5.1 Migratie in de wereld
Migratiepatroon
Migratie over de wereld→80 procent binnenlandse migratie = verhuizen binnen hun land.
Buitenlandse migratie= vestigen in een ander land.
Ze zijn emigranten voor het land dat ze verlaten en immigranten in het land waar ze zich vestigen.
Waarom migreren mensen?
Arbeidsmigranten:
- grootste groep
- verhuizen, omdat ze een betere toekomst verwachten in een welvarender land
- economische redenen, bijvoorbeeld beter werk en inkomen
- belangrijkste oorzaak= de aanhoudende arbeidsvraag naar lager en hoger opgeleide migranten in welvarende landen
Internationale studenten:
- steeds grotere groep migranten
- studenten blijven na afronden studie in het bestemmingsland, omdat zij daar werk vinden
Vluchtelingen:
- op de vlucht voor oorlog of omdat ze vervolgd worden vanwege hun geloof, mening of seksuele voorkeur
- politieke redenen
Asielzoeker:
- iemand die erkenning als vluchteling zoekt
Gezinsmigranten:
- mensen die verhuizen omdat ze een andere migrant volgen
- sociale redenen
Gezinshereniging:
- een migrant die eerder is vertrokken laat zijn gezinsleden overkomen
Gezinsvorming:
- laat een vrijgezelle migrant een partner uit haar of zijn herkomstland overkomen
De allerarmsten lopen het grootste risico, want ze hebben niet de middelen om te vluchten.
Aspiraties en mogelijkheden
Meeste migranten:
- komen uit middeninkomenslanden (Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen)
- relatief hoge opleiding
- komen niet uit de armste families
Economische groei en ontwikkeling leidt vaak tot meer emigratie→
Vooral jongeren, hoog opgeleide, mensen met geld en mensen met veel contacten kunnen vertrekken. Zij hebben de hoogste aspiraties= de wens om de eigen situatie te verbeteren: beter werk voor de arbeidsmigrant. En de meeste mogelijkheden= de middelen om de aspiraties uit te voeren, niet iedereen heeft de middelen daarvoor.
Kettingmigratie en migratienetwerken
Kettingmigratie= het verschijnsel dat eenmaal gestarte migratie vaak leidt tot méér migratie→spelen migratienetwerken een grote rol= de relaties die thuisblijvers en migranten met elkaar onderhouden. Voor nieuwe migranten makkelijker om te migreren, ze horen welke kansen er zijn, krijgen hulp bij de reis, het verkrijgen van papieren en het zoeken naar werk.
5.2 Gevolgen voor de herkomstgebieden
Demografische gevolgen van migratie
Arbeidsmigratie verandert de omvang en de samenstelling van de bevolking in het herkomstgebied= gebied waar migranten vandaan komen.
vertrekken→jonge mannen en vrouwen
blijven achter→oude mensen en partners en kinderen
Zo ontstaan onevenwichtige bevolkingsopbouw.
Economische gevolgen van migratie
Arbeidsmigratie zorgt voor:
- geldzendingen= geld dat arbeidsmigranten naar het herkomstgebied sturen
→leidt vaak tot enorme verbetering van de levensstandaard van families in herkomstgebieden
→investeren in bedrijfjes, landbouw, scholing, gezondheidszorg en vooral in huisvesting
- inkomensverschillen worden groter, want allerarmste krijgen geen geldzendingen
- werkloosheid neemt af
→niet gunstig, want meestal de meest ondernemende arbeidskrachten zijn weggegaan
Sociaal-culturele gevolgen van migratie
thuisblijvers krijgen goede berichten van de vertrokken migranten en het hogere welstandsniveau van migrantenfamilies steeds meer aspiraties.
→ Zo ontstaat een migratiecultuur waarbij maatschappelijk succes en prestige aan migratie wordt gerelateerd. Ook krijgen mensen nieuwe ideeën, normen en waarden→Migratie kan hierdoor moderniseringsprocessen versnellen.
Terugkerende migranten→hogere sociale status→de sociale stratificatie verandert→aanzien van families niet meer gebaseerd op etnische afkomst of sociale klassen, maar op hoeveelheid geld dat ze krijgen toegestuurd.
Migratie→leidt soms tot braindrain= het verschijnsel dat hoger opgeleiden een land verlaten om elders een hoger salaris en beter werk te vinden.
Tegenovergestelde is braingain= migratie van hooggeschoolden leidt daar dan toe door een overdracht van nieuwe kennis en innovatie naar herkomstlanden.
Migratie, ontwikkeling en retourmigratie
Je kan voorspellen of er migratie gaat plaatsvinden of niet met de termen aspiraties en mogelijkheden.
Gebied met veel armoede→aspiraties beperkt. Niet veel scholing en niet bewust dat het beter kan. Ook nauwelijks mogelijkheden en geld om te vertrekken. Men wil niet en men kan niet →vindt niet veel migratie plaats
Stijgt welvaarts- en opleidingsniveau→aspiraties groter, maar nog niet genoeg mogelijkheden Men wil wel, maar men kan niet.
voldoende welvaart= voldoende mogelijkheden. En ze hebben geld. Onderwijs en toegang tot informatie→aspiraties nemen toe. Men wil wel en men kan het ook.
Nog beter met de economie→aspiraties nemen af→niet graag emigreren. Men wil niet meer, maar kan het nog wel.
Steeds vaker komen de mensen terug naar het gebied→ontstaat retourmigratie= terug verhuizen→zulke gebieden worden vaak zelf bestemmingsgebieden voor migranten uit armere gebieden of landen.
REACTIES
1 seconde geleden