Wat maakt het voor Nederlandse bedrijven interessant dat de Chinese economie zeer sterk groeit?

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 15952 woorden
  • 1 september 2014
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
18 keer beoordeeld

Inleiding

De volksrepubliek China wordt vandaag de dag door veel landen gezien als een bedreiging. Vroeger werd het grote oosterse land aan de andere kant van de wereld, nog de ‘slapende reus’ genoemd, maar in de loop der jaren heeft China een steeds groter aandeel in de wereldeconomie gekregen. In het nieuws wordt China dan ook vaak genoemd. Veel Nederlandse bedrijven hebben connecties met China. Heel veel producten worden in het

semi-, perifere land dat naar een kernland toe aan het ontwikkelen is, gemaakt. Wat wij ons af vroegen was wat Nederlandse bedrijven eraan hebben dat de Chinese economie zo groeit.

Wij vinden dit belangrijk om te onderzoeken, omdat we willen weten waar we als Nederlandse consument aan toe zijn als we producten willen blijven kopen die in China vervaardigd zijn. Onze hoofdvraag luidt dan ook: Wat maakt het voor Nederlandse bedrijven interessant dat de Chinese economie zeer sterk groeit?

Deze hoofdvraag gaan wij beantwoorden aan het einde van dit verslag bij de conclusie. Maar eerst gaan we ons oriënteren op de huidige economische situatie in China . Dit gaan we doen aan de hand van vier deelvragen. Deelvraag 1 luidt: Hoe beïnvloeden de fysische kenmerken van China de Chinese economische groei? Deelvraag 2 luidt: Wat is de rol van de politiek in de economie van China? Deelvraag3 luidt: Zijn er winners en verliezers aan te wijzen? En deelvraag 4 is: Wat zijn de Gevolgen voor het milieu van de opkomende economie in China?

 

Dan hebben we nog een deelvraag, maar die gaat niet over de huidige economische situatie, maar over de economie van China in de toekomst. Dan gaan we aan de hand van de zwaktepunten en de sterke punten in de voorafgaande deelvragen een afweging maken op ons gevoel of we de economie van China zien blijven groeien of zien krimpen.

 

Ook hebben we een enquête naar bedrijven gemaild en de resultaten daarvan verwerkt in een grafiek.

Uiteindelijk kunnen we zo een goed antwoord geven op onze hoofdvraag: Wat maakt het voor Nederlandse bedrijven interessant dat de Chinese economie zeer sterk groeit?

 

 

 

Hoe beïnvloeden de fysische kenmerken van China de Chinese economische groei?

In deze paragraaf gaan we bekijken of China qua fysische kenmerken voordelen heeft op de economie hierbij kijken we naar: ligging, klimaat en de bodems. En of er ook waardevolle grondstoffen in de bodem zitten. China heeft een nogal complex klimaatsysteem, die we gaan uitleggen aan de hand van twee dwars doorsnedes door China. Éen dwarsdoorsnede van noord naar zuid en één dwarsdoorsnede van west naar oost.

China ligt in Azië  op de EUR Aziatische plaat, waarop het van twee zijden wordt geconfronteerd: door het subcontinent India, vanuit het zuiden en door de Filipijnse plaat vanuit het oosten. Het zijn namelijk allebei convergerende platen, dus platen die naar elkaar toe bewegen. Doordat China een lange kuststrook is het erg goed bereikbaar over zee. Dit heeft natuurlijk grote economische voordelen. Hierdoor komt het natuurlijk ook dat de grote Steden met havens zoals: Hongkong, Shanghai enz. Speciale Economische Zones zijn, bedrijven en fabrieken willen natuurlijk goede transportvoorzieningen hebben. Doordat de bedrijven hier gevestigd zijn komen hier natuurlijk arbeiders op af. Zo zijn dit ook de druk bevolktste gebieden.

Aan de westkant van India ligt een Mid-Atlantische Rug, dit is een bergketen dat in het zeewater gelegen is, waardoor het niet echt als bergketen gezien wordt. Deze Rug vormt de grens van de EUR Aziatische plaat in het westen. De Pacifische plaat schuift aan de noordelijke kant onder deze EUR Aziatische plaat. In het oostelijke deel van China heeft men te maken met aardbevingen, die komen door botsingen tussen EUR Aziatische plaat en de westelijke grens van de Filipijnse plaat. Het subcontinent India die tegen de EUR Aziatische zorgt voor een gebergte: de Himalaya.

Geomorfologie heeft betrekking op de vorm van het aardoppervlak. Dit is een beschrijving wat betrekking heeft op de reliëfs, delta's enzovoort.

Hieronder is een dwarsdoorsnede door China te zien. Een dwarsdoorsnede van zuid(India) naar noord(Rusland). Het begint met het stroomgebied van de Ganges in Noord-India, er is hier bij nummer 1 een laaggelegen gebied is doordat dit het stroomgebied is van deze rivier. Bij nummer 2 zien we het dak van de wereld, een gebergte: de Himalaya.  Dit gebergte is tevens de reden dat er in Azië woestijnen zijn. Hierdoor komt er namelijk geen enkele wolk met regen in de woestijn, die worden tegen gehouden aan de loefzijde, dus droogte aan de lijzijde. Nummer 3 is de trans Himalaya. Daarna komen we aan bij het hooggelegen Tibet(nummer 4). Dit is een hele kale hoogvlakte, er groeit bijna niks. Er is weinig zand, omdat het zand erodeert met het smeltwater van de gletsjers. Dit gebied is dan ook een vrijwel onbewoond. Bij nummer 5 is het Kwen-Zum gebergte. De eerste woestijn vind je bij nummer 6, dit zijn de Tarinbekken. Dit is een hele grote woestijn van sedimenten van de omgeven bergketens. Dit bekken wordt opnieuw begrensd door een bergketen: het Tien Shan-gebergte, dat is nummer 7. De bekken van Dzjoengarije is de tweede woestijn, heeft nummer 8. Dit is vooral bekend om de olie en gaswinning. Uiteindelijk komen we dan in het noorden uit bij het Altay-gebergte met nummer 9.

De tweede dwarsdoorsnede is de doorsnede van west naar oost China.

De hoogvlakte van Tibet is bij nummer 1 weergegeven, via deze hoogvlakte gaat het geleidelijk over naar het Zuid-Chinese bergland, de overgang begint bij nummer 2. Bij nummer 3 zitten we in het Zuid-Chinese bergland, dit is een gebied met heuvels. Het is een vruchtbaar gebied en dus dichtbevolkt. Het is ontstaan door het eroderen van rivieren. Via het Zuid-Chinese bergland komen we bij nummer 4 de kustvlakte in het oosten. Van de rivieren Chang-Jiang, de parelrivier en de gele rivier , de Huang He liggen hier de delta's. Het gebied bij nummer 5 is de Zuid-Chinese Zee.

