Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Kruistochten

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 10128 woorden
  • 27 maart 2002
  • 865 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
865 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding De kruistochten is ons onderwerp geworden mede doordat wij alle drie nog niet op de hoogte waren van de manier waarop de kruistochten georganiseerd waren. Bovendien was er voor ons de grote vraag: waarom ging men op kruistocht? Geïnspireerd door (delen van) "Kruistocht in spijkerbroek" van Thea Beckman zijn wij aan de slag gegaan. De kruistochten vonden plaats in de periode eind elfde eeuw tot half dertiende eeuw. Omdat men toen nog geen gebruik kon maken van moderne communicatiemiddelen was het een hele onderneming een kruistocht tot stand te brengen. De kruistochten hadden een omvang van soms wel 60.000 personen, waaronder ook nog vrouwen en kinderen. Het zijn dus grote gebeurtenissen geweest die veel invloed hadden op de Westerse en de Arabische wereld. Wij zullen ons in dit onderzoek bezig houden met wat de kruistochten teweeg hebben gebracht. Wat was hun invloed op de verhoudingen tussen de twee werelden? Onze onderzoeksvraag luidt daarom: Hoe hebben de kruistochten de verhoudingen tussen de Westerse wereld en de Arabische landen beïnvloed in de late middeleeuwen (1100-1500 na Chr.) Met behulp van de volgende deelvragen hebben we geprobeerd deze hoofdvraag zo goed mogelijk te beantwoorden. 1. Welke motieven had “het Westen” om de kruistochten te beginnen? 2. Hoe verliepen de kruistochten? 3. Wat waren de gevolgen van de kruistochten voor de verhoudingen tussen
de Arabische en “Westerse” wereld op economisch gebied? 4. Wat waren de gevolgen van de kruistochten voor de verhoudingen tussen

de Arabische en “Westerse” wereld op politiek gebied? 5. Wat waren de gevolgen van de kruistochten voor de verhoudingen tussen
de Arabische en “Westerse” wereld op religieus gebied? Ieder hoofdstuk zal kort ingeleid worden met een bron die van toepassing is op de gegeven informatie. Er wordt een korte reactie gegeven op de bron. Vervolgens zal er, afhankelijk van de deelvraag, chronologisch of stapsgewijs verder geschreven worden. Stapsgewijs wil in dit geval zeggen, per oorzaak of per gevolg. Wat de aanleiding was voor de kruistochten is het werk van Anouk en Hillegonda. Marieke zal beschrijven hoe de kruistochten verliepen. De gevolgen op economisch en religieus gebied zijn onderzocht door Anouk en Hillegonda. De politieke gevolgen zijn door Hillegonda en Marieke uitgezocht. Graag willen wij de volgende mensen bedanken: Philip Lommers voor de fantastische begeleiding tijdens het maken van deze opdracht
Vincent van Neerbos voor het verzamelen van boeken op de KUN-bibliotheek
Grada en Tonny voor het altijd aanwezig zijn voor vragen, het opzoeken van de moeilijke woorden, etc. Gertram Schaeffer en Robbert de Vries voor het verhelderen van tegenspraken binnen onze literatuur. Alle vrienden, families en kennissen die ons door de afgelopen 5 maanden heen geholpen hebben. Over het algemeen zijn we erg tevreden over ons samenwerkingsverband. Wij hebben ons voor een groot deel aan ons plan van aanpak kunnen houden. Helaas door een ziekte van Anouk kwamen we aan het eind een beetje in de problemen. Welke motieven had “het Westen” om de kruistochten te beginnen? “Wat een vernedering zou het voor ons zijn als dit ongelovige en terecht verachte ras, deze gedegenereerden zonder enige menselijke waardigheid, deze vuige slaven van de duivel, het zouden winnen van het uitverkoren volk van de almachtige God. De ene partij bestaat uit ongelukkigen verstoken van elk waarachtig bezit, de andere partij uit mannen vervuld met de waarachtige rijkdom;aan de ene zijde strijden de vijanden van de Heer, aan de andere zijde diens vrienden.” Het ontstaan van de kruistocht is door verschillende elementen beïnvloed. Hiervan was de rol van de pausen zeker niet de minst belangrijke. Paus Urbanus II gaf in zijn rede bij de Concilie van Clermont-Ferrand (27 november 1095) de aanleiding tot het begin. De toespraak waarin hij mensen oproept om op kruistocht te gaan is hierboven geciteerd. Hij doelt vooral op de mishandelingen van de Christenen door de heidenen. De paus nam dus het initiatief tot een kruistocht en hierdoor was hij officieel geestelijk leider van de expeditie. Hij stelde datum van vertrek vast en verleende de kruis-vaarders status en privileges. De mishandelingen waar de paus het over heeft is niet iets dat al jaren aan de gang was. Pas rond 10de eeuw begonnen deze echt vorm te krijgen. Het begon met de mishandelingen van pelgrims die onderweg waren naar Jeruzalem. Voor de 7e eeuw waren er nauwelijks botsingen tussen de Islam en de oorspronkelijke culturen, men tolereerde elkaar. Toen de islamitische legers Jeruzalem veroverden(tweede helft 11de eeuw), beloofden ze de inwoners hun levens te sparen, recht op bezit, godsdienstvrijheid en toegang tot de heiligdommen. De veroverde volken moesten echter wel belasting betalen, waarmee de vroege islamitische emiraten (unie van 7 verenigde sjeikdommen aan de oostkust van het Arabische schiereiland) werden onderhouden. Ruim twee eeuwen na de dood van de Profeet Mohammed introduceerde de fanatieke kalief (een heerser die boven de emirs staat) van de Soennieten tussen 847 en 861 na Christus de officiële politiek. Deze hield in; de vervolging van sjiieten, joden en christenen, die voor die tijd allemaal werden getolereerd. Toen de moslims in 827 de scheepvaart over de Middellandse Zee in handen hadden gekregen, vernietigden ze daarmee de handel met het Oosten die voor Europa zo winstgevende was. De Europeanen konden namelijk niet meer handelen via de Middellandse Zee. Hieruit kan worden opgemaakt dat zowel economische als ideologische motieven het begin waren van de nog steeds niet opgeloste strijd tussen de Moslims en christenen. Vooral in deze tijd (de tijd na de invoering van de officiële politiek) werden de Moslims en de Christenen steeds meer van hun geloof overtuigt. Ze legden steeds meer nadruk op hun geloof en de gebieden waar dit geloof beleid werd. De Christenen leefden voornamelijk in Europa (Frankrijk, Engeland, Spanje, Denemarken, Duitsland en Italië). De islam speelde zich juist veel meer in Azië en Noord Afrika af. Religieuze profeten en priesters gebruikten al eerder geweld om een bepaald geloof te verspreiden, dit begon al in de 8ste eeuw. Binnen 75 jaar hadden de legers van de Islamieten de zuidelijke kustgebieden van de Middellandse Zee, het Iberisch schiereiland en het Midden Oosten veroverd. Ze probeerden steeds meer delen van Azië te veroveren tot aan India en China toe. Jeruzalem was de stad waar de gemoederen hoog opliepen. Dit kwam doordat de Christenen en de Moslims Palestina als het beloofde land zagen, maar het land lag in de Arabische wereld, waar de Islam domineerde. De constante strijd over gebied en geloof leidde tot mishandeling van Pelgrims door de Moslims, in het bijzonder de Seldjoeken. Nadat de Turken Jeruzalem veroverd hadden van de Arabieren werden de Pelgrims daar ook niet meer getolereerd. De Arabieren zagen de Pelgrims nog als een bron van inkomsten, maar de Turken waren fanatieke Christenhaters. Het ging er hard aan toe. Duizenden Christenen werden mishandeld en vermoord. Deze gebeurtenissen zorgde voor onrust in de Katholieke wereld, Paus Urbanus II greep zijn kans en riep in 1095 in de stad Clermont een kerkvergadering bijeen, hier riep hij de mensen op tot een kruistocht. Paus Urbanus II was niet zelf de bedenker van de kruistocht, alleen degene die door omstandigheden (mishandeling van Pelgrims) de kruistocht uitriep. Paus Gregorius VII had in 1074 het plan van een kruistocht bedacht. Zijn idealen waren namelijk het bevrijden van Jeruzalem van de Turkse overheersing. Het verlies van Jeruzalem was een symbool, het was de bakermat van het Christendom en behoorde absoluut niet tot zo’n goddeloos volk als de Turken toe. Zo was het Begin van de kruistochten in werking gezet. Dat de paus een grote rol speelde bij het ontstaan van de kruistochten is nu wel duidelijk. De kruistochten vormden tevens voor de paus een uiterst geschikt middel om zijn prestige te verhogen. De paus is de geestelijke leider van de Katholieken, hij had erg veel aanzien. Hij dacht door de kruistochten te beginnen geschiedenis te schrijven. Zijn prestige zou alleen nog maar meer worden als hij ook meer mensen bij de Katholieke kerk kon laten aansluiten. Hij wilde dus zo goed als mogelijk een eenheid in de Katholieke kerk, dit komt terug in zijn wil om Jeruzalem te heroveren en de wens naar kerkelijke unie met de Byzantijnen met wie het in theorie in 1054 tot een breuk was gekomen. De Byzantijnen beleden ook het Christelijke geloof en zouden een grote steun zijn in de strijd tegen de Moslims. Later streden de Byzantijnen ook mee in de strijd tegen de Moslims. De motieven van de kruistochten bestonden echter niet alleen uit persoonlijke beweegredenen van de Paus. Ook de groei van de steden en hun toenemende welvaart kunnen we als motief noemen. In Europa ontstond namelijk een sterke ontwikkeling van handel, commercie en de op winst gebaseerde economie. Door deze factoren werden de steden steeds maar groter. Toch verliep niet alles goed in de steden. De groei van de steden was groter dan de productiegroei van bijvoorbeeld voedsel. Stedelingen gingen zoeken naar andere bestaansmiddelen (voedsel en een plaats om te wonen) in andere gebieden. Een andere economische oorzaak van het ontstaan van de kruistochten is het belang van handel. De stadsbevolking wilde steeds meer hun handelsbelangen uitbreiden. In deze tijd werd het steeds belangrijker handel te drijven met Azië en Afrika.. Zo wilde men dat Syrië binnen de kring van de westerse wereld zou worden getrokken, dit leverde namelijk vele voordelen op. Voor de handel van oost naar west en van noord naar zuid was dit woestijnland van groot belang. De belangrijkste karavaanwegen liepen door dit land en via Jeruzalem. Ook was de onafhankelijkheid van de Arabische handelaren voor de westerse kooplieden een grote trekpleister. Naast de algemene motieven om de kruistochten te beginnen, had de individuele kruisvaarder zijn eigen motief. Zo bood het de hebberige de kans op een buit, de idealisten geestelijke voldoening, de armen en werkelozen een vlucht uit hun omgeving, en degenen die op zoek waren naar spanning een avontuur. Ook kregen degene met een straf gratie van de paus en werd hun straf dus tenietgedaan. Er zijn hier al verschillende motieven voorbij gekomen, ten eerste de mishandeling van de Christelijke Pelgrims. Dit was een motief dat de katholieke kerk goed kon gebruiken om het hele volk op been te zetten, de mishandelingen waren namelijk tegen het Christendom. Dit is dus als belangrijkste motief aan te wijzen omdat het de grootste groep mensen aansprak. Voor de Christenen was het God zijn wil, dat zij als zijn uitverkoren volk op weg gingen om het land van Christus te heroveren. De oorlog, die zij daardoor moesten voeren, beschouwden zij als een volkomen rechtvaardige zaak. Dankzij de financiering van de kruistocht door de Franse adel kon de expeditie doorgaan. Behalve deze motieven voor alle Christenen wilde de paus zijn aanzien verhogen, dit onder andere door weer positieve contacten te leggen tussen de katholieke kerk en de Byzantijnse gemeenschap. Behalve deze ideologische factoren speelde er nog sociaal-economische motieven mee. De inwoners van de alsmaar groter wordende steden hadden behoeften naar een beter leven in een nieuw gebied. Ook de opkomende handel wilde nieuwe handelswegen om producten af te zetten en te winnen. Door de kruistochten leken deze behoeften te worden bevredigd. Minder belangrijk waren de individuele motieven, de drang naar avontuur en geestelijke voldoening. Dit trok maar een kleine groep mensen aan. Maar al deze ideologische- economische- en individuele motieven zorgde ervoor dat een grote groep mensen zich geroepen voelde om deel te nemen aan de kruistochten. Verantwoording bij de tweede deelvraag We hebben er voor gekozen om alleen de eerste en vierde kruistocht te behandelen. Omdat de informatie bij deze deelvraag zo omvangrijk is moesten we de deelvraag inperken. Ook de overwinningen en nederlagen in Anatolië en Antiochië en alles wat daar tussenin gebeurde is niet beschreven. De val van Jeruzalem was voor ons het belangrijkste. Vooral omdat dat het doel van de eerste kruistocht was. De vierde kruistocht is beschreven omdat dit de invloedrijkste kruistocht is geweest, met name op het gebied van handel. In eerste instantie waren we van plan de laatste, achtste, kruistocht te beschrijven. De informatie die hierbij hoorde was echter zo beperkt dat we er geen goede beschrijving van konden geven. Hoe verliepen de kruistochten? De eerste kruistocht (1096-1099) “Vol enthousiasme en vuur overspoelden ze de heerwegen, en met deze krijgers kwam een menigte burgers mee, talrijker dan de zandkorrels aan de zeekust of de sterren aan de hemel, met palmtakken in de handen en kruisen over hun schouders. Er waren ook vrouwen en kinderen, die hun land verlaten hadden. Als waren zij beekjes die van alle kanten in een rivier vloeien, zo stroomden zij ons tegemoet op volle sterkte.”2

De oproep van Paus Urbanus II, op 27 november 1095, vond het eerste gehoor bij het gewone volk. Nog voor de ridders georganiseerd waren vertrok een volksmassa, onder leiding van Peter en Wouter zonder Have in de richting van Constantinopel. Gedurende de tocht richtten deze benden in de Rijnstreek gruwelijke pogroms aan in jodengetto’ s. Echter in de Balkan en in Klein-Azië werd deze volksmassa voor een groot deel vernietigd door de inheemse bevolking. Urbanus II maakte bij zijn oproep ook duidelijk dat hij, en niemand anders, de leiding in Europa had. Het geloof speelde in Europa, net als in de rest van de wereld, een grote rol. De paus had hierdoor het gezag over Europa. Zijn gezag bleek nu ook uit het oprichten van de geestelijke ridderorden. De ridders die de eerste kruistocht ondernamen waren opgedeeld in vier verschillende troepen. Ten eerste het Lotharingse leger onder leiding van Godfried van Bouillon. Ten tweede de Noormannen van Zuid-Italië onder leiding van Bohemund van Tarente. Vervolgens het leger van de Provençalen die onder leiding stonden van Raymond van St. Gilles, de graaf van Toulouse. Tenslotte de ridders uit Noord-Frankrijk en Vlaanderen onder leiding van Robert van Normandië en graaf Robrecht II van Jeruzalem. Al deze leiders waren direct verantwoording schuldig aan de paus. Toen de ridders zich eenmaal georganiseerd hadden vertrokken deze West-Europese troepen afzonderlijk naar Constantinopel. Zij namen dus allemaal een andere weg. Daar zouden zij zich verenigen en zich voegen bij de Byzantijnse troepen om de Seldjoeken in Anatolië en de moslimlegers in Syrië en Palestina aan te vallen. Het uiteindelijke doel was het veroveren van Jeruzalem. Hoe verliep hun toch naar Constantinopel eigenlijk en wat gebeurde er toen zij daar aankwamen? Godfried van Bouillon en zijn Lotharingse leger. Een probleem dat zich in Constantinopel voordeed was de Byzantijnse keizer Alexius. Alexius wilde de ridderorders niet overzetten naar Klein-Azië voordat iedere kruisvaarder een eed van trouw aan hem aflegde. De bedoeling van de ‘politiek’ van Alexius was dat hij, door de leiders van de kruistochten, erkent zou worden als de leenheer van de gebieden die in
Klein-Azië en Syrië veroverd moesten worden. Alleen
Godfried van Bouillon legde de eed af, de andere leiders weigerden zich aan deze eed te onderwerpen. In eerste Godfried van Bouillon. instantie was Godfried van Bouillon niet van plan de
eed af te leggen hij wilde eerst overleggen met de andere kruislegeraanvoerders die in aantocht waren. Toen Godfried besloot, maart 1097, om de eed niet af te leggen besloot Alexius de levensmiddelentoevoer stop te zetten. De legers van Godfried van Bouillon hadden geen andere keus dan Constantinopel aan te vallen om zo aan levensmiddelen te komen. De keizer moest de toevoer dus herstellen. Kort hierna legde Godfried alsnog de eed aan trouw af aan keizer Alexius. Godfried en zijn leger werden onmiddellijk over de Bosporus naar Klein-Azië getransporteerd. Bohemund van Tarente en zijn Noormannen uit Zuid-Italië. Drie dagen na het vertrek van Godfried van Bouillon arriveerde Bohemund van Tarente in Constantinopel. Bohemund had zijn opperbevel aan Tancred overgelaten om zo naar keizer Alexius te kunnen. Bohemund werd met eerbetoon ontvangen en legde de eed van trouw zonder meer aan Alexius af. Hierbij vroeg hij de keizer ook of hij de afgevaardigde van de keizer mocht worden in Azië, maar Alexius gaf een ontwijkend antwoord. Eind april 1097 werd Bohemund en zijn leger, onder leiding van Tancred, dat inmiddels was aangekomen in Constantinopel over de Bosporus gezet om zich bij het Lotharingse Leger van Godfried te voegen. Tancred vermomde zich als voetknecht om de eed niet af te hoeven leggen. Raymond van St. Gilles en zijn Provençaalse leger. Op 26 april 1097 arriveerde de graaf van Toulouse, Raymond van St. Gilles, in Constantinopel. Zijn leger was het grootste van alle kruistochtlegers. De pauselijke legaat, Ademar van Le Puy bevond zich ook bij dit leger, wat de macht van dit leger weergeeft. De tocht naar Constantinopel van het leger van Raymond kwam door Dalmatië, dat tot grote overlast zorgde voor de daar wonende Slaven via Slavonie, waar zij veertig dagen verbleven, Durazzo en Ruza in Rodesto terecht. In Durazzo werden de Provençalen overvallen door botsingen met troepen, door Alexius ter observatie verzonden naar dit gebied, of met de bevolking. Ruza namen zij in en maakten hier enorme buiten. In Rodesto speelde zich hetzelfde verhaal af als in Ruza. Echter hier kwamen de boodschappers van Alexius om Raymond uit te nodigen zo snel mogelijk naar Constantinopel te komen om daar met Godfried van Bouillon, Bohemund van Tarente en Robert van Normandië te praten over het verdere verloop van de kruistochten. De graaf van Toulouse vertrok, maar eenmaal in Constantinopel aangekomen wachtte een grote teleurstelling. De eed van trouw. Raymond weigerde de eed af te leggen. De andere legeraanvoerders probeerde Raymond over te halen, maar tevergeefs. Zijn verzet werd alleen maar groter. Alexius dacht dat Raymond de eed wel af zou leggen als hij een aanval zou plegen op zijn Provençaalse leger. Door de aanval werd Raymond alleen maar agressiever. Zijn plan was nu op Constantinopel aan te vallen. Zijn collega's probeerden hem nog te wijzen op het Seldjoekengevaar dat voor de deur stond. Hier word duidelijk dat de legeraanvoerders eigenlijk vijanden van elkaar waren. Bohemund van Tarente bood keizer Alexius zijn leger aan als Raymond Constantinopel aan zou vallen. Dat benauwde Alexius en aan de andere kant was het de vraag voor Raymond of het wel nut zou hebben om zijn collega's aan te vallen. Het gevolg was, dat Raymond van Toulouse en keizer Alexius een compromis sloten. De leeneed weigerde Raymond, wel zweerde hij dat hij het leven en de bezittingen van de keizer en zijn onderdanen zou besparen. Met deze eed nam Alexius genoegen. Waarop Raymond van St. Gilles met zijn troepen naar Klein-Azië gebracht werd. De ridders uit Noord-Frankrijk onder leiding van Robert van Normandië In september 1096 waren de ridders uit Noord-Frankrijk onder leiding van Robert van Normandië vertrokken naar Constantinopel. Allereerst trokken zij in zuidelijke richting naar Rouen waar zij zich aansloten bij de legers van de Normandiërs onder leiding van hertog Robert Corthose en de Noordfransen onder leiding van Stephen van Blois en Chartres. Robrecht II van Jeruzalem met zijn Vlamingen verenigde zich nog met dit leger, Robrecht II was een van de aanvoerders die Raymond van St. Gilles op andere gedachte probeerde te brengen. Gezamenlijk trokken zij door Frankrijk waar het aantal kruisridders onderweg nog aanzienlijk toenam. Aan de Boven-Doubs gingen de legers van Robert van Normandië en Robrecht II samen verder. De legers van Stephen, Robert van Corthose scheidde zich van hen en Hugo van Flavigny en abt Gerento namen afscheid van het kruisleger om via een andere weg verder te gaan. De ridders van Robert van Normandië en Robrecht II trokken verder naar Lucca om daar de paus te ontmoeten. De paus zegende hen en de kruisridders. Vervolgens trokken zij door via Rome, waar zij samen kwamen met de legers van Stephen, Hugo en Robert Corthose, naar Apulië. Het leger van Robert van Normandië en Robrecht II liet zich hier direct overzetten naar het Balkangebied de andere legers bleven hier overwinteren. In maart 1097 verzamelde alle legers zich voor de laatste keer. In Brindisi waar nog 400 mensen hun leven verloren na een schipbreuk. Een aantal van de deelnemers keerde terug naar huis. Half maart kwamen de legers zonder verder avontuur aan in Constantinopel waar alle legeraanvoerders de leeneed zonder twijfel aflegde. Een maand eerder dus dan dat Raymond van St. Gilles Constantinopel bereikte. Adhemar van Monteil ook wel bisschop van Le Puy genoemd werd aangesteld als vertegenwoordiger van de paus en opperbevelhebber van de kruistochten. In de tweede helft van mei 1097 waren alle legers op de verzamelplaats aanwezig. Het grote offensief van het Christelijke westen tegen het Mohammedaanse Oosten kon beginnen, het grootste project van Urbanus II kon worden verwezenlijkt.
De verovering van Jeruzalem Een jaar later, na verschillende nederlagen en overwinningen veroverden de ridders Antiochië (3 juni 1098). Hiermee lag de weg naar Jeruzalem vrij. De goede verstandhouding tussen de legeraanvoerders was na deze overwinning wel slechter geworden. De afgunst tussen Bohemund en Raymond ging over tot openlijk vijandschap. De Egyptische gouverneur van Jeruzalem, Iftikhar al-Dawla, zal zich niet veel zorgen gemaakt hebben over de komst van de kruisvaarders. Hij had immers de stad een jaar eerder van de Turken veroverd, een bittere strijd van zes weken. Na de verovering van Jeruzalem had hij de muren van de stad hersteld en versterkt en wist de gouverneur dat de kruisvaarders niet over werktuigen zou kunnen beschikken om Jeruzalem binnen te vallen. Alle bomen in de omgeving waren gekapt, de putten onbruikbaar gemaakt en alle bronnen vergiftigd. Of Jeruzalem over een groot, goed uitgerust, leger beschikte blijft onduidelijk. (Geraadpleegde bronnen spreken elkaar tegen). Het leger bestond vooral uit Arabieren en Soedanezen. Bovendien was Jeruzalem strategisch gelegen, aan drie zijden werd zij omgeven door diepe valleien. Voor een omsingeling van Jeruzalem waren de kruisvaarders niet talrijk genoeg. Iedere legeraanvoerder nam daarom een ander deel voor zijn rekening, maar de oostkant bleef vrij. Deze kant was immers onmogelijk aan te vallen vanwege de hoge muren, bovendien spaarde het zo manschappen. (13 juni 1099). De legeraanvoerders en hun mannen gingen aan de slag. Er moesten goede belegeringswerktuigen gemaakt worden. Hout moest ver gezocht worden maar toen er eenmaal voldoende hout bij elkaar gehaald was, werden er belegeringstorens en werpmachines van gemaakt. In de nacht van 13 juli op 14 juli begon de grote aanval. De Normandiërs hadden toen al ruim 2 etmalen met stormrammen tegen vestingwerken gebeukt. Katapulten slingerden stenen tegen de muren en hun verdedigers. Maar de verdedigers hielden stand, aan het eind van de dag was het leger van Godfried van Bouillon niet veel verder gekomen dan waar zij het begonnen waren. De volgende ochtend, 15 juli 1099, hervatte de mannen de strijd met grote hevigheid. De belegeringstorens konden nu tot dicht tegen de muren worden gerold. Godfried van Bouillon stonden met een aantal ridders op het bovenste platvorm gereed. Toen de bruggen werden neergelaten op de muren van Jeruzalem stormden het Lotharingse leger Jeruzalem binnen. Een bloedige slachting volgde. Tegelijkertijd doorbrak Tancred met zijn Noormannen de muren aan de tegenovergestelde zijde van de stad terwijl Raymond van St. Gilles de aan de zuidkant de Sionspoort na drie dagen geforceerd had. De verdedigers hielden ook hier stand en er sneuvelden vele ridders. Bovendien kwamen er steeds meer vluchtelingen van de noordkant gevlucht naar de kant van Raymond waardoor de strijd nog moeilijker werd. Toch slaagde Raymond van St. Gilles erin Jeruzalem binnen te dringen. Toen waren alle kruisvaarders en opperbevelhebbers binnen de muren van Jeruzalem. Niemand bleef gespaard. Synagogen en moskeeën werden in brand gestoken en alle gelovigen die zich erin bevonden verbrandden levend. Iftikhar al Dawla en zijn mannen waren de enige moslims die de bestorming overleefden. De overwinning werd steeds duidelijker en aan het eind van 15 juli, was Jeruzalem in handen van de kruisvaarders. De kruisvaarders trokken, begeleid door de inheemse Christenen, naar de heilige plaatsen. Speciaal naar de kerk van het Heilige graf om God te bedanken voor de bevrijding van Jeruzalem uit de handen van de Islam. De meeste kruisvaarders gingen na de verovering naar huis. Amper drieduizend Franken schijnen te zijn gebleven. Daaronder bevonden zich slechts driehonderd ridders. Nu zij bijna de hele bevolking uitgeroeid hadden, waren de opperbevelhebbers in het bezit van een grote lege stad, die de grootste toeristische trekpleister ter wereld was. Het probleem dat nu overbleef was de organisatie van Jeruzalem. Op 17 juli kamen hiervoor de opperbevelhebbers bijeen. Er moest een vorst gekozen worden over het in te richten Rijk van Jeruzalem. Van de legeraanvoerders waren er nog vier over. Robert van Vlaanderen en Robrecht II kwamen hiervoor eigenlijk niet in aanmerking. Raymond van St. Gilles en Godfried van Bouillon bleven nu over. Uiteindelijk was Godfried van Bouillon degene die de titel ‘Beschermer van het Heilige Graf’ ging dragen. De titel koning van Jeruzalem weigerde hij, ‘Hoe zou ik’ zei hij, ‘een koningskroon kunnen dragen op de plaats, waar mijn Verlosser een doornenkroon gedragen heeft.’ Godfried stierf echter een jaar na zijn benoeming. Zijn broer Boudewijn volgde hem op als koning van Jeruzalem. Het koninkrijk Jeruzalem werd eren typisch feodale staat. Een staat zoals er in het westen vele waren. Het land werd als leengoed verdeeld tussen 200 merendeels Franse ridders die na de veroveringen gebleven waren. Tancred werd benoemd tot vorst van Galilea. Het bloeddorstige fanatisme van de kruisvaarders in Jeruzalem zou nooit worden vergeten. Voor het grote publiek in Europa was het een wonderbaarlijke prestatie. Voor keizer Alexius lag het wat moeilijker. Of Edessa in handen kwam van de broer van Godfried, Boudewijn van Boulogne of een Frankische ridder blijft onduidelijk (ook hier spreken bronnen elkaar tegen), Bohemund van Tarente en Raymond van St. Gilles twistten over het bezit van Antiochië. Paus Urbanus II kon helaas geen commentaar leveren op de prachtige overwinning van de bloedige veldtocht die hij vier jaar eerder had aangekondigd. Hij stierf enkele dagen voordat het nieuws van de verovering van Jeruzalem Rome bereikte. De vierde kruistocht (1202-1204) “Toen preekten de bisschoppen voor het leger en zetten aan de pelgrims uiteen dat de strijd rechtvaardig was, want het ging tegen verraders en moordenaars die trouweloos waren…. En dat ze nog erger waren dan joden. De bisschoppen zeiden hun dat ze, van God en van de paus, allen moesten aanvallen die henzelf zouden aanvallen en zij bevalen hun te biechten en ter communie te gaan en de Grieken zonder vrees aan te vallen, want dat waren vijanden van de Here God. En ook werd bevel gegeven alle lichte vrouwen in het leger bijeen te zoeken en ver weg te sturen, en die werden allemaal op een schip gezet en ver weg gevoerd.”3
De vierde kruistocht was een kruistocht die anders was dan zijn voorgangers. Er ontstond namelijk een oorlog tussen verschillende Christenvolken. De kruisvaarders waren in eerste instantie niet van plan om tegen medechristenen te vechten maar de uiteindelijke overwinning bracht grote gevolgen met zich mee. Innocentius III werd in 1198 benoemd tot paus. Hij was vooral aan de macht gekomen omdat hij zo uitstekend wist hoe hij een bestuursapparaat moest leiden. Hij verstevigde het gezag over de kerkelijke gebieden in midden Italië en hij werd erkend als heerser over Sicilië. De vierde kruistocht werd op initiatief van paus Innocentius III voorbereid. Hij stuurde een priester, Fulk genaamd, op pad om de kruistocht te prediken. De kruistocht zou richting Egypte gaan. Egypte werd beschouwd als de zwakke plek in het gebied van de moslims. De kruisvaarders waren het er over eens dat zij de moslims in Palestina het hardst zouden treffen door Egypte aan te vallen. Toen het enthousiasme veel kleiner bleek dan in de tijd van Urbanus II ging hij over tot het stellen van ongekende maatregelen. De geestelijkheid zou zelf belasting moeten gaan betalen om de kruistocht te kunnen financieren. De geestelijken reageerden verontwaardigd, zij weigerden te betalen. Maar toen men door had dat de paus de gelden zou gaan gebruiken voor een kruistocht, was het voor veel mensen geen financiële last meer om deel te nemen aan de kruistocht. Hierdoor werd het enthousiasme toch nog groter
