De multiculturele samenleving in de VS

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 2803 woorden
  • 28 november 2012
  • 79 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
79 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Paragraaf 1 De multiculturele samenleving in de Vs

Eerste migranten:

Oorspronkelijke bewoners  zijn Indianen

VS aantrekkelijk omdat:

  • Leeg en oningericht
  • Je kon er naar verhuizen en een nieuw leven beginnen

De eerste immigranten:  Engelsen aan de Oostkust: 13 koloniën (overzees gebied), bestuurt door Engeland.

1776: Ontstaan VS. Koloniën maken zich los.

Frontier= grens tussen bewoond gebied (oosten/kolonisten) en het  westen.

Er waren natuurlijke hindernissen tussen oost en west

  • Bergen (Appalachen
  • Rivieren
  • Woestijnen

Dit maakt kolonisatie (bewoonbaar maken en inrichten) moeilijk.

De Frontier schuift naar het westen op.

De Indianen werden daardoor verdreven door de kolonisten.

Tegenwoordig wonen ze in reservaten in het westen van de VS.

4 grote herkomstgebieden:

  • Europa: wonen verspreid over het land
  • Afrika (Afro-American, kwamen oorspronkelijk als slaven): eerst in het zuidoosten (plantages) later ook in noordoosten (industrie) en westen
  • Latijns Amerika (Hispanics):  Spaanssprekend uit Mexico en Latijns-Amerika:  wonen in zuidwesten.
  • Azië:  vroeger vooral uit China en Japan. Nu ook andere landen. Wonen in westen

Veel Mexicanen zijn illegale migranten. Veel Hispanics hebben laagbetaald werk. Hun aantal neemt toe.  Aziaten vooral na 1965. Model burgers. Maar er zijn ook arme Aziaten.

Begrippen:

Migrant=iemand die verhuisd naar een plaats buiten zijn eigen woonplaats

Buitenlandse migratie= verhuizen naar een ander land

Binnenlandse migratie= verhuizen binnen het eigen land

Emigrant= iemand die zijn land verlaat om in een ander land te gaan wonen (er uit)

Immigrant= iemand die een land binnenkomt om er te gaan wonen (er in)

Koloniën= overzees gebiedsdeel dat wordt bestuurd door Europa land (moederland)

Kolonisatie=het bewoonbaar maken en inrichten van een gebied

Frontier= de grens van het door kolonisten bewoonde  gebied en het lege wilde westen

Cultuur= taal, godsdienst, kleding, eten kleding en alle andere zaken die bij een bepaalde groep mensen hoort

Etnische groep= mensen van een bepaald volk

Herkomstland= land waar een migrant of etnische groet oorspronkelijk vandaan komt

Discriminatie= ongelijke behandeling van mensen op grond van geslacht, huidskleur, godsdienst of andere dingen

Illegaal= als migrant zonder toestemming van de overheid in een land wonen

Analfabeet= iemand die niet kan lezen of schrijven

Paragraaf 2 Los Angeles: stad van migranten

Model Amerikaanse stad:

  1. Central Business District CBD (binnenstad)
  2. Etnische wijken (rondom CBD)
  3. Voorsteden (suburbs)

Los Angeles bestaat uit:

  1. Downtown (binnenstad. Brede wegen en wolkenkrabbers. Ook wel CBD
  2. Etnische wijken. Wonen mensen van bepaalde etnische groep. Hele arme wijken: getto’s. Wijken hebben omvang van staddelen (dus heel groot)
  3. Suburbs (voorsteden): dure wijken met vooral blanke bewoners.

Segregatie

Kenmerk van de multiculturele samenleving in LA is segregatie (scheiding).

Twee soorten segregatie:

  • Ruimtelijk: apart in eigen wijken wonen van etnische groepen
  • Sociale/maatschappelijke segregatie: geen contact met elkaar, aparte scholen, sportclubs etc.

Oorzaken hispanisering  Californië: (in Los Angeles zijn de hispanics de grootste groep)

  1. Groot vestigingsoverschot Mexicanen: er komen meer Mexicanen dan er vertrekken
  2. Snelle natuurlijke groei (grote gezinnen)
  3. Vertrekoverschot blanke Amerikanen: ze vertrekken naar andere staten. Vooral welvarende Amerikanen (vlucht van economisch sterkeren)

Begrippen

Central Bussiness centrum CBD=  stadscentrum met alleen kantoren (Amerika)

Etnische wijk= wijk met een hoog percentage bewoners uit 1 etnische groep

Getto= arme wijk in Amerika met vooral zwarte bewoners

Suburb= voorstad in ruime luxe woonwijken bij grote amerikaanse steden. Vooral bewoond door blanken

Segregatie= scheiding tussen etnische groepen

Sociale of maatschappelijke segregatie= mensen uit verschillende etnische groepen hebben weinig contact met elkaar

Hispanisering= stijging van het aantal hispancis  in de bevolking van (een deel) van Amerika

Vestigingsoverschot= positief migratiesaldo. Aantal binnenkomende migranten is groter dan het aantal vertrekkende migranten

Positief migratiesaldo= vestigingsoverschot (meer erin dan eruit)

Natuurlijke groei= aantal geboortes minus het aantal sterftes

Geboortecijfer= aantal kinderen dat per jaar per 1000 inwoners wordt geboren

Vertrekoverschot= negatief migratiesaldo.  Aantal vertrekkende migranten is groter dan het aantal binnenkomende migranten

Negatief migratiesaldo= vertrekoverschot

Vlucht economisch sterkeren=migratie van mensen met een hoger inkomen en betere opleiding dan gemiddeld

Paragraaf 3 Melting pot of aparte etnische groepen

Meltingpot= omsmelten in Amerikanen (beleid)

Immigrantenbeleid Amerikaanse regering:

Zo snel mogelijk aanpassen & cultuur eigen maken

Assimileren = cultuur van het land overnemen.

Rol onderwijs

  1. ze leren Engels
  2. ze leren de Amerikaanse  geschiedenis
  3. trots worden op Amerika

American dream = iedereen heeft kans op rijkdom. Succes is aan jezelf te danken. Heb je geen succes dan is dat je eigen schuld.

Meltingpot = smeltbeker

In het begin werkte de meltingpot  goed omdat er veel mensen uit West-Europa kwamen die zich snel aanpasten (zelfde cultuur).

Later ging het moeilijker: zuid en oosteuropeanen die in hun eigen wijken gingen wonen en hun eigen gebruiken bleven houden.

Aparte etnische  groepen

Vanaf 1960 is het apart van elkaar leven versterkt.

Oorzaak: migranten uit andere cultuurgebieden met heel andere taal, godsdienst en cultuur. Ook zij gingen in hun eigen wijken bij elkaar wonen.

Steeds minder een meltingpot, steeds meer behoud van eigen cultuur

Cultuurgebied= een deel van de wereld waar een bepaalde cultuur veel voorkomt.

Bijvoorbeeld de westerse cultuur in Europa en Noord-amerika

Begrippen:

Assimileren= min of meer gedwongen de cultuur van een land overnemen met verlies van eigen cultuur

Cultuurgebied=  een deel van de wereld waar een bepaalde cultuur veel voorkomt

Paragraaf 4 Etnische groepen in Nederland

Allochtonen

En een autochtoon is iemand waarvan beide ouders in Nederland zijn geboren.

Een allochtoon is iemand waarvan 1 ouder is het buiten land is geboren:

Westerse allochtoon: uit Europa, VS, Australië (westerse cultuur)

Niet –Westers: uit Afrika, Azië (niet westerse cultuur):

3 groepen:

  1. Turken en Marokkanen. Vanaf 1965. Kwamen voor werk=arbeidsmigratie
  2. Surinamers en Antillianen:  vanaf 1965 uit de voormalige koloniën. 1975 kwamen veel Surinamers omdat Suriname onafhankelijk werd. Ze vluchtten naar Nederland.
  3. Vluchtelingen:  vanaf 1990 mensen op de vlucht omdat ze niet veilig zijn. Ze vragen asiel.

Gezinshereniging is dat een gezin van een allochtoon of vluchteling  hier heen komt.

Asielzoekers  zijn vluchtelingen die asiel vragen in Nederland. Als ze dat krijgen, krijgen ze een verblijfsvergunning. Ze komen bijna uit alle delen van de wereld.

Assimileren is een cultuur overnemen van je nieuwe land.

Integratie: actief deelnemen aan de samenleving  zonder je eigen cultuur op te geven

Integratie is niet altijd een succes

Succes hangt af van:

  1. Herkomst:  westerse allochtonen passen zich makkelijker aan dan niet westerse. Niet westerse hebben vaak taalproblemen (Surinamers en Antillianen spreken trouwens Nederlands) en de cultuur is heel anders.
  2. Hoe lang ze in Nederland wonen: de eerste generatie allochtonen heeft het vaak moeilijker dan de tweede generatie (die is hier geboren en op school gegaan)

Eerste generatie: aantal  is gedaald door remigratie.

Nieuwe allochtonen van de eerste generatie:  door gezins vorming  (partner uit het land van herkomst hierheen halen)

Achterstanden in integratie:

Hoe groter het verschillen tussen allochtonen en autochtonen in inkomen en andere kenmerken, hoe slechter het gaat met integratie.

Begrippen:

Allochtoon= iemand waarvan tenminste 1 ouder in het buitenland is geboren

Autochtoon= iemand waarvan beide ouders  in Nederland zijn geboren

Westerse allochtoon= allochtonen uit het westerse cultuurgebied (Europa,Amerika, Australie)

Niet-westerse allochtoon= allochtonen uit andere cultuurgebieden dan het westerse cultuurgebied

Gastarbeider= buitenlandse werknemers die tijdelijk in nederland werkt

Arbeidsmigratie= als mensen voor werk naar andere landen of gebieden vertrekken

Remigratie= het terugkeren van etnische groepen naar hun geboorteland

Gezinshereniging= immigratie van gezinsleden van gastarbeiders (vooral na 1980)

Vluchteling= iemand die uit zijn eigen land wegvlucht omdat ze gevaar lopen vanwege hun geloof, politieke overtuigen of omdat ze tot een bepaalde etnische groep horen

Asielaanvraag= het aanvragen van asiel (toevlucht)

Asielzoeker= mensen die een aanvraag indienen om in een land te worden toegelaten

Verblijfsvergunning= een vergunning om in Nederland te wonen (tijdelijk of permanent)

Integratie= meedoen aan de samenleving maar met behoud van een (deel) van de cultuur

Eerst generatie allochtoon= migranten die in Nederland wonen mar in het buitenland zijn geboren

Tweede generatie allochtoon= mensen die zelf in Nederland zijn geboren, maar 1 of 2 buitenlandse ouders hebben

Gezinsvorming=immigratie met als doel een gezin te vormen

Paragraaf 5

Spreiding over het land

In nl is 10% niet westers allochtoon=etnische minderheden.

De spreiding van allochtonen is ongelijk verdeeld:

In de  4 grote steden 42 % niet westers

Oorzaken:

  1. Er was veel werk
  2. Kettingmigratie=volgmigratie. Eerste groep migranten trekt door hun verhalen anderen aan.

Buiten de Randstad (grote steden): vooral in gebieden met industrie.

Spreiding over de stad

In Nederland is 1 op de 10 niet westers allochtoon. In de randstad 1 op de 3.

Twee soorten wijken met veel allochtonen:

  1. Eerste 19e eeuwse woon wijken hadden de volgende ken merken:
  • woonblokken 3 tot 5 hoog
  • dicht op elkaar
  • slechte kwaliteit
  1. Naoorlogse wijken met flatwoningen

Stadsvernieuwing = het opknappen van oude, goedkope huizen.

Kenmerken:

  • Huizen minder hoog
  • Verder uit elkaar
  • Meer open ruimte
  • Meer groen

Hoe ontstaan multiculturele wijken ?

Het zijn 2 redenen :

  1. economische reden: oorzaak het inkomen (is laag). Daarom wonen ze in goedkope huizen in 19e eeuwse wijken en goedkope flatwoningen
  2. Sociale reden:  voorzieningen (als ze bij elkaar wonen hebben ze eigen winkels/moskeen e.d.

Drempelwaarde= minimum aantal klanten dat nodig is om van te leven.

Bijvoorbeeld een islamitische slagerij heeft een minimum aantal klanten nodig. Die zijn te vinden in wijken met veel allochtonen.

Verzorgingsgebied= gebied waar de bezoekers van een voorziening vandaan komen.

Bijvoorbeeld een winkel, daar komen meestal mensen uit de wijk

Bijvoorbeeld Amsterdam Arena, daar komen mensen uit het hele land.

Achterstandswijken

Sommige multiculturele wijken verpauperen= tot armoede vervallen

Zo’n wijk noem je Achterstandsbuurt of wijk

Suburbanisatie = verhuizen van stad naar het platteland (in VS suburb)

Mensen met met een goed inkomen gaan in de suburb wonen

Begrippen:

Etnische minderheid= mensen van een andere ethnische groep dan de meeste andere mensen in een land

Kettingmigratie=  vervolgimmigratie. Migranten trekken door hun verhalen weer nieuwe migranten aan

Oude woonwijk= 19e eeuwse woonwijken rond de binnenstad met huizen dicht op elkaar

Stadsvernieuwing=  het opknappen van oude vervallen wijken  in een stad

Woningmarkt= het aanbod en en de vraag naar huur en koopwoningen

Suburbanisatie= het verhuizen uit de stad naar omliggende wijken

Drempelwaarde= het minimum aantal bezoekers dat een voorziening nog heeft om te kunnen bestaan

Verzorgingsgebied= gebied waar de bezoekers van een voorziening vandaan komen

Verpaupering= het tot armoede vervallen van een wijk

Achterstandsbuurt/wijk= verpauperde buurten of wijken met veel kansarme mensen met veel problemen

Paragraaf 6 Onderzoek: leven in twee werelden

Witte en zwarte scholen

Witte scholen: scholen met minder dan 25 % allochtonen

Zwarte scholen: scholen met  meer dan 50 % allochtonen

Vooral in de 4 grote steden.

Ontstaan:

  • In goedkope wijken veel allochtonen dus scholen zwart
  • In witte wijken veel  autochtonen dus scholen zijn wit

Scholen zijn een afspiegeling van de bewoners van een wijk.

Maar niet helemaal

Witte vlucht= autochtone kinderen gaan naar een witte school in een andere wijk  (ouders denken dat de school en het taaloncderwijs beter is)

Zwarte vlucht=  allochtone kinderen gaan naar een witte school in een andere wijk (ouders willen dat hun kind goed nederlands leert en omgaat met Nederlanders)

Conclusie:

Witte en zwarte scholen ontstaan omdat:

  • Ze een afspiegeling van de wijk zijn
  • Witte en zwarte vlucht

Kiezen van witte of zwarte school?

Voordelen zwarte school:

  • Meer aandacht en extra lessen
  • Je leert andere culturen kennen (bijv.  suikerfeest)

Nadelen zwarte school:

  • Segregatie neemt toe (allochtonen gaan buiten school alleen met eigen groep om)
  • Spreken onderling hun eigen taal en leren daarom het Nederlands niet goed.

Oplossing:

Zwarte scholen sluiten en de allochtone leerlingen spreiden over witte scholen.

Integratiebeleid is veranderd:

  1. Eerst dacht de overheid dat  immigranten terug naar hun land zouden gaan. Beleid was gericht op behoud van eigen cultuur en Nederlandse taal niet belangrijk. Maar de meeste migranten bleven hier.
  2. Nu: gericht  op integratie in de Nederlandse samenleving door:

– inburgeringscursus: Nederlandse taal, gebruiken en regels verplicht leren

Allochtoon of buitenlande?

Buitenlander= iemand die geen Nederlands paspoort heeft

De helft van de allochtonen heeft een Nederlands paspoort. Ze zijn dus geen buitenlander (maar wel allochtoon)

Allochtonen worden gediscrimineerd (maken minder kans op banen enz.)

Verbeteren van integratie:  integreren door accepteren:

  • Respect hebben voor elkaar en accepteren van cultuuruitingen (hoofddoekje ijv)
  • Respecteren van de nederlandse wetten door allochtonen

Begrippen:

Zwarte school= school met meer dan 50% allochtone leerlingen

Witte school= school met minder dan 25% autochtone leerlingen

Zwarte vlucht= allochtone kinderen gaan naar een witte school in een andere wijk

Witte vlucht= autochtonen kinderen gaan naar een witte school in een andere wijk

Inburgeren=  verplichte Nederlandse taallessen voor migranten

Inburgeringscursus= cursus voor nieuwe migranten over gewoonten, regels en andere dingen in Nederland

Integratie= allochtonen doen mee met de Nederlandse samenleving met behoud van (een deel) van hun cultuur

Discriminatie= ongelijke behandeling van mensen op grond van geslacht, godsdienst, politieke overtuiging of andere dingen.

Paragraaf 7 Multiculturele samenlevingen vergeleken

Vergelijken Parijs met  Europa

Aantal buitenlanders in Parijs= een op de 6

Met de mensen uit de vroegere koloniën= een op  4 a 5

Spreiding van buitenlanders:

De agglomeratie Parijs bestaat uit:

  1. De stad Parijs (hoge inkomens)
  2. Buitenwijken en voorsteden (buitenlanders)
  3. Nieuwe steden

Door de stadsvernieuwing:

-                     Veel  mensen met hoge inkomens in de opgeknapte binnenstad

-                     Allochtonen naar buitensteden. Wonen in Grandes Ensembles= goedkope, hoge huurflats dicht bij elkaar. Sommige zijn achterstandswijken

Buitenlanders wonen ongelijk gespreid: niet gescheiden van de Fransen. Er zijn nergens meer dan 35 % allochtonen in Franse wijken en ze zijn allemaal van verschillend etnische groepen.

Dit is anders dan in Amerika, waar etnische buurten zijn.

Fort Europa”

  • Tot 1980: veel vraag naar arbeidskrachten. Migranten konden gemakkelijk naar Europa.
  • Na 1980: strenge toelatingsregels voor migranten en asielzoekers

Asielzoekers: alleen echte vluchtelingen (politieke) mogen binnen. Economische vluchtelingen niet. Dat zijn vluchtelingen die op zoek zijn naar een beter bestaan (werk/inkomen/opleiding)

Vluchtelingen die niet mogen blijven zijn illegaal. Veel illegalen zijn economische vluchtelingen. Door deze illegale migratie is er veel misdaad: veel vluchtelingen komen via smokkelaars die veel geld vragen en vaak niet betrouwbaar zijn.

Vergrijzing en migratie:

Leeftijdsopbouw:

  1. Jongeren 0-20 jaar
  2. Productieven 20-65 jaar
  3. Ouderen boven 65 jaar

In Europa neemt het aandeel ouderen (65+) toe: vergrijzing

Het aantal jongeren (0-20 jaar) neemt af: ontgroening

Grijze druk: de verhouding tussen het aantal productieve mensen en het aantal 65+-ers.

Doordat er steeds meer ouderen komen en steeds minder jongeren, moeten de productieven (20-65 jaar) steeds meer geld verdienen om dit te betalen.

Migratie verminderd grijze druk doordat:

1.            Migranten jong zijn

2.            Ze veel kinderen hebben

Begrippen:

Agglomeratie= stad met eraan vastgegroeide voorsteden

Politieke vluchteling= een echte vlucheling. Verlaat vanwege vervolging zijn land

Economische vluchteling= vluchtelingen die om economische redenen (werk, inkomen, voorzieningen) hun land verlaten

Vergrijzing= toename van het aantal ouderen (65+) in de bevolking

Ontgroening= vermindering van het aantal jongeren (0-20) in de bevolking

Grijze druk= de verhouding tussen de productieve bevolking (20-65) en ouderen (65+) Hoe meer ouderen, hoe meer de grijze druk toeneemt.

Paragraaf 8 Noord-Amerikaanse en Europese steden vergeleken

Vijf verschillen tussen Amerikaanse en Europese etnische wijken:

  1. Bestaan in VS veel langer. Europa pas sinds 1960 immigranten.
  2. Uitzondering: Joodse wijken in Europa bestaan al heel lang
  3. In VS zijn wijken waar 1 etnische bevolkingsgroep woont. In Europa niet, daar zijn multi-etnische wijken
  4. De multi-etnische wijken in europa zijn veel  kleiner
  5. In de getto’s zitten veel mensen vast in armoede in dezelfde wijk. In Europa is meer doorstroming naar andere (betere) wijken.

Wat kun je tegen gettovorming doen?

In Europa zijn geen getto’s maar wel segregatie op gebied van wonen.

Oplossingen:

  1. Gedwongen spreiding (verplicht spreiden over de wijken)
  2. Meer soorten woningen in een wijk (dure en goedkope. Krijg je spreiding van autochtonen en allochtonen en inkomen)

In Nederland is de overheid tegen gedwongen spreiding.  Ze vinden dat een vorm van discriminatie.

Wel is er in Rotterdam een stop voor allochtonen om te wonen in een bepaalde wijk.

Begrippen:

Multi-etnische wijk= wijk waar mensen uit verschillende etnische groepen wonen, ook wel multiculturele wijk

Getto=  arme wijk in de VS met vooral zwarte bewoners

Discriminatie= ongelijke behandeling van mensen op grond van geslacht, huidskleur, geloof of andere dingen

Achterstandswijk= verpauperde wijken/buurten met kansarme mensen met veel problemen

Paragraaf 9 De multiculturele samenleving in je eigen omgeving

Allochtonen zijn vooral stedelingen (wonen in steden). Hoe groter de gemeente, hoe meer allochtonen. Dus aantal hangt af van de mate van verstedelijking.

Spreiding over Nederland/steden:

  1. Heel Nederland: 10 % niet westerse allochtonen
  2. Vier grote steden:  34 %
  3. Middelgrote steden (100.000-200.00 inwoners): 10 tot 15%
  4. Kleine steden en dorpen: 2,5 tot 5 %

Uitzonderingen:

  1. Almere: 21 %. Dit komt door de ligging bij Amsterdam (werken daar)
  2. Emmen:  3,5 % terwijl Emmen een middelgrote stad is

Roden:

  • Is een kleine stad (minder dan 100.000 inwoners)
  • Allochtonen in Roden tussen 2,5 en 5 %
  • Dit percentage ligt onder het landelijke gemiddelde van 10%

Begrippen:

Spreiding= de bevolking (autochtoon en allochtoon) gelijk over het land/stad spreiden

Multiculturele samenleving=  een samenleving met mensen uit verschillende culturen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.