Bevolkingsgroei: De hoeveelheid waarin een bevolking over een bepaalde periode toeneemt of afneemt.
Leeftijdsstructuur: de samenstelling van een bevolking naar leeftijdsgroepen. Ook wel leeftijdssamenstelling, leeftijdsopbouw, en leeftijdsverdeling.
Bevolkingdiagram: een grafische voorstelling van de leeftijdsstructuur en geslachtstructuur van een bevolking.
Beroepsbevolking: de beroepsbevolking omvat alle die beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. ( ook werklozen en werkende)
Migratiesaldo: Immigratie-Emigratie.
Stationaire bevolking: een bevolking met een constante leeftijdsstructuur en een constante omvang.
Stabiele bevolking: een bevolking waarin de leeftijdsstructuur en het groeicijfer constant blijven.
Bevolkingsprognose: een berekening van de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van de bevolking.
Vruchtbaarheidcijfer: het aantal levendgeborene per vrouw in een bepaalde leeftijdsgroep, per jaar.
Geslachtsverhouding: het aantal mannen per 100 vrouwen in een bevolking.
Demografische druk: de verhouding van het aantal jongeren plus ouderen enerzijds en het aantal 20-64 anderzijds.
Demografische transitie: de ontwikkeling van een situatie met hoge geboorte en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte en sterfte cijfers.
Definities
4.1
ADVERTENTIE
Zeker slagen in 50 dagen! 🎓
Examenleerlingen opgelet: over 50 dagen is het zo ver! Wil jij ook slim leren, zeker slagen? Ontdek alle tips, tests, trucs en tools van Examenbundel en sleep dat diploma binnen. Wil je zeker weten dat je niks mist? Meld je dan snel aan en ontvang alle tips in je mail!
Ik wil slagen!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden