Bevolkingsgroei: De hoeveelheid waarin een bevolking over een bepaalde periode toeneemt of afneemt.
Leeftijdsstructuur: de samenstelling van een bevolking naar leeftijdsgroepen. Ook wel leeftijdssamenstelling, leeftijdsopbouw, en leeftijdsverdeling.
Bevolkingdiagram: een grafische voorstelling van de leeftijdsstructuur en geslachtstructuur van een bevolking.
Beroepsbevolking: de beroepsbevolking omvat alle die beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. ( ook werklozen en werkende)
Migratiesaldo: Immigratie-Emigratie.
Stationaire bevolking: een bevolking met een constante leeftijdsstructuur en een constante omvang.
Stabiele bevolking: een bevolking waarin de leeftijdsstructuur en het groeicijfer constant blijven.
Bevolkingsprognose: een berekening van de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van de bevolking.
Vruchtbaarheidcijfer: het aantal levendgeborene per vrouw in een bepaalde leeftijdsgroep, per jaar.
Geslachtsverhouding: het aantal mannen per 100 vrouwen in een bevolking.
Demografische druk: de verhouding van het aantal jongeren plus ouderen enerzijds en het aantal 20-64 anderzijds.
Demografische transitie: de ontwikkeling van een situatie met hoge geboorte en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte en sterfte cijfers.
REACTIES
1 seconde geleden