Zoals hierboven is verteld beschikt China over aardgas-en aardolievelden. Maar China beschikt over nog veel meer delfstoffen, die officieel staatsbezit zijn. China heeft zelfs de grootste delfstoffenvoorraden ter wereld. Bedrijven zijn hierom verplicht een bepaald percentage te betalen over de jaarlijkse opbrengsten over het exploiteren en uitvoeren van deze stoffen.
.De kolenvoorraad is geschat op 1 biljoen ton. Ook heeft China meer dan genoeg ijzererts, met een voorraad van circa 500 miljard ton.  Ook hebben ze Wolfraam, dat o.a. wordt gebruikt in gloeilampen. Alsook  antimoon, titanium,  Tantalium en zwaar fluoriet zitten ook in de Chinese bodems.
De voorraden ruwe aardolie zijn enorm met vele miljarden tonnen. Daarnaast zijn er ook nog zeer veel aardgasvelden. Hier volgt een opsomming van stoffen die er ook veel gewonnen: tin, molybdeen, mangaan, lood, zink, bauxiet, goud, platina, nikkel, titaan, grafiet, fosfor, vloeispaat, kwik, asbest, zwavel, zout en fosfaat.

Er is een belangrijke scheiding in China wat betreft het klimaat. In China is het nat in het Oosten, en droog in het oosten.. Aan de westkant, wat niet onder invloed is van de moesson, heerst er een aride klimaat, dit betekent dat er minder neerslag is dan er verdampt, dit is dus een droog klimaat. Aan de oostkant heb je wel te maken met het moessongebied en dat is een nat gebied: een humide zone, wat wil zeggen dat de neerslag groter is dan de verdamping. Hierdoor loopt er een ongeveer diagonale lijn tussen het noordoosten van China en Tibet. In het zuiden zijn klimatologisch gezien voor de landbouw de beste gebieden. Aan de noordkant is het vaak te droog of te koud. Het zijn daar koude woestijnen bijvoorbeeld de Gobi-woestijn. In de winter is bijna heel China droog: de wind komt dan uit het noorden en is droog, door Polair maximum dus droog en koud. In de zomer komt de wind van zee en is het dus vochtig. In de zomer van China is er een lagedrukgebied aanwezig boven China. Boven Australië is op dit moment een hoog drukgebied. Dit komt door het verschuiven de klimaatzones van Köppen, doordat de ITC lijn verschuift naar het noorden toe in de zomer. Het lagedrukgebied van de evenaar ligt dan in Azië en dat hogedrukgebied van 30˚ Z.B. komt dan bij Australië te liggen.  Lucht stroomt altijd van een hoog naar een laag drukgebied, dus in dit geval stroomt de lucht van het Australische continent naar China toe. ’s Winters is het net andersom. Dan is er een hogedrukgebied boven China en boven een lagedrukgebied, Australië het is dan droog in China, maar nat in het noorden van Australië.

Voor de landbouw betekent dit Moessonverschijnsel dat er gebieden zijn die geschikter zijn voor landbouw dan andere. In het uiterste zuidoosten van China heerst een tropisch klimaat. Het is er altijd warm en het regent er het hele jaar door. Dit klimaat heeft bijna geen verschillen tussen de seizoenen en dat zorgt ervoor dat je het hele jaar door kan oogsten. Je kan daar, als alles goed gaat zelfs 5x oogsten in 2 jaar tijd.


Het heuvelachtige zuidoosten van China heeft een warme zomer met zachte winters. In dit gebied is landbouw goed mogelijk, maar niet zo goed als in het meest zuidoostelijke puntje. Een stukje noordelijker dus gewoon in het oosten is een (Cf)zeeklimaat. Er is een invloed van de moesson in de zomer, hierdoor zijn er vrij warme zomers met regen. In de winter is het hier ijskoud. In het noordelijke deel zijn 's winters strenge winters en de rivieren zijn daar dan ook bevroren in de winter. Het hooggebergteklimaat vind je vooral in de omgeving van Tibet. Er zijn talloze microklimaten, omdat er natuurlijk ook dalen zijn waar het warmer is dan op de toppen. Tibet is droog, omdat het in de regenschaduw ligt van de Himalaya. Het heeft koele zomers en barre koude winters. In het noorden China heerst een landklimaat. De invloed van de zee is weg en hierdoor zijn er warme zomers en ijskoude winters met weinig regen . Op het kaartje zie je dat er in China eigenlijk 7 klimaten zijn. Dit heeft dus te maken met windrichtingen van zee of land, afstand tot de kust en gebergten.

In Oost-China is een groot deel van de bodems een zeer vruchtbare grondsoort: löss. Löss is de meest ideale landbouwgrond. Er nog heel veel goede mineralen in grond zitten wat planten nodig hebben om goed te kunnen groeien. In aardrijkskundige termen betekent dit dat de geologische samenstelling goed is. Ook is de fysische samenstelling optimaal, dit betekent dat de verhouding tussen klei en zand goed is. Als er namelijk te veel zand inzit dan gaat al het water er als in een zeef doorheen en kunnen planten niet genoeg opnemen. Als er teveel klei is gaat er niks meer doorheen, water komt niet aan bij de plant. De perfecte verhouding van een goede landbouwbodem is 90% zand en 10% klei. Löss wordt door de wind mee genomen, het is dus een eolisch sediment,. Het komt uit de gobi-woestijn. Löss bestaat bij de gratie van een woestijn.

 

 

 

 

 

 

Wat is de rol van de politiek in de economie van China?

Om de invloed van de politiek in de economie te kunnen verklaren gaan we eerst uitleggen hoe de politiek in elkaar zit, want het gaat er anders aan toe dan in het Westen.

China is een eenpartijstaat, dat houdt in dat de macht ligt bij een partij: de Communistische Partij van China (CCP). Er zijn wel andere partijen, 8 om precies te zijn, maar die  acht andere partijen staan onder controle van de CCP. De regering is officieel onafhankelijk, maar de CCP beïnvloed de regering wel degelijk.

De CCP is opgericht op 1 juli 1921. China was toen lang niet zo sterk als dat ze nu staan. Er was een gevaar voor kolonisatie. 

De CCP had vooral standpunten die goed waren voor de boeren. De gedachte hierachter was dat de partij op deze manier het sterkste zou worden omdat de boeren simpelweg de grootste bevolkingsgroep van China waren. Kortom: de grootste kans om de meeste stemmen. Er ontstond een revolutie waarbij de boeren in kasten werden verdeeld. De lagere kasten moesten in opstand komen tegen landheren. Ook beloofde de partij dat er landhervormingen werden ingesteld.

In 1950 kwam de communistische partij aan de macht onder leiding van Mao Zedong.  De partij had twee doelstellingen: het land moderniseren en de buitenlandse invloeden verminderen.

Toen de partij in 1949 aan de macht kwam wilden ze de economie versterken en de sociale ongelijkheid aanpakken. Er waren grote problemen in het land: de economie was failliet en het ging steeds slechter. In de steden waren er veel mensen die overleden aan de honger. De inflatie was hoog. Spoorlijnen, wegen en kanalen waren verwoest. China stond er erg slecht voor. 

Mao dacht dat de problemen waren opgelost met het communistische systeem, dat bleek niet het geval: sterker nog, het nieuwe beleid hield onderdrukking en armoede in. Het gemiddelde inkomen was ongeveer 57 dollar per inwoner.  

