming van een ‘wereldstaat’ waarbij internationale organisaties meer invloed krijgen.
  • Cultureel: Vorming van een ‘wereldcultuur’ met verwestering en het ontstaan van wereldculturen.

3.Veraf komt Dichtbij

Transporttechnologie: Technologie op het gebied van goederenvervoer, vervoer van mensen en uitwisseling van informatie. De transporttechnologie is de afgelopen 25 jaar in een stroomversnelling geraakt vanwege drie ontwikkelingen:

  • Reis-en vervoerstijden zijn in de 20e eeuw flink gedaald; alles verloopt sneller.
  • Transport is goedkoper geworden
  • De infrastructuur rond transport is enorm verbeterd.

Infrastructuur: Voorzieningen in een wijk of gebied waardoor het goed kan functioneren. Bijvoorbeeld: wegen, havens, vliegvelden en telecommunicatie

Interactietheorie van Ullman: Theorie die gaat over de drie basisvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn voordat er uitwisseling van goederen tot stand komt:

  • 1. Complementariteit. Het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere gebied vraag naar bestaat.
  • 2. Transporteerbaarheid. De goederen moeten tegen een redelijke prijs en binnen een redelijke tijd van het ene gebied naar het andere vervoerd kunnen worden. Wat redelijk is hangt af van de waarde van goederen.
  • 3. Geen tussenliggende mogelijkheden. Wanneer er tussen een gebied een nieuwe mogelijkheid ontstaat, verlegt de goederenstroom zich.

Transportnetwerk: Is het geheel van transportlijnen of verbindingen met knooppunten waarlangs stromen zich verplaatsen. Hoe krijg je een betere bereikbaardere plaats in het transportnetwerk?

  • Door de infrastructuur van het gebied te verbeteren.
  • Door politieke barrieres tussen gebieden op te heven.
  • Door te innoveren op transportgebied, mee gaan met de tijd.

4. De eeuw van de informatie

Communicatie-en informatietechnologie: Alle technieken die het mogelijk maken informatie van het ene punt naar het andere punt te verspreiden. Bijvoorbeeld: Smartphone, Facebook, Ipad. Tegenwoordig gaat de ontwikkeling van deze technologie razend snel. Een aantal factoren beinvloeden de richting en de intensiteit van de internationale comunnicatie:

  • Economische factoren. Internationale communiccatie vind nu nog vooral plaats tussen de centrumlanden. Deze rijke landen beschikken uiteraad over de beste informatietechnologie en netwerken.
  • Geografische factoren. Ook hier geldt de regel van het afstandsverval. Naarmate de afstand toeneemt daalt de intesiteit van het contact. Tenzij er grote groepen migranten wonen, dan neemt de communicatie tussen het voormalige moederland onmiddelijk toe.
  • Culturele factoren. Tussen landen die sterk verschillen in taal en cultuur is de informatie-uitwisseling veel geringer dan tussen landen die tot hetzelfde taal- en cultuurgebied horen.

Internationale financiele markten: Globalisering is misschien wel het diepst doorgedrongen tot deze markten. Door de ruimtelijkde spreiding over verschillende tijdzones is zakendoen een 24 uursbusiness geworden. De moderne informatietechnologie zou je kunnen beschouwen als een overwinning op de klassieke belemmeringen van grens, afstand en tijd; Mondiale netwerken zijn er het resultaat van.

Mondiale netwerken: Verbinding tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel gebied.  

7.Globalisering, politiek bekeken

De staat beslist steeds minder: Door de globalisering is de macht van de staat verminderd. Een deel van de invloed is gegaan naar andere groepen.

  • Internationale organisaties: Zoals bijvoorbeeld de VN, de Wereldbank en de EU.
  • Transnationale organisaties: Dit zijn internationale organisaties alleen zijn ze niet gebonden aan een staat of meerdere staten. Hieronder bestaan twee groepen.

-1) NGO’s (niet gouvermente organisaties) zoals het rode kruis, amnesty international.