In november 1199 arriveerde de eerste groep kruisvaarders voor een groot toernooi op kasteel Ércy in Champagne. Hier werden Thibaut van Champagne, Lodewijk van Blois en Boudewijn van Vlaanderen de militaire leiders van de kruistocht. Hun macht droegen zij direct over aan zes gezanten. De zes gezanten, waaronder Godfried de Villehardouin en Simon IV van Montfort, deden een beroep op Venetië, dat toen de sterkste zeemacht was. De vraag was of Venetië de legers naar het Heilige Land wilde transporteren. De Venetianen stemden hiermee in en bovendien zouden zij zorgen voor een bevoorrading gedurende een jaar. Tevens regelden zij 50 bemande oorlogsschepen die de ruim 30.000 kruisvaarders, op zee zouden beschermen en hen zouden helpen aan land te gaan in Egypte. In ruil voor hun hulp zouden de Venetianen een grote som geld en de helft van de te veroveren gebieden krijgen. Van het feit dat Egypte werd gebruikt om de Saracenen uit Palestina te verdrijven wisten de Venetianen echter niets .Zij dachten dat de kruisvaarders via Egypte naar Palestina zouden trekken om dat gebied te veroveren, en niet dat Egypte aangevallen zou worden. Alexandrië, een stad in Venetië, was namelijk een grote handelspartner van Venetië. De Venetianen hadden er dus geen enkele baat bij hun handelsrelatie met Egypte in gevaar te brengen. Toen de gezanten na hun onderhandelingen terugkwamen uit Venetië, stierf Thibaut van Champagne, daarom werd het commando van het leger overgedragen aan Bonifatius van Montferrat. Vanaf begin juni 1202 kwamen de kruisvaarders aan op het eiland San Niccolo di Lido. Hier bleek dat de kruisvaarders het geld voor de Venetianen niet bijeen konden krijgen, daarvoor waren zij met veel te weinig man. Venetië was bereid uitstel van betaling te geven op voorwaarde dat de kruisvaarders de stad Zara aan de kust van Dalmatië zouden veroveren. (Zara was een grote concurrent van Venetië, beiden steden waren immers grote handelsposten). Hoewel dit een stad was in christelijk gebied, gingen de kruisvaarders hiermee akkoord. De kruistocht zou naar Zara gaan. Uit eigen belang namen toen ook veel Venetianen deel aan de kruistocht. Na vijf dagen viel Zara en werd geplunderd door de kruisvaarders en de Venetianen. Innocentius deed de kruisvaarders in de ban -hij had in immers verboden Zara aan te vallen omdat de inwoners Christenen waren- maar al snel vergaf hij hen. Toen de kruisvaarders terugkwamen uit Zara wachtte er in Venetië een Byzantijnse prins op hen. Deze Byzantijnse prins, Alexius genaamd, was de zoon van Isaac Angelus. Isaac Angelus was de keizer van het Byzantijnse rijk, maar was door Alexius III van zijn troon gestoten. Alexius beloofde de kruisvaarders en de Venetianen geld en soldaten voor de strijd tegen Egypte, als zij zouden helpen Alexius III te verdrijven. Voor Innocentius was dit wederom een teleurstelling. Hij had nooit gewild dat ‘zijn’ kruistocht uit zou lopen op een oorlog tussen verschillende Christenvolken. Hij dreigde de kruisvaarders in de ban te doen, maar slechts enkelen trokken zich hierdoor terug. Ook al was Innocentius tegen een aanval op Constantinopel, door een belofte van Alexius, stemde hij toch met de kruisvaarders in. Alexius beloofde namelijk dat de Grieks Orthodoxe kerk de heerschappij van de Rooms-katholieke kerk zou erkennen. Met bijstand van de doge van Venetië, Enrico Dandolo, wist de prins de kruisvaarders over te halen. De kruisvaarders gingen op weg naar Constantinopel. Daar probeerde Alexius III hen af te kopen met geld en voorraden, maar de kruisvaarders weigerden af te wijken van hun missie. In september 1203 vielen de kruisvaarders de stad aan vanaf het land, terwijl de Venetianen aanvielen vanuit zee. Alexius III vluchtte. Hij had immers geen enkele overwinningskans. Zijn leger bestond vooral uit huurlingen en bovendien waren de meeste kruisvaarders Franken. Net als de personen uit zijn bestuursapparaat, die nu dus ook niet meer te vertrouwen waren. De voormalige keizer Isaac Angelus werd uit de kerker gehaald en weer op de troon gezet. De Byzantijnse bestuurders lieten de kruisvaarders meteen weten dat de rechtmatige heerser weer aan de macht was en dat hun hulp dus niet verder nodig was. Maar de kruisvaarders lieten hun beloning niet zomaar aan
hun neus voorbij gaan. In een besloten bijeenkomst
Kruisvaarders ca 1200. legde Godfried van Villehardouin het contract dat zijn zoon met de kruisvaarders had gesloten uit. Waarom de keizer het contract ondertekende. Tevens werd Alexius gekroond tot Alexius IV, medekeizer van het Byzantijnse Rijk. Alexius kon echter zijn beloftes die hij gedaan had aan de kruisvaarders moeilijk waarmaken. De Grieks Orthodoxe kerk wilde namelijk de heerschappij van de paus (de Rooms-katholieke kerk) niet erkennen. En het geld dat Alexius beloofd had, dat was er nog niet. Byzantium was failliet. De keizer probeerde via het innen van belastingen aan geld te komen, maar hier was het volk het absoluut niet mee eens, en kwam in opstand. Er restte de kruisvaarders niks anders dan te wachten totdat het geld wel bijeen was. Bijna een half jaar later, januari 1204, stond de doge erop dat de zaken geregeld zouden worden. Een delegatie, onder wie Godfried van Villehardouin, stelde een ultimatum aan de jonge keizer Alexius. Dit leidde tot een paleisopstand waarbij een van de intiemste adviseurs van Alexius IV , Murzuphlus, de medekeizer vermoordde en zichzelf tot keizer kroonde. Dit tot grote instemming van de Griekse bevolking. De oude Isaac Angelus stierf enkele dagen daarna. Vervolgens werden de stadspoorten gesloten waardoor de kruisvaarders Constantinopel niet meer in konden. De kruisvaarders en Venetianen besloten Constantinopel aan te vallen. Nadat zij hadden afgesproken hoe zij de buit zouden verdelen, vielen zij aan. Binnen een week, op 13 april 1204, werd de stad veroverd. De overwinnaars plunderden de stad in drie dagen. De kruisvaarders roofden, moorden, verkrachten en vernielden in het wilde weg. De Venetianen roofden systematisch zovele mogelijk kostbaarheden en kunstschatten. De beroemde bronzen paarden op de San Marco kathedraal en de marmeren zuilen bij het paleis van de doge zijn van deze roof afkomstig. Boudewijn van Vlaanderen, één van de leiders van deze kruistocht, werd in de St. Sophia kathedraal gekroond tot keizer. Iedereen die hem steunde werd beloond met een deel van het veroverde gebied. Bonifatius, een andere leider, kreeg Macedonië in zijn bezit. Het Latijnse Keizerrijk was gesticht, een rijk dat tot 1261 stand zou houden. De pauselijke legaat in Constantinopel ontsloeg alle kruisvaarders van hun gelofte naar het Heilige land te gaan. Slechts enkele orden waaronder de Tempeliers reisden verder. De verovering van Constantinopel was economisch erg belangrijk. Voor het eerst konden Europese handelaren per schip de Zwarte Zee bereiken. Italiaanse kooplieden vestigden zich op Krim. Hier kregen zij handelscontacten met Aziaten, die contact hielden met het verre oosten. Hierdoor werd Venetië een zeer grote handelsmacht en hoefde zij niet meer te vrezen voor Pisa en Genua
De vierde kruistocht had de moslims geen enkele schade toegebracht. Maar hij had een ander punt afgehandeld dat al sinds het begin van de kruistochten op de agenda had gestaan. Urbanus had de oosterse Kerk onderworpen willen zien aan de westerse, dat was gebeurd. Bohemund had gedroomd van een Europese verovering van Constantinopel, dat was ook gebeurd. Het Romeinse Rijk was verwoest. Venetië na de val van Constantinopel. De vier bronzen paarden zijn te zien in de façade van

de San Marco, linksboven op de afbeelding. Uit een veertiende-eeuws manuscript. Wat waren de gevolgen van de kruistochten voor de verhoudingen tussen de Arabische en “Westerse” wereld op economisch gebied? “Om te beginnen aten de rijken drie maal per dag. ... Belangrijk middel om rijkdom ten toon te spreiden was ook de aankleding van de tafel: luxe tafelkleden van fijnen stoffen, bijpassende servetten, vaatwerk, tafelzilver, waterkannen, luxe karaffen, vorken, messen enzovoort. Het belangrijkste was overduidelijk de hoeveelheid, de afwisseling en het raffinement van de spijzen. Een opvallen verschil met het voedselpakket van de armen was dat de rijken bijna dagelijks vlees aten. Het volgende verschil was de verfijndheid, de vele wijnen, soms geïmporteerd uit andere delen van Italië of soms uit het buitenland. Ten derde was er de overvloed aan wild, dikwijls afkomstig van de jacht op eigen grondgebied of aangevoerd door boeren en pachters. Ten vierde was er een overdaad aan kruiden en zout (waarop een staatsmonopolie rustte en dat daardoor te duur was voor de armen). Daarenboven volgden de rijken voor en tijdens de maaltijd een vast ritueel. Zo waste men handen voor en na de maaltijd. Tijdens het eten waren vele bedienden aanwezig, evenals muzikanten en soms potsenmakers of rondtrekkende jongleurs. Dit alles verlicht door een overdadige hoeveelheid kaarsen en omgeven door zoete geuren, kort gezegd, de eeuwige show van de ‘grande bouffe’ van snobs en machtigen.”4
Door de kruistochten kwamen de Europeanen in aanraking met nieuwe goederen uit het oosten, en het zuiden. Italiaanse kooplieden brachten veel van deze goederen mee. De nieuwe goederen bereikten vooral de bovenlaag van de bevolking, toch wisten de gewone man en vrouw van deze producten, want op de talrijke feesten die het middeleeuwse leven opvrolijkten, liet de Europese elite met hun rijkdommen te pronken. De stand van de economie voor de kruistochten Na het vertrek van de Romeinen uit West- Europa in de loop van de vierde eeuw ging het economisch afwaarts met Europa. De Romeinse geldpolitiek maakte plaats voor de naturale economie waarin vooral ruilhandel plaats vond. De Europeanen gingen handel voeren met vooral het Oosten. Echter niet voor lange tijd. In 827 kregen de Moslims de scheepvaart over de Middellandse Zee in handen. Ze vernietigden daarmee de voor Europa winstgevende handel met het Oosten. Geleidelijk aan was het goudgeld verdwenen naar het oosten, via de Arabische handelaren die voor hun luxe artikelen alleen goud of schattingen eisten. Later kwam hierdoor ook het muntgeld weer in Europa, toen er weer internationale handel plaats vond op, meestal op jaarmarkten. In Europa leefde bijna iedereen van de landbouw. Vanaf 1000 werden hier belangrijke vernieuwingen doorgevoerd. De boeren gingen zich steeds meer specialiseren. Vanaf hetzelfde moment werd Europa steeds veiliger. Er was een eind gekomen aan de plundertochten van de Noormannen en lokale heersers hielden hun streek beter vrij van de rondtrekkende roversbendes. De Europese bevolking was sneller gaan groeien, waardoor er enerzijds meer arbeidskrachten beschikbaar waren, maar anderzijds ook meer monden om te voeden. Per saldo was er meer voedsel per hoofd van de bevolking, met als gevolg dat de welvaart begin te stijgen. Invloeden van het Midden Oosten Ook al waren de kosten van de kruistochten erg hoog, de economische gevolgen waren buitengewoon groot. De handel nam in grote maten toe. Luxe goederen als zijde en specerijen, afkomstig uit Azië en verhandelt in het Midden Oosten, werden steeds meer aangeboden. Er ontstonden steden, eerst in Noord Italië en wat later in de Nederlanden, er kwam weer geld in omloop, handelaren gingen over steeds grotere afstanden handel drijven en in zijn algemeenheid nam de mobiliteit van de bevolking sterk toe. Contact met de hoog ontwikkelde cultuur van de Islam bracht nieuwsgierigheid naar Europa als papier, glazen spiegels, slippers, tapijten, postduiven en het gebruik van Arabische cijfers. De windmolen werd voor het eerst in de 7e eeuw in Perzië gebruikt. In de late 12e eeuw kwam hij naar Frankrijk. Allerlei namen van dagelijkse producten stammen uit het Arabisch. Er moeten dus heel wat nieuwe producten in Europa zijn ingevoerd in de periode van de kruistochten: katoen, gaas, mohair, tafzijde, artisjokken, aubergines, sorbets, spinazie, koffie, citroenen, sinaasappels en siroop. Ook brachten de moslims die in hun grensgebied met China het maken van papier hadden geleerd, deze kunst over op de Europeanen. Ook leerden de Europeanen rietsuiker kennen, wat ze weer goed konden verkopen in Europa. Slavenmarkten waren een belangrijk onderdeel van het Islamitische leven. De Europeanen kwamen nu door de kruistochten in aanraking met deze handelstak. Dit leverde als gevolg dat ook zij nu slaven gingen kopen en verkopen. Vaak werden de Christenen zelf ook verkocht als gevangen en gebruikt als slaaf. De kinderkruistocht is een goed voorbeeld. Deze kruistocht was een rampzalige tocht in het midden van de dertiende eeuw waaraan duizenden kinderen ten offer vielen. Dertigduizenden kinderen gingen op weg naar het heilige land. De uiteindelijke bestemming van veel van de kinderen die meegingen met de kinderkruistocht is de Arabische slavenmarkt geweest. Toen een deel van de kinderen in Marseille aankwam werden ze ingescheept in zeven schepen, waarvan er twee stranden in Sardinië. De vijf andere schepen kwamen aan in Egypte, waar de kooplieden de kinderen verkochten als slaven. Handel op de Middellandse-, Noord- en Oostzee De kruistocht beweging bracht een sterke opbloei teweeg van het verkeer op de Middellandse Zee. Europa herstelde zich van de zware slag door de Arabische volksverhuizing in de 7e en 8e eeuw die aan de Middellandse Zeehandel toegebracht was. De Arabieren hadden eeuwenlang het Middellands zeegebied overheerst met behulp van militaire schepen. Hierdoor was het risico voor de scheepvaart van de Christelijke volken in deze vaarwateren zo groot dat het verkeer daar langzamerhand verdween. De kruistochten brachten een nieuw leven in het verkeer op de Middellandse Zee. Dit gebied speelde een belangrijke rol in Europa, en leek het centrum van de wereld. Kruisvaarders en Pelgrims werden bij duizenden op schepen naar Azië en Afrika getransporteerd, vooral van Venetië, Genua en Pisa uit. Deze steden maakten grote winsten niet alleen door het verschepen van kruisvaarders en Pelgrims maar ook door schepen, wapens en voorraden te leveren. Ook brachten de ondernemende Italiaanse kooplieden Oosterse kruiden, Zuidvruchten, suiker, zijden, katoen, parels en edelstenen mee naar huis. Deze producten werden voorheen alleen door Venetië in de dertiende eeuw. (ook te zien op pagina 15) Arabische kooplieden meegebracht. Venetië, Genua en Pisa ontwikkelden het bankwezen en zetten in het hele oostelijke Middellandse- Zeegebied een netwerk van handelsposten op die de kruisvaardersstaatjes overleefden. Een tweede belangrijke regio werd het gebied rond de Noord- en de Oostzee. Dit gebied leverde timmerhout, graan hars en bont. Het timmerhout en graan werd over het water vervoerd. Duitsland was hier de grootste nederzetting waar vanuit deze producten werden vervoerd. Dit waren de Hanzesteden, zij leverden producten aan de kruisvaarders.
Constantinopel De stijgende welvaart en de groeiende kennis van de oosterse rijkdommen deed de vraag naar luxe goederen stijgen. Italiaanse handelaars gingen op zoek naar die luxe goederen. De Venetianen richtten hun belangstelling vooral op Byzantium, oftewel Constantinopel. Hier stichtten zij handelshuizen en tot het eind van de dertiende eeuw domineerden zij de handel
Bij de vierde kruistocht, uitgeroepen door paus Innocentius in 1198, hadden de kruisvaarders niet veel geld meer. Om toch met de boot over te kunnen varen in Venetië vroegen de Venetianen de kruisvaarders om de Hongaarse stad Zara binnen te vallen. Deze kruistocht werd onder andere geleidt door Boudewijn IX. Na de inval op Zara werd door de Venetianen aan de kruisvaarders gevraagd om Constantinopel (Byzantium) te veroveren. Na de overwinning verwachte de kruisvaarders een beloning. Deze kregen ze echter niet. Ze klaagden bij de Byzantijnen, maar werden weggejaagd. Men wilde met behulp van vele moorden en heftige gevechten Constantinopel innemen. Ze wilden hierdoor deze stad, dat behoorde tot het Byzantijnse rijk, weer onder het Latijns keizerrijk brengen, wat uiteindelijk op 9 mei 1204 gebeurde. De kruisvaarders kozen een keizer voor de stad, Boudewijn IX. Deze periode, waarin Constantinopel bij het Latijnse Keizerrijk hoorde was goed voor de handel met het verre Oosten. Constantinopel gaf toegang tot de Zwarte zee, waarover veel vervoerd kon worden per boot. Doordat veel kruisvaarders vanaf de eerste kruistocht stranden bij Constantinopel bloeide de economie op. Er kwamen steeds meer ambachtlieden, Constantinopel was al een grote stad, maar met alle gestrande kruisvaarders werd de economie nog meer gestimuleerd. Ook kreeg Constantinopel kreeg een steeds grotere afzetmarkt. Venetië had altijd al banden met Constantinopel. Dit kwam doordat Venetië in 1082 Constantinopel had geholpen toen zij in strijd was met de Normandiërs. In ruil voor deze hulp kregen de Venetianen privileges waardoor zij het monopolie kregen over de gehele Byzantijnse handel. Dat ervoor Constantinopel aan de Bosporus geeft toegang tot de Zwarte Zee. zorgde dat toen de kruisvaarders
Constantinopel veroverde dit
monopolie alleen nog maar sterker
werd. Wat waren de gevolgen van de kruistochten voor de verhoudingen tussen de Arabische en “Westerse” wereld op politiek gebied? “Niet alle oorlogszuchtige edelen bevochten mohammedanen en heidenen; er werd nog steeds meer dan genoeg gevochten en geplunderd tussen christenen onderling. … Als de Kerk een aantal van de meer oorlogszuchtige edelen uit Europa kon verwijderen, dan zou er een grotere kans zijn vrede en orde te bewerkstelligen in Europa.”5
Vrijwel elke Europese edelman probeerde zijn macht te vergroten ten koste van zijn buurman. Hier probeerde de paus iets tegen te doen. Zou het niet mogelijk zijn die binnen-Europese verspilling van bloed en energie om te buigen naar ene hoger doel? Dat hogere doel werden de kruistochten. Het streven naar de verovering van Spanje en Palestina leidde tot de stichting van kruisvaardersstaten, andere gebieden die veroverd werden waren het Iberisch schiereiland, Oost-Europa en Noord-Afrika. Frederik II Doordat de kruisvaarders door de kruistochten in contact kwamen met verschillende machthebbers en een andere bestuursvorm kan je spreken van een op politiek gebied rumoerige periode. De verschillende leiders van de kruistochten hadden allemaal veel macht. Vaak werden zij onderweg naar Jeruzalem gekroond als keizer van een stad die zij veroverd hadden. Zo werd bijvoorbeeld Boudewijn IX bij de vierde kruistocht gekroond tot keizer van Constantinopel, een stad die in het tijdperk van de kruistochten vele leiders heeft gekend. Een belangrijk persoon die mee heeft gedaan aan de derde kruistocht, Frederik II, heeft een grote rol gespeeld als het gaat om verandering van het beleid in Europa. Frederik was een pupil van Paus Innocentius IV, en heerser van het Duitse en Italiaanse rijk in de 13de eeuw. Toen de paus Frederik in 1220 kroonde tot keizer van Rome liet hij hem de gelofte af leggen om op kruistocht te gaan. Toen de derde kruistocht een mislukking dreigde te worden, herinnerde de paus ten einde raad Frederik aan zijn belofte. Frederik beloofde zijn plicht na te komen maar deed dit pas jaren later toen hij getrouwd was met de dochter van de zogenaamde koning van Jeruzalem. Door zijn huwelijk voerde hij nu ook de titel: koning van Jeruzalem. De hele christelijke wereld verwachtte van hem dat hij deze titel waar zou maken en Jeruzalem zou veroveren. Maar Frederik werd ziek en stopte met zijn tocht. Hier was de nieuwe paus, die intussen de vorige was opgevolgd, Gregorius IX het niet mee eens, hij sprak de banvloek over hem heen. Maar Frederik trok hier zich niets van aan en toen hij beter was hernam hij zijn kruistocht weer. De paus probeerde echter alles te doen om
het zwart te maken. Intussen slaagde Frederik erin, niet door strijd, maar door onderhandelingen en vriendschappelijk afspraken, zijn doel te bereiken. Doordat hij vloeiend Arabisch sprak en las, won hij de bewondering en sympathie van de sultan van Egypte die over Palestina heerste. Het eindigde ermee dat de sultan hem Jeruzalem afstond. Omdat Frederik ervoor zorgde dat er niet de minste inbreuk werd gemaakt op de godsdienstvrijheid in de Heilige Stad, won hij ook de harten van de mohammedanen. Ondertussen waren de paus en Frederik nog steeds vijanden. Na een aantal gebeurtenissen werd de paus door Frederik in het nauw gedreven. Maar door onderhandelingen slaagde Frederik er met de paus tot een overeenkomst te komen. Maar om de banvloek op te heffen moest hij toegeven aan een aantal eisen van de paus. Zo moesten alle inkomsten van de staat Sicilië (hier was Frederik keizer) ten goede komen aan de kerk. Zo was de banvloek opgeheven en kon Frederik weer zijn gang gaan in Sicilië. Hij begon de Siciliaanse staat te reorganiseren en stelde zijn beroemde wetten voor het koninkrijk Sicilië op. Deze wetten Vrouwe Justitia, Romeinse

hebben voor veel andere rijken binnen Europa als een voorbeeld Godin der gerechtigheid. gediend en hebben geleid tot het tegenwoordige politieke beleid. Zijn wetten zorgde ervoor dat de leenstaat veranderde in een ambtenarenstaat, de eerste in de geschiedenis. Dit hielt in dat ambtenaren toezicht gingen uitoefenen op het naleven van de wetten, die armen en weduwen beschermden en zelfs lijfeigenen het recht gaven hun problemen voor de rechtbank te brengen. Voor zijn eigen domeinen (Italië en Duitsland) schafte hij het lijfeigenschap af. Ieder mens kon zich van nu af aan beroepen op de wetten in plaats van afhankelijk te zijn van de willekeur van grootgrondbezitters. Als gevolg van de kruistochten -zoals we bij deelvraag 3 kunnen zien- was de handel sterk ontwikkeld en tot wereldhandel uitgegroeid. In de praktijk bleek het echter moeilijk te zijn de eendracht tussen alle leden van het Rijn verbond te handhaven. Dit verbond was gemaakt om de vrede en rust te verzekeren die nodig was om de handel te laten bloeien. Op den duur ontstonden er kleinere stedenbonden, die beter te leiden waren. Uit de aaneensluiting van deze stedenbonden ontstond de Duitse Hanze. De Hanze handelaren hadden de gehele Noordzee- en Oostzeehandel in handen en maakten bindende afspraken over allerlei zaken. Dit moest ook wel omdat er veel over de Noordzee en Oostzee vervoerd werd voor de kruistochten. Veel van de kruistochten draaide om het hebben van macht en het veroveren van nieuwe steden en gebieden. De oorspronkelijke beweegredenen om de kruistochten te begin waren allang niet meer religieus. Dit zorgde ervoor dat veel steden te maken kregen met nieuwe heersers en nieuwe politiek. Dit was niet alleen het geval voor steden op de route naar Jeruzalem, maar ook de steden in Europa kregen te maken met veranderingen. De kruistochten zorgde er namelijk voor dat men ging twijfelen aan de pauselijke macht (deelvraag 5) die een grote rol speelde in de politiek van een land. Ook zag de bevolking hoe verschillende keizers of heersers (zij namen vaak deel aan de kruistochten) als winnaar of verliezer uit de bus kwamen, dit had invloed op hun macht en beleid. Wat waren de gevolgen van de kruistochten voor de verhoudingen tussen de Arabische en “Westerse” wereld op religieus gebied? Een pagina uit een handschrift uit ca. 1470 van een werk van Avicenna. Een wetenschappelijk boek dat werd vertaald uit het Arabisch. De kruistochten brachten de kennis van veel vernieuwingen en producten uit het oosten mee. Niet alleen deze tastbare dingen maar ook met het oosterse denken en religie kwam men in contact. Via de Arabieren kwamen de westerlingen opnieuw in contact met het oude, Griekse denken. De wijsgerige boeken van Aristoteles, zolang vergeten, waren door de Arabieren al heel lang in hun taal overgebracht en werden bestudeerd. Nu kwamen deze boeken, opnieuw vertaald uit het Arabisch weer ter kennis van de Europeanen. Een steeds dwingender vraag, die zou lijden tot twijfel en ten slotte tot zelfstandig denken en hervormingspogingen, werd: was het Christelijk geloof wel het enige ware geloof? Het Europese christendom noemen we Latijns-Christelijk omdat het Latijn, de taal van het oude Romeinse rijk, door alle Europese geleerden gebruikt werd. Het Latijns-Christelijke Europa zette zich af tegen het Grieks-Christelijke Byzantijnse rijk. Door het zich afzetten van de Latijnse Christenen tegen de Griekse Christenen, de Joden en de Moslims voelden zij zich een. Deze gemeenschap van mensen, die samen de Latijnse christenheid vormde, duidde men aan met het begrip christianitas. Aan het eind van de elfde eeuw voelde deze Christenheid zich sterk genoeg om in het offensief te gaan tegen in de in hun ogen ongelovigen mohammedanen. Het Byzantijnse rijk werd in die tijd bedreigd door de mohammedanen en de Byzantijnse keizer had hulp gevraag in Europa. Die hulp kwam in de vorm van de eerste kruistocht. Strijders voor Christus. Opkomst van Arabische wetenschap Het is duidelijk dat door de reizen die de kruisvaarders naar de Arabische wereld maakten de belangstelling voor deze wereld op wetenschappelijk vlak aanwakkerde. Waar voorheen alleen geestelijken naar de Arabische wereld reisden waren er nu ook kruisvaarders en lekenwetenschappers. In de middeleeuwen was wetenschap een aangelegenheid van de kerk. Alleen priesters kenden Latijn, de taal van de wetenschap. Zo was de bevolking nooit in staat wetenschappelijke boeken te lezen voorzover men kon lezen. Pas na 1300, met het begin van de Renaissance, kwamen er lekenwetenschappers. Dit waren leken die nieuwsgierig waren. Alle reizigers die de buiten-Europese wereld bezochten keken hun ogen uit en deden mondeling of schriftelijk verslag van hun bevindingen (voorbeeld Marco Polo). Maar reizigers die vanuit wetenschappelijke belangstelling reisden waren bijna altijd geestelijken. Toen de lekenwetenschappers in contact kwamen met de Arabische wetenschap konden ze deze gaan vergelijken met de westerse wetenschap zoals de kerk deze beschrijft. De lekenwetenschappers trokken de westerse wetenschap in twijfel en daarmee de kerk. Dit werd in deze tijd als een ernstige zaak beschouwd. In feite
beschuldigde de lekenwetenschappers de kerk ervan te liegen. Een Katholieke monnik die zich bezig hield met de Arabische wetenschap was Raymundus Lullus. Hij begaf zich op dun ijs aangezien hij aan alchemie deed. Alchemie was een Arabische wetenschap waar de kerk wantrouwend tegenover stond. Het vak mocht slechts onder zeer strenge voorwaarden beoefend worden. Dit omdat in de alchemie dingen gebeurde en werden verklaard op een “niet” bijbelse wijze. Daarom werden ook alchemistische boeken vaak verboden door de kerk. Maar de kerk kon verbieden wat zij wilde, de interesse voor deze weten-schap was opgewekt in Europa. Hierdoor gingen mensen twijfelen aan Alchemisten aan het werk. wetenschap die de kerk voorschreef. Een punt dat zorgde voor een breuk binnen de Katholieke kerk. De “Heilige Oorlog” De kruistocht riep veel strijdlust op. De Christenen werden mishandelt door de heidenen, dit werd verkondigd door de paus. Voor het eerst stond niet het gebod “je naaste lief te hebben als jezelf” of het befaamde en nobele gezegde “je rechter wang toekeren” voorop Tijdens de eerste kruistocht kwam het begrip “heilige oorlog” tot stand. Geloof werd gecombineerd met vechtlust, zo kwam er iets tot stand als een door de bijbel geoorloofde “oorlog”. Samen met de kruisvaarders gingen ook de geestlijken mee om te bidden voor een overwinning en de kruisvaarders aan te sporen. Onder hun leiding vond de voorbereiding op de gevechten plaats. Zij vastten, en met hun gehele vertrouwen op God trokken zij mee ten strijde. Zij namen dan attributen mee die Gods aanwezigheid symboliseerden. De strijd was dus niet alleen fysiek, maar ook geestelijk, waarbij ook de thuisgeblevenen de taak hadden voor de kruisvaarders te bidden. Zo was er een gesloten front tegen een vijand, die op alle mogelijke wijzen bestreden diende te worden en met wie men kon handelen zoals men wilde, de ongelovigen waren tenslotte de voor het begin van de strijd
De verhalen die de Katholieke kerk verkondigde om het volk tegen de “heidenen” op te zetten kwamen bedrogen uit toen veel gevangen genomen ridders terugkwamen met verhalen over deze heidenen. Zo waren er verschillende groepen Bretonse en Normandische ridders omstreeks 1125 enkele jaren gevangen genomen in de steden Ninivé, Baghdad en Babylon. Met hun terugkomst vertelde zij over alle merkwaardigheden die zij in het oosten hadden aanschouw. Bij de vorsten van de heidenen waren zij in hoog aanzien gekomen en prinsessen waren verliefd geworden op de “fiere” franken. Gedurende hun gehele gevangenschap was er geen enkele poging ondernomen om hen ertoe te brengen hun godsdienst af te zweren. Ook al werd er door veel mensen getwijfeld over deze verhalen, de nieuwe generatie zag dat er duidelijk bewezen was dat de kerk hen eenzijdige verhalen vertelde. In hun naïeve haat tegen de ongelovigen hadden de kruisvaarders zich over het algemeen de Saracenen (een Noord-Arabisch volk dat zich verzette tegen de Byzantijnse keizers en zich al vroeg bekeerde (8ste eeuw) tot de islam) voorgesteld als wilde dieren beide “groepen”. De christen gebaar vrede. Toen zij in contact kwamen met de Saracenen bevonden zij tot hun verbazing dat Mohammedanen beschaafder en menselijker konden zijn dan Christenen. Deze nieuwe bevindingen die zich voordeden aan de Europeaan, dwong hem tot nieuwe gedachten en kritische overwegingen, die ervoor zorgde dat men niet meer blindelings de Katholieke kerk achterna liep die hen zo lang van alles had voorgeschoteld. Er veranderde op het raakvlak van geloof dus voor de Christenen veel meer dan voor de Moslims. In het begin hadden zij zelfs geen idee waarom de Christenen hen aan gingen vallen. Door de hele kruistocht heen hebben de Mohammedanen kennis kunnen maken met de Christenen en niets heeft hen aan het twijfelen gebracht over hun geloof, terwijl de Christenen wel gingen twijfelen over de Katholieke kerk. Conclusie

Beantwoording van de hoofdvraag
Na het maken van de deelvragen moet er nu een antwoord gegeven worden op de hoofdvraag: Hoe hebben de kruistochten de verhoudingen tussen de Westerse wereld en de Arabische landen beïnvloed in de late middeleeuwen (1100-1500 na Chr.) We zullen bij de beantwoording niet alleen kijken naar de verhoudingen tússen de werelden. Er wordt ook gekeken naar welke invloed de kruistochten ahdden op de afzonderlijke werelden. Elke gebeurtenis heeft een of meerdere gevolgen, die weer leidden tot andere gebeurtenissen. Bij de kruistochten kan je dit goed zien. Er werd opgeroepen tot een kruistocht, die mislukte (bijvoorbeeld) en daarom werd weer een tweede kruistocht opgeroepen. Verschillende gebeurtenissen leidden dus tot andere gebeurtenissen die weer andere gevolgen met zich meebrachten. De kruistochten begonnen met motieven, waaruit de oproep van de Paus aan het volk ontstond om de eerste kruistocht te beginnen. Het gevolg was dat de pelgrims op zoek gingen naar het heilige land in de eerste kruistocht, maar ook in latere kruistochten. De geschiedenis van deze pelgrimstochten heeft nog steeds grote invloeden op de Westerse en Arabische wereld van nu. De kruistochten namen grote economische, religieuze en politieke gevolgen met zich mee. Er waren verschillende motieven die ertoe leiden dat de kruistochten uiteindelijk begonnen. We kunnen deze motieven verdelen in sociaal- economische, persoonlijke en andere motieven. Er was een constante strijd over gebied en geloof tussen de Moslims en de Christenen. Het gevolg was dat er duizenden Christenen werden mishandelt en vermoord. Deze gebeurtenissen leidden tot grote onrust in de katholieke kerk. De paus kon zo grote invloed uitoefenen op de katholieken, hij kon zijn prestige op deze manier verhogen. Een ander motief is de economie; de steden begonnen te groeien en de welvaart nam in grote maten toe. De handel werd steeds belangrijker. De laatst genoemde motieven zijn de motieven van de pelgrims zelf. Ze dachten door de kruistochten zo aan hun behoeften te voldoen. Het geloof speelde voor de pelgrims de belangrijkste rol om uiteindelijk met de kruistochten te beginnen. De ridders verzamelden zich uit verschillende delen van Europa uiteindelijk in Constantinopel voor de eerste kruistocht. Vanuit Constantinopel gingen ze na de overwinning van Antiochie op weg naar de verovering van Jeruzalem, die uiteindelijk plaatsvond vier jaar na de aankondiging van de kruistochten. De vierde kruistocht werd uit initiatief van paus Innocentius III voorbereid. Door deze kruistocht werd het hele Romeinse rijk verwoest. Tevens bloeide de handel voor Venetië sterk op. Een van de belangrijkste gevolgen van de kruistochten zijn op economisch gebied. Door de kruistochten ontstonden grote steden. De handelaren gingen over steeds grotere afstanden handel drijven. Door deze handel kwamen sneller nieuwe producten en nieuwe wetenschappen in het Westen vanuit de Arabische wereld. Ook de slavenhandel was een belangrijk onderdeel dat verspreid werd door de kruistochten. De belangrijkste handelsplaatsen lagen rond de Middellandse-, noord en Oostzee, duizenden pelgrims werden vervoerd per schip over de Middellandse Zee. Nu kwamen er ook producten mee. Op religieus gebied waren door invloed van de kruistochten ook gevolgen te zien. Het Westen kwam in contact met het Oosterse denken en het Latijn, de taal van de wetenschap. Mensen ging door nieuwe wetenschappen twijfelen aan het gelijk van de kerk. De Mohammedanen gingen echter niet door de nieuwe kennis uit de Westerse wereld anders denken over hun geloof. De politieke gevolgen drongen ook door tot in de gevoelens van de bevolking. Doordat veel steden en landen zeer veel verschillende grenzen en leiders hebben gehad. Daalde het vertrouwen van de bevolking in hun land. Aan de andere kant werd de bevolking zich steeds bewuster van het feit dat je niet altijd veilig leefde in je stad. Het nationalistisch gevoel werd hierdoor versterkt. Bovendien ontstond er, mede door Frederik II, een ambtenarensysteem in Sicilië, veel Europese staten namen hier in de loop der tijd een voorbeeld aan. Ook kwam er een efficiënter systeem binnen de handel. In plaats van een groot Rijnverbond, ontstonden er meerder kleinere stedenbonden die beter te leiden waren. Je zou dit met een soort vakbonden kunnen vergelijken. Uit deze kleine bonden ontstond de Hanze. Je kunt dus zeggen, dat de kruistochten een zeer grote invloed gehad hebben op het leven in de Westerse wereld en de Arabisch landen. Geraadpleegde bronnen Boeken ‘In het spoor van de kruisvaarders’ Terry Jones, 1996. Teleac. (vertaald) ‘Kruisvaarders naar Jeruzalem’ Prof. Dr. C.D.J. Brandt, 1961. W de Haan N.V. ‘Het krijgsbedrijf in de middeleeuwen’ H.W. Koch, 1988. Uitgeverij Helmond B.V. (vertaald door R.C.C. de Savornin Lohman en W.E. Smelt. ‘Wereldgeschiedenis: kruistochten, keizers en pausen’ Carl Grimberg, jaar ontbekend. Bosch & Keuning N.V. (vertaald door J. Aries) ‘Informatie in woord en beeld over de middeleeuwen 2’ Annet van Battum, 1972. Amsterdam Moussault’s Uitgeverij N.V. ‘De fascinerende middeleeuwen’ Christopher Frayling, 1995. Teleac. (vertaald door Jan Mars) ‘Wanneer, waar , waarom en hoe het gebeurde’ jaar onbekend. The Reader’s Digest N.V. (vertaald door Moon van der Meulen en Anneke Meijer-Verkouter) Internet -http://mescaldis.free.fr/Nederlands/pages%20html/kruistocht.htm -http://users.pandora.be/luc.herman/Geschiedenis/Geschiedenis-kruistochten.htm -http://www.skiednis.org/artikelen/oust7_e.htm -http://members.ams.chello.nl/m.elfers/alma05.htm -http://brighton73.freeserve.co.uk -http://historyguide.org/ancient -http://home.wish.net/~vanexel

REACTIES

H.

H.

thhrt

22 jaar geleden

Q.

Q.

Relaxed!!! Hier kan ik wat mee...

21 jaar geleden

C.

C.

Hartstikke goed werkstuk!

21 jaar geleden

N.

N.

Danku
het werkstuk heeft veel geholpen

20 jaar geleden

J.

J.

Hallo,
ik ben een derde-jaars studente aan de uni van utrecht. Ik heb je werkstuk over de kruistochten gelezen, en ik zou je willen vragen of je misschien nog weet waar je de citaat van paus Urbanus II gevonden hebt: 'wat een vernedering zou het voor ons zijn als dit ongelovige en terecht verachte ras..."
In ieder geval,
Thanks

17 jaar geleden

D.

D.

Respect voor je werkstuk! Ben bezig met eindscriptie pabo 4, over ontwikkelingen van cultuur en techniek van begin aarde tot heden, en heb een en ander op kunnen steken. Niet altijd met je eens, maar enorm evenwichtig vergeleken met aanmatigende nonsens van vele anderen. En dat toen je nog redelijk jong was!
Tijd geleden dat je dit schreef, natuurlijk, maar misschien vind je reacties nog steeds leuk. gr. Dick

14 jaar geleden

J.

J.

Fantastisch!
Goede onderzoeksvragen en mooie besluitjes!

10 jaar geleden

C.

C.

als je de kruistocht loopt moette toch ook pissen. of heb ik da

10 jaar geleden

L.

L.

dit is zooooooooon goed verslag. alleen wel een beetje te kort. er mogen best nog 3 van die grote stukken tekst bij.

9 jaar geleden

M.

M.

Het is waar dat de Romeinse keizer Constantijn, middeleeuwse kruisvaarders, en Protestanten en Katholieken het zwaard hebben gebruikt tegenover ongelovigen en elkaar. Echter, geen van hen is fundamenteel voor het christendom - alleen Jezus is dat, en hij bekrachtigde nooit het zwaard om zijn boodschap te verspreiden. Ook heeft het Christendom Reformatie ondergaan (circa 1400-1600) en is geplaatst onder de druk van de Verlichting (circa 1600 - 1800), die vrede eiste....Volgens de historische en letterlijke contexten van Matteüs 10: 34 vereiste Jezus zelf nooit een militaire djihaad.Daarom zijn Mohammed en Jezus in feite geheel verschillend van elkaar - net zo verschillend als donker en licht. Mohammed gebood zijn gelovigen om familieleden te doden met een fysiek zwaard, waar Jezus zegt dat een geestelijk zwaard, niet een fysieke, familiebanden mag scheiden, dermate dat zijn discipelen daar klaar voor moeten zijn...Jezus redt. Mohammed doodt.

8 jaar geleden

J.

J.

In 2014 was ik op vakantie in Jordanië en Israël. De gids vertelde ons dat ruim 60.000 !!!! kruisvaarders vanuit West-Europa naar het Heilige Land vertrokken en daar 2 jaar over gedaan hebben. Ergens in Jordanië (in een heuvelachtig gebied) zijn ze in een hinderlaag gelopen en is het leger verslagen. Grote oorzaak was ook de enorme hitte en de zware bepakking. Klopt dit? Graag antwoord via mij e-mail adres.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.