Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Basisboeknummers

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1061 woorden
  • 5 februari 2009
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
B 160- Ontwikkelingspijl

Rijk of arm kan worden aangegeven door ontwikkelingspijl. Ontwikkeling is gemakkelijk te herkennen. En is van grote invloed op gebieden. Er zijn kaarten die ontwikkeling laten zien, daar wordt gekeken naar het BNP. Landen waar mensen het goed hebben zijn ontwikkelde landen en landen waar mensen het slecht hebben zijn ontwikkelingslanden.

B 162- Kenmerken van ontwikkeling


Je kunt zien of een land ontwikkeld is aan het BNP en de eerste levensbehoeften.

B 163- Basiskenmerken: Inkomen


Je kunt zien hoe het met de economie van een land gaat aan de BBP (bruto binnenlands product) of BNP (bruto nationaal product). Dat zijn de miljarden euro’s die alle mensen in een land samen verdienen. Toch is er een nadeel als een land heel arm is en er zijn een paar hele rijke mensen klopt het BBP of BNP al niet meer.


B 170- Percentage beroepsbevolking in de eerste sector


Bestaansmiddelen zijn verdeeld in drie sectoren:
-landbouw
-industrie
-diensten
In ontwikkelingslanden werkt het grootste deel van de bevolking in de landbouw in een ontwikkelt land is dat de dienstensector.
Ook in soort werk is er een verschil in de ontwikkelingslanden hebben mensen een boerderij die zelfverzorgend is in de ontwikkelde landen wordt de oogst voor commerciële doeleinden gebruikt.

B 172- percentage beroepsbevolking in de derde sector


In een rijk land is de dienstensector de grootste.
In de diensten is er een groot verschil als je kijkt in een ontwikkelt land of een ontwikkelingsland. In een ontwikkelt land is het de best betaalde sector en in een ontwikkelingsland juist niet.

B 174- percentage stedelingen


In rijke landen woont 75-90% van de bevolking in steden. In minder ontwikkelde landen is dat 40% en in de minst ontwikkelde landen maar 25%. In ontwikkelingslanden is het percentage stedelingen dus erg laag, maar toch te hoog. Daardoor komen er Bidonvilles (blikken stad)

B 100- Leeftijdsgrafieken-


Leeftijdsgrafiek is staafdiagram dat leeftijdsopbouw van de bevolking laat zien. De staven zijn door tweeën gedeeld. Links staan de mannen en rechts de vrouwen.


B 102- Demografische druk


In leeftijdsopbouw zijn drie groepen:
-jongeren 0-19 jaar
-productieven 20-65 jaar
-ouderen 65+
In de groep productieven zitten de mensen die werken. De verhouding tussen de productieven en de niet-productieven noem je demografische druk.

B 169- Tempo bevolkingsgroei


De bevolking in de derde wereld groeit sneller dan in de rijke landen. In rijke landen liggen de geboortecijfers tussen 10 en 15. in arme landen is dat tussen de 25 en 35.

B 164- Basiskenmerk: eerste levensbehoeften


Bij verschillen in ontwikkeling kijk je niet alleen naar BNP, maar ook naar eerste levensbehoeften. Dit zijn de dingen die je echt nodig hebt om te kunnen leven.
Voedsel:
Elke dag heeft een mens minimaal 10.000 kilojoules aan eten nodig, maar dat is niet het enige je hebt ook nog eiwitten en vitaminen nodig en die zeggen dus wat over het voedsel in een land.
Huisvesting:

Iedereen heeft een huis nodig dat stevig gebouwd moet zijn en genoeg ruimte heeft.
Onderwijs:
Onderwijs is de opleiding van de mensen . mensen boven de 15 die niet kunnen lezen of schrijven zijn analfabeten.
Gezondheidszorg:
Zijn er genoeg ziekenhuizen per persoon?

B 165- Voedsel


Een mens moet elke dag eten. Dat is toch wel de eerste. Toch is er in veel landen honger. Er zijn 2 verschillende soorten honger.
Kwalitatieve honger:
De mensen krijgen wel genoeg eten, maar niet genoeg vitaminen en mineralen die ze nodig hebben.
Kwantitatieve honger:
De mensen krijgen gewoon niet genoeg eten.

B 166- huisvesting


Goede huisvesting is 1 van de 4 eerste levensbehoeften. Een goed huis is stevig, groot en bied bescherming tegen regen wind enz. op het plattenland voldoen de huizen daar wel aan. Maar in de krottenwijken in de stad niet.

B 167- Onderwijs


Lezen een schrijven zijn de belangrijkste dingen die je leert op school. In ontwikkelingslanden zijn er veel kinderen die niet naar school gaan. Hierdoor zijn er veel analfabeten.


B 168- Gezondheidszorg


Mensen die ziek zijn moeten worden geholpen. Mensen in arme landen worden snel ziek door de slechte hygiëne.
Er is geen schoon water doordat mensen de rivieren gebruiken om in te wassen, behoeftes te doen en om uit te drinken.
Ook zijn er niet genoeg artsen.

B 179- kolonisatie en dekolonisatie


Overzeese gebieden worden koloniën genoemd. In de eerste paar eeuwen werden koloniën gebruikt als leveranciers van exotische producten. Rond 1850 kwam er een moderne industrie en werden er op de kolonies plantages aangelegd.

B 188- Tariefmuren

De handel tussen landen kan soms belemmerd worden door invoerrechten. Hierdoor zijn veel dingen duurder.

B 29- Soorten klimaten


Er zijn verschillende klimaten:
-poolklimaat
-tropisch klimaat
-zeeklimaat
-landklimaat
-droog (aride) klimaat

B 51- Klimaatsystemen van Köppen


Köppen onderscheid klimaten in 5 zones A,B,C,D en E. hij heeft daarbij gekeken naar de plantengroei. A is het warmst en E het koudst.

B 56- Reliëf


Reliëf is hoogteverschil in landschap.

<200 M. Laagland
200-500 M. Heuvelland
500-1500 M. Middelgebergte
1500> Hooggebergte

B 32- temperatuurfactoren


Temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door temperatuurfactoren.

B 33- Breedteligging en temperatuur


Op aarde zijn er grote verschillen in temperatuur. Die worden veroozaakt door temperatuurfactoren.

B 36- Hoogteligging en temperatuur


De hoogteligging is van invloed op de temperatuur. Hoe hoger je gaat hoe kouder het word.
B 38- Windrichting en temperatuur
Windrichting heeft veel invloed op de temperatuur. In Nederland zorgt Oostenwind voor een andere temperatuur dan Westenwind.

B 39- Zeestromen en temperatuur


Als wind langdurig in 1 richting waait kunnen er zeestromen ontstaan. Die kunnen warm of juist koud water vervoeren. Een zeestroom heeft invloed op de temperatuur van een land.


B 45- Ontstaan van neerslag

Neerslag heeft te maken met opstijgende lucht. Bij de evenaar stijgt de lucht op en neemt verdampt water mee.

B 101- vergrijzing en ontgroening


Een belangrijk bevolkingskenmerk is de leeftijd van de bevolking.
Vergrijzing- meer mensen boven de 65
Ontgroening- vermindering mensen tot 19 jaar

B 107- Cultuurgebieden


Je kunt de wereld in 7 grote cultuurgebieden indelen. Als je inzoomt op een bepaald gebied kun je daar ook nog verschillen ontdekken.

B 125- arbeidsmarkt-


Op de arbeidsmarkt komen vraag naar en vraag van arbeid bij elkaar. In elk land verschillen de inkomen. Er bestaan erg arbeidsintensieve banen die worden vaak uitgevoerd in de zogenoemde lagelonenlanden.

B 124- Grondstof of markt


Elk bedrijf moet nagaan waar het zich moet vestigen. Bedrijven die grondstoffen zoals olie nodig hebben kunnen het best bij plekken zitten waar die grondstof te vinden is.

B 192- Economische systemen

De manier hoe goederen zijn geregeld in de staat noem je een economisch systeem. In een kapitalistisch land word de productie geleid door particulieren.

In een communistisch land door de regering dit noem je planeconomie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.