Egypte

Hoofdstuk 1= Inleiding

De Egyptische beschaving is één der grootste in de oude wereld, en met haar duur van drieduizend jaar zeker de langst bestaande. Iedereen denkt altijd meteen aan de piramides en de grote Sfinx bij Giza, de reusachtige tempels zoals bij Abu Simbel, Luxor of Karnak of de schatten die bewaard zijn gebleven in het droge zand van Thebe. Eigenlijk betekent Egypte meer dan dat.
Waardoor ontstond de Egyptisch beschaving zo plotseling en waar kwam het vandaan? Was het Centraal Afrika of wat later de Vruchtbare Halve Maan genoemd werd? Veel wetenschappers zijn het erover eens dat de eerste koningen uit This kwamen, een streek in de buurt van Abydos in Midden-Egypte. Maar wat hun oorsprong ook is geweest, zij hadden in elk geval de macht om de eerste dynastieën te vormen. Wat hun politieke en economische omstandigheden waren, hun technologieniveau, de artistieke prestaties... het blijft gissen.

Rond 3000 v. Chr. Ontstond langs de rivier de Nijl in
Noord-Africa, een van de eerste hoogontwikkelde culturen
van de wereld: het oude Egypte. Het Egyptische rijk bleef
duizenden jaren bestaan, tot het rond 500 v. Chr. veroverd
werd door de perzen. Omstreeks 1250 v. Chr. Werd het
Egyptische rijk bestuurt door Ramses II, Een machtige vorst.

Hoofdstuk 2 = de Nijl

In het oude Egypte was de landbouw het voor –
naamste middel van bestaan. Bijna alle Egyptenaren
waren boeren. Ze woonden langs de Nijl waar ze
jaar in jaar uit de grond bewerkten .
de rivier zorgde altijd voor voldoende water.
Daarom was de grond langs de oevers ook erg
geschikt voor de landbouw. Doordat het water in
de rivier steeg, overstroomde het land langs de oevers eens per jaar en kwamen de akkers onder water te staan. De Egyptenaren vonden dat niet erg.
Ze waren er juist blij mee. Na elke overstroming liet de rivier een vruchtbaar laagje modder achter. Dat zorgde ervoor dat de volgende oogst weer groot was.

Voor de boeren was de tijd dat de nijl
overstroomde een hele drukke tijd.
Als in oktober de overstromingen voorbij
waren, gaan ze aan het werk op de akkers.
Ze ploegden het zwarte slib dat de rivier
heeft achtergelaten, en ze zaaien tarwe
En graan in.
Ook moet de boer zijn sloten opendoen,
de meeste boeren hadden al hun sloten
verbonden met de Nijl. Door dit systeem
hoeft de boer geen water te geven, maar
gebeurt dit automatisch.
In maart kan er geoogst worden, maar
zelfs daarna is er nog genoeg werk te doen.
Na de oogst is de nijl op zijn laagst,
dan moet de schade aan de sloten en
kanalen hersteld worden.
In juli is het weer overstromingsseizoen,
dan moeten de sloten weer in orde zijn.

Zoals je hebt kunnen lezen, was Egypte
afhankelijk van de nijl. Als er een jaar
weinig overstroming was geweest, moest
het hele volk zuinig leven dat jaar, maar egyptenaren waren ook goede handelaren, dat lees je in het volgende hoofdstuk.

Hoofdstuk 3 = Handel

Egypte voorde ook handel. Door hun rijkdom konden de egyptenaren spullen uit andere landen kopen. Zo haalde de egyptenaren bijvoorbeeld goud, wierrook en ivoor uit Poent, en uit Libanon kochten ze hout. Er was nog geen geld, dus ruilden de egyptenaren. Zij kregen wierrook en goud, en als ruil hadden ze producten uit hun eigen land, zoals juwelen en spiegels.

Hoe maakten ze nou handel?
Om te beginnen heb je een
schip nodig en 20 tot 30 man.
Als ze de nijl opvaren is er
niets te doen, want de wind
blaast ze vanzelf over het
water. Maar roeien kan ook
zwaar zijn!
Ze namen veel graan, linnen,
papyrus en bouwstenen mee,
want die waren in Egypte heel
goedkoop, maar in andere
landen was het goud waard.
Eenmaal aangekomen kon je
al je spullen ruilen voor ivoor,
zilver of goud.

