Inleiding
Ik heb Operatie Overlord als onderwerp voor mijn profielwerkstuk gekozen. Aangezien ik geen partner kon vinden met wie ik kon samenwerken, was het mogelijk voor me om een onderwerp te kiezen dat ik zelf leuk vond. Ik hoefde dus geen compromis te sluiten over het onderwerp.
Ik wist vanaf het begin dat ik een website wilde maken. Aangezien hier het vak informatica van pas kwam heb ik dit als secundair vak gekozen. Omdat ik de Tweede Wereldoorlog heel interessant vind heb ik gekozen om hier een onderwerp van te nemen en daar mijn profielwerkstuk over te doen. Het onderwerp dat mij het meest aansprak was Operatie Overlord, ook bekend als de landing in Normandië. Hier kunt u de website vinden: www.operation-overlord.nl
Bij mijn onderzoek ga ik uit van de volgende hoofd- en deelvragen:
Hoofdvraag:
- Wat waren/zijn de gevolgen van Operatie Overlord en zijn deze nu nog waarneembaar?
Deelvragen:
- Wat is Operatie Overlord?
- Waarom werd er een invasie in Normandië gepland?
- Hoe kan het dat de Duitsers niets van een invasie in Normandië afwisten?
- Hoe verliep Operatie Overlord?
- Hoe heeft Operatie Overlord kunnen slagen?Voorwoord
Wat is Operatie Overlord nu precies? Operatie Overlord was de codenaam voor de invasie door de westerse geallieerden in het door Duitsland bezette West-Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Operatie Overlord begon op 6 juni 1944 en eindigde officieel op 25 augustus 1944, toen Parijs werd bevrijd. Volgens sommige historici eindigde Operatie Overlord echter toen de Amerikanen uit wisten te breken bij het Schiereiland Contentin.
De operatie startte met luchtlandingen net na middennacht en een massale amfibische aanval op vijf verschillende stranden in de vroege morgen van 6 juni. De stranden kregen de codenamen: Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword.
De eerste dag van Operatie Overlord werd aangeduid met 'D-Day', de daaropvolgende dagen met D+1 (7 juni), D+2 (8 juni), etc.
Misverstand
De term D-Day wordt vaak incorrect geassocieerd met Operatie Overlord. D-Day wordt namelijk door de krijgsmacht gebruikt om de dag aan te duiden waarop een aanval of operatie gepland is. Het is dus niet specifiek de codenaam voor de invasie in Normandië.
Hoofdstuk 1 Voorafgaand
§1 Waarom een invasie
Sinds de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in 1941, vochten de Sovjets vrijwel alleen tegen Duitsland. De Amerikaanse president Roosevelt en de Britse premier Churchill hadden namens de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk beloofd op het Europese vasteland een tweede front te openen om de wanhopige situatie van de Sovjet-Unie te verlichten. Deze belofte uit 1942 stuitte echter op grote bezwaren van de Britten omdat ze onvoldoende waren uitgerust. voor een dergelijke operatie. Ook kon de V.S. in korte tijd niet genoeg materieel aanvoeren.
Operaties Bolero, Roundup en Sledgehammer
Om deze redenen werd tijdens een topconferentie in Washington besloten tot Operatie Bolero. Deze operatie hield in dat alle noodzakelijke materialen aangevoerd moesten worden voor een aanval op West-Europa. In de Noord- Atlantische Oceaan woedde echter de strijd tegen de U-boot vloot van Duitsland en er heerste een groot gebrek aan vrachtruimte. Dit had tot gevolg dat het grootste deel van het geproduceerde materieel werkeloos in opslag lag.
De Westelijke geallieerden waren het niet eens over de plaats voor een tweede front. De Amerikanen kwamen met een plan voor een directe aanval op de stranden van Calais en Dieppe (Operatie Roundup) en een kleinere landing in de omgeving van Cherbourg onder de naam Operation Sledgehammer, terwijl de Britten een voorkeur hadden voor een aanval op Noord-Afrika (operatie Torch).
Onenigheid
Er bestond dus grote onenigheid tussen de drie grootmachten. Aan Britse zijde heerste het gevoel dat Amerikanen en Russen de moeilijkheden van een amfibische landing, een landing met vaartuigen vanuit zee, onderschatten. Aan de andere kant waren de Amerikanen van mening dat de Britten hun koloniën in Afrika wilden behouden.
De Sovjets waren er ten slotte van overtuigd dat de westerse geallieerden het openen van een tweede front zo lang mogelijk wilden uitstellen, zodat de Sovjet-Unie het Duitse leger in hun eentje kon verzwakken.
Operatie Jubilee
Het Britse opperbevel besloot, onder druk van de Amerikanen en de Sovjets, zelf een grootschalige aanval uit te voeren, deels als verkenning, deels om te zien in hoeverre de geallieerde tactieken opgewassen waren tegen de Atlantikwall (de verdediging langs de kust). De aanval op de havenstad Dieppe op 19 augustus 1942 liep uit op een ramp. Van de ongeveer 6000 manschappen werden er meer dan de helft gedood, gewond of gevangengenomen.
De Britten hadden wel wat geleerd van de mislukte landing bij Dieppe. Ten eerste hadden ze ervaring opgedaan voor een amfibische landing. Ten tweede hadden ze ondervonden dat een aanval op een versterkte haven grote verliezen met zich meebracht.
De conferentie van Casablanca
In januari 1943 vond de Conferentie van Casablanca plaats, bijgewoond door Roosevelt, Churchill en de chef-stafs. Tijdens deze conferentie werd duidelijk dat de Britten de Amerikaanse druk voor een derde front niet langer konden weerstaan. De Amerikanen waren weliswaar bereid de strijd in de Middellandse Zee voort te zetten met landingen op Sicilië of Sardinië, waarvoor Eisenhower zelfs plannen had, maar operatie Roundup was het hoofddoel van de geallieerden. De naam werd gewijzigd van Roundup naar Overlord en de datum werd vastgesteld op 1 mei 1944.
§2 Keuze van de landingsplaats
Door het vliegbereik van de geallieerde jachtvliegtuigen (zo'n 1000 km) was de keuze van de landingsplaatsen beperkt. De afstand van de vliegvelden tot de landingsplaats mocht dus niet groter zijn dan 500 kilometer.
De geallieerden maakten van iedere mogelijke landingsplaats een lijst met de voordelen en nadelen.
De Belgische en Nederlandse kuststroken hadden alleen maar nadelen:
• te ver van de Engelse vliegvelden verwijderd
• weinig beschikbare landingsplaatsen (te ondiep water)
• de duinen waren een obstakel
Deze omstandigheden beperkten de keuze tot het Nauw van Calais en de stranden van Normandië. De afstand van Engeland tot het Nauw van Calais was het kortst, de stranden waren het meest geschikt voor landingsvaartuigen en de afstand tot Duitsland was het kortst. Maar Hitler was ervan overtuigd dat de geallieerden hier zouden landen, en dit gebied werd dus ook het zwaarst verdedigd. Dus de keuze voor de geallieerden was beperkt tot Normandië.
Normandië bood bovendien enkele voordelen:
• heel eind verwijderd van de dichtbevolkte gebieden
• minder zwaar verdedigd dan het Nauw van Calais
• 600 kilometer van de Siegfriedlinie verwijderd
• stranden waarop een amfibievoertuig kon landen
• mogelijkheden om een haven te bouwen
• opmars van Duitsers kon worden opgehouden door de vernietiging van de bruggen over de rivieren
• meer dan 100 geallieerde vliegvelden op minder dan 250 kilometer van de kust van Normandië
Het nadeel van Normandië:
• de grote afstand voor de overtocht van de troepen en de bommenwerpers
Als gevolg van de mislukte Canadese aanval op Dieppe in 1942, werd besloten geen directe aanval op een havenstad te ondernemen. Landingen over een breed front in Normandië moesten een bedreiging vormen voor de haven van Cherbourg en havens in Bretagne. Daarna zou een aanval via Parijs naar de grens van Duitsland volgen.
§3 Het plan
Het oorspronkelijke plan
Het oorspronkelijke plan was dat drie divisies vanuit zee zouden landen, ondersteund door twee luchtlandingsdivisies die de flanken moesten beschermen.
Generaal Montgomery breidde dit later uit tot vijf divisies over zee. Ook werd het aantal dat via de lucht zou landen vergroot tot drie divisies, twee Amerikaanse en één Britse. In totaal zouden 47 divisies voor de operatie worden ingezet; 26 divisies van Britten, Canadezen, Commonwealth-troepen (voornamelijk bestaande uit voormalige koloniën van het Verenigd Koninkrijk) en vrije Europeanen, en 21 Amerikaanse divisies.
Het front werd ook uitgebreid, van 25 kilometer naar 50 kilometer.
Onder bevel van admiraal Sir Bertram Ramsay zouden bij de invasie meer dan 6000 vaartuigen worden ingezet, waaronder 4000 landingsvaartuigen en 130 oorlogsschepen voor de beschieting van de kust.
Daarnaast zouden 12 000 vliegtuigen en 1000 transportvliegtuigen worden ingezet om de 20 000 parachutisten en luchtlandingstroepen over te brengen.
Doelen
De belangrijkste doelen voor de eerste 24 uur van Overlord waren: bruggenhoofden veilig stellen en naar het binnenland door stoten (zie hieronder voor een afbeelding van de bruggenhoofden).
Op D+1 moest er een link gelegd worden tussen de bruggenhoofden. Van D+2 tot D+9 werd verwacht dat de troepen voldoende land in handen zouden hebben, zodat er een veilige landingsplaats was om de rest van de troepen aan land te zetten. Cherbourg zou ook in handen moeten zijn. Dit omdat Cherbourg belangrijk was vanwege de haven.
Zodra voldoende sterkte was opgebouwd zouden de troepen door moeten stoten tot Parijs en daarna de Rijn.
Geallieerde slagorde
De slagorde was ongeveer als volgt:
• Britse 6th Airborne Division, waaronder de 8th en 9th Parachutebattalion van de 3rd Parachutebrigade en de 1st Canadian Parachutebattalion, voert ten oosten van de rivier de Orne een luchtlanding uit per parachute en zweefvliegtuig om de oostelijke flank te beschermen.
• Britse speciale eenheden landen bij Ouistreham in de Queen Red sector, de meest oostelijke sector.
• Britse 3rd Infantery Division landt samen met de Britse 27th Armoured Brigade op Sword Beach, van Ouistreham tot Lion-sur-Mer.
• Britse speciale eenheden landen ver westelijk van Sword Beach.
• De 3rd Canadian Infantery Division, de 2nd Canadian Infantry Division en een marinecommando landen op Juno Beach, van St Aubin tot La Riviere.
• Britse No. 46th Commando bij Juno landt op een klif aan de oostelijke zijde van de monding van de rivier Orne om een daar gebouwde geschutsbatterij te vernietigen. (Het vuur van de batterij bleek zo verwaarloosbaar dat deze eenheid op zee werd gehouden als drijvende reserve, ze ging pas op D+1 aan land.)
• Britse 50th en 8th Armoured Brigade landen op Gold Beach, van La Riviere tot Arromanches.
• No. 47 Commando landt aan de westflank van Gold Beach.
• Het Amerikaanse vijfde legerkorps (US 1st Infantery Division en US 29th Infantery Division) landt op Omaha Beach, van St. Honorine tot Vierville sur Mer.
• US 2nd Ranger Battalion landt bij Pointe du Hoc.
• Het Amerikaanse zevende legerkorps (US 4th Infantery Division met andere eenheden) landt op Utah Beach, rond Pouppeville en La Madeleine.
• US 101st Airborne Division landt rond Vierville.
• US 82nd Airborne Division landt rond Sainte-Mère-Église, ter bescherming van de westelijke flank.
§4 De voorbereiding
Het Franse Verzet
La Résistance intérieure française
Het résistance intérieure française (het Franse binnenlandse verzet) heeft een grote bijdrage geleverd aan de voorbereidingen voor Operation Overlord.
Het verzet bestond uit een mix van communisten, gaullisten en pétainisten. De sterkte van het verzet werd in 1944 geschat op 350.000 mannen en vrouwen, waarvan ongeveer 100.000 een bruikbaar wapen hadden. De meesten van deze verzetsstrijders waren vanwege de Service du travail obligatoire (verplichte werkdienst in Duitsland) ondergedoken. Zij vormden de basis voor een guerrillaoorlog tegen de Duitse bezetters in Frankrijk. Een guerillaoorlog is een oorlog waarbij kleine groepen strijders militaire technieken gebruiken om het een traditioneel leger moeilijk te maken.
De leiding van het verzet berustte deels bij de lokale leiders, bij de Franse regering in ballingschap (De Gaulle) en bij de Britse SOE (Special Operations Executive). Het SOE probeerde samen met de regering-De Gaulle de verzetsbewegingen te organiseren en te bewapenen.
Het verzet gaf veel informatie over de troepenbewegingen, aantallen en sterkte van verdedigingspunten door aan de geallieerden. Het was het verzet dat zei dat de Atlantikwall helemaal niet zo sterk was als men aanvankelijk dacht.
Klaar voor de strijd
Het Franse verzet kreeg op 1 juni 1944 via de radio het codewoord: "Les sanglots longs des violons de l'automne" te horen (deze zin komt uit het gedicht Chanson d'automne). Dit betekende dat de invasie binnen twee weken zou plaatsvinden. Op 5 juni 1944 werd het tweede deel van het codewoord uitgezonden door de BBC: "Blessent mon coeur d'une langueur monotone." De landing zou nu binnen 48 uur plaatsvinden.
Het Franse verzet was vanaf dat moment in hoogste staat van paraatheid. Het plan was om het landingsgebied van de buitenwereld af te grendelen. Dit deden ze door aanslagen en sabotage te plegen en door hinderlagen te leggen. Bij dit alles kregen ze hulp van de SOE agenten, die de verzetsstrijders trainden en bewapenden.
