Aardrijkskunde h4 Duitsland samenvatting

Beoordeling 8.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1161 woorden
  • 17 januari 2023
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

De Geo H4 Duitsland: in het hart van Europa

§4.1 Berlijn

Opbouw van Berlijn

► Op een eiland in de Spree ontstond de historische binnenstad van Berlijn.

Vanuit het centrum breidde de stad zich uit, onder andere langs Unter den Linden.

● Vanaf 1870 werd de industrie belangrijk.

Fabrieken vestigden zich langs het water en bij de spoorwegen.

Als gevolg van arbeidsmigratie ontstonden oude woonwijken.

● Daarbuiten lagen dorpen en ruime woonwijken die werden opgeslokt door Berlijn.

De Muur

► Na de Tweede Wereldoorlog werd de stad verdeeld in Oost-Berlijn en West-Berlijn.

Op 13 augustus 1961 werd de Muur gebouwd door de Oost-Duitsers.

● Als gevolg lag het stadscentrum in Oost-Berlijn.

West-Berlijn kreeg een nieuw stadscentrum rond de Kurfürstendamm.

● Een ander gevolg was het ontstaan van een brede strook niemandsland rond de Muur.

Weer één stad

► Op 9 november 1989 viel de Muur.

Er moest veel gedaan worden voor de eenwording van Berlijn.

● Aan de westkant van de binnenstad werd een nieuw central business district (cbd) gebouwd.

Aan de zuidkant ligt de Potsdamer Platz, een voorbeeld van cityvorming.

In een ander deel zijn nieuwe regeringsgebouwen gebouwd.

● In Oost-Berlijnse woonwijken was er stedelijke vernieuwing nodig.

Rijkere inwoners namen de plekken in van oorspronkelijke bewoners = gentrificatie.

Suburbanisatie en re-urbanisatie

►Figuur 5 laat de bevolkingsontwikkeling van Berlijn en omgeving zien.

● Na de val van de Muur begon een proces van suburbanisatie.

● In Berlijn groeit de bevolking ook: de stad heeft een vestigingsoverschot.

Re-urbanisatie = mensen trekken opnieuw naar de stad.

Daarnaast groeit het aantal inwoners door natuurlijke bevolkingsgroei.

Centraal in Europa

►Tot 1989 was West-Berlijn een westers eiland in Oost-Europa. Na 1990 werd Berlijn de nieuwe hoofdstad van Duitsland. Ook is Berlijn nu de schakel tussen West- en Oost-Europa.

§4.2 Made in Germany

Auto-industrie

► De Duitse auto-industrie wordt gekenmerkt door de hoge kwaliteit.

De industrie heeft hooggeschoolde vakmensen en is een echte hightechindustrie.

● Driekwart van de in Duitsland gemaakte auto’s zijn bedoeld voor de export.

Ook zijn Duitse autofabrieken vaak multinationals met fabrieken in het buitenland.

Auto’s en andere bedrijven

► Bij de auto-industrie zijn veel andere bedrijven en instellingen betrokken.

● Agglomeratievoordelen = de voordelen van het bij elkaar zitten van bedrijven.

Sterke economie

► Kenmerken van de Duitse industrie zijn:

1. kwaliteit (hightech)

2. export

3. samenwerking

4. agglomeratievoordelen

5. groot aandeel in de economie

● Een ander kenmerk van een rijk land als Duitsland is de grote dienstensector. Duitsland is sterk in de financiële sector. Frankfurt is het geldcentrum van het vasteland van Europa, ook de Europese Centrale Bank is er gevestigd.

Regionale verschillen

►Duitse bedrijven zijn niet gelijk over het land verspreid.

● In het oosten is de werkloosheid hoog.

Oorzaak: verouderde Oost-Duitse bedrijven gingen failliet na de eenwording.

Daarna is Oost-Duitsland vernieuwd en is de werkloosheid afgenomen.

● In het westen is de werkloosheid hoog in het Ruhrgebied en het Saarland.

Hier gingen veel banen in de mijnbouw en zware industrie verloren.

Veranderingen: een betere inrichting, bedrijven in de derde sector, universiteiten en hogescholen voor hightechindustrie.

● In het zuiden gaat het beter.

In Bayern en Baden-Württemberg is veel hightechindustrie.

§4.3 Bevolking en ruimte

Bevolking

► Duitsland heeft een grote bevolking, maar weinig bevolkingsgroei.

● Duitsland heeft al jaren een sterfteoverschot, maar ook een vestigingsoverschot. Als het vestigingsoverschot kleiner is dan het sterfteoverschot dan is er sprake van demografische krimp. De verwachting is dat de krimp toeneemt.

● De bevolking krimpt en de leeftijdsopbouw verandert.

Het aandeel van ouderen wordt groter = vergrijzing.

Oorzaak: de levensverwachting neemt toe.

Het aandeel van jongeren wordt kleiner = ontgroening.

Regionale bevolkingsverschillen

► De verschillen tussen regio’s hangen samen met migratie.

● Er zijn drie gebieden met vertrekoverschotten.

Reden voor vertrek: werkloosheid.

■ Oost-Duitsland: sinds 1990 zijn veel mensen vertrokken.

■ Oude industriegebieden: vertrek vanwege gesloten mijnen en fabrieken.

■ Landelijke gebieden: vertrek vanwege afname van banen in de landbouw.

● De bevolking zal vooral toenemen in het zuiden, het westen en rond Berlijn.

Immigranten in Duitsland

► Er zijn veel immigranten in Duitsland. Iemand van wie een of beide ouders in het buitenland zijn geboren noem je een allochtoon.

● Veel immigranten kwamen uit Oost-Europa.

● Na 1955 kwamen veel immigranten uit landen rond de Middellandse Zee.

● In Duitsland zijn veel vluchtelingen.

Regionale ongelijkheid

►Er ontstaan meer verschillen tussen vertrek- en vestigingsgebieden.

● In gebieden met een vertrekoverschot neemt de vergrijzing snel toe.

Het aantal voorzieningen neemt af en woningprijzen dalen.

● Gebieden met bevolkingstoename hebben een vestigingsoverschot.

De migranten zijn vooral jonge mensen, waardoor de vergrijzing afneemt.

■ Regionale ongelijkheid = het ene gebied heeft meer welvaart dan het andere.

Grote steden

►De grote steden in Duitsland liggen verspreid over het land. Alle grote steden maken deel uit van een stedelijk gebied die elk hun eigen specialisatie hebben.

§4.4 Ruhrgebied

Ontstaan en groei

► Het Ruhrgebied is na 1870 ontstaan door opkomst van mijnbouw en industrie. Door middel van schachtbouw werd de delfstof steenkool gewonnen en was er zware industrie mogelijk. Door deze industrieën veranderde het Ruhrgebied in een stedelijk gebied.

● Bij steenkoolmijnen en fabrieken kwamen woonwijken te liggen. De inrichting en kwaliteit van deze woonwijken was slecht. Er waren weinig voorzieningen en er was veel versnippering door wegen, spoorlijnen en kanalen.

● Het leven in het Ruhrgebied was ongezond vanwege luchtvervuiling, bodemvervuiling en watervervuiling.

Achteruitgang en verandering

► Na 1960 moesten veel mijnen sluiten vanwege concurrentie uit het buitenland. Daar werd steenkool veel goedkoper door dagbouw gewonnen. Ook kwamen er goedkope alternatieven zoals aardolie en aardgas. Hoogovens kregen concurrentie van lagelonenlanden. Bijna alle hoogovens, maar ook arbeidsintensieve industrieën verdwenen. Gevolg: de werkeloosheid nam toe.

● Er kwamen banen in de hightechindustrie en dienstensector voor in de plaats. In het Ruhrgebied zijn daarom veel hogescholen en universiteiten opgericht. De beroepsbevolking is nu beter opgeleid. Maar er zijn nog steeds minder banen dan vroeger.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

● Er kwamen banen in de hightechindustrie en dienstensector voor in de plaats. In het Ruhrgebied zijn daarom veel hogescholen en universiteiten opgericht. De beroepsbevolking is nu beter opgeleid. Maar er zijn nog steeds minder banen dan vroeger.

Herinrichting

► Door sluiting van fabrieken en mijnen was een grote schoonmaak en herinrichting van het Ruhrgebied nodig. Hierbij kun je verschillende vormen onderscheiden.

● Aan de rivier Emscher zijn nu parken en nieuwe bedrijven gevestigd. De natuur is nu belangrijk en de vervuiling is verleden tijd.

● Veel gebouwen zijn gerestaureerd en onderdeel geworden van de industriecultuur. Er zitten bijvoorbeeld musea in en toerisme is belangrijk.

● Industrieterreinen zijn gebruikt om uitgaans- en winkelcentra aan te leggen.

● Er heeft stedelijke vernieuwing plaatsgevonden.

§4.5 Bronnen: Duitsland en Europa

Bron 1: Groot in Europa

Duitsland heeft het grootste bruto nationaal product (bnp) van Europa.

Toch heeft Duitsland niet de hoogste inkomens per inwoner.

Bron 2: Aan de rand van Europa

Na de Tweede Wereldoorlog lag Duitsland aan de rand van Europa.

Ten westen lagen de kapitalistische landen, ten oosten de communistische landen.

Na 1989 sloten veel Oost-Europese landen zich aan bij de Europese Unie.

Duitsland ligt nu in het centrum van Europa; de relatieve ligging is verbeterd.

Bron 3: Midden in Europa

Geen land heeft zo veel buren als Duitsland.

Relatieve ligging = de tijd, de kosten en de moeite om een ander gebied te bereiken.

Bron 9: Vrij verkeer

Belangrijk kenmerk van de Europese Unie: vrij verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal. Hierdoor is het gemakkelijk om handel te drijven.

Bron 12: De Blauwe Banaan

De Blauwe Banaan is het kerngebied van Europa.

Hier zijn bevolking en welvaart het grootst en de concentratie van hightechbedrijven en universiteiten het hoogst.

Vooral het westen van Duitsland valt onder het gebied.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.