Hoofdstuk 4 = de Farao’s

De farao's van het Nieuwe Rijk (1570 v.Chr. tot 1070 v.Chr.) leefde als goden op aarde. Zij bouwden werkelijk enorme tempels en drukten daarmee heel duidelijk een stempel op Egypte. Dat ook in die tijd sommige vrouwen al behoorlijk geëmancipeerd waren, blijkt als in 1498 v.Chr. koningin Hatsjepsoet aan de macht komt. Een wilskrachtige vrouw die weet hoe het politieke spelletje gespeeld moet worden en die zich door niets en niemand laat dwarsbomen.

Hatsjepoet

Hatsjepoet was de vrouw van farao Thoetmosos II. Toen haar
man overleed in 1479 v.Chr werd zij farao. Omdat het zoontje van Isis
(een andere vrouw van de farao) nog maar 8 jaar oud was, was hij
dus te jong om te regeren, dus werd Hatsjepoet de eerste
vrouwelijke farao. In Deir al-Bahari bouwde zij een dodentempel
(Gewijd aan Amon, Hathor en Anoebis) in een rotswand.
Haar graf vinden we in de Vallei der Koningen. Haar regeringsperiode was van 1479 v.Chr tot 1457 v.Chr

Toetanchamon

In de periode van: 1334 v.Chr. tot 1325 v.Chr.,
heerste Toetanchamon over Egypte. Hij was negen
jaar oud toen hij koning werd. En hij regeerde
slechts kort. Toen Toetanchamon in 1327 v.Chr.
stierf was hij pas 17 jaar. De doodsoorzaak is nog
steeds niet bekend, hoewel een engels blad schreef:
hij is vermoord, dat kunnen we zien omdat zijn schedel beschadigd was. Hij is begraven in het rotsdal der koningen. En de egyptenaren wisten dat het graf ongelooflijke schatten bevatte. Waarschijnlijk is toetanchamon vermoord door Ay en legerbevelhebber horemheb, want toen hij 9 jaar was, regeerde Ay en Horemheb voor hem, en toen hij ouder werd ging hij dat zelf doen, misschien waren Ay en Horemheb jaloers, Na de dood van Toetanchamon nam Ay plaats op de troon en trouwde met de weduwe van de farao. Ay was oud, dus Horemheb hoefde alleen maar af te wachten. Na de dood van Ay nam Horemheb de macht over en verwoestte de monumenten van Toetanchamon. Zelfs diens naam werd verwijderd van de lijst der koningen.
Maar in 1922 werd het graf van toetanchamon ontdekt. Alles wat meer dan 3000 jaar geleden aan de overleden farao was meegegeven was er nog steeds.
Van alle farao’s waren de graven leeggeroofd, alleen het graf van Toetanchamon was nog ongedeerd in Egypte overgebleven.
De schatten die in zijn graf aangetroffen werden, zijn er echter niet minder om. Hij lag in een gouden kist en was omgeven door goud. Is hij nou wel, of niet vermoord?
De waarheid zal nooit bekend worden, die ligt in het graf van toetanchamon.

Ramses I

Over Ramses I hebben we niks kunnen vinden op het internet of uit boeken, hij heeft maar 2 jaar geregeerd, en over die tijd is niet veel bekend.

Ramses II

Ramses II, had de bijnaam: Ramses de Grote, geen enkele
farao bouwde zoveel tempels, kolossale standbeelden en
obelisken als hij. Ramses II was bovendien ook niet te
beroerd om zijn naam toe te voegen aan monument en
standbeelden van andere koningen, zodat op bijna elk
bouwwerk uit het oude Egypte zijn naam staat. Hij breidde
de tempels in Luxor en Karnak uit, voltooide de dodentempels
van zijn vader Seti in Qoerna en in Abydos en bouwde zijn
eigen tempel in Abydos. Op de westover bij Thebe liet hij een gigantische dodentempel aanleggen, het Ramesseum. De twee uit de bergwand gehakte tempels in Abu Simbel mag hij echter wel de grootste prestatie noemen.
De grootste tempel wordt door vier kolossale, achttien meter hoge beelden van de koning in zittende houding.

Hoofdstuk 5 = Overlijden

De Egyptenaren vonden het heel belangrijk dat de overledenen gemummificeerd werden.
Ze dachten dat mensen een reis moesten maken naar het hiernamaals, en daardoor moest er van elk persoon een mummie gemaakt worden.
Dit moest gedaan worden door een speciale man die wist welke zalf er op zo’n dood lichaam gesmeerd moest worden, dit heette balsemen.
Voor een lijk in de doeken gewikkeld werd, moest hij eerst met een speciale balsem ingesmeerd worden. Zodat het lichaam niet zou verrotten.
Daarom zijn er nu nog zoveel mummies uit de Egyptische tijd overgebleven, en niet verrot.
Op de volgende bladzijde zie je de stappen die er nodig zijn als een persoon in die tijd overleden was:

Mummies:

- Het lijk werd naar een plaats gebracht waar hij klaargemaakt werd.
- En werd ontdaan van de organen, zodat in zijn lichaam alleen nog maar botten zaten, en opvulmiddel.
- De doodde moest gebalsemd worden.
- Als de doodde helemaal gebalsemd was, en de balsem was helemaal ingetrokken, (na ongeveer 45 dagen) werd de mummie afgeleverd aan de priester om de begrafenis te regelen.
- en de mummie werd naar het graf gebracht.
- Daarna werd de mummie in de grafkamer gelegd.
ook werden er bijzondere dingen meegegeven zoals potten, vazen, beeldjes,
en soms werd het hele leven van dat persoon afgebeeld (geschilderd) op de muur.
er werden soms zelfs wachters meegegeven, bijvoorbeeld als het een farao was, kreeg hij zijn wachters mee, en zijn kat, en zijn secretaresse enz.

Hoofdstuk 6 = Rangen en standen

In Egypte was er natuurlijk ook
onderschijt tussen te beroepen
in het plaatje hiernaast zie je
dat: als eerste komt de farao,
dan de viziers en de hoogepries-
ters en als laatste de boeren.
In Egypte was er ook een verschil
tussen rijk en arm. De rijkste,
en machtigste man was de farao,
hij bezitte het hele land, en
stond daardoor hoog in aanzien
voor de eenvoudige boeren, want
volgens het Egyptische geloof
sprak hij met de goden.
Maar de boeren stonden niet echt
in het aanzien, zij leverden graan,
en brood maar verder konden ze
niets, tenminste, dat dachten de
mensen uit hogere rangen. Maar toch konden ze meer zoals vee houden, ze leverde vlees, en hielden het water van de Nijl in bedwang in de tijd dat die overstroomde.

De informatie uit dit werkstuk komt uit de boeken=
· De Egyptische tijd
· Grote monumenten
· Sporen 1
· En van internet = site: www.jaehv.nl

Literatuurlijst

Voor het werkstuk over Egypte hebben we informatie moeten halen uit boeken en van internet , hier is een lijst waar in staat welke boeken we gebruikt hebben :

· - Loggen, Karin - SPOREN 1 – 1990
· - De Egyptische tijd - 19
· - Grote monumenten – 19
· - jaehv.nl - Internet - 1999 (bestaat niet meer)

CONCLUSIE:

De Egyptische geschiedenis was er een om nooit te vergeten, want de Egyptische beschaving is één der grootste in de oude wereld, en met haar duur van drieduizend jaar zeker de langst bestaande. De Egyptenaren hadden hele andere gewoontes dan dat wij nu hebben, maar toch hadden zij al spullen die wij in die tijd nog niet hadden in het stuk grond waar nu Nederland ligt, toen wij hier nog in een berenhuid rondliepen hadden de Egyptenaren al kleding, en woonden ze in huizen. Dus de Egyptenaren waren veel slimmer als ons.
Ze maakte van hun doden mummies via een speciaal recept, en begroeven ze in de rotsen, of, wat er met de farao gebeurde, die werd in een piramide neergelegd.
En ze hadden geleerd om met de Nijl om te gaan, en die elk jaar te bebouwen met rijst en graan.
En als ze te veel voedsel hadden, dan ze nodig hadden verkochten ze dat aan andere landen, dat was de hun handel.
Kortom, de Egyptenaren waren slimme, technische mensen, die veel wisten over van alles en nog wat.
Daar ging dit werkstuk over.