Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Basisboeknummers Hoofdstuk 2

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 730 woorden
  • 15 augustus 2005
  • 164 keer beoordeeld
Cijfer 6
164 keer beoordeeld

B23 Temperatuurfactoren - Hoe verklaar je temperatuurverschillen op aarde? Eerst moet je twee dingen weten. - Aardoppervlak wordt verwarmd door de zon - De zon is een ster - De temperatuur wordt beïnvloed door vijf temperatuurfactoren: - De breedteligging (Hoe hoger de breedte, hoe kouder) - De hoogteligging (Hoe hoger op een berg, hoe kouder) - De samenstelling van het aardoppervlak (Water of land?) - De aanvoer van kou of warmte van elders (door wind en zeestromen) - De ligging van gebergten (wel of niet beschut) B24 Breedteligging en temperatuur - Hoge breedte: Koud: Lage breedte. Warm: houdt verband met zonshoogte - Tropen: Hoge zonnestand, stralen vallen recht in - Polen: Lage zonnestand, stralen vallen schuin in.
B25 Zonnestand en temperatuur - Twee vragen over zonshoogte en temperatuur: - Waardoor staat de zon bij de evenaar loodrecht en bij de polen schuin? Stralen vallen evenwijdig in op een bol oppervlak. Maar één straal valt loodrecht in, bij de evenaar. De andere stralen vallen allemaal schuin in. Naar de polen toe steeds schuiner. - Waardoor geven rechte stralen meet warmte? Schuine stralen moeten een groter oppervlak verwarmen. - Schuine stralen hebben een langere weg door de damkring: meer kans op terugkaatsing. B26 Hoogteligging en temperatuur - Dichter bij de zon, toch kouder - Zonnestralen verwarmen het aardoppervlak – niet de dampkring. - Dampkring wordt van onderaf verwarmd. Warmtebron: de door de zon opgewarmde aardkorst. Hoe hoger, hoe kouder: 1000 meter stijgen = 6º kouder B27 Land of water en temperatuur - Verschil in verwarming tussen land en water. - Land wordt warmer maar ook kouder dan water; land wordt sneller warm en sneller koud dan water. - Gevolgen voor de luchttemperatuur: - Boven zee: Kleine verschillen in temperatuur, langzame wisselingen van temperatuur. Zee heeft matige invloed op het klimaat - Boven land: Grote verschillen in temperatuur, snelle wisselingen van temperatuur B29 Zeestromen en temperatuur - Als de wind langdurig boven de zee in een richting waait ontstaan er zeestromen. Deze kunnen warm water uit de tropen naar de poolstreek voeren, en ook andersom. - Een zeestroom kan veel invloed hebben op de temperatuur, een voorbeeld daarvan is Hammerfest, een kustplaats bovenin in Noorwegen, het is daar maar een paar graden onder nul omdat de Noorse kust een warme zeestroom heeft. B30 Gebergte als temperatuurscheiding - Wind kan gehinderd worden door een gebergte. - Bijvoorbeeld Scandinavië in de winter. De golfstroom brengt warm water uit de tropen naar de Noorse kust. De westenwind zorgt daarvoor. Maar het Scandinavische Hoogland houdt dat tegen. De Noorse kustplaatsen profiteren daarvan omdat hun havens niet dichtvriezen, aan de Zweedse Oostkust, achter het gebergte, vriezen de havens wel dicht en blijft het koud. - Een ander voorbeeld zijn de Alpen, deze beschermt als een soort muur Zuid-Europa tegen de koude Noordenwind. Aan de noordkant van de Alpen is het dus kouder aan de Zuidkant. Een gebergte is dus vaak een scheidmuur tussen 2 gebieden met verschillende klimaten.
B35 Ontstaan van neerslag - Dampkring bevat water in twee vormen: Onzichtbaar: waterdamp. Zichtbaar: water of ijs. Neerslag = Water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerslaat. - Hoe ontstaat neerslag? Door afkoeling van de lucht. In koude lucht kan minder waterdamp dan in warme. - Hoe kan lucht kouder worden? Door stijging. Voorbeeld: tegen een gebergte. - Loefzijde = Windzijde; Lucht, dat stijg -> neerslag - Lijzijde = Uit de wind; Lucht, dat daalt -> droog, gebied aan de lijzijde ligt in de regenschaduw B50 Droge gebieden - Twee soorten: woestijnen en steppen - We noemen een gebied droog als er te weinig neerslag valt voor onderbouw. Gevolg = dun bevolkt. - Grootste probleem: Hoe kom je aan water Antwoord: Grondwater of water van elders of door rivier of door pijpleiding. - Plantengroei erg kwetsbaar. Vooral grensgebied steppewoestijn. - Menselijke oorzaak: overbeweiding - Natuurlijke oorzaak: onbetrouwbare neerslag. B84 Veranderingen in bevolkingsaantal - Veranderingen in bevolkingsaantal worden veroorzaakt door een combinatie van natuurlijke veranderingen en migratie. - De natuurlijke veranderingen in het bevolkingsaantal wordt bepaald door geboorte en sterfte. Geboorteoverschot = Als er in een jaar meer mensen geboren worden dan sterven Sterfteoverschot = Als er in een jaar meer mensen sterven dan er geboren worden. - Migratie wordt door 2 bepaald door 2 dingen: immigratie en emigratie. Vestigingsoverschot = Als er in een jaar in een land meer mensen binnenkomen dan er vertrekken. Vertrekoverschot = als er in een jaar in een land meer mensen vertrekken dan binnenkomen.

REACTIES

I.

I.

sorry, maar ik vind het een onhandige samenvatting

12 jaar geleden

T.

T.

korter samenvatten

11 jaar geleden

M.

M.

alsof jij beter kan

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.