Bevolkingsgroei: De hoeveelheid waarin een bevolking over een bepaalde periode toeneemt of afneemt.
Leeftijdsstructuur: de samenstelling van een bevolking naar leeftijdsgroepen. Ook wel leeftijdssamenstelling, leeftijdsopbouw, en leeftijdsverdeling.
Bevolkingdiagram: een grafische voorstelling van de leeftijdsstructuur en geslachtstructuur van een bevolking.
Beroepsbevolking: de beroepsbevolking omvat alle die beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. ( ook werklozen en werkende)
Migratiesaldo: Immigratie-Emigratie.
Stationaire bevolking: een bevolking met een constante leeftijdsstructuur en een constante omvang.
Stabiele bevolking: een bevolking waarin de leeftijdsstructuur en het groeicijfer constant blijven.
Bevolkingsprognose: een berekening van de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van de bevolking.
Vruchtbaarheidcijfer: het aantal levendgeborene per vrouw in een bepaalde leeftijdsgroep, per jaar.
Geslachtsverhouding: het aantal mannen per 100 vrouwen in een bevolking.
Demografische druk: de verhouding van het aantal jongeren plus ouderen enerzijds en het aantal 20-64 anderzijds.
Demografische transitie: de ontwikkeling van een situatie met hoge geboorte en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte en sterfte cijfers.
Definities
4.1
ADVERTENTIE
Onderzoek: condoomgebruik 🍆
Uit onderzoek blijkt dat het condoomgebruik onder Europese jongeren flink daalt. Wij zijn nieuwsgierig naar wat hierachter zit. Doe mee aan ons korte, anonieme onderzoek hierover. De resultaten gebruiken we mogelijk voor een artikel op Studenten.com.
Naar de vragenlijst
REACTIES
1 seconde geleden