-2) Internationale actie groepen zoals Greenpeace en artsen zonder grenzen.

Beide organisaties zetten landen hevig onder druk.

  • Lagere bestuurniveaus: Dit komt omdat veel staten de deregulering al hebben ontarmd. Grote steden presenteren zich internationaal als een zelfstandig bestuursorgaan dat probeert bedrijven en mensen naar hun stad te lokken.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Wereldorde: De wereld orde kan multipolair, biopolair of unipolair zijn. Tijdens een Multipolaire wereldorde is heeft geen enkele staat de overmacht. De macht is evenwichtig. Bij een biopolaire staat hebben 2 staten de overmacht, zoals bij de koude oorolog. Ten slotte als de wereldorde unipolair is dan heeft een staat de overmacht. Dit is dan de hegemonie. Tegenwoordig zijn de onderweg naar een wereldorde die er multipolair uitziet.

Blokvorming: Landen zoeken aansluiting en steun bij elkaar om hun posities op de wereldmarkt te verbeteren. Grenzen vervagen.

Regionale identiteit: Als reactie op de globalisering  gaan groepen mensen en gebieden hun eigen identiteit en regionale kenmerken juist koesteren.

Lokalisering: De manier waarop lokaal of regionaal niveau wordt gereageerd op moniale ontwikkelingen. Lokalisering hangt damen met globalisering. Ook lagere overheden spelen in op modiale ontwikkelingen.

8. Globalisering, cultureel gezien

Culturele globalisering: De uitwisseling van cultuurelementen. De culturele globalisering heeft daarbij twee effecten

  • Homogenisering: Door de verwestering vervagen de grenzen tussen de cultuurgebieden. Engels is de hoofdtaal (Lingua franca ) van de globaliserende wereld. Wanneer alle cultuurelementen  gelijk zijn geschakeld kan dat het begin van een mondiale cultuur betekenen.
  • Heterogenisering: De mix van westerse en niet westerse culturen die vooral in grote steden ontstaat. Het is het ontstaan van een mengcultuur, die je transnationaal zou kunnen noemen. Deze cultuur ontstaat door de wereldwijde migratie. De mensen nemen deels de cultuur van hen nieuwe vaderland over maar blijven ook betrokken bij het land van herkomst.

Cultuurelementen: Je hebt materieele en inmaterieele cultuurelementen. Materieele cultuurelementen worden veel sneller overgenomen dan inmaterieele cultuurelementen. Voorbeelden hiervan zijn kleding en voedsel. Voorbeelden van inmaterieele cultuurelementen zijn normen&waaren en geloof, deze elementen neem je veel moeilijker over.

Verwestering(Amerikanisering): Het doordringen van de westerse cultuur tot in de verste hoeken van de wereld. Dit wil echter nog niet zeggen dat we op weg zijn naar een wereld cultuur, omdat:

  • De overname van de verwestering zich vooral beperkt tot materieele zaken. Het opgeven van de eigen culturele indentiteit gaat de meeste mensen te ver.
  • Westerse cultuurelementen worden in een een niet-westerse cultuur vaak alleen door de bovenste laag van de samenleving overgenomen.
  • De westere cultuur staat ook onder invloed van de niet westerse cultuur.
  • De lokale en regionale culturen vullen de invloeden van buitenaf steeds weer op een eigen manier in. De ene stad behoudt zijn eigen cultuur terwijl de anderezich helemaal aan past aan de verwestering.

Globalisering tot 1990

Hegemoniale staat: Een land dat gedurende een bepaalde periode grote delen van de wereld domineert op economisch, militair, financieel en cultureel gebied. Deze macht lag eerst bij Portugal/Spanje, toen bij Nederland en daarna Engeland. Toen er twee wereldoorlogen waren uitgebroken verplaatste de hegemoniale staat uit Europa naar Amerika; de VS. De macht verlpaast nu langzaam naar Azie (China, India, MNO’s)

Soorten kolonies: Er zijn verschillende soorten kolonien:

  • -Handelskoloniën: Kolonie die voornamelijk bedoeld is er voor te zorgen dat de handel goed loopt.
  • -Exploitatiekoloniën: Koloniën die door het moederland diende als wingewest. De  kolonie moest grondstoffen leveren en diende later ook als afzetmarkt.
  • -Vestigingskoloniën: Deze gebieden werden gezien als hun nieuwe vaderland. De landen werden helemaal overgenomen en opnieuw ingericht. Bijvoorbeeld Australie en de VS.
  • -Militaire steunpunten

Internationale taakverdeling: Ontstaan ten tijde van kolonialisme, met name na de Industriële Revolutie (eind 18e eeuw):Periferie levert agrarische producten en grondstoffen ten behoeve van industrie aan centrumlanden

Vanaf Engeland als hegemoniale staat werden de banden tussen de wereld verstevigd. Dit kwam door de combinatie van twee factoren:

  • De industriele revolutie (Hierdoor nam de vraag naar grondstoffen en afzetgebied sterk toe-à ontstaan koloniën).
  • Door de sterke verbetering van het transport (Hierdoor namen de invloed en rijkweidte van de moederkolonies toe).

Imperialisme: Het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbereiden door gebieden te veroveren en te controleren.

Dekolonisatie: Na de tweede wereld oorlog was Europa uitgeput. Hierdoor verloren de Europese landen in rap tempo hun kolonies. Na 1945 volgde de dekolonisatie van Afrika en Azie. Overigens bleven de kolonien nog lang in contact met de moederlanden. (Neokolonisme)

Globalisering: onwikkelingen na 1990

Stroomversnelling globalisering: Nog nooit heeft het proces zo snel en op zo’n grote schaal gelopen als na 1990. Dit komt door een aantal verweven ontwikkelingen:

  • Multinationals: Multinationals/MNO’s zijn zo groot geworden dat ze een wereldwijd netwerk hebben opgebouwd. Dit zorgt voor grote monidalisering.
  • Deregulering en liberalisering: Door meer vrijheid, minder regels komt de internationale handel in een stroomversnelling.
  • Transport-en communicatie technologie: Door de snelle ontwikkelingen op dit gebied stimleren deze innovaties het proces.

Wat zijn de geografische gevolgen van globalisering?

  • Nieuwe internationale arbeidsverdeling: Er ontstaan een nieuwe verdeling omdat de maakindustrie zich verplaast uit het centrum naar de periferie en semiperiferie. Het ruimtelijk patroon wat hieruit volgt is; de comanndocentra van de MNO’s bevinden zich in centrum landen, terwijl de uitviering plaatsvind in de (semi)periferie. Hierdoor worden arbeidsmarkten wereldwijd met elkaar verbonden. Dit proces noemen we Uitschuiving.
  • Naast het verplaatsen van de maakindustrie proberen MNO’s ook de regionale en nationale markten in deze landen te veroveren.
  • Doorschuiven: Van uitschuiven naar doorschuiven. De locatie van de bedrijven wordt steeds sneller aangepast aan de gewijzigde regionale, nationale of lokale situatie. MNO’s hoppen van plaats naar plaats om het goedkoopste gebied te gebruiken.
  • Core buissines: Het bedrijf beperkt zich tot zijn specialiteit en doet die kernactiviteit. Ze laten de andere werken uitvoeren door bedrijven die daar weer specialist in zijn.
  • Je merkt globalisering tot in alle uithoeken van de wereld. Als bijvoorbeeld de spanningen in het Midden-oosten oplopen dan stijgt niet alleen de benzine prijs in Utrecht maar ook in Chicago en Lima.
  • Globalisering leidt tot verbrokkeling. De wereld tekent zich steeds meer af in een Fast world en een slow world

Wat zijn de geografische gevolgen van globalisering?

  • Nieuwe internationale arbeidsverdeling: Er ontstaan een nieuwe verdeling omdat de maakindustrie zich verplaast uit het centrum naar de periferie en semiperiferie. Het ruimtelijk patroon wat hieruit volgt is; de comanndocentra van de MNO’s bevinden zich in centrum landen, terwijl de uitviering plaatsvind in de (semi)periferie. Hierdoor worden arbeidsmarkten wereldwijd met elkaar verbonden. Dit proces noemen we Uitschuiving.
  • Naast het verplaatsen van de maakindustrie proberen MNO’s ook de regionale en nationale markten in deze landen te veroveren.
  • Doorschuiven: Van uitschuiven naar doorschuiven. De locatie van de bedrijven wordt steeds sneller aangepast aan de gewijzigde regionale, nationale of lokale situatie. MNO’s hoppen van plaats naar plaats om het goedkoopste gebied te gebruiken.
  • Core buissines: Het bedrijf beperkt zich tot zijn specialiteit en doet die kernactiviteit. Ze laten de andere werken uitvoeren door bedrijven die daar weer specialist in zijn.
  • Je merkt globalisering tot in alle uithoeken van de wereld. Als bijvoorbeeld de spanningen in het Midden-oosten oplopen dan stijgt niet alleen de benzine prijs in Utrecht maar ook in Chicago en Lima.
  • Globalisering leidt tot verbrokkeling. De wereld tekent zich steeds meer af in een Fast world en een slow world

Fast world: Als je de internationale goederen, kapitaal en informatie stroom bekijkt zie je dat deze vooral tussen Noord-Amerika, de EU en Oost-Azie verloopt. Deze drie kerngebieden beheersen de wereldhandel en worden ook wel de triade genoemt.

Slow world: Tegenover de fast world staat de slow world die 80% van de wereldbevolking betreft. Hun deelname aan de wereldeconomie is beperkt of zelfs afwezig. Ook binnen een land kan er een fast en een slow world ontstaan.

Backwash-effecten: Negatieve gevolgen waar periferies mee te maken krijgen door het centrum. Vaak zie je dat beter ontwikkelde gebieden armere regios afromen. Hierdoor neemt de regionale ongelijkheid verder toe.

Spread-effecten: Soms zijn er ook positieve gevolgen voor de periferie. Bijvoorbeeld toestroom van kapitaal en kennis.

Globalisering: een blik in de toekomst

Global shift: De economische en politieke zwaartepunten verplaatsten zich steeds meer van Europa en de Vs naar Azie. Wat  kunnen de gevolgen van deze global shift op langere termijn zijn?

  • Politiek: Het politieke machtscentrum zal vanuit Europa en de VS  verschuiven naar Zuid- en Oost-Azie. Een andere mogelijkheid is dat de hegemoniale staat verdwijnt en de wereldorde multipolair wordt.
  • Economisch: Steeds meer bedrijvigheid verschuift naar landen rond de Pacific. Ook komen de mensen steeds meer met innovaties en blijft het niet alleen bij het laagwaardige maakindustrie.
  • Geografisch: Op de nieuwe wereldkaart zal het economische zwaartepunt in de VS naar het westen verschuiven. Europa zal aan de rand van de kaart komen te liggen omdat deze aan de Atlantic maar niet aan de Pacific ligt.

Andersglobalisten: Andersglobalisten wijzen de globalisering niet af maar willen wel de scherpe kantjes weghalen. Hun ideeen zijn als volgt:

  • Ze zijn tegen de macht van grote multinationals en maken zich zorgen over de ondergang van kleine lokale bedrijven in ontwikkelingslanden.
  • Ze zijn bezorgt over milieuverontreiniging door de vestiging van vervuilende bedrijven in de derde wereld.
  • Ze zijn tegen de winning van grondstoffen op grote schaal omdat dit zorgt voor milieu-uitputting.
  • Ze zijn tegen vrijhandel (Het beleid van de WTO, Wereldbank en IMF) en schulden landen strenge bezuinigingen opleggen waar juist arme landen de dupe van zijn.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.