Samenvatting theorieboek
A | Algemene bepalingen verkeerswetgeving
verkeer/weggebruikers
- bestuurders: begeleiders van vee, voertuigen, ov
- voetgangers: skeelers, step, rollator, kinderwagen
voertuigen
- wagens: aanhangwagens (met evt. vee)
- motorvoertuigen: alles met motor, behalve: snorfiets/bromfiets en railvoertuigen
- overige voertuigen: fiets, handicapten voertuigen
scooters
- snor-: 25 km/u, blauw kenteken, geen helm
- brom-: 45 km/u, geel kenteken, helm
- motor-: 130 km/u, geel kenteken, helm
- -fiets: twee wielen
- -scooter: twee wielen met voorkant die niet meedraait
- -mobiel: vier wielen
de weg
- berm + trottoir + fietsstrook/fietspad + rijstrook + middenberm
- autoweg: 50 – 100 km/u
- snelweg (A-weg): 60 – 100 km/u (6-19), 60 – 130 km/u (19-6)
- spitsstrook: open, vrijmaken, dicht
- 4 stroken
- overige wegen:
- binnen bebouwde kom: 50 km/u (met aanhangwagen 50 km/u)
- buiten bebouwde kom: 80 km/u (met aanhangwagen 90 km/u)
- nationale weg (N-weg)
- Europese wegen (E-weg)
rijbaan
- fietsstrook + rijstrook
- kruispunt: wel van richting veranderen
- kruising: niet van richting veranderen
B | Bepalingen rijbevoegdheid en rijbewijzen
rijbewijzen:
- A: bromfiets (AM), motor (A)
- B: auto
- C: bestel- en vrachtauto’s
- D: bus
- E: aanhangwagens
- T: tractoren, langzaam rijdende voertuigen
B: auto
- B:
- 8 pers.
- tot. massa 3500 kg
- aanhangwagen max. 750 kg (behalve als: aanhangwagen + tot. massa < 3500 kg)
- B+: combinatie max. 4250 kg
- BE: tot. massa > 4250, max. massa aanhangwagen 3500 kg
geldigheidsduur
- normaal: 10 jaar
- tussen 70-75: 5 jaar
- beginner < 18: 7 jaar
alcohol in het verkeer
- beginner: 0,2 promillage
- langer dan 5 jaar: 0,5 promillage
- LEMA (lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer)
- EMA (educatieve maatregel alcohol en verkeer)
- EMG (educatieve maatregel gedrag en verkeer)
WAM (wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen)
- alle motorvoertuigen verplicht verzekerd
- geregistreerd op kenteken(bewijs)
C | inrichting, belading en slepen van voertuigen
lading
- deelbaar
- voor: niet uitsteken
- achter: max. 1 m uitsteken
- ondeelbaar
- voor: max. 1 m uitsteken
- achter: max. helft lengte auto uitsteken, bord nodig > 1 m
afmetingen
- lengte: max. 4 m (incl. lading)
- breedte: max 2,5 m (incl. lading)
- uitzondering op onverharde wegen: 2,2 m
- aanhangwagen: max. 2,55 m + 3 m uitsteken
- lading op dak: max. 20 cm uitsteken
aanhangwagen
- handrem: rood
- koppeling: trekhaak
- losbreekreminrichting: rood draad
- stroomkabel: grijs lijntje
- reflector aanhangwagen: rechthoekig oranje met rode lijn
- ondeelbare lading: vierkant rood – wit diagonaal gestreept
slepen
- lengte sleep: max. 5 m lang
- mag rode vlag tussen auto’s
- gesleepte auto
- bestuurder met rijbewijs
- beschouwd als aanhangwagen
D | techniek, onderhoud en controle van voertuigen
technische eisen
- niet verplicht: gevarendriehoek, brandblusser, veiligheidsvest en verbanddoos
- keuring: APK
- benzine/hybride: 4-2-1… jaar
- gas/diesel: 3-1… jaar
kenmerken
- banden
- profieldiepte: 1,6 mm – 4 mm
- altijd juiste bandenspanning: tussen 2 en 2,5 bar
- winter- en zomerbanden
- controlelampjes
- rood: stop
- oranje: actie ondernemen
- groen: controle lampjes
- blauw: controle grootlicht
E | gebruik gordels en helmen; zitplaats passagiers
gordel
- gordel altijd gebruiken (> 12 bekeuring voor jezelf)
- kinderen < 1,35 m en < 36 kg ⇾ kinderzitje (> 36 kg en gordel over nek)
- Maxi-Cosi voorin ⇾ airbag uit
- hoofdsteun ter hoogte van de bovenkant van je hoofd
F | milieubewust en energiezuinig rijden
energiebewust rijden
- categorieën: a (zuinig) – g (niet zuinig)
- zo kort mogelijk in 1e versnelling (snel schakelen)
- laten uitrollen van banden
- bandenspanning goed (minder kracht zetten)
- genoeg afstand houden van voorganger (op tijd reageren)
- motor uitzetten bij lang stilstaan (20 sec.)
weerstand en apparatuur
- meer lading = meer weerstand
- cruisecontrole bespaard brandstof
G | risico’s in verband met de toestand van de bestuurder
alcohol
- 1,5 uur in bloed
- 0,2 (beginner) / 0,5 (ervaren bestuurder, na 5 jaar)
- boete of rijbewijs ingenomen
drugs/medicijnen
- geen drugs
- geen medicijnen met sticker van reactievermogen vermindering
- geen slaapmedicijnen
emotie
- boos/verdrietig vermindert reactievermogen
- asociale rijders negeren en sociaal rijgedrag
H | risico’s in verband met de eigenschappen en de toestand van het eigen voertuig
oorzaak verkeersongevallen
- omgeving: boom
- voertuig: klapband, verkeerde bandenspanning
- mensen
voertuig eisen
- aquaplaning: slippen door water in groeven van band (door snelheid)
- anti-blokkeersysteem (ABS)
- wel: zo hard mogelijk remmen
- niet: pompend remmen
J | risico’s in verband met de aanwezigheid en het gedrag van ander verkeer
rekening houden met
- kinderen
- voetgangers (vaak geen licht)
- hulpdiensten met optisch- en/of geluidssignaal hebben voorrang
- waarschuwingsbord
afstand inschatten
- reactieafstand: afstand die het duurt voordat je doorkrijgt dat je moet remmen (v/4) + (10% van v)
- remafstand: afstand die het duurt om tot stilstand te komen (v/10)2 : 2
- stopafstand: reactieafstand + remafstand
sociaal en defensief rijgedrag
- zorgen dat iedereen blij is in het verkeer
- 2 sec. volgafstand (v/2) + 10%
- rekening houden met fouten van anderen
K | risico’s in verband met de weg-, zicht- en weersomstandigheden
weersinvloed op de weg
- regen/sneeuw: glad of slipgevaar ⇾ snelheid minderen
- spoorvorming ⇾ snelheid minderen
- wind: kracht aan stuur
- bebossing: licht
- mist:
- dichte mist: 200 m zicht
- zeer dichte mist: 50 m zicht ⇾ mistlampen
- polderblindheid: tunnelvisie bij het te lang rijden op dezelfde weg
L | handelen bij ongevallen en pech onderweg
- eigen veiligheid voorop ⇾ EHBO
pech
- auto aan de kant
- op 30 m afstand gevarendriehoek (verplicht neer te zetten als je hem hebt)
- alarmlichten
ongeluk
- Europees schadeformulier
- blijf aanwezig
M | voor laten gaan op een kruispunten
kruispunten
- ongelijkwaardig kruispunt: voorrang geregeld door tekens
- gelijkwaardig kruispunt: voorrang aan rechts
- uitzonderingen: voorrang voertuigen en trams
- in-/uitrit: voorrang verlenen aan iedereen
naderen van (gevaarlijk) kruispunt
- observeren
- zo kort mogelijk stilstaan
N | voor laten gaan bij het afslaan
richtingaanwijzer
- snelweg: 300 m van tevoren
- buiten bebouwde kom: 200 m van tevoren
- binnen bebouwde kom: 100 m van tevoren
voorrangsregels
- rechts gaat voor
- rechtdoor op dezelfde weg gaat voor (voetganger achterkant, voorkant of zebrapad)
- korte bocht gaat voor lange bocht
O | voor laten aan van gehandicapten en voetgangers
- voetgangers: zwakkere verkeersdeelnemers
- woonerf: max. 15 km/u
voorrang aan voetgangers
- zebrapad
- in-/uitrit
- tram- en bushalte zonder uitstapplaats
- rechtdoor op dezelfde weg
- blinden of slecht ter been
P | voor laten gaan van voorrangsvoertuigen, militaire colonnes, trams en uitvaartstoeten
voorrangsvoertuigen
- zwaailicht, sirene
- ruimte geven als dat veilig kan
militaire colonne
- vlaggen: 2 blauwe vlaggen, blauwe doorzichtige kap rechter koplamp + 1 blauwe vlag links, blauwe doorzichtige kap rechter koplamp + 1 blauwe vlag rechts, blauwe doorzichtige kap rechter koplamp + 1 groene vlag rechts, groene doorzichtige kap rechter koplamp
- niet doorsnijden
- mogen eerste auto door rood volgen
- hoeven mensen niet voor te laten gaan
- hoeven geen bus voor te laten die vertrekt in de bebouwde kom
uitvaartstoet
- zwart/witte vlag op de voorste auto
- niet doorsnijden
- hoeven mensen niet voor te laten gaan
- hoeven geen bus voor te laten die vertrekt in de bebouwde kom
trams
- voorrang op gelijkwaardig kruispunt, ook bij richtingverandering
- wel houden aan verkeerstekens (haaientanden)
Q | bijzondere manoeuvres
verschillende soorten bijzondere manoeuvres
- wegrijden
- achteruitrijden
- keren
- parkeren
- wisselen van rijstrook
- bus wegrijden in bebouwde kom voorrang
richting aangeven
- wegrijden
- wisselen van rijstrook
- inhalen
- auto(snel)weg oprijden
R | plaats op de weg en voorsorteren
op de weg
- auto
- zoveel mogelijk rechts (uitzondering: rotondes)
- inhalen links
- obstakel aan jouw kant? ⇾ verleen voorrang
- obstakel aan beide kanten? ⇾ nummer 1 gaat als eerste
- fiets-/bromfiets: fiets-/bromfietspad (doorgetrokken/onderbroken lijn) ⇾anders rijbaan
- ruiter: ruiterpad ⇾ anders rijbaan
voorsorteren
- als auto voorsorteren op fietspad met onderbroken lijn
S | inhalen
- basisregel: links inhalen
- uitzonderingen: rechts inhalen ⇾ fruit: file, rotonde, uitvoegen, invoegen, tram
file
- links en rechts inhalen
- motor mag in het midden
- probeer constante snelheid aan te houden
veilig inhalen
- volgafstand (2 sec.) (v/2) + 10%
- vrij zicht
- snelheid
- strepen (doorgetrokken streep)
- inhaal verbod-bord
T | snelheid
bebouwde kom (behalve als anders aangegeven)
- motorvoertuigen: max. 50 km/u
- brommobielen, -fietsen, gehandicaptenvoertuigen en scootmobielen: max. 45 km/u
- snorfietsers en tractors: max. 25 km/u
- erf: 15 km/u
niet bebouwde kom
- motorvoertuigen: max. 80 km/u
- brommobielen, -fietsen, gehandicaptenvoertuigen en scootmobielen: max. 45 km/u
- snorfietsers en tractors: max. 25 km/u
- autoweg: 50 – 100 km/u
- snelweg: 60 – 100 km/u (6-19), 60 – 130 km/u (19-6)
adviessnelheid
- niet verplicht, wel verstandig in gevaarlijke situaties
- vierkant
U | stilstaan en parkeren
stilstaan (even)
- genoodzaakt (open brug, ander verkeer, klapband) mag niet op:
- gevaarlijke plekken (kruispunt, zebrapad + 5 m afstand)
- vrije wil mag niet op:
- aangegeven plekken (bord)
- gevaarlijke plekken (kruispunt, zebrapad + 5 m afstand)
- tunnel
- gele doorgetrokken lijn
- bus- of fietsstrook
- 12 m van bushaltebord
- in buurt van blokmarkering van bushalte
parkeren (voor langere tijd)
- mag niet op:
- plaatsen waar je ook niet mag stilstaan
- verbodsbord
- 5 m afstand van kruispunt/bocht
- gele onderbroken streep
- vluchtstrook
- laad en losparkeerplaats
- gehandicaptenparkeerplaats zonder handicap
- buiten bebouwde kom op rijbaan voorrangsweg
- in-/uitrit
- (blauwe zone met parkeerschijf)
V | tekens en signalen
richting aangeven
- wegrijden/verlaten
- inhalen
- in-/uitvoegen van snelweg: 300 m van tevoren
- zijdelingse verplaatsing (rijstrook wisselen)
- buiten bebouwde kom: 200 m van tevoren
- binnen bebouwde kom: 100 m van tevoren
alarmlichten
- bij naderen van file
- pech op gevaarlijke plek + gevarendriehoek 30 m afstand
toeter/claxon
- alleen bij gevaar
W | gebruik van lichten tijdens het rijden
verschillende soorten licht
- dimlicht: mag altijd, niet verplicht overdag
- groot licht: binnen en buiten bebouwde kom; nacht, ’s avonds; zolang je niemand verblindt
- verblinding door te zware achterkant
- verblinding onjuist afgestelde lichten
- mistachterlicht: alleen bij zicht minder dan 50 meter
- mist voorlicht: alleen bij zicht minder dan 200 meter, hevige regen, sneeuw
- stadslichten: alleen bij parkeren op onoverzichtelijke weg of stilstaan op voorrangsweg binnen bebouwde kom
- dagrijverlichting: geen functie, mag niet i.p.v. dimlicht
- breed- en verstralers zijn verboden
- controleer je verlichting
- mistlicht aan is dimlicht uit
- decoratieverlichting is verboden
- licht voor is geel/wit, achter rood (behalve achteruitrijlicht)
X | uitleg verkeersborden
verschillende soorten borden
- rond: rood geeft verbod aan
- rond: blauw geeft aan waar je moet rijden of rijbaan voor…
- driehoek: waarschuwing
spoor
- paal: hoeveelheid kruisjes geeft hoeveel spoorwegen aan
- streepjes op wit bordje: iedere streep geeft 80 m aan
- trein op driehoek: zonder slagbomen
- hek op driehoek: met slagbomen
- oranje bord met zwarte stip + pijl: geeft route aan die vervoerders van gevaarlijke stoffen moeten rijden
- 1 hobbel: drempel
- 2 hobbels: slecht wegdek
- groen/wit: splitsing autosnelweg
- zwart/wit gestreept: einde of smalle vluchtstrook
Y | uitleg over verkeerslichten en aanwijzingen
verkeerslichten
- rood knipperend = stop
- matrixborden: vertellen iets over strook
- rood kruis: strook gesloten
- witte pijl: geeft aan dat rood kruis nadert
- groene pijl: strook open
- bus
- maximumsnelheid
- 9 oog (vierkant): voor bus/tram, wit = doorgaan
- voetgangerslicht met driehoek: oversteken op eigen risico
verkeersregelaars
- persoon met bordje: geldt voor iedereen
- ambtenaar: geldt voor alle weggebruikers
Z | uitleg over verkeerstekens op het wegdek
op stoken:
- verdrijvingsvlak: schuine witte strepen, hier niet rijden
- pijl op de weg: naar bepaalde richting
- hamerkopsymbool: afslaan bij 2e weg
strepen op de weg:
- onderbroken streep midden: inhalen
- onderbroken streep zijkant: wel andere weggebruikers te verwachten
- alleen onderbroken strepen zijkant: max. 80 km/u, inhalen mag, andere weggebruikers
- onderbroken + doorgetrokken streep midden: ene kant wel inhalen, andere kant niet inhalen
- doorgetrokken streep midden: niet inhalen, max. 80 km/u
- doorgetrokken streep zijkant: geen andere weggebruikers te verwachten
- dubbele streep voor kruising: stopstreep
- blauwe streep: parkeren met parkeerschijf
- gele streep: niet stilstaan of parkeren
- gele onderbroken streep: wel stilstaan, niet parkeren
- groene streep: max. 100 km/u (tenzij anders aangegeven)
gevaarherkenning
- remmen: alles met kinderen, dieren, drempel vlak voor je, gevaarlijke situatie, zicht wordt belemmerd door een bocht, rood of oranje stoplicht, bij twijfel remmen
- gas loslaten: drempel in de verte, bocht in de verte, tegenligger in de verte, vrachtwagen in de verte, waarschuwingsbord, besneeuwde weg
- niks doen: er is niks, er gebeurt niks, 20 km/u
REACTIES
1 seconde geleden