Rond 1950 was China vooral een agrarisch land. In de landbouw werd het meeste geld verdient.  75 procent van het BBP werd verdiend door de boeren.

Het communistische systeem van Mao kwam tot uiting: allerlei belangrijke organisaties werden gecollectiviseerd. Banken, spoorwegen, industrie en handel werden allemaal bezit van de staat.

Ook werden de beloofde landhervormingen ingesteld tussen 1950 en 1953. Het land werd over alle boeren(landarbeiders, arme en middelgrote boeren) herverdeeld.46,6 miljoen hectare grond werd verdeeld onder 300 miljoen boeren. Boeren gingen door mismanagement minder produceren. Er werd te weinig zaaigoed geleverd en bestrijdingsmiddelen en kunstmest werden helemaal niet geleverd.

Ook voerde Mao de welbekende 5-jaren plannen in. China werd een planeconomie. Dit houdt in dat de staat alles bepaald en het marktmechanisme vervalt. Vraag en aanbod worden bepaald door de overheid, mensen kunnen de goederen kopen tot het op is. Daarnaast is er geen concurrentie: het ene bedrijf zorgt voor dit en het andere voor dat. Dit leidt tot  ongemotiveerde arbeiders en slechte producten.

In 1958 kwam Mao met het tweede 5-jaren plan. Dit wordt ook wel de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ genoemd. Doelen van dit 5-jaren plan waren het tegengaan van de groeiende werkloosheid en de achterstand op het gebied van technologie inhalen. China kreeg hierbij steun van de Sovjet-Unie die leningen gaf aan China. China betaalde deze leningen terug via de landbouwproducten.

Er werden communes gemaakt waarin arbeiders en boeren samen moesten werken. Er kwamen ongeveer zo’n  26000  van deze communes. 

‘De Grote Sprong Voorwaarts’ werd een grote mislukking. Schattingen waren onjuist en voedseltekorten liepen enorm op. Dit had niets te maken met de productie, die was op zich prima, het had alles te maken met de eerder genoemde leningen van de Sovjet-Unie. China betaalde die leningen terug via voedsel. Terwijl de Chinese bevolking honger leed werd al het voedsel geëxporteerd naar de Sovjet-Unie.

Hoeveel mensen er stierven is niet zeker, maar in het boek van P.Lescot getiteld ‘Het Rode Rijk’ worden schattingen van ongeveer 20 tot 43 miljoen genoemd. In China zelf houdt men het dodenaantal op 14 miljoen.

 

 

Ondanks deze ernstige misstanden is Mao in China nog steeds een grote leider en heeft hij zelfs een mythische status. De Chinese bevolking gaf hem die status voor het ‘samenbrengen van de bevolking’. De gedachte is dat Mao het Chinese volk bij elkaar bracht en er geen scheidingen meer waren. China was , zo is de gedachte, een eenheid geworden onder de mythische leider Mao. 

In 1976 overleed Mao en kwam de nieuwe leider Deng Xiaoping aan de macht. Hij kwam met economische hervormingen en opende deuren voor buitenlandse investeerders. China is sinds de machtsovername hard gaan ‘groeien’.

Hieronder volgt een overzicht hoe de communistische partij in elkaar zit.

Het nationaal volkscongres bestaat uit 3000 leden en worden gekozen, de macht van dit orgaan valt tegen, er wordt verwacht van het nationaal volkscongres dat ze instemmen met de regering.

De communistische partij wordt geleid door het Centraal Comité met ongeveer 200 personen. In het Centraal Comité zitten de belangrijkste kopstukken van de partij. In dat Centraal Comité  worden weer leden gekozen voor het Politbureau. Ook wel het ‘college van kardinalen’ genoemd. Uit de 25 leden van het Politbureau worden 7 mannen gekozen die  boven de rest staan , zij zijn de belangrijkste mensen van de partij. Dat orgaan wordt ook wel ‘het staande comité’ genoemd. Aan het hoofd van de Communistische Partij staat de president Xi Jinping, hij is tevens secretaris-generaal.

De meest macht ligt bij het permanent comité. Ongeveer 150 leden uit het congres hebben een zetel in dit permanent comité. Zij zijn als het ware verantwoordelijk voor de regelgeving. Ook hebben ze de macht om besluiten van provincies en andere gebieden in te trekken of te wijzigen. Ze bepalen eveneens de leden van het kabinet

Vlag politieke volkspartij china

 

 

Zijn er winners en verliezers aan te wijzen?

Deze paragraaf gaat over de regio’s die baat hebben bij de Chinese economische groei en de regio’s die worden uitgebuit.

Van de gehele Chinese bevolking bestaat 92%. uit  Han Chinezen. Zij zijn dus bijna de hele Chinese bevolking. Verder zijn er nog 55 andere soorten Chinezen die in 1949 officieel zijn erkend. Deze overige 8% woont voornamelijk in het midden en westen van China. In vergelijking met de oostkust; is dit ook een zeer onderontwikkeld gebied. Het aantal mensen dat niet kunnen lezen of schrijven is daar zeker twee keer zo hoog als aan de oostkust. China probeert al tientallen jaren aan de buitenwereld te laten zien dat alle volkeren in goede harmonie leven en er geen sprake is van binnenlandse spanningen zoals in de voormalige Sovjet-Unie. Officieel bestaat er vrijheid van geloof en zijn alle nationaliteiten gelijk. Gebieden hebben niet het recht om zich te separeren.

De gemiddelde Chinees gaat er volgens de eigen statistieken op vooruit qua inkomen. Maar in werkelijkheid blijkt dat eigenlijk verschillende factoren dit weerleggen: ·Ten eerste zijn het vooral de inwoners aan de kust die erop vooruitgaan. Het achterland blijft achter wat betreft levensvoorzieningen en vooruitgang. Het tweede punt dat dit weerlegt is dat de kwaliteit van de leefomgeving gaat in kwaliteit juist aan de kust sterk achteruitgaat, door zware milieuverontreiniging.

 Ik ga nu 2 gebieden eruit lichten die een belangrijke binnenlandse invloed hebben op de gehele Chinese economie, de zogenaamde SEZ (Speciale Economische zones). Ik ga wat vertellen over de geschiedenis van de regio’s en belangrijke cijfers zoals werkloosheid, export en import. Later in deze paragraaf ga ik de link leggen tussen deze regio’s en waarom dit de winners zijn en niet de verliezers van de groei van de Chinese economie

Taiwan

Taiwan is een departement van China waarin in de loop der jaren verschillende heersers het economisch beleid van het eiland veranderden. Maar onder de Japanse overheersing ,startte de echte groei van de Taiwanese economie. Taiwan werd in 1947 na vele bestuurders gehad te hebben, eindelijk weer een zelfstandige provincie van China. Taiwan heeft een gemengde markt economie. Dat betekent dat Taiwan aan de ene kant met het vrije marktmechanisme werkt en aan de andere kant de overheid soms ook ingrijpt. De Taiwanese economie wordt door een meerjarenplannen gestuurd. Door Stalin in het communistische Rusland in de jaren 1928-1933 werden dit productiebeleid ook gebruikt. In de periode 1970-1990 maakte Taiwan een grote economische groei door van ruim 8%. Niet alleen de groei van de economie ging heel hard in Taiwan ook was het inkomen per hoofd van de bevolking tot 500 per jaar gestegen en was daarmee het hoogste beroepsinkomen per hoofd in Azië geworden. En de werkloosheid hadden ze tot het minimum teruggebracht met een werkloosheid van 1,6%. Deze groei van de economie kwam door de grootschalige opgekomen industrie, dit was een gevolg van de goede landbouwhervorming in 1950. Het grootgrondbezit werd afgeschaft en duizenden kleine pachters werden tot grondeigenaren gemaakt. De overige boeren konden makkelijk aan het werk in de industrie die was opgekomen.

In 1992 werd de economische samenwerking tussen China en Taiwan steeds intensiever. Vele Taiwanese fabrieken gingen zich vestigen in China. Jaarlijks verdubbelde e handel tussen China en Taiwan zich sinds deze intensievere samenwerking. Sinds de toetreding van China en Taiwan tot de WTO werden de kosten om te handelen tussen beide gebieden enorm minder waardoor de twee landen nog intensiever konden handelen. Door deze gebeurtenis is China de grootste en belangrijkste handelspartner van Taiwan geworden. Niet alleen is China een belangrijke uitvoerpartner van Taiwan, maar ook een drukkende stempel in het invoerbeleid van het eiland Taiwan. China neemt 22,5% van de export en 11,9% van de import voor haar rekening, deze cijfers stijgen nog steeds snel, omdat de booming business van China en die Taiwan nauwelijks meer zonder elkaar kunnen. Maar China is van meer afhankelijk dan van de handel met Taiwan, namelijk ook van de investeringen van Taiwanese ondernemers. Die bedroegen in 2006 .64 miljard per jaar, dit is slechts een klein deel van de totale investeringen die Taiwan in het Chinese vasteland investeerde. Deze totale investeringen bedragen namens officiële bronnen miljard, maar in werkelijkheid schijnt dit veel meer te zijn. Volgens onderzoekers van de WTO zijn de reële investeringen in totaal 0 miljard. Vooral de Taiwanese elektronicabedrijven investeren veel in de Chinese productie van elektronicagoederen. Grotendeels heeft dit te maken met de lonen die in vergelijking met China een stuk lager liggen, maar ook investeren ze om zo te kunnen verkopen aan grote elektronicabedrijven. Als je in de elektronicawinkels kijkt zie je dat er veel elektronische producten uit China komen. hierdoor hebben de bedrijven uit Taiwan een grote kans dat ze hun producten op de wereldmarkt krijgen.

 

Hongkong

Hongkong ligt in Zuidoost-Azië en is regio, die op een speciale manier bestuurd in de volksrepubliek China. Hongkong heeft 236 eilanden en meer dan 7 miljoen mensen. In 1699 was er voor het eerst contact tussen Hongkong, dat was toen van de Britten door de kolonisatie in de 17e en 18e eeuw, en China. Hierdoor ontstond er handel tussen China en Hongkong. In 1621 werd Hongkong een belangrijke haven voor de Britse handel in Azië. Pas in 1945 werd Hongkong een metropool, door vele economische vluchtelingen uit China. Ook met de wereldwijde handel ging het vanaf dat moment goed door de goede geografische ligging van Hongkong dat een mooie plek was om een goede haven van te maken Hier werd dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt. De Engelsen tekenden in 1984 een verdrag met China over de teruggave van Hongkong. De laatste Britse bestuurder van Hongkong stelde een democratie in. En pas in 1997 werd Hongkong eindelijk teruggeven aan de Chinezen Hongkong werd een speciaal bestuurlijke zone en er werd afgesproken met de Britten dat in Hongkong binnen 50 jaar niet dezelfde wetten gelden mogen als in China. Dit is ook in het voordeel geweest van China, doordat Hong Kong nu één van de belangrijkste handelsplaatsen ter wereld is geworden..

Vlak voor de tweede wereldoorlog maakte Hongkong een economische verandering door. Deze transformatie kreeg helemaal extra impulsen door de burgeroorlog in China en het binnenvallen van Japan. Hierdoor voelden veel Chinezen zich bedreigd en trokken naar het succesvolle Hongkong. Tijdens de oorlog tussen Korea en de VS stelde de VS een boycot op Chinese goederen, waardoor Hongkong economisch het zwaar te voorduren kreeg. Hierdoor waren ze verplicht zich te focussen op het ontwikkelen van binnenlandse inkomsten uit activiteiten zoals het bankieren en verzekeringen, en de industrie. Toen in 1949 de Japanners waren verslagen in China dachten de Chinezen dat ze Hongkong wel bij China konden inlijven. Dit gebeurde niet omdat, de metropool een dusdanige Economische stempel drukte op de Chinese economie door de intensieve samenwerking, men er voor koos deze te behouden.

In 1978 begon er een nieuw economische wind te waaien door Hongkong. Dit kwam doordat Deng Xiaoping een opendeurpolitiek voerde als het nieuwe economische beleid. Hierdoor verbeterde China zijn globalisering en kwam de economie van Hongkong tot ontplooiing. Hongkong werd weer de Chinese hoofdstad van productie en diensten.  In de periode van 1978 tot 1997 nam de handel tussen China en Hongkong exponentieel toe met 28% per jaar. Ook begonnen bedrijven uit Hongkong hun locaties met arbeidsintensieve productie uit te breiden naar het achterland, dit werd gedaan, omdat ze wilden profiteren van de lagere lonen die in China gelden. Vooral in de provincie Guandong, rondom Hongkong werd er veel geïnvesteerd. De rechtstreekse investeringen van Hongkong in de provincie Guandong bedroegen aan het eind van 1997 miljard wat ong. 80% van de buitenlandse investeringen bedroeg. Ondernemingen en instellingen uit Hongkong hadden al meer dan 5 miljoen mensen in Guandong van arbeid voorzien. De meeste van deze bedrijven zijn arbeidsintensieve ondernemingen voor de export van producten. Nu wordt er ook veel geïnvesteerd in financiële diensten, toerisme en de detailhandel in deze provincie. Hongkong is in de loop der jaren de grootste geldschieter in het Chinese achterland geworden en was in 1995 goed voor 60% van de 3 miljard van de totale investeringen in China vanuit het buitenland.

Uit een steekproef bij de 60 belangrijkste bedrijven in Hongkong is gebleken dat ze er binnen 3 á 4 jaar nog miljard bij doen. Hiervan zou 58% naar de dienstensector, 38% naar de infrastructuur en slecht 2% naar de nijverheid gaan. Hongkong draagt ook nog een derde bij aan de buitenlandse inkomsten van China.(steekproef http://mens-en-samenleving.infonu.nl/internationaal/79715-de-economie-van-china.html)

 

We kunnen zeggen dat Hongkong een belangrijke motor was en is van de Chinese economie en het in de toekomst ook zal blijven. Met 60% van de buitenlandse investeringen in China zijn ze de grootste investeerders in China en dit zal zoals uit de steekproef is gebleken ook in de toekomst zo blijven.

