Aardrijkskunde Aarde hoofdstuk 2
§1 – Klimaatveranderingen opsporen
Een verandering in de omvang van gletsjers of ijskappen duidt op klimaatverandering; zowel temperatuur als de neerslag of beide.
Een ijskap is een massa ijs die zich in een polair klimaat onafhankelijk van de ondergrond en soms gedeeltelijk boven zee heeft ontwikkeld. Denk aan Groenland en Antarctica. De ijskap is het accumulatiegebied en alleen de randen zijn de afsmeltzones. Hier kalft het ijs ook af (geleidelijk in het water vallen), waardoor er ijsbergen ontstaan. Door de omvang reageert een ijskap relatief langzaam op klimaatverandering.
Alleen in het hooggebergte komen (dal)gletsjers voor. De vorm wordt bepaald door het gebergtereliëf.
Er is hier een duidelijk onderscheid tussen de accumulatiezone en de afsmeltzone. De scheiding tussen deze twee heet de sneeuwgrens. De stroming van het ijs wordt veroorzaakt door een combinatie van zwaartekracht en druk. Gletsjers zijn relatief klein en worden zwaar beïnvloed door het klimaat.
Om klimaatverandering aan te duiden moet er worden gekeken naar het klimaat over een lange periode van tijd. Gegevens over het paleoklimaat, het klimaat uit het verleden,zijn noodzakelijk. Hierover beschikken we alleen over indirecte bronnen (proxydata) . Hiermee kun je zo’n 1000 jaar terug gaan.
- We kunnen bijvoorbeeld naar de historische tijdschaal kijken, denk aan graanprijzen.
- Verder kunnen we naar biologische bronnen kijken : pollenanalyse. Pollen zijn de stuifmeelkorrels van planten. Deze geven een indruk van de vegetatie op een bepaald moment.
Je kan ook naar boomringen kijken. De temperatuur en neerslag hebben invloed op de groei. Hogere temperaturen en meer neerslag zorgen voor bredere ringen.
Ook koralen geven informatie. Ze groeien zo langzaam dat we wel tot 10.000 jaar terug kunnen gaan als we naar hun chemische samenstellingen kijken.
- Er zijn ook aanwijzingen uit geologische bronnen. Denk aan ijskernen: luchtbelanalyse geeft informatie over de samenstelling van gassen in de lucht als CO2 en vulkaanactiviteit. Hoge temperaturen worden aangeduid door meer zware zuurstofatomen (deze zijn verdampt en kwamen in het ijs terecht).
Geologische afzettingen en landschapsvormen geven op de grootste tijdschaal informatie.
§2 – De natuurlijke oorzaken van klimaatveranderingen
Klimaatverandering kan komen door een verandering in de toevoer van zonne-energie. Dit kan variëren door:
- Schommelingen in de helderheid van de zon. Af en toe zijn er zonnevlekken die wijzen op een actievere zon met korte explosies van energie op het zonneoppervlak. De zon straalt zo iets meer kortgolvige straling uit. Dit gebeurt ongeveer om de 11 jaar.
- Veranderingen in de aardbaan rondom de zon. De energie die op aarde terechtkomt hangt af van de afstand tot de zon en de helling van de aardas ten opzichte van de aardbaan. De hoeveelheid zonneenergie varieert door:
- Een verandering in de vorm van de aardbaan om de zon. Deze vorm verandert van elliptisch naar cirkelvormig en weer terug. Zo is de aarde soms dichterbij en soms verder weg.
- Een verandering van de scheefheid van de aardas. De hoek van de aardas is ligt tussen 65,5 graad en 68,5 graad. Hierdoor is de ligging van de keerkringen (waar de loodrechte zonnestand keert) ook niet constant. Hoe groter de hoek van de aardas hoe meer straling naar de polen gaat – dus hoe kleiner de hoek, hoe meer kans op ijsvorming.
- Een verandering in de tolbeweging van de aardas. Door de tolbeweging zwabbert de aarde wat. Dit heeft invloed op de plaats waar de meeste zonnestraling op aarde terechtkomt en de hoek van die straling. Soms is de straling dus intensiever dan anders.
Er zijn ook veranderingen in de samenstelling van de atmosfeer. Hierdoor worden de binnenkomende kortgolvige straling van de zon en de uitgaande langgolvige straling beïnvloed. De samenstelling (stralingsbalans, energiebalans) kan veranderen door:
- Toename van vulkanische activiteit. Door de vele asdeeltjes die in de lucht terechtkomen gaat de temperatuur omlaag. Vooral als de asdeeltjes hoger dan 25 km komen, blokkeren ze de zonnestraling. Dit heeft invloed op de hele wereldtemperatuur (as wooshes). Door magma komt er veel CO2 in de lucht.
- Inslagen van meteorieten. Meteorieten raken als een grote vuurbol de aarde met de kracht van een atoombom en veroorzaken kraters van 100300 km. Wat eerst op dat gebied stond, wordt de lucht in geshwoopst wat leidt tot een toename van stof van verpulverd gesteente in de atmosfeer. Doordat dit een sterk afkoelend effect heeft, heet dit een meteoritische winter die de temperatuur tot 40 graden kan laten dalen. Waarschijnlijk is dit ook gebeurt met de most famous inslag die leidde tot catastrofale klimaatverandering en het uitsterven van de dinosauriërs.
Ook op aarde zelf kunnen er veranderingen door de natuur zijn.
- Veranderingen van het reflectievermogen van het aardoppervlak. Dit verandert de mate van reflectie van de kortgolvige straling van de zon aan het aardoppervlak. Hoe lichter (ijs) het oppervlak, hoe meer terugkaatsing van de straling. Doordat er steeds minder ijs is, wordt er minder straling teruggekaatst wat weer leidt tot meer opwarming. Dit is een vicieuze cirkel.
- Veranderingen in de ligging van de continenten. Hoewel deze veranderingen erg langzaam gaan, komen continenten op een gegeven moment in een andere klimaatzone te liggen. Hierdoor kunnen regenbossen veranderen in woestijnen. Dit heet passieve klimaatverandering, omdat het klimaat zelf niet verandert. Ook de rangschikking van de continenten heeft invloed op de zeestromen en hierdoor de vorming van ijskappen enz.
- Veranderingen in de loop van zeestromen. De vorm van de continenten is belangrijk voor de loop van de zeestromen. De warme Golfstroom kan door de verbinding tussen Noord en Zuid Amerika bijvoorbeeld doorstromen naar het noorden. Kijk ook eens naar het verschil van de winters op dezelfde hoogtegraad zoals de zachte winters in Nederland en de strenge winters in de VS! De Golfstroom heeft hiervoor gezorgd.
- De glaciale wip >.
§3 – de mens verandert het klimaat
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden