Boekrecensie De kast
De kast is een boek van de Belgische schrijver Leo Pleysier dat in 1991 is uitgebracht. Voor dit boek heeft hij geen prijzen ontvangen, maar ander werk van hem zoals Kop in Kas, Wit is altijd schoon en De Gele Rivier is bevroren hebben wel prijzen ontvangen.
De kast maakt zijn titel waar en gaat hoofdzakelijk over een kast. Maar aan de hand van dat voorwerp komen we eigenlijk heel veel te weten over de familie. Het verhaal is in een bijzondere vorm gegoten; het is geschreven als een telefoongesprek. Het telefoongesprek vindt gelijktijdig plaats met een voetbalwedstrijd op televisie.
Het verhaal is een vervolg op het verhaal in Wit is altijd schoon¸ in het boek gaat het om de erfenis van de vrouw die in Wit is altijd schoon is overleden.
De ik-persoon in dit boek wordt opgebeld door zijn zus, Greet, ze belt vooral op om contact te hebben met iemand, maar gedeeltelijk ook om te vragen of haar broer iets uit de kast wil overnemen. Ze wil graag contact, omdat haar man, Wilfried, de voetbalwedstrijd aan het kijken is. Haar broer wil dat ook, maar die wordt dus door Greet gebeld.
Greet is bezig met het uitruimen van de kast die ze bij het overlijden van haar moeder heeft geërfd. De kast zit vol met voorwerpen waar herinneringen aan verbonden zijn, dat wordt Greet te veel en ze vraagt of haar broer een aantal van die spullen kan overnemen.
Het is best bijzonder hoe de auteur heel veel informatie over de familie in een telefoongesprek over een kast kan verwerken. Neem bijvoorbeeld het volgende citaat.
[…] Gij herinnert het u ook niet meer zeker? vroeg ze
Zo direct niet meer, nee.
Dat wij voortaan maar eens wat vaker op bezoek moesten komen! En zeker nu de verdeling zo zonder ambras of iets verlopen was! Zodat wij ze dan weer konden zien, die schone kast van ons thuis vroeger bij haar in de living in Mechelen. […]
Je leest hier dat er een familiesituatie wordt verteld aan de hand van de kast. Er zijn in de familie een aantal spanningen, omdat de vraag is wat er allemaal met de spullen uit de kast moet gebeuren. Ook zijn zus Hilde en zwager Rik langs het ouderlijk huis gereden, dat was helemaal kapot en verlaten. Daar is Greet ook over de zeik van. Al deze spanningen moeten besproken door de telefoon, de lezer kan zich soms erg gaan ergeren aan alles wat de zus kwijt moet.
Over het algemeen is het boek snel te lezen, maar als Greet voor de zoveelste keer begint over wat er nu weer speelt in de familie heb je soms de neiging om het even weg te leggen. Maar het boek blijft de lezer vasthouden omdat die wil weten wat er met de kast gaat gebeuren en ook, weliswaar minder belangrijk, hoe de voetbalwedstrijd afloopt.
In het verhaal komen een aantal motieven terug. Zo merk je dat de zus het moeilijk heeft met het verleden loslaten, de herinneringen komen steeds naar boven en dat wordt haar soms te veel.
Dit boek bezit net als veel boeken van Pleysier de thema’s eenzaamheid, nestwarmte, angst, de veranderende tijdsgeest en verbondenheid. Dat zijn bijzondere thema’s, maar ze worden niet erg spannend verteld in het boek. Door dat gebrek aan spanning en actie kan het boek gaan vervelen voor de beginnende lezer.
Tot slot kom je bij het lezen veel te weten over de schrijver, Leo Pleysier. In al zijn werken onderzoekt hij namelijk zijn verhouding tot zijn geboortestreek, waar hij nog altijd woont, en familieleden. Bij dat onderzoek vindt er kritiek plaats op zijn omgeving en familie, maar ook op de huidige maatschappij. Kritiek op hemzelf onderbrak in dit boek, vooral omdat de ik-persoon erg weinig aan het woord is.
Zit je te wachten op een klassieke spanningsboog met een duidelijke rode draad en een climax? Dan is dit niet het boek wat je zoekt. Wil je een interessant, onderscheidend, kort boek over thema’s waar iedereen mee te maken heeft in zijn leven? Dan is dit zeker een aanrader.
REACTIES
1 seconde geleden