 

                                                                                                     Provincie Guandong

 

 

 

Winners

Zoals ik over deze speciale en belangrijke economisch regio’s, Taiwan en Hongkong, verteld heb, geldt hier een ander economisch politiek beleid dan bij de rest van China. Deze gebieden hebben zoals ik verteld heb een vrijemarkteconomie met zo nu en dan overheidsingrijpen. Eerst was het in China vooral een planeconomie, omdat het een erg communistisch ingestelde regering had. Toen het ombouwen van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie begon, ging dit niet zonder problemen. De vrije markt werd hersteld en privé-bezit was weer toegestaan. Buitenlandse investeringen werden toegestaan en er werd gewerkt aan 'Speciale Economische Zones': vrijhandelszones zoals Hongkong, Sjanghai enzovoort. In China is door het ombouwen van een planeconomie naar een westerse economie een enorme kloof ontstaan tussen de steden en het platteland, doordat hier rijke multinationals zich gingen vestigen en die zo vermogen meenamen naar deze regio’s. Dit verbeterde de werkgelegenheid en het BBP. Ook buitenlandse investeerders investeerden in onroerende zaken waardoor de voorzieningen opnieuw verbeterden. De Chinese overheid probeert nog meer bedrijven naar deze zones te trekken door de infrastructuur in de grote steden te verbeteren door bijvoorbeeld grote havens en vliegvelden te bouwen zoals die van Hongkong en Sjanghai. Dit gaat ten koste van andere regio’s wat dus de verliezers worden van de groeiende Chinese economie

Verliezers

De economische vooruitgang heeft gezorgd voor een enorme afname van het aantal armen in China. Het BBP per hoofd van de bevolking sinds 1990 meer dan drie keer zo groot geworden. Sinds de start van dit nieuwe economische beleid zijn de inkomens van bijna 400 miljoen mensen van onder naar boven de nationale armoedegrens gestegen en leeft men gemiddeld 10 jaar langer.

Ondanks de grote economische groei leeft nog steeds een gedeelte van de bevolking in armoede. Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties leeft 2,8% van de bevolking in de Volksrepubliek China van minder dan ,25 per dag, dat zijn bijna veertig miljoen mensen. Deze armoede speelt hoofdzakelijk op het platteland. Het gemiddelde BBP in de stad Shanghai bijvoorbeeld is bijna 9 keer zo hoog als dat van de westelijke provincie Gansu. Ook zijn er statistieken waarvan de uitkomst uitwijst dat 80 procent van de bevolking van het platteland moet rondkomen met een inkomen dat ver onder het nationale gemiddelde inkomen ligt.

De overheid probeert met het China Western Development-programma meer arbeidsplaatsen vanuit het oosten naar het westen te verhuizen. De overheid investeert in de infrastructuur, onder meer in het opzetten van vliegvelden, snelwegen en energiecentrales. Daarnaast worden ook investeringen door (buitenlandse) bedrijven extra aantrekkelijk gemaakt, die tegenwoordig ook fabrieken in steden als Chongqing en Chengdu vestigen.

De Chinese overheid investeert te weinig in de gezondheidszorg. Door de economische vooruitgang is de gezondheidszorg erg hoog ontwikkeld, er zijn nu kwaliteit hospitalen en goede apparatuur, maar deze middelen zijn niet goed verdeeld. In de steden zijn meer voorzieningen dan in de dorpen. 66% van de bevolking is heeft geen zorgverzekering en zelfs de helft van de inwoners kan geen beroep doen op professionele medische hulp. Vaak wordt de hulp van lokale medicijnmannen ingeroepen, omdat er geen andere optie is.

Ook is het onderwijs ongelijk verdeeld. In geürbaniseerde gebieden is het onderwijs van een hoger niveau. Zo studeerden in 2005 350.000 ingenieurs af in Guandong alleen al. Hier wordt namelijk veel geïnvesteerd in kennis en infrastructuur Dus hoog opgeleiden die geld hebben gaan naar deze provincie toe om daar af te studeren. In China wordt kennis gezien als de weg naar de wereldtop.

Hier staat tegenover dat op het platteland veel kinderen voortijdig stoppen met school en zo niet de negen jaar onderwijs vormen die staat voorgeschreven in de onderwijswet die 20 jaar geleden is vastgelegd. De reden hiervoor is dat op het platteland de boeren zelf 78 % moeten opbrengen van de kosten voor onderwijs. Boeren hebben dit geld vaak niet, waardoor hun kinderen geen onderwijs kunnen volgen, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat waar je alleen als je geld hebt uit kan komen..

Zoals bij velen bekend is neemt China het niet zo nauw met de mensenrechten. Zo zijn er (bijna) geen wetten met betrekking tot mensenrechten. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn taboe, evenals het recht op zelfontplooiing door onder. Zoals eerder vermeld leven er 55 verschillende groeperingen in China. Een groep die vaak in het nieuws is geweest zijn de Tibetanen, die leven in het zeer bergachtige gebied Tibet wat in west-China ligt. In Tibet wonen ongeveer 2,37 miljoen mensen waarvan 1,7 miljoen Tibetanen. In china wonen in totaal zo’n 6 miljoen Tibetanen. Sinds de 17e eeuw strijden Tibetanen voor onafhankelijkheid. Eind 1987 ontstond er een grote opstand die echter met harde hand door het Chinese leger werd neergeslagen. De onderdrukking van de Tibetanen gaat op dit moment nog steeds door en wordt door mensenrechtenorganisaties bekritiseert.

Dit laat zien dat de Chinese overheid zich helemaal niet bekommerd over bepaalde bevolkingsgroepen in het land. Zolang men in het oosten maar tevreden is en het daar goed gaat waar het grootste deel van de bevolking woont. En dat er dan nog 54 andere bevolkingsgroepen zijn die maar 8% van de bevolking vormen en ver weg in het westen geen goede voorzieningen hebben kan blijkbaar niets schelen.

 

 

               

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                        Skyline Hongkong                             Boer op platteland

 

Wat zijn de gevolgen voor het milieu van de opkomende economie in China?

In deze paragraaf gaan we kijken naar hoeveel schade het milieu ondervindt van de opkomende economie van China. We weten dat ze veel Co2 produceren en er veel smogvorming is, en dat de overheid hier in de afgelopen jaren niks aan gedaan heeft.

En dat in de toekomst ook niet zal doen waarschijnlijk. 

 

De politiek in de wereld heeft nu als hoogste doel produceren en leven op een duurzame manier. Economische ontwikkeling die de behoeften van de mensen bevredigt op een manier dat de komende generaties nog steeds normaal op planeet Aarde kunnen leven. Alleen hebben sommige landen als bijvoorbeeld China, geen moeite met milieuvervuiling wanneer het de eigen economie ten goede komt.

De Chinese centrale overheid ziet milieubescherming bij productie als een van de minste belangrijke dingen op de politieke agenda. Dit betekent voor ons goedkope producten waar we heel blij mee zijn. Maar we zijn wel tegen de milieuverontreiniging die het met zich meebrengt. Voor de Chinese regering is de keuze niet zo moeilijk, zij gaan voor goedkope massale productie, die ze naar het buitenland kunnen exporteren. Of dit verstandig is, is maar de vraag.


China is zeer egocentrisch en Nationalistisch. Wat de mensen daar laat denken dat ze alles kunnen maken wat ze maar willen. In tegenstelling tot de EU debatteert men daar weinig over de toekomst van China. Nog steeds groeit de economie en zijn de kansen om nog verder te groeien ongekend. Dit is ook waar de regering van China zich aan vasthoudt. Dit betekent dat men weinig tot geen rekening houdt met het milieu. Er zijn nog geen of nauwelijks milieuwetten, een zeer verontrustend feit. In praktijk betekent dat verwaarlozing van het gehele milieu.

Want immers, milieubeleid gaat ten koste van de concurrentiepositie, doordat je die kosten moet terugverdienen en dus moet doorrekenen in de kostprijs. Wat ook weer de verkoopprijzen van de producten doet stijgen. Dit wil de Chinese regering voorkomen. Het lange termijn effect op de  leefomgeving, gezondheid van de beroepsbevolking en kwaliteit van bepaalde producten die door slecht of geen milieubeleid verslechteren, is taboe in China.
Hierbij een aantal voorbeelden van hoe het er voor staat in China met betrekking tot het milieu. 80% van alle middelgrote- en grote Chinese steden is zwaar vervuild. Een derde deel van het landoppervlak is door zure regen aangetast. Maar een aanhoudende kwestie is dat nu niet alleen meer de industrie, maar vooral de huishoudens op het moment de grote waterverontreinigers  zijn geworden. Zo’n 130 steden hebben met schoon drinkwaterschaarste te maken in extreme vormen. Inwoners van steden en dorpen zijn verplicht een strikt waterbeleid te handhaven waarbij miljoenen mensen zich alleen mogen wassen en douchen op een bepaald moment, vaak midden in de nacht. 


Naar de mening van de Chinese overheid is het gebrek aan water een gevolg van klimaatveranderingen. Maar Critici zeggen dat de oorzaak ligt bij hoe China in de afgelopen 25 jaar met water is omgegaan.
Er werden bijvoorbeeld hele grote hoeveelheden water uit de rivier gepompt om bijvoorbeeld machines in fabrieken te koelen of om bepaalde delfstoffen te winnen door middel van water en chemicaliën. Dat is in principe nog niet eens zo erg, als het water daarna maar gezuiverd  terug in de rivier terechtkomt. Maar de uiterst verouderde fabrieken die zich langs de rivieren hebben gevestigd lozen  het water vol afvalstoffen, dus ongezuiverd weer terug in de rivieren met alle gevolgen van dien voor mens, dier en planten. Daar komt nog bij dat water eigenlijk de snelste factor is om vervuiling te verspreiden. Het dringt door in de bodem. Het verdampt en valt door middel van neerslag ergens anders neer. Flora en fauna nemen het op en laten het ergens anders weer achter of sterven door de giftige stoffen die er in zitten. Kortom, het verplaatst zich zonder het te kunnen tegenhouden. Een vervuilde bodem doet ook af aan het landbouwproduct.

 

 Terwijl de vraag naar voedsel maar blijft stijgen, doordat de bevolking ook maar blijft groeien. China gaat dus op zoek naar nieuwe landbouw gronden. Die vinden ze vooral in het westen aan de bovenlopen van de rivieren. Daar treed veel ontbossing op, zodat de vrijgekomen gronden de landbouw kunnen dienen.

 

De meest bekende vorm van milieu vervuiling is natuurlijk luchtvervuiling. China is een van de meest vervuilende landen ter wereld met betrekking tot luchtvervuiling.
Om de enorme economische groei van China te bereiken, werden er een enorme aantallen vervuilende fabrieken gebouwd. Ondernemers moesten gewoon produceren, geen co2 emissies of andere afspraken, dus fabrieken die de lucht erg vervuilen. Door de stijging van de welvaart per hoofd van de bevolking, konden meer mensen een goedkoop autootje kopen, die op hun beurt de lucht ook weer zwaar vervuilen. En het wordt alleen maar erger, doordat de bevolking nog steeds groeit en steeds meer mensen een auto willen kopen. Dit eist ook zijn tol in het land. Vervuilende deeltjes in de lucht zorgen er zo voor dat 1,2 miljoen Chinezen vroeger sterven dan normaal. Er ontstaat smogvorming en mensen moeten met mondkapjes de straat op om fatsoenlijk te kunnen ademhalen. Ook heeft de hele wereld last van deze luchtvervuiling. Want zoals bijna iedereen weet brengt luchtvervuiling een versterkt broeikaseffect met zich mee dat polen doet smelten, zeespiegels doet stijgen en het klimaat doen veranderen.

 

Hieruit kunnen we concluderen dat China nog lang geen volwaardig kernland is, dat zich op het gebied van natuur en milieubeleid zich zeker moet gaan verbeteren. Om niet alleen China maar ook de hele wereld voor komende generaties in goede staat te bewaren. China moet zijn ogen niet alleen op het economische vlak van ondernemen richten, maar ook op de milieuverantwoordelijke kant zoals Europa een echt volwaardige kernregio dat ook doet.

 

 

   

 

 

 

              

 

   Smogvorming in Beijing( China)
 

 

                                                                                                                           Dode vissen door slecht milieubeleid

                                                                                                                                            

                                                                                                                    

 

 

 

Zal de economie in China in de toekomst doorgroeien of krimpen?

In deze paragraaf gaan we bekijken of de Chinese economie zal blijven doorgroeien of gaan krimpen, omdat ondanks de vele mogelijkheden die China heeft om door te groeien tot een economische grootmacht, er ook veel zwakke plekken in deze staat zitten die de economie in de toekomst kunnen beschadigen. We gaan hierbij vooral kijken naar de zwakke plekken, omdat de mogelijkheden uitvoerig zijn besproken in de vorige hoofdstukken.

China, het land met meer dan 1,3 miljard inwoners, heeft natuurlijk behoorlijk wat consumenten. De middenklasse stijgt in de welvarende gebieden van China, deze mensen kunnen geld uitgeven. Deze groep wordt nu geschat op 100 miljoen mensen en onderzoekers verwachten dat over 10 jaar deze groep is gegroeid tot 650 miljoen mensen.  Als dit gebeurt is de consumentenmarkt twee keer zo groot als die van de VS. China zal dan waarschijnlijk nog meer buitenlandse investeerders krijgen, omdat je dan een gigantische afzetmarkt hebt als bedrijf zijnde. Alleen spelen er uiteraard meer factoren mee die of de economie van China blijft groeien. Of China zijn enorm economische ontwikkelingen de komende jaren zal kunnen vasthouden, is nog maar de vraag. Want China zit niet eens bij de top 100 van de wereld als we kijken naar het bbp per hoofd van de bevolking. China staat nu nog op 107e plaats. Dit geeft aan dat de indrukwekkende economische hoogtepunten van de laatste twintig jaar zijn natuurlijk geen garantie voor toekomstig succes. Er zijn namelijk een aantal dingen waar China in de toekomst misschien tegen aan zal lopen en die dingen zullen de economie schaden.

In China komt nog veel corruptie voor. Corruptie betekent machtsmisbruik ten bate van persoonlijke belangen. In China betekent dat omkoping van ambtenaren door geld, goederen of wederdiensten, om voordeel te verkrijgen. Ambtenaren worden door grote bedrijven omgekocht om grond beschikbaar te stellen. Deze grond wordt dan vaak onteigend van boeren. Dit gebeurt ook bij de olievelden die worden afgepakt van boeren om de groeiende energiebehoefte te kunnen voorzien. Dit betekent voor de boeren, dat die hun land en inkomsten verliezen. Corruptie kan verschillende negatieve invloeden hebben op de economische ontwikkeling van China. Allereerst zijn er veel opstanden van de armere bevolking en bedrijven die demonstreren tegen de overheid, dit brengt veel onrust met zich mee. Ook kan de WTO  China aanspreken op oneerlijke concurrentie en zelfs straffen.  

In dit verslag is al een aantal keer genoemd dat China erg afhankelijk is van buitenlandse investeringen. Er zijn natuurlijk bedrijven die mee doen aan deze corruptie, maar toch is het grootste deel van buitenlandse bedrijven wel blij als er een stabiele regering is zoals ook in het westen, en niet dat ze steeds steekpenningen moeten betalen om iets te kunnen doen. Ze houden van duidelijkheid. Als China de corruptie niet in de hand weet te houden kan dit er toe leiden dat bedrijven zich niet meer in China willen vestigen, maar naar landen gaan waar eerlijke concurrentie heerst. Dit kan voor China zeer nadelige gevolgen hebben.

Ook zijn er gevaren voor de Chinese economie als de politieke stabiliteit wegvalt, door bijvoorbeeld opstanden door de grote kloof tussen arm en rijk. En stabiliteit is toch wel een belangrijke voorwaarde voor evenwichtige, economische groei. China hecht veel waarde aan de landbouw, die het land van voedsel en werkgelegenheid moet voorzien. Deze boeren hadden eerder al grote opstanden veroorzaakt, omdat ze ontevreden waren over de prijzen die de overheid hen gaf voor hun producten. Bij dit beleid lijkt ook een volksopstand niet ondenkbaar. Ook de mensenrechten die in China nogal eens worden geschonden, worden niet alleen in China veroordeeld maar ook in andere landen overal ter wereld.  Ook deze twee factoren kunnen de export beïnvloeden, als bijvoorbeeld landen economische sancties gaan ondernemen tegen China. Ook hierom kunnen bedrijven wegblijven of vertrekken en wordt er minder geïnvesteerd in China.

Een andere bedreiging zijn de gevolgen van het zeer slechte milieubeleid dat de Chinese regering voert. De langetermijneffecten op van milieuverontreiniging zijn bijvoorbeeld verslechtering leefomgeving, gezondheid beroepsbevolking en hogere kosten voor China om door milieurampen. .

” Het Nationale Milieubescherming agentschap (NEPA)  heeft de totale kosten veroorzaakt door milieuverontreiniging geschat op 14 procent van het BNP. Het aantal verloren werkdagen ten gevolge van door luchtvervuiling veroorzaakte gezondheidsproblemen schat de Wereldbank op ongeveer 7,4 miljoen. De grote overstromingen, kosten het land elk jaar 20 miljard euro. Het watertekort en de waterverontreiniging kost veel productiviteit. Men denkt een verlies van industriële omzet van 11,2 miljard dollar. De kosten van waterverontreiniging op de gezondheid wordt op 3,9 miljard dollar geschat. Ook de graanproductie valt 24 miljoen ton lager uit door slecht behandeld afvalwater, dat het graan aantast Geen onbelangrijk gegeven als je bedenkt dat China in de toekomst steeds meer beroep zal doen op de wereldvoedselvoorraden.’’
 

 Jonge hoog opgeleide Chinezen zijn erg belangrijk voor de economische toekomst. De vervuilde steden, waar de meeste fabrieken en diensten zitten, dus de factoren achter het economische succes zijn minder aantrekkelijk voor de rijken of de hoogopgeleiden. Deze trekken weg, vaal naar het buitenland
De economische groei kan dus nog verder stijgen, als ze het milieu beter zou behandelen. De welzijnstandaard zullen ze ook voor langere tijd moeten vasthouden, anders worden er onverhoopt toch nog meer kosten gemaakt.

 Wereldwijd gaat in de toekomst water, land, en energie schaars worden. Zoals eerder is vermeld in deze paragraaf neemt de middenklasse toe. Zij hebben meer geld uit te geven dan vroeger. De vraag naar luxegoederen zal stijgen. Dit kan als gevolg hebben opraken van fossiele brandstoffen, ontbossing en meer uitstoot van uitlaatgassen door auto’s en het produceren van die luxe goederen.

Daar komt nog bij dat China enorme voorraden steenkool heeft, maar de overige energiebronnen beginnen op te raken.
China is al grotendeels afhankelijk van andere landen om de groeiende energiebehoefte te voorzien.  Deze groei komt niet alleen door meer vraag naar luxegoederen, maar vooral omdat de industrie in China veel energie verbruikt. Zo verbruikt de Chinese staalindustrie 16% van de in het land opgewekte elektriciteit, vergeleken met 10% voor alle Chinese gezinnen samen.

 

Grondstof olie zal de Chinese economie zwaar beïnvloeden. Zoals eerder aangegeven zal de behoefte naar energie stijgen.. De in China geproduceerde olie zal niet veel stijgen. China wordt dus veel afhankelijker van het buitenland. Er zal minder olie in de toekomst aanwezig zijn, maar China heeft dus juist meer nodig. Dit olieprijzen kunnen hierdoor stijgen

Het Internationale Energieagentschap verwacht tegen 2030 dat China drie keer zoveel olie gaat importeren als nu. Het probleem is dat dit erg veel geld kost. Bekend is dat de prijzen van fossiele brandstoffen, zoals olie, alleen maar zullen stijgen, waardoor productiekosten hoger worden. Voor het land China, waar grondstoffen erg belangrijk zijn, zal dit grote negatieve gevolgen hebben.
 

Op internet een artikel van slimbeleggen.net ‘’ China vanaf 2017 grootste importeur van olie in de wereld’’

Dus als China economisch succes wil blijven halen in de toekomst, dan heeft China nog meer grondstoffen nodig. Zeker wanneer de zware industrie blijft doorgroeien, er meer woningen gebouwd moeten worden, de transport uitbreidt en er bijvoorbeeld meer auto’s geproduceerd moeten worden. China moet naar alternatieven op zoek. Misschien wel duurzame energie

De bevolking van China wordt steeds grijzer. In veel Europese landen begint dit proces vanaf 2015 te versnellen, maar China kampt al jaren met dit probleem. En het blijft maar door vergrijzen.

.
Chinese vrouwen stoppen met werken rond hun 55e en de mannen op hun 60e. Als ze betaald werk hebben gehad en belasting hebben betaald krijgen ze een staatspensioen. Dit bedrag zit tussen een paar tientjes tot 175 euro per maand. Nu zijn er in China ongeveer 145 miljoen pensioengerechtigde Chinezen, in 2025 250 miljoen en in 2051, schat de overheid, zullen dit er meer dan 400 miljoen zijn. Meer dan 11% van de Chinezen is momenteel ouder dan 65 jaar en wordt verwacht dat percentage in 2050 oploopt tot 24%.

Grafiek werkenden China 20-64 jaar in 2008 en 2028

 

 .

 

 

 

 

 

De beroepsbevolking betaalt de pensioenen. Dit zijn de mensen tussen 15 en de 60 met een baan. De arbeidsbevolking groeide tussen 1961 en 1990 gemiddeld 2,5 % per jaar. Deze groep zal door de vergrijzing procentueel alleen nog maar kleiner worden. In bovenstaande grafiek kun je zien dat de groei van de beroepsbevolking de komende jaren drastisch afneemt, terwijl de bevolking in zijn geheel blijft doorgroeien. In 1990 betaalden tien werkenden het pensioen van één gepensioneerde, op dit moment is gedaald naar zes. In 2020 wordt verwacht dat dit dan nog maar tweeënhalf zullen zijn . Wanneer mensen hierdoor minder pensioen ontvangen of meer premie moeten betalen gaan mensen minder uitgeven, wat betekent dat de binnenlandse consumptie zal afnemen.

Deze groep van de bevolking maakt natuurlijk ook het meeste gebruik van de gezondheidszorg. De gezondheidskosten zullen hierdoor stijgen. Vergrijzing heeft dus grote gevolgen voor de economie van China.

Sinds het najaar van 2003 is de economie van China oververhit geraakt. Steeds meer gebieden in het land kampen met tekorten aan grondstoffen en energie, wat automatisch betekent dat fabrieken niet meer volledig kunnen produceren. De groeicijfers zijn hier niet het probleem, maar de het Chinese economische systeem. Het probleem zit hem erin dat deze explosieve economie is dat het tempo en grootte van de investeringen in China voor inflatiedruk zorgen. Het gemiddeld prijsniveau stijgt, en de Chinese yuan wordt minder waard.

CPI ( Consumenten prijsindex) in 2002 voor de economische oververhitting
Daar komt nog de overcapaciteit in verscheiden industriesectoren zoals cement, staal, auto’s en bouw bij. De hoofdplanner van de Chinese regering, Ma Kai, zei in het jaar 2006 al dat China niet blind groei moet nastreven. ‘’We moeten de manier waarop we economie laten groeien veranderen, want China komt steeds meer onder druk te staan’’. Wanneer China in de toekomst last krijgt van inflatie, zal het geen lagelonenland meer zijn en dus niet zo interessant zijn voor ondernemers om in te produceren. De welvaart neemt dan in zijn geheel af.    Inflatie 2013 in China

Wat voor gevolgen heeft de groei van de Chinese economie voor Nederland?

 

Nederland is een handelsland. Nederland importeert en exporteert veel naar andere landen, dus als er iets in de wereldeconomie verandert merken wij dit meteen. Dus ook als de Chinese economie hard groeit. En laat dat nu net het geval zijn.

De handel naar China en de investeringen vanuit China in Nederland namen fors toe: de export is de afgelopen tien jaar vervijfvoudigd, tot 7,8 miljard euro in 2013. En China's investeringen in Nederland zijn sinds 2006 tien keer zo groot geworden tot ruim 700 miljoen in 2013. Dit lijkt misschien veel, maar relatief gezien t.o.v. andere landen stelt het bijna niks voor. Het is slechts een half procent van alle buitenlandse investeringen die Nederland ontvangt, dat staat gelijk aan de 0,5% van Cyprus. In vergelijking met de VS bijvoorbeeld die 60 miljard in Nederland investeren valt China in het niet.


Nederland en China hebben hun economie natuurlijk enorm zien groeien. Dit heeft in Nederland gezorgd voor veel nieuwe banen. Er zijn hierdoor ongeveer 23.000 banen gecreëerd in Nederland. Tot 1990 was deze handel niet echt, maar nu is China een van de grootste economieën ter wereld is, komt bijna 8% van alle geïmporteerde goederen ter wereld uit dit land. De verwachting is dat China deze 8% gaat verdubbelen binnen 5 jaar. Door de import uit China is de inflatie in Nederland gemiddeld ieder jaar 0,2% lager uitgevallen dan anders, dit omdat de goederen hier eenmaal veel goedkoper zijn. Omgerekend is hierdoor een gemiddelde Nederlandse huishouden nu circa 300 euro per jaar goedkoper uit.
Ook is door de toegenomen handel met China, de handel met andere landen in Europa erg toegenomen. Geïmporteerde goederen uit China hebben van Nederland als doorvoerland een belangrijk doorvoerland gemaakt naar de rest van Europa. Vooral de Rotterdamse haven is voor Nederland hierin de absolute mainport.

Ook kunnen de Chinese goedkoop gefabriceerde halffabricaten en de goedkope grondstoffen in Nederland worden verwerkt tot eindproduct. Hierdoor valt ook de kostprijs van het eindproduct veel lager uit, dat ons weer kan onderscheiden van concurrenten. Doordat Nederlandse firma’s  zo een sterkere concurrentie positie zullen krijgen in Europa, hebben deze bedrijven er minder reden toe om hun bedrijf te verhuizen naar lagelonenlanden, dit is zo weer goed voor de Nederlandse werkgelegenheid.Bovenkant formulierOnderkant formulier

Er zijn helaas niet alleen maar voordelen op te noemen van de groeiende Chinese economie. Maar ook grote nadelen. Er zijn Nederlandse bedrijven die niet meer kunnen concurreren met de zeer goedkoop producerende Chinese bedrijven. Tot deze categorie behoren vooral veel kleine bedrijven, die hieraan failliet gaan.

Steeds meer grote bedrijven kiezen er voor om zich ook te gaan vestigen in China. Er treed hier global shift op. Dus dat de internationale arbeidsverdeling verandert en dat werk wat eerst in Nederland werd gedaan, nu goedkoper gebeurt in China. Dit gaat dus ten koste van de arbeidsplaatsen in Nederland, waardoor de werkloosheid zal stijgen.

 

Maar gelukkig verdwijnen er niet alleen maar arbeidsplaatsen, maar komen er ook arbeidsplaatsen terug van China naar Nederland. Sommige Chinese ondernemers  vertrekken uit China om de binnenlandse concurrentie die gigantisch is te vermijden. Nederland is bij de Chinezen vooral populair vanwege de ligging, de goede infrastructuur en het belastingstelsel. Ze hopen vanuit Nederland zich te kunnen verspreiden over Noordwest Europa. Het laatste motief is dat de meeste mensen hