Hoofdstuk 1

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 3578 woorden
  • 3 juni 2021
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Zuid Amerika 

H1 Continent van extremen

Het braziliaanse carnaval is 4 dagen en 4 nachten, oorspronkelijk lieten de slavenhouders de slaven de baas zijn voor die tijd en mochten ze feestvieren. Nu is het voornamelijk de mensen van de krottenwijken: favela’s die het groots vieren. 

 

  • 1.1 Ligging

Het Titicacameer is het grootste meer van Zuid-Amerika en is het hoogste bevaarbare meer ter wereld. De eilanden, Uros Eilanden, en producten die daar zijn worden gemaakt van riet. 

 

Kennismaking

Zuid-Amerika is meer dan 18 miljoen km² groot.

Het bevindt zich tussen 12° N.B. en 60° Z.B. en tussen 80° W.L. en 22° W.L, dit is de absolute ligging. 

Bestaat uit 13 zelfstandige staten. 

Cono Sur (=zuidelijke kegel) bestaat uit Argentinië Uruguay, Chili en Paraguay. 

De regio Latijns-Amerika is de regio waar Spaans en Portugees gesproken wordt en bestaat uit een deel van Zuid-Amerika en Midden-Amerika. De grens tussen Colombia en Panama vormt de begrenzing tussen Zuid- en Midden Amerika. 

 

De Galapagoseilanden → Ecuador 

De Juan Fernandez Eilanden → Chili

Falklandeilanden, Zuid-Georgië en Zuid-Sandwicheilanden → Engelse eilanden

 

Beeldvorming 

Het stereotiepe beeld van Zuid-Amerika is bepaald door verschillende cultuurelementen zoals muziek, dans, sport, kleding en religie. 

We denken dan bijvoorbeeld aan: het amazoneregenwoud lijkt wel gehalveerd door de houtkap, er zijn geen asfaltwegen, in Rio de Janeiro hebben ze carnaval en in Argentinië is tango. Het bestuur is ‘links’ of een dictator, het continent is ‘het rode continent.’ 

 

Het beeld dat iemand van de werkelijkheid heeft, de perceptie van iemand, bepaalt de besluitvorming van die persoon. Dat geldt ook voor Zuid-Amerika, is een van de landen daar geschikt als vakantie land? 

Vanuit je perceptie vorm je een soort kaart die je van een bepaald gebied hebt in je hoofd, een mental map, deze map verandert voortdurend: door nieuwe informatie en indrukken. 

 

Door Zuid-Amerika te bestuderen vormen we een geografisch beeld van het gebied. Dat gaat dan over een aantal geografische kenmerken. 

  • Ligging
  • Landschappelijke kenmerken (fysische milieu en de ingerichte ruimte.) 
  • Bevolkingskenmerken
  • Interne en externe relaties 

Zuid-Amerika in delen 

Zuid-Amerika heeft verschillende Hoogtezones

 

  • De westzijde bevat het Andesgebergte, gemiddelde hoogte van 4000 m en toppen van 6000 m. De Aconcagua is de hoogste berg van het continent. Er liggen hier heel veel vulkanen. De Cotopaxi is de hoogste werkende vulkaan ter wereld. 

 

  • Ten oosten van het Andesgebergte stromen in het Tropische laagland de rivieren: de Orinoco, de Amazone en de Paraguay/Parana. 

  • In het noorden en oosten zijn twee hooglanden, het hoogland van Guyana en het hoogland van Brazilië, ze worden gescheiden door het laagland met de rivier de Amazone. 

  • De Altiplano (Spaans voor hoogvlakte of hoogland) ligt in het Andesgebergte op het grensgebied van Chili, Bolivia en Peru. Hier ligt het Titicacameer. 

 

  • In het zuidoosten, in de Cono Sur, is een plateau (een hoog gelegen land begrensd met steil aflopende terreinen) die zich uitstrekt vanaf Patagonia. Het loopt van 500  naar 1500 meter op. 

 

  • Ten westen van het continent ligt evenwijdig aan de kust een diepe trog, de Atacama Trog. Het diepste punt van die trog en de op een na hoogste berg op het continent liggen maar 300 km van elkaar af. 

 

Opdrachten 

 

Slaven

Waar kwamen de slaven in Zuid-Amerika oorspronkelijk vandaan? → Afrika

In welke periode vierde de slavenhandel hoogtij? → Tussen 1700 en 1810

Hoeveel slaven kwamen er naar Zuid-Amerika? → Zo’n 4.5 miljoen slaven

 

Titicacameer

Geef een omschrijving van het landschap bij het Titicacameer → Kale bergen met sneeuwtoppen in de omgeving. Koud door de hoge ligging. Eilanden met en van riet gemaakt in het blauwe meer. 

Hoe lang leven er al mensen hier? → 500 jaar

Welke bestaansmiddelen hadden de indianen in dit gebied vroeger? → De visvangst en jacht (voornamelijk op eenden)

Waarmee verdienen ze nu geld? → Toerisme

3 positieve effecten van het toerisme daar?

  • Minder zorgen om een basisinkomen
  • Kinderen kunnen scholing krijgen
  • Volgende generatie blijft ook in dit gebied wonen

2 negatieve effecten van het toerisme daar?

  • De eigen cultuur zal verdwijnen
  • De toeristen kunnen overal binnenkomen 

 

Ligging

Welke 2 Zuid-Amerikaanse landen liggen op het gebied van Antarctica? → Chili en Argentinië 

Komen alle klimaten er voor? → Nee niet de D-klimaten

Waarom hebben die landen een deel van Antarctica geclaimd → Wanneer Antartica in de toekomst misschien ijsvrij is, zijn er waarschijnlijk delfstoffen die gewonnen kunnen worden. Door nu een claim op het gebied te leggen hoopt men dan de ‘eigenaar’ van die stoffen te worden. 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

Regio’s in Zuid-Amerika 

Noteer de verschillende geomorfologische regio’s van Zuid-Amerika en zet er bij in welke landen ze liggen. 

Tropisch laagland - Venezuela, Brazilië, Paraguay 

Hoogvlaktes - Venezuela, Guyana, Suriname, Brazilie  

Andes - Venezuela, Colombia. Ecuador, Perú, Bolivia, Chili, Argentine

Altiplano - Bolivia, Peru

Patagonia - Argentinië

Welke regio’s zijn het dichtstbevolkt? →  de Andes en de oostkant van het tropische laagland.

 

Beeldvorming

Waarom hebben we de voorkeur om bij beeldvorming het begrip ‘perceptie’ te gebruiken in plaats van ‘kennis’? → Zowel bij perceptie en beeldvorming gaat het over het beeld dat iemand vormt van de werkelijkheid wanneer je kennis zegt gaat het over iets feitelijks. 

Waarom maken toeristenbureaus vaak gebruik van de stereotiepe beelden → Een stereotiep beeld vergroot de herkenbaarheid. Iets wat bekend staat, verkoopt beter en dat is hun doel, iets promoten of verkopen. 

 

Galapagoseilanden 

Ligging - Eilanden in Grote oceaan behorende tot Ecuador 

Gebiedskenmerken - Zeer bijzondere flora en fauna, vulkanisme

Bevolkingskenmerken - Dunbevolkt, deels beschermd, veel toeristen

Interne en externe relaties - Toerisme: zowel binnenlandse als buitenlandse toeristen

Dit is niet een volledig beeld want we missen culturele en politieke dimensies. 

 

Terugblik op de paragraaf

  • De rivier de Paraguay stroomt zuidelijker en kent grote moerassen
  • Je perceptie en mental map zijn vaak gekleurd en zijn vaak niet berust op feiten 

 

Aantekeningen 

 

Ligging: 

Relatieve ligging → Je legt iets uit aan iemand zoals: Alkmaar ligt Noordelijk van Amsterdam.

Absolute ligging → Met coördinaten (Bij coordinaten zijn 6 getallen,) noorderbreedte/zuiderbreedte en wester ligging/ooster ligging. 

 

 

Heel rondje om een cirkel is 360° dus ¼ is 90°. 

De maximale breedte bij aardrijkskunde is 90°, je moet wel altijd aangeven of dit 90° N.B. of Z.B. is. 

de omtrek van de aarde. is 40.000 km.

 

De aarde legt in 24 uur 360° af, in 1 uur dus 15°. 

 

Breedte (ZB of NB) 

  • Maximaal 90°
  • Breedtecirkels
  • Parallel aan elkaar, dus aan de evenaar
  • Ze zijn niet even groot de evenaar is het grootste

 

Lengte (WL of OL) 

  • maximaal 180°
  • Meridiaan
  • Halve cirkel
  • De ‘lijnen’ zijn even groot 
  • De ‘lijnen’ zijn niet parallel aan elkaar

 

Greenwich (buitenwijk London) is waar de cirkel begint. 

Nederland ligt daardoor op het oostelijke halfrond want wij liggen ten oosten van London.

 

Landbouw - industrie - diensten de 3 sectoren

 

Regionale beeldvorming

Ons beeld wordt gevormd door dit lesboek. 

De overheid bepaald dat we dit moeten weten. Wij in onze klas horen hetzelfde van onze docent, maar, we hebben andere denkwijzens. Doordat we dingen anders zien et cetera. 

We kijken bijvoorbeeld naar filmpjes en horen reisverhalen van onze familie, hierdoor hebben we allemaal een andere perceptie.

Examenoverzicht boekje

Iedereen heeft dus een stereotype beeld van Zuid-Amerika: dat is een vaststaand, overdreven en versimpeld beeld van de werkelijkheid. 

Beeldvorming wordt vaak door de media bevestigd, ze zenden vaak positieve beelden uit maar er zijn ook negatieve dingen als gated communities naast krottenwijken. 

Zowel stereotype beelden als geografische beelden van Zuid-Amerika zijn van invloed op hoe mensen en bedrijven zich gedragen ten opzichte van de regio. 

 

LAND

HOOFDSTAD

Argentinië

Buenos Aires 

Bolivie

La Paz

Brazilië

Brasilia

Chili

Santiago

Colombia

Bogota

Ecuador

Quito

Frans-Guyana

Cayenne

Guyana

Georgetown

Paraguay

Asuncion

Peru

Lima

Uruguay

Montevideo

Suriname

Paramaribo

Venezuela

Caracas 

 

Daarnaast behoren de Galapagoseilanden en de Juan Fernandez Eilanden in de Grote Oceaan tot Zuid-Amerika 

Zuid-Amerika wordt beschouwd als een regio, maar in deze regio zijn grote verschillen tussen landen en binnen landen

  • 1.2  Ongekende natuur 

De Atacama Woestijn in het noorden van Chili die tussen het Andesgebergte en de Grote Oceaan in ligt is het droogste gebied ter wereld met 15 mm neerslag jaarlijks. Door de El Nino was het zeewater heel warm waardoor er extra verdamping kwam waardoor de woestijn in een desierto florido veranderde (de bloeiende woestijn.) 

 

Klimaat in de tropen

Het klimaat in Zuid-Amerika wordt bepaald door verschillende factoren:

-Breedteligging -Zeestromen -Drukgebied -Windpatronen -De ligging van gebergten

 

Een groot deel van Zuid-Amerika ligt in de tropische luchtstreek. Door de zon is het hier altijd warm. 

De lucht stijgt op en en aan het aardoppervlak ontstaat een lagedrukgebied. → De afgekoelde lucht condenseert in de atmosfeer en vormt wolken met neerslag. 

 

Het lagedrukgebied, de ITCZ (intertropische convergentiezone) staat in juli en augustus op ruim 10° N.B. en in januari op 20° Z.B. 

Door de verschuiving van de ITCZ verschuiven de regengebieden ook, waardoor afhankelijk van de ligging tropische klimaten voorkomen met een of twee natte en droge perioden per jaar.   

 

Invloed van passaten en oceanen 

Op de oceanen liggen in de omgeving van de keerkringen hogedrukgebieden. Vanaf die hogedrukgebieden waaien de winden op het noordelijk halfrond naar het zuiden en visa versa.

De noordoostpassaat en de zuidoostpassaat ontmoeten elkaar op de ITCZ. 

 

Bij de oostkant is de passaat aanlandig, hierdoor heeft de Atlantische oceaan grote invloed.

 De wind is vochtig en zorgt aan de loefzijde voor stuwingsregens, aan de lijzijde voor droogte. 

Er is zuidelijker langs de oostkust geen gebergte hierdoor trekt die vochtige lucht ver landinwaarts, dit zorgt voor neerslag. 

Ook heeft de oostkust invloed van de Zuid-Equatoriale stroom. Door de oostelijke punt die in zee steekt wordt de warme zeestroom die daar is gedwongen zich in twee te splitsen → Brazilië Stroom en Zuid-Equatoriale stroom. Bij Kaap Frio is weer een punt waardoor de Brazilie stroom afbuigt en de Falklandstroom kan doordringen. 

 

Aan de westkant heeft de Grote Oceaan niet heel veel invloed omdat de ligging van de Andesgebergte en de aflandige passaatwinden zorgen dat hij niet heel diep landinwaarts  invloed kan hebben. 

Er stromen koude zeestromen: de Peru-en Humboldtstroom, dit maakt het daar kouder dan het normaal zou zijn op die breedtegraad. De koude lucht boven de Grote Oceaan zorgt voor weinig waterdamp, waardoor er weinig neerslag valt. 

→ Dat zorgt samen met de ligging voor de Atacama Woestijn die soms erg onder mist staat wanneer de koude zeelucht het land op kruipt. 

 

Klimaat en weer in het Zuiden 

De zuidpunt heeft langs de kust een gematigd zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (Cf.) Dat komt door:

  • De aanlandige westelijke winden → met veel neerslag 
  • Dit effect wordt versterkt door de stuwingsneerslag aan de loefzijde van de bergen. 

Aan de lijzijde van het gebergte is een woestijn-en steppe klimaat. 

 

Het zuiden van Patagonië ligt op 55° Z.B. dit is op de hoogte van Zuid-Scandinavië (die is N.B.) In de winter kan de poolwind die van Antarctica afkomt het land erg koud maken, met temperaturen tot wel -30°C en hevige sneeuwstormen. Deze koude winden noemen ze Pamperos. Dit kan de hele koffieoogst vernietigen. 

 

Koud, opwellend water

Koud water → geen/amper neerslag. 

Warm water → veel neerslag. 

Het koude water aan de westkust van Zuid-Amerika zit vol met voedingsstoffen, hierdoor veel dieren en planten. 

El Nino

Elke drie tot acht jaar komt de El Nino, dit is een verandering van luchtdruk en zeestromen in de Grote Oceanen. Een periode van twee a drie maanden komt er een afwijkend weertype. 

De El Nino (het kerstkind) zorgt voor: 

  • De passaatwinden nemen in kracht af
  • De zuidoostpassaat is dan te zwak om het water bij de Zuid-Amerikaanse kust weg te blazen
  • Vervolgens geen koud water meer bij de kust
  • Ten zuiden van de evenaar boven de Grote Oceaan gaat er een westelijke wind waaien
  •  Bij de westkust van Zuid-Amerika wordt warm oppervlaktewater aangevoerd
  • Het water kan tot 3 graden warmer zijn dan normaal

El Nino kan zorgen voor aardverschuivingen, overstromingen, bosbranden, droogte, honger, bloemen in de woestijn, veesterfte en modderstromen, in Ecuador, Peru en Paraguay. 

We weten niet waardoor de El Nino komt. 

De El Nino heeft een mondiaal effect. 

 

Normaal 

El Nino

Het regengebied ligt boven Zuidoost-Azië 

Het regengebied ligt boven de kust van Zuid-Amerika, bij de Grote Oceaan

Droge woestijngebieden

Heftige regenbuien in het woestijngebied

Koud water langs de kust in Zuid-Amerika

Geen koud water met plankton meer → vissen verdwijnen → visserij aangetast 

Vochtig Andesgebergte in Peru, Bolivia en Noordoost-Brazilie

Droog Andesgebergte in Peru, Bolivia en Noordoost-Brazilie → hierdoor bosbranden en veesterfte 

In Indonesië en de Filipijnen neerslag

In Indonesië en de Filipijnen geen neerslag

 

Tropische plantengroei 

De spreiding van de natuurlijke plantengroei in Zuid-Amerika komt grotendeels overeen met de spreiding van klimaten, met uitzondering van het Andesgebergte. 

 

Het grootste deel van Zuid-Amerika bestaat uit tropische regenwoud (=dicht ondoordringbaar bos in de warme tropen, heet ook wel Selva.)  

Een tropisch regenwoud is:

  • Altijd warm, minimaal 18°C
  • Valt veel neerslag, 2.000 mm per jaar

Het amazoneregenwoud is het grootste ter wereld, verspreid over 9 landen. 

Een tropische bodem is niet vruchtbaar omdat er weinig mineralen en humus achterblijft door de erge uitspoeling door de regen. De planten moeten mineralen snel opnemen voordat het uitgespoeld is. Door het ontbreken van humuszuren lossen ijzer- en aluminiumverbinding niet op en is de bodem rood van kleur, dit is een latosol

 

Alleen in de vulkanische gebieden en bij de oevers van rivieren is de bodem van betere kwaliteit. 

 

De mangrove (=Bos langs modderig tropische en subtropische kusten, in zoutmoerassen en slibrijke rivierdelta’s. heet ook wel vloedbos) is een bijzonder plantensoort in de tropen. Ze groeien in brak water (mengsel van zoet en zout) en komen voor langs rivierdelta’s en langs de kust. 

De wortels van de mangrove kunnen alsnog zuurstof opnemen wanneer de grond zout is doordat de wortelen boven de grond uitsteken. De wortels voorkomen erosie en stormschade. 

 

Van savanne tot woestijn

Het tropische regenwoud gaat over naar een gebied met bossen: licht tropische bossen. Nog verder weg kom je bij de savanne (Landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken.) uit, hier valt zo 4-6 maanden geen regen. 

Er zijn drie typen savanne: llanos, cerrado en caatinga

 

  • cerrado

 

Een boomsavanne 

 

  •  llanos

 

Een grassavanne 

 

  • caatinga

 

Een savanne met doornachtige struiken 

 

In het oosten van Argentinië ligt de pampa = vochtige grassteppe. Ze zijn vrij vruchtbaar omdat er nog redelijk wat neerslag valt. 

Het zuiden van Patagonia bestaat uit steppe = Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes. Hier is minder neerslag, waardoor de grassen lange wortels hebben, veel rundveehouderijen. 

 

De westkust van Zuid-Amerika van noord naar zuid:

  • woestijn (geen planten, soms oase) 
  • woestijnsteppe (matige planten, cactus) 
  • mediterrane vegetatie (altijdgroene loofbomen en struiken, aangepast aan de zomer) 
  • zomergroen loofwoud (is in koel vochtig klimaat, veel planten) 

Deze strook wordt begrensd door het Andesgebergte. 

Opvallend is verschillende klimaten, bodems en vegetaties die je passeert van de voet tot de top van de andesgebergten. 

 

Grote rivieren 

De Amazone, Orinoco en Parana stromen in de richting van de Atlantische Oceaan. 

De stroomstelsels van de Orinoco en Amazone zijn zeer breed en diep en hebben een hoog debiet. Het stroomgebied van de Amazone beslaat 40% van het landoppervlakte. 

De paraguay/parana voert veel minder water af omdat het door een droger gebied heen gaat.

 

Het regiem van een rivier, de verdeling van de waterafvoer over een jaar, wordt vooral bepaald door de neerslag en de verdamping. Maar in Zuid-Amerika wordt het ook beïnvloed door de ITCZ, de afvoer van smeltwater van de Andes en de tijdelijke opslag van water in de ondergrond of in de overstromingsvlakte vertraagt de afvoer van water. Er wordt water opgeslagen in de Wetlands (moerassen.) 

 

De twee noordelijke rivieren vervoeren veel zand en klei. Het sediment kleurt de rivier een specifieke kleur. 

De amazone heeft onwijs veel sediment meegebracht waardoor er een mega delta is kunnen ontstaan. 

 

In de Amazone zijn veel stuwdammen gebouwd, waardoor de doorstroming van het water wordt gereguleerd. De waterkrachtcentrales bij de dammen produceren veel elektriciteit, ook wordt er veel water opgeslagen voor drinkwater en irrigatie. 

 

Opdrachten

Rond de steenbokskeerkring valt aan de oostkust van Zuid-Amerika in januari veel meer neerslag dan aan de westkust. Beschrijft drie oorzaken van het ontstaan van dit verschil in neerslag: 

  • Voor de oostkust bevindt zich een warme zeestroom voor de westkust bevindt zich een koude zeestroom
  • De oostkust staat onder invloed van aanlandige wind, de westkust staat onder invloed van aflandige wind. 
  • De lucht stijgt bij de oostkust, loefzijde. Bij de westkust daalt de wind, lijzijde.

 

Waar komt de mist bij de westkust van Zuid-Amerika, bij de atacamawoestijn vandaan?

  • Dit komt doordat er warme lucht is die in aanraking komt met het koude zeewater van de peru-stroom. Waardoor de waterdamp in de lucht gaat condenseren tot hele kleine druppeltjes, mist.

 

Wat is El Nino?

  • El Nino is het tijdelijk stoppen van het opwellen van koud zeewater bij de kust van Peru. Het verschijnsel komt voor op de Grote Oceaan. El Niño kan door het warme zeewater bij Zuid-Amerika droogte veroorzaken in Australië.

Waarom valt er tijdens een El Nino in Peru veel meer regenwater dan normaal?

  • Er waait een westelijke wind die een lange weg over het warme oceaanwater heeft afgelegd: er is dus veel waterdamp opgenomen. Bij de kust zal de lucht boven het land stijgen en de lucht zal afkoelen waardoor de waterdamp condenseert en er wolken ontstaan.

Onder normale omstandigheden valt er in Indonesië veel neerslag, waarom? 

  • Normaal gesproken waait de oost passaat bij Indonesië. Daardoor wordt er veel warme, vochtige lucht aangevoerd. De vochtige lucht stijgt boven het land, waardoor er stijgingsregens ontstaan.

 

Leg uit hoe de Orinoco en Amazone allebei een delta mondingen hebben:

  • Twee exogene processen gevraagd:
  • 1) de aanvoer van sediment door de rivier: bij veel sedimentaanvoer kan een grote delta worden opgebouwd
  • 2) de mate van erosie door de zee: als gevolg van golfwerking / getijdenwerking kan sediment weer worden meegevoerd en verdwijnen

Beredeneer waarom het debiet tussen januari en juli bij de rivier de Paraná niet heel groot is:

  • In januari krijgt de rivier veel water van de stijgingsregens, en in juli krijgt de rivier veel water dat in het noorden is gevallen en dat een half jaar later vrijkomt uit de grote moerassen van de Pantanal.

Beredeneer waarom het debiet tussen januari en juli bij de rivier de Paraná niet heel groot is:

  • In januari krijgt de rivier veel water van de stijgingsregens, en in juli krijgt de rivier veel water dat in het noorden is gevallen en dat een half jaar later vrijkomt uit de grote moerassen van de Pantanal.

Aantekeningen

Convergeren = naar elkaar toe bewegen. 
De Atacamawoestijn is de droogste woestijn van de wereld. 

In Zuid-Amerika is er in het Noorden het meeste regen.

Dicht bij de evenaar → De warmte stijgt op. Het reist dan naar een plek waar het 

 

Neerslag

Stijgingsneerslag → komt in de tropen voor. Dat is het gebied rond de evenaar waar het tropische regenwoud is. Er valt daar veel neerslag omdat er overdag door de sterke zon veel verdamping plaatsvindt. S’avonds als het af begint te koelen vindt de condensatie plaats en kan er in een hele korte tijd heel veel wolken ontstaan. Dan gaat het heel hard regenen. De lucht die uitgeregend is en dus hoog in de lucht naar andere plekken toe reist, begint te dalen. Op de plekken waar de lucht gedaald is is het vaak heel droog. 

Stuwingsneerslag → Vanuit de zee vindt er verdamping plaats. De lucht stijgt een beetje en er vindt condensatie plaats. Als de lucht tegen de berg aan wordt geblazen stijgt de lucht nog meer en het begint te regenen. Dit heet stuwingsneerslag. Aan de andere kant van de berg regent het niet want dalende lucht kan meer vocht is gasvorm bevatten, dit gebied noem je ook wel de regenschaduw, een droog gebied.  

 

Frontale neerslag → Bij frontale neerslag botst koude en warme lucht met elkaar . De warme lucht begint te stijgen die koelt af en het begint te regenen. 

De ITCZ lijn gaat anders wanneer hij over land en over zee gaat dit komt omdat land snel opwarmt en snel afkoelt en de zee koelt niet snel af en op, daardoor is er op zee ook minder opstijgende lucht. 

 

Chaco Laag = lage druk gebied los van alle passaten et cetera. Het is een uitvloeisel van de ITCZ. 

Van januari tot maart is het zomer in Zuid Amerika. 

 

Aride = droog

Semi-aride = een beetje droog 

Humide = nat

 

De La Nina is een afgezwakte versie van de El Nino

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.