Het plan in Uitvoering
Résistance Fer, de organisatie van het spoorwegpersoneel, speelde een belangrijke rol in het doorgeven van troepensterkte. Zo gaven ze aan de geallieerden door dat de 12de SS-Panzer-Division Hitlerjugend op volle sterkte was, omdat het 83 treinen nodig had om zich te verplaatsen. Ook werden er spoorwegen opgeblazen waardoor treinen ontspoorden. Het transport van troepen en goederen moest nu gedwongen via de weg plaatsvinden.
Het tekort aan rubber voor banden maakte de Duitsers een makkelijk doelwit voor het verzet. Met behulp van glasscherven en spijkers, op de wegen waar het transport plaatsvond, kon het verzet het transport over de wegen bemoeilijken.
De Franse PTT sneed telefoon- en telegraaflijnen door, waardoor de Duitse troepen via de radio moesten communiceren. Deze berichten konden de geallieerden dan weer onderscheppen en decoderen aan de hand van Ultra.
Hobart's funnies
Na de verloren slag om Dieppe werd duidelijk dat gewone tanks moeilijk in rul zand en grind konden bewegen. Een groot probleem was ook dat een LCT (Landing Craft Tank) tot het strand moest varen om daar zijn tanks te lossen. Daar bleek dat een LCT een groot doelwit voor vijandelijk geschut was.
De 79th Armoured Division, onder leiding van generaal-majoor Percy Hobart, kreeg de opdracht om reeds bestaande tanks, zoals de Sherman en de Churchill, te verbouwen tot een serie gespecialiseerde tanks. Deze vreemd uitziende tanks werden bekend onder de naam: Hobart’s Funnies.
De Funnies van Hobbart
• Churchill Crocodile: een gemodificeerde Churchill tank met een vlammenwerper in plaats van het machinegeweer. De vlammenwerper had een bereik van rond de 100 meter. De tank werd voorzien van een gepantserde aanhangwagen met daarin rond de 1800 liter brandstof voor de vlammenwerper.
• Churchill AVRE: de Armoured Vehicle Royal Engineers was een tank ontworpen om betonnen obstakels en wegversperringen uit te schakelen. De tank was uitgerust met een 29cm grote Petard mortierwerper die 18 kilo zware projectielen afvuurden. Deze projectielen hadden een bereik van rond de 150 yards (137m). AVRE’s werden ook nog aangepast en voor andere doeleinden gebruikt, zoals:
o Bobbin: een tank die een 3m breed canvas scherm als een pad voor zich uitrolde. Dit pad zorgde ervoor dat de tanks niet vast kwamen te zitten in het losse zand op de stranden
o Fascine: een tank met een opgerolde bos hout voorop om gaten en greppels te vullen. In het midden zaten metalen pijpen waar water door kon stromen
o CIRD (Canadian Indestructible Roller Device): een mijnenruimer met twee zware rollers voorop. Vanwege de constructie moest er elke keer na het ontploffen van een mijn naar achter worden gereden. Omdat het omslachtig was om te hanteren werd de voorkeur gegeven aan de Sherman Crab.
• Churchill ARC (Armoured Ramp Carrier): een tank zonder geschutskoepel. De ARC was aan de bovenkant voorzien van houten looppaden. Aan de voor- en achterkant waren scharnierende looppaden gemonteerd. De ARC werd gebruikt om zeemuren en greppels te overbruggen.
• Sherman Crab: een aangepaste Sherman tank uitgerust met een mijnenvlegel. De constructie bestond uit een ronddraaiende cilinder met daaraan 43 kettingen. Deze kettingen geselden de grond en lieten zo mijnen ontploffen.
• DD tank (Duplex Drive): een Sherman met een hoog canvasscherm dat omhoog werd gehouden door opblaasbare rubberbanden. Dit scherm zorgde ervoor dat de Sherman bleef drijven. Aan de achterkant waren twee schroeven aangebracht waardoor de tank kon varen. Omdat de tank nu twee manieren had om zich voort te bewegen werden deze tanks ook wel Duplex Drive genoemd. De DD tanks waren er voor bedoeld om de eerste golf infanterie, die de stranden zouden aanvallen, te ondersteunen.
Mulberry Havens
Mulberry was de codenaam voor twee kunstmatige havens, Mulberry A en Mulberry B, die gebruikt werden om goederen aan land te krijgen totdat een Franse haven zoals Cherbourg veroverd was. Het leger moest namelijk bevoorraad worden anders zou de gevechtskracht sterk afnemen.
De onderdelen werden tegelijk met de troepenmacht meegevoerd over het kanaal en werden na de landing op 6 juni aangelegd.
Mulberry A werd bij Omaha Beach aangelegd en werd gebruikt door de Amerikaanse troepen. Mulberry B werd aangelegd bij Gold Beach en werd gebruikt door de Britse en Canadese troepen. Deze haven werd later bekend onder de naam Port Winston.
De Mulberry havens bestonden uit bijna 500 versleepte onderdelen met een totaal gewicht van 1½ miljoen ton.
Op 9 juni werd begonnen met het aanleggen van de havens. Op 19 juni, een dag na ingebruikname, stak er een hevige storm op die de haven bij Omaha Beach geheel verwoestte.
Onderdelen van Mulberry A die nog bruikbaar waren werden overgesleept naar Arromanches.
Port Winston werd in de eerste 10 maanden gebruikt om 2,5 miljoen troepen, 500.000 voertuigen en 4 miljoen ton aan goederen aan land te zetten.
§5 De afleiding
Operatie Bodyguard was de codenaam voor een plan, gemaakt door de geallieerden tijdens de conferentie van Teheran, om de Duitsers op grote schaal te misleiden over de plaats en datum van de invasie. Het plan kreeg aanvankelijk de codenaam Jael. Dit werd later hernoemd naar operatie Bodyguard. De naam Bodyguard werd gekozen door een uitspraak van de Engelse premier Winston Churchill: “In wartime, truth is so precious that she should always be attended by a bodyguard of lies” (De waarheid is in oorlogstijd zo kostbaar dat ze altijd moet worden omringd door een muur van leugens).
Het doel van Operatie Bodyguard was om de Duitsers te laten denken dat de invasie later en ergens anders plaats zou vinden dan gepland was.
Operatie Bodyguard was onderverdeeld in meerdere kleine operaties. Van deze kleine operaties waren Operatie Fortitude (die weer onderverdeeld was in Fortitude South en Fortitude North) en Operatie Zeppelin de belangrijkste.
Operatie Zeppelin
Operatie Zeppelin was een misleidingplan gericht op een landing in Griekenland. Het doel was om Duitse troepen te onttrekken aan het werkelijke invasiegebied en vast te houden in de Balkan zodat deze niet mee konden vechten in Normandië. De operatie werd uitgevoerd door Britse, Amerikaanse en Sovjettroepen. De operatie bestond uit meerdere kleine landingen op onder andere Kreta, Albanië, Joegoslavië en Roemenië.
Hitler was er van overtuigd dat de geallieerde invasie in Griekenland plaats zou vinden. Hiervoor had hij verschillende redenen: zijn bondgenoten Bulgarije, Roemenië en Hongarije waren niet echt sterk, ze zouden zo overrompeld worden door de geallieerden. Bovendien leverde Roemenië eenderde van de Duitse olievoorzieningen. Als Roemenië veroverd zou worden zou er een groot tekort aan olie ontstaan in het Duitse leger.
Operatie Zeppelin werkt gedeeltelijk
De operatie kan gezien worden als een gedeeltelijk succes. Hitler stuurde namelijk de Panzer Lehr divisie – een elite eenheid van de Duitse Wehrmacht – van Frankrijk naar Roemenië om daar de verdediging te versterken. Deze divisie werd echter in mei 1944 teruggehaald omdat de landing uitbleef.
Het plan van de geallieerden om troepen te onttrekken aan het werkelijke front was dus gelukt. De Panzer Lehr divisie bleef echter niet lang genoeg in Roemenië om niet mee te kunnen doen aan de verdediging van Normandië.
Operatie Fortitude North
Operatie Fortitude North was een misleidingplan van de geallieerde om de Duitsers te laten denken dat er een invasie plaats zou vinden in Noorwegen. Het doel was net als bij Operatie Zeppelin om Duitse troepen weg te krijgen van Normandië, zodat deze troepen niet mee konden helpen met het verdedigen van dit gebied.
Bij Operatie Fortitude werd veel gebruik gemaakt van Britse dubbelspionnen. Deze spionnen werkten oorspronkelijk voor de Duitsers, maar liepen over naar de geallieerden en boden hun diensten aan de Britten aan. De dubbelspionnen stuurden valse berichten naar de Duitse inlichtingendienst over niet bestaande legereenheden die zouden landen in Noorwegen.
Het niet bestaande Britse 4de leger zou de landing in Noorwegen uitvoeren. Dit fictionele leger was gevestigd in Edinburgh, Schotland. Van het 4de leger bestond alleen het XV Corps, de rest van de divisies waren allemaal verzonnen. Het XV Corps zou echter meedoen aan de landing in Normandië.
Om de illusie in stand te houden werd er elke dag radioverkeer gepleegd tussen de niet bestaande eenheden.
De Duitse legerleiding stuurde echter geen extra troepen naar Noorwegen. Wel bleven de reeds aanwezige troepen in Noorwegen. De operatie was door gedeeltelijk mislukt
Operatie Fortitude South
Het doel van Fortitude South was om Duitse troepen bij Normandië weg te houden en te zorgen dat deze geplaatst werden bij Pas de Calais. Pas de Calais was de meest logische plaats voor een landing omdat de afstand tussen Engeland en Frankrijk hier het kortst was. Bovendien wilden de geallieerden de Duitsers doen geloven dat de landing in Normandië een afleiding was voor een landing bij Pas de Calais.
De landing bij Pas de Calais zou, net als bij Fortitude North, uitgevoerd worden door een niet bestaand leger genaamd de First US Army Group (FUSAG). Dit leger stond onder leiding van generaal Patton. Generaal Patton werd door de Duitsers gezien als een van de beste generaals van de geallieerden. FUSAG bestond uit bestaande en niet bestaande legereenheden en was op papier groter dan het 21st Army Group, die de landing in Normandië uit zou voeren.
Net als bij Fortitude North speelden dubbelspionnen een grote rol bij het misleiden van de Duitse inlichtingendienst.
Omdat men uit moest kijken voor Duitse verkenningsvluchten en om het misleidingplan te doen slagen werd er gebruik gemaakt van opblaasbare voertuigen zoals tanks en landingsvaartuigen. In grote getale wekte deze het vermoeden dat er een enorm leger aanwezig was in Zuid-Engeland klaar voor een invasie bij Pas de Calais.
Na de landing in Normandië werd het tweede deel van Fortitude South in werking gesteld. Het doel was om de Duitse troepen reeds aanwezig in Pas de Calais daar te houden.
In juli waren er zelfs meer troepen aanwezig in Pas de Calais dan in Normandië. De Duitse troepen in het gebied werden pas naar Normandië gestuurd toen de geallieerden al uit hun bruggenhoofd gebroken waren. De slag was toen voor de Duitsers al verloren.
Hoofdstuk 2 Luchtlandingen
§1 6th Airborne Division
[Kaartje van luchtlandingszones 6th Airborne Division] De Britse 6th Airborne Division landden, even na middennacht op 6 juni, ten oosten van de Orne om de linkerflank van het invasiegebied te beschermen. De divisie kreeg verschillende doelenstellingen waaronder het veroveren van twee bruggen over het Canal de Caen en over de rivier de Orne, het vernietigen van verschillende andere bruggen om tegenaanvallen te voorkomen en het uitschakelen van de kustbatterij bij Merville waarvan werd gedacht dat het grote verliezen aan kon brengen aan de geallieerden zijde op Sword Beach.
Als eerste zou de D-company van het 2nd Oxfordshire and Buckinghamshire Light Infantry Regiment, onder leiding van majoor Howard, in 6 Horsa-zweefvliegtuigen op de oostoever van de Orne landen. Hun doelen waren de bruggen over de Orne en het Canal de Caen, die ze moesten veroveren voordat de Duitsers de bruggen tot ontploffing zouden brengen.
Klik op het kaartje voor de vergrote versie
[De Pegasusbrug in gebruik] Na een kort gevecht was de brug over het Canal de Caen (die later bekend zou worden onder de naam Pegasus brug) veroverd. Er zijn dan twee doden gevallen waaronder luitenant Den Brotheridge. Lt. Brotheridge is de eerste soldaat die tijdens Operation Overlord door vijandelijk vuur om het leven kwam. De brug over de Orne werd zonder dat de Duitsers een schot hadden gelost ingenomen.
De troepen kregen verschillende tegenaanvallen te voorduren, waaronder ook een aanval met rupsvoertuigen. Gelukkig bleek het voertuig een halfrupsvoertuig te zijn een geen tank, en het werd al snel uitgeschakeld met een PIAT-antitank geweer.
Het 9th Parachute Battalion onder leiding van Luitenant-kolonel Otway kreeg de opdracht om de kustbatterij bij Merville te veroveren en te vernietigen. Een bombardement, dat net voor de landing plaats zou vinden, zou de verdediging van de batterij moeten verzwakken. Het bataljon kwam over het hele terrein verspreid neer. Sommige parachutisten werden zelfs 10 kilometer te ver naar het zuiden gedropt waardoor ze niet mee konden doen aan de aanval. Maar 150 parachutisten bereikten de verzamelplaats, terwijl het bataljon uit 600 soldaten bestond, en er werd maar een klein deel van de uitrusting teruggevonden.
Otway vond dat hij niet langer kon wachten met de aanval. Het batterijen complex zou namelijk voor zes uur veroverd moeten zijn. Tot Otway's ongenoegen, hadden de bommenwerpers die de gevechtstellingen moesten uitschakelen, hun doel gemist. Het plan verliep niet zoals het moest. Mede omdat de zweefvliegtuigen, met daarin de Royal Engineers, die op de batterij moesten landen, hun landingsplaats niet hadden bereikt.
Binnen enkele minuten waren er aan Britse zijde 50 soldaten gesneuveld en 25 soldaten gewond. Een gehalte van 50 procent! Desalniettemin lukte het de resterende soldaten om de bunkers in te nemen, waarin 100mm geschut stond in plaats van het verwachtte 150mm zware artillerie. De soldaten vernietigden het geschut en trokken zich terug met hun gewonden.
§ 2 Amerikaanse luchtlandingen
[Het embleem van de 101st Airborne Division] De 82nd Airborne Division – de ‘All Americans’ - zou samen met de 101st Airborne Division – de ‘Screaming Eagles’ - op het schiereiland Contentin landen. De 101st Airborne Division zou dicht bij Utah Beach landen en had de taak om de flanken van Utah Beach te bewaken door belangrijke wegen af te sluiten zodat de Duitsers geen versterkingen naar de Utah konden sturen. Ook moesten ze verschillende artilleriestellingen uitschakelen. De 82nd Airborne Division zou ten zuiden van Ste-Mère-Église landen. De 82nd kreeg als taak Ste-Mère-Église in te nemen, verschillende bruggen over de Douve op te blazen om Duitse troepenverplaatsing tegen te gaan en bruggen over de Merderet te veroveren zodat de troepen die van de stranden afkwamen snel het schiereiland af konden sluiten.
[Het embleem van de 82nd Airborne Division] De Amerikaanse paratroepers hadden niet zo veel geluk als de Britten met hun landing. Toen de transportvliegtuigen de Franse kust bereikten kwamen ze in een dichte mistbank terecht. Omdat ze bang waren voor botsingen gingen de vliegtuigen verder uit elkaar vliegen. Eenmaal uit de mist werden ze onder vuur genomen door Duitse machinegeweren en afweergeschut. De piloten gaven vol gas en maakten ontwijkende manoeuvres waardoor ze hun vliegrichting verloren. Bovendien werkten veel bakensystemen niet goed waardoor piloten niet wisten waar de dropzones waren. Dit had als gevolg dat vele paratroepers in de verkeerde dropzones gedropt werden en dat ze zeer verspreid neerkwamen.
Paratroepers die verkeerd gedropt waren en hun eenheid niet terug konden vinden, voegden zich bij andere bataljons. De verspreidheid van de paratroepers zorgden ook voor verwarring bij de Duitsers. De Amerikaanse troepen vielen vaak aan in kleine groepjes. Hierdoor wisten de Duitsers niet waar de echte aanvallen plaatsvonden en konden ze geen tegenaanvallen inzetten.
Sommige paratroepers kregen de taak om landingszones vrij te maken zodat de zweefvliegtuigen versterkingen en uitrusting aan konden voeren. Binnen enkele minuten was het een chaos in de landingszone. Bij de landing van de zweefvliegtuigen brak er van alles af wat vervolgens de inzittenden verpletterde. Zo kwam ook generaal Pratt om, de vervangend commandant van de 101st Airborne Division. Hij werd verpletterd door een jeep die door de voorkant van het zweefvliegtuig heen vloog toen het vliegtuig landde
Hoofdstuk 3 Amfibische Landingen
§1 Sword Beach
[Het embleem van de 3rd Infantry Division] Het stuk strand tussen St.-Aubin-sur-Mer en de monding van de Orne, zo’n 8 km breed, werd door de geallieerden omgedoopt tot Sword Beach (klik hier voor een kaartje). Het strand werd opgedeeld in vier sectoren; ‘Oboe’, ‘Peter’, ‘Queen’ en ‘Roger’. Elk van deze sectoren was weer opgedeeld in kleinere stukken.
De Britse 3rd Infantry Division zou om 07:25 uur, het laatst van alle divisies, op Sword landden. Zij moesten vanaf Sword Beach zo’n 12 km oprukken naar Caen en deze historische Normandische stad bevrijden. De divisie kreeg ook de opdracht om de 6th Airborne Division, die de bruggen over de rivier de Orne en het Canal de Caen hadden veroverd, af te lossen, hoog gelegen grond rond Caen veilig te stellen en als het mogelijk was Caen te veroveren.
Het embleem van de 3rd Infantry Division
Er werden verschillende eenheden aan de 3rd Infantry Division toegevoegd zoals de 27th Independent Armoured Brigade, de 1st Special Service Brigade, de 4th Special Service Brigade en DD-tanks van de 79th Armoured Division.
[Soldaten nemen dekking nadat ze onder vuur worden genomen] De eerste aanvalsgolf bestond uit drie regimenten. In sector ‘Peter’ landde het South Lancashire Regiment, in ‘Queen’ het Suffolk Regiment en in ‘Roger’ het East Yorkshire Regiment. Tijdens de eerste aanvalsgolf zouden 25 DD-tanks aan land gaan en ondersteuning bieden aan de infanterie. De tweede aanvalsgolf bestond uit de 1st Special Service Brigade onder leiding van Lord Lovat. Deze brigade bestond weer uit verschillende commando eenheden.
De troepen van de eerste aanvalsgolf moesten de ‘exits’ (de uitwegen) veroveren en veiligstellen zodat de commando’s konden oprukken naar hun doelstellingen zoals het uitschakelen van verschillende stellingen en het ontzetten van de 6th Airborne Division.
De DD-tanks zouden als eersten landden. De zee was echter zo ruw dat de tanks al snel ingehaald werden door de LCA’s (Landing Craft Assault) en LCT’s (Landing Craft Tank). Eenmaal op het strand aangekomen leed de infanterie zware verliezen door mitrailleur- en mortiervuur. Desondanks wisten enkele soldaten het strand over te steken en de Duitse stellingen te bestoken. De DD-tanks, die inmiddels het strand hadden bereikt, begonnen met het bestoken van de verdedigers. De tanks boden ook de nodige dekking voor de troepen die het strand nog over moesten steken.
Ondanks dat Sword Beach redelijk snel veiliggesteld was, werden niet alle doelstellingen gehaald. De troepen die snel door moesten stoten naar het binnenland konden geen doorbraak forceren. De commando’s die de 6th Airborne Division moesten aflossen, zouden zo door moeten kunnen stoten naar het binnenland. Dit was echter niet mogelijk doordat ze onder vuur werden genomen door mortier- en mitrailleurvuur. Ook de troepen die Caen moesten veroveren werden tegengehouden. De 3rd Infantry Division lag al snel achter op schema.
Lord Lovat ging met zijn commando’s op weg naar de Pegasusbrug. Op kop liep zijn persoonlijke doedelzakspeler Bill Millin. Millin speelde ook tijdens de landing op Sword Beach op zijn doedelzak, ondanks de strikte instructies van de Britse legerleiding dat dit niet toegestaan was. Om de parachutisten af te lossen moesten ze door moerasachtig terrein oprukken. Ze ondervonden hier relatief weinig weerstand en konden zonder al te veel verliezen optrekken richting het Caen Canal.
§2 Juno Beach
[Het embleem van de Canadese 3rd Infantry Division] Juno Beach, het middelste van de drie stranden die aangevallen werden door de Britten en Canadezen, liep van Graye-sur-Mer en st.-Aubin-sur-Mer (klik hier voor een kaartje van Juno Beach). Juno Beach zou aangevallen worden door de Canadese 3rd Infantry Division. Deze divisie bestond geheel uit vrijwilligers.
Het strand was opgedeeld in twee sectoren. De 7th Brigade zou in de ene sector landen en de 8th Brigade zou in de andere landen.
De 3rd Infantry Division had de volgende doelen: ze moesten de stadjes Coucelles, St-Aubin-sur-Mer en Bernières veroveren, contact maken met de commando's op Sword Beach en terrein in de buurt van het vliegveld Carpiquet bezetten.
Net als bij de andere invasiestranden, werd ook Juno Beach gebombardeed voordat de landing plaats zou vinden. Deze bombardementen waren echter onnauwkeurig en er werden dan ook maar weinig stellingen uitgeschakeld. De landingen, die oorspronkelijk rond half acht zouden beginnen, werden een half uur uitgesteld vanwege de ruwe zee. Hierdoor kregen de Duitsers de kans om de verdediging weer op orde te krijgen. Doordat de landingen uitgesteld werden, verdwenen enkele strandobstakels weer onder water. Hier zouden later enkele landingsvaartuigen op vast lopen.
Oorspronkelijk zouden de eerste landingsgolven vlak na elkaar plaats vinden. Dit plan werd volledig in de war gestuurd vanwege de ruwe zee. Omdat de DD-tanks vertraging hadden en deze pas later aan land kwamen, leed de infanterie hevige verliezen. Toen de tanks uiteindelijk het strand bereikten, konden de stellingen uitgeschakeld worden. In tegenstelling tot de landingen op Omaha Beach, konden de infanteristen nu dekking zoeken achter de tanks.
[Canadese soldaten trekken een dorp in] Eenmaal het land ingetrokken moesten de dropjes aan de kust veroverd worden. Sommige dorpjes werden snel veroverd door de goede samenwerking tussen de infanterie en de tanks. In andere dorpjes was de Duitse weerstand heviger. De verdedigingsstellingen waren goed verscholen en beschermd. Enkele Canadese compagnieën leden hierdoor hevige verliezen.
De volgende dagen werden vooral gebruikt om de resterende Duitse stellingen te veroveren. Er vonden geen grote aanvallen meer plaats en de Duitsers waren niet meer in staat om de Canadese aanvalslijn te doorbreken.
§3 Gold Beach
[Het embleem van de 50th 'Northumbrian' Infantry Division] Ter voorbereiding voor de landing werden in de nacht van 5 op 6 juni de kust- en artilleriestellingen door de RAF (Royal Air Force) en de USAAF (United States Army Air Force) gebombardeerd. Tevens werd de kust enkele uren voor de landing nogmaals beschoten door de marineschepen die voor Gold Beach lagen.
Als eerste zouden Britse genietroepen op het stand landen om het strand vrij te maken voor tanks. Eenmaal aan land werden ze onder vuur genomen door de verdedigers waardoor het strand nog niet opgeruimd was toen de eerste aanvalsgolf er aan kwam. Dit had als gevolg dat er enkele tanks verloren gingen toen zij aan land kwamen. De verdere landingen verliepen redelijk soepel. De Britse troepen ondervonden relatief weinig weerstand omdat de Duitse verdediging erg zwak was. De stellingen waren, op een paar uitzonderingen na, allemaal beschadigd of uitgeschakeld door de bombardementen voorafgaand aan de landing.
Bij La Rivière wisten de Duitsers echter enkele uren stand te houden. Het embleem van de divisie
Ze hadden verschillende tanks uitgeschakeld met antitank geschut. Er moest een Churchill AVRE (een tank met een Petard mortier) aan te pas komen om de verdediging uit te schakelen. Het zou tot tien uur duren voordat het dorpje veroverd was.
De 50th Infantry Division wist het bruggenhoofd redelijk snel uit te breiden. De aanval kon alleen nog tot stand worden gebracht door een Duitse tegenaanval. Deze zou echter nooit plaatsvinden.
Aan het eind van de dag hadden de Britse troepen een sterk bruggenhoofd gevormd. De weg van Bayeux naar Caen was bereikt en werd onder vuur gehouden, er was contact gemaakt met de troepen op Juno Beach en Arromanches was veroverd. Hier zou later één van de kunstmatige havens aangelegd worden. Er was echter nog geen contact gemaakt met de Amerikanen op Omaha Beach en Bayeux was nog niet bereikt. Deze stad zou echter de volgende dag wel veroverd worden.
Tijdens de landing vielen er ongeveer 400 slachtoffers (gedood, gewond of vermist). Dit op een totaal van circa 25.000 troepen die op 6 juni op Gold Beach aan land gingen.§4 Omaha Beach
[Kaartje van de landing op Omaha Beach] Omaha Beach was het meest linkse strand (vanuit het oogpunt van de geallieerden) dat aangevallen zou worden door de Amerikanen. Het was een mengeling van zand en kiezels. Ook bevonden er zich steile klippen.
Het strand was absoluut niet geschikt voor een amfibische landing. Er werd echter een landing gepland omdat Utah Beach anders te ver van de Brits/Canadese stranden af zou komen te liggen. Utah Beach zou dan geïsoleerd kunnen raken. De troepen die op Omaha Beach zouden landen moesten een bruggenhoofd veroveren en contact maken met de troepen die op Pointe du Hoc zouden landen.
Het geallieerde opperbevel wist dat Omaha Beach ontzettend goed verdedigd werd. Daarom vonden er 's nachts bombardementen plaats om de stellingen te verzwakken. Helaas kwamen veel bommen verkeerd terecht waardoor de stellingen volledig intact bleven.Klik op het kaartje voor een vergrote versie Bovendien werd er een troepenmacht van 35.000 manschappen op af gestuurd door het
geallieerde opperbevel.
Net als op de andere vier landingsstranden zouden eerst DD-tanks op het strand landen. Helaas gingen de tanks bijna allemaal verloren door een verkeerde beslissing. De tanks werden namelijk veel te vroeg te water gelaten. De golven waren veel te hoog, waardoor 27 van de 29 tanks zonken.
Doordat bijna alle tanks gezonken waren, had de infanterie geen gepantserde steun. Veel soldaten kwamen op de verkeerde plaats terecht en werden snel gedood. Er vond een ware slachting plaats onder de eerste aanvalsgolven.
Enkele uren later wisten kleine groepjes soldaten de verdediging te doorbreken en de top te bereiken. De groepjes vormden zich samen tot grotere groepen. Ze wisten het dorpje Vierville-sur-Mer te veroveren. De opmars werd vertraagd omdat het landschap zeer moeilijk te veroveren was. Het bestond uit weilanden met daaromheen hoge/dikke hagen. Deze hagen boden veel bescherming en voordelen voor de verdedigers. De soldaten wisten maar moeilijk vooruitgang te boeken.
Op 8 juni hadden de soldaten op Omaha Beach eindelijk contact gemaakt met de Britten op Sword Beach. Er was echter nog geen contact gemaakt met de troepen op Utah Beach. Utah Beach zou dus nog steeds geïsoleerd kunnen raken.
Op 6 juni werden ongeveer 3000 Amerikaanse soldaten gedood, verwond of gevangengenomen. De Duitsers leden zo'n 1100 verliezen. Dit was echter 20 procent van hun sterkte tegenover 7 procent voor de Amerikanen.
§5 Pointe du Hoc
[Rangers beklimmen de 30m hoge klif bij Pointe du Hoc] Tussen de stranden Utah en Omaha Beach lag een 30m hoge klif: Pointe du Hoc. Verkenningsvluchten lieten zien dat op deze klif zes 155mm kanonnen stonden. Deze kanonnen hadden elk een bereik van rond de 24km, ze konden dus zowel Utah als Omaha Beach bestoken. Het geallieerde opperbevel wist dat deze kanonnen uitgeschakeld moesten worden. Deze kanonnen konden namelijk een ware slachting aanrichten en dan zou de invasie waarschijnlijk mislukken. Het opperbevel wist dat het een ongelofelijk moeilijke operatie zou worden, aangezien de kanonnen bovenop een 30m hoge klif stonden.
De operatie zou uitgevoerd worden door het 2nd en 5th Ranger Battalion, de tegenhanger van de Engelse commando's. Deze eenheden zouden geleid worden door Luitenant-kolonel James Rudder. De Rangers trainden volop in het gebruik van explosieven en het beklimmen van touwladders en brandweerladders, die ze zouden gebruiken voor het beklimmen van de 30m hoge klif. De Rangers wisten ook dat als ze geen doorbraak zouden kunnen forceren, ze afgezonderd zouden worden van Utah en Omaha Beach. Ze zouden dus zelf stand moeten houden tot ze afgelost werden. Rangers beklimmen de klif
Pointe du Hoc werd, net als Omaha Beach, verdedigd door de Duitse 352. Infanterie-Division. Deze divisie bestond vooral uit veteranen van het oostfront. Deze divisie was, in tegenstelling tot vele andere Duitse divisies in Normandië, nog op volle sterkte.
De eerste aanval op Pointe du Hoc zou uitgevoerd worden door de D, E en F compagnieën van het 2nd Ranger Battalion. C compagnie zou op Omaha Beach landen. De A en B compagnieën van het 2nd Ranger Battalion zouden samen met het 5th Ranger Battalion een half uur later op Pointe du Hoc landen als deze nodig waren. Als het signaal niet binnen 30 minuten gegeven zou worden, zouden deze eenheden net als C compagnie op Omaha Beach landen.
Toen de Rangers eenmaal op weg waren naar het strand kregen ze te maken met navigatieproblemen. De vaartuigen voeren richting de oostkant van de klif. Na enkele aanpassingen kwamen de vaartuigen toch op de goede plek terecht. Gevolg was dat er een vertraging optrad van ongeveer 40 minuten. De Rangers landden uiteindelijk om 07.10 uur op het strand. Na korte vuurgevechten begonnen zij met het beklimmen van de klif.
Een half uur na de eerste landing hadden alle Rangers de top van de klif bereikt. Na enkele minuten kwamen de Rangers er achter dat hun radio's niet naar behoren werkten. Hierdoor kon Rudder niet op tijd het signaal doorgeven aan de reservecompagnieën, waardoor deze naar Omaha Beach werden gestuurd. Deze compagnieën speelde overigens wel een grote rol in het veroveren van de Duitse stellingen op Omaha Beach.
Ondanks dat de Rangers ruim in de minderheid waren, konden ze steeds meer vooruitgang boeken. Na vele zware gevechten, waarbij veel gewonden en doden vielen, hadden de Rangers de bunkers van de kanonnen bereikt. Eenmaal bij de bunkers aangekomen zagen ze dat er geen kanonnen in de bunkers stonden. Later bleek dat deze verplaatst waren op bevel van de Duitse veldmaarschalk Erwin Rommel.
Na een patrouille werden de kanonnen alsnog gevonden in een weiland op ongeveer 500 meter afstand van de bunkers. De kanonnen werden met behulp van explosieven uitgeschakeld. De Rangers konden nu beginnen met het verdedigen van Pointe du Hoc.
Na korte maar hevige tegenaanvallen van de Duitsers moesten de Rangers zich terugtrekken richting Pointe du Hoc. Een van de compagnieën, de E compagnie, werd bijna volledig uitgeschakeld tijdens deze aanvallen. D compagnie was ook bijna helemaal uitgeschakeld maar kon nog net standhouden. Inmiddels waren er nog maar 90 inzetbare Rangers over van de oorspronkelijke 225.
Met behulp van vuursteun van de schepen wisten de Rangers stand te houden. In de ochtend van 8 juni werd er contact gemaakt met het 116th Infantry Regiment van de 29th Infantry Division en het 5th Ranger Battalion, waarmee de operatie tot een einde kwam. §6 Utah Beach Als eerste zouden de DD-tanks, in totaal 36, op het strand landen, gevolgd door vier infanterie compagnieën. De landingen liepen niet helemaal als gepland. Ten eerste dreven de vaartuigen van hun oorspronkelijke route af vanwege de ruwe zee. Dit had als gevolg dat de landingen niet plaats vonden waar ze plaats zouden moeten vinden. Ten tweede liepen de tanks vertraging op, ondanks dat ze al twee kilometer dichter bij de kust te water waren gelaten, waardoor de infanterie het de eerste minuten zonder tanksteun moest doen. De bombardementen, die aan de landing vooraf gingen, waren veel effectiever dan de bombardementen op Omaha Beach. Hierdoor waren de Duitse stellingen verzwakt en soms zelfs uitgeschakeld. De soldaten van de eerste aanvalsgolf konden gemakkelijk doorbreken en vielen de Duitse stellingen in de duinen aan. Deze waren snel veroverd. De soldaten konden snel landinwaarts doorstoten richting St.-Marie-du-Mont. Nog voor 12 uur werd er contact gemaakt met de 101st Airborne Division.Klik op het kaartje voor een vergrote versie Bij de landingen op Utah Beach zijn 197 Amerikaanse soldaten om het leven gekomen. Dit was het kleinste aantal van alle vijf de landingsstranden. De 4th Division had een stevig bruggenhoofd in handen. Dit terwijl de landing anders was gelopen dan gepland. De troepen hadden geluk dat ze op een minder sterk verdedigd strand waren geland. Deelvraag 1 Wat is Operatie Overlord? De operatie startte met luchtlandingen net na middernacht en een massale amfibische aanval in de vroege morgen van 6 juni. De term D-Day wordt vaak ten onrechte geassocieerd met Operatie Overlord. D-Day wordt namelijk door de krijgsmacht gebruikt om de dag aan te duiden waarop een aanval of operatie gepland is. Het is dus niet specifiek de codenaam voor de invasie in Normandië. Sinds 1941 vocht de Sovjet-Unie vrijwel alleen tegen Duitsland. Stalin eiste van Roosevelt en Churchill om een tweede front te openen in het westen van Europa om de druk van de Duitsers op de Sovjet-Unie te verlichten. Door het beperkte vliegbereik van de geallieerde vliegtuigen werd gekozen om een landing uit te voeren in de buurt van Engeland. Elk van deze landingsgebieden hadden voor- en nadelen. Uiteindelijk werd voor een invasie in Normandië gekozen omdat deze de meeste voordelen had namelijk: stranden geschikt voor landingsvaartuigen, genoeg vliegvelden in Engeland op minder dan 250 kilometer en een heel eind verwijderd van dichtbevolkte gebieden. Het belangrijkste voordeel was wellicht dat Normandië minder sterk verdedigd werd dan Pas de Calais (is noordelijk van Normandië). In tegendeel; de Duitsers wisten wel van een mogelijke invasie in Normandië af. Ze wisten alleen niet zeker of de invasie hier zou plaats vinden en of dit een afleidingsplan was of niet. Deze onzekerheid kwam door een misleidingplan van de geallieerden, genaamd Operatie Bodyguard. Door de misleiding van de geallieerden wisten de Duitsers niet waar de invasie plaats zou vinden. Er waren aanwijzingen voor een landing in Griekenland, Noorwegen, Pas de Calais en Normandië. De Duitsers achtten een invasie in Pas de Calais het meest waarschijnlijk omdat hier de afstand naar Engeland het kleinst was. Ook werden ze nog meer in hun vermoeden bevestigd door Operatie Fortitude South (een onderdeel van Operatie Bodyguard). Luchtlandingen De luchtlandingen liepen niet helemaal als gepland. Door de bewolking en het afweergeschut raakten de parachutisten verspreid over het gebied. Veel van de van te voren vastgestelde doelen werden niet volbracht omdat de soldaten zo verspreid waren. De soldaten konden geen grote groepen vormen en dus geen georganiseerde aanval plegen. Je zou ook kunnen zeggen dat de luchtlandingen juist wel goed verliepen. Omdat de parachutisten zo verspreid waren konden de Duitsers geen grootschalige tegenaanval lanceren. Er ontstond veel verwarring waar nu precies parachutisten neergekomen waren en waar zij zouden aanvallen. Al met al hebben de luchtlandingen gedaan wat ze moesten doen: verwarring en vertraging creëren bij de Duitsers, zodat ze geen grootschalige tegenaanval zouden kunnen uitvoeren ten tijde van de amfibische landingen. Amfibische landingen Aan het einde van de eerste dag waren de geplande doelen nog niet allemaal gehaald. Zo was Caen nog niet veroverd en was er nog geen contact tussen verschillende stranden. Echter de amfibische landingen verliepen in het algemeen goed. De verliezen waren lager dan verwacht. Zelfs op Omaha Beach waren er 'minder' slachtoffers dan verwacht. Wel werden er vaak verkeerde beslissingen genomen. Zo ook bij Omaha Beach: de DD-tanks werden nog verder van het strand af te water gelaten dan gepland was. Dit had als gevolg dat alle DD-tanks verloren gingen, waardoor de infanterie de nodige tanksteun moest missen. Als de tanks wel aan land waren gekomen waren er waarschijnlijk minder doden gevallen. Al met al kunnen we stellen dat de landingen goed verliepen. Er was een begin gemaakt aan het bevrijden van West-Europa. Deze vraag kan ik eigenlijk het beste beantwoorden door de 3e en 4e deelvraag samen te vatten. Omdat de Duitsers niet zeker wisten waar de echte invasie plaats zou vinden moesten ze hun troepensterkte verdelen over verschillende gebieden zoals Pas de Calais, Normandië, Griekenland en Noorwegen. Er was dus maar een klein deel van de werkelijke Duitse strijdkracht in Normandië aanwezig. Doordat de luchtlandingen zo chaotisch verliepen en de parachutisten verspreid neerkwamen, konden de Duitsers geen volwaardige tegenaanval lanceren. De parachutisten pleegden kleine aanvallen over de gehele Duitse verdedigingslinie, waardoor de Duitsers niet wisten waar de landing in Normandië precies plaats zou vinden. De verdedigers werden van hot naar her gestuurd en kwamen vaak te laat om nog een efficiënte tegenaanval te lanceren. Ik kom dan tot de conclusie dat Operatie Overlord is geslaagd omdat de Duitsers niet goed voorbereid waren. Ze wisten niet wanneer en waar de invasie plaats zou vinden. Toen ze dit eenmaal wisten was het al te laat. Het grootste gevolg van Operatie Overlord is natuurlijk dat er een begin werd gemaakt met de bevrijding van West-Europa, waardoor het Nazi regime uiteindelijk zou vallen. Je kunt je ook afvragen wat er gebeurd was als Operatie Overlord niet plaats had gevonden of, nog erger, compleet mislukt was. Waarschijnlijk zou West-Europa dan nog enkele jaren in het bezit zijn van Nazi-Duitsland totdat er een (nieuwe) landing plaats zou vinden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de Sovjet-Unie ons dan bevrijd had. Er zou dan geen muur zijn geweest waardoor Europa in tweeën verdeeld werd. Wellicht was er dan ook geen Koude Oorlog geweest of was deze helemaal anders verlopen. Maar daar kan ik alleen over speculeren. Je kunt de gevolgen van D-Day ook nog zien aan het landschap. Aan de Franse kust staan nog veel bunkers. Er zijn overal monumenten geplaatst en er zijn talloze musea opgericht. Zo ook de Amerikaanse begraafplaats bij Colleville-sur-Mer, waar duizenden witte kruizen boven op de graven staan. Voor het complete profielwerkstuk inclusief afbeeldingen, geluidsfragmenten en interactieve elementen zie: http://www.operation-overlord.nl
[Kaartje van Utah Beach] Utah Beach was een zandstrand met daarachter met gras begroeide duinen. Het strand werd gekozen omdat de geallieerden binnen korte tijd een haven in handen moesten hebben. In Cherbourg, in het schiereiland Contentin, lag er een. De Amerikaanse 4th Infantry Division, onder leiding van Generaal Barton, zou Utah aanvallen. Deze divisie had nog geen gevechtservaring. Tevens was Generaal Theodore Roosevelt Jr., de zoon van oud president Theodore Roosevelt en neef van president Franklin D. Roosevelt, toegevoegd aan de onervaren divisie.
Conclusie
Operatie Overlord was de naam voor de invasie door de westerse geallieerden in het door Duitsland bezette West-Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Operatie Overlord begon op 6 juni 1944 en eindigde toen Parijs werd bevrijd op 25 augustus 1944.Deelvraag 2 Waarom werd er een invasie in Normandië gepleegd?
Deelvraag 3 Hoe kan het dat de Duitsers niets van een invasie in Normandië afwisten?
Deelvraag 4 Hoe verliep Operatie Overlord?
Deelvraag 5 Hoe heeft Operatie Overlord kunnen slagen?
Hoofdvraag Wat waren/zijn de gevolgen van Operatie Overlord en zijn deze nu nog waarneembaar?
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
mooi werkstuk hoor
13 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Mooi werkstuk! Welke bronnen heb je gebruikt?
6 jaar geleden
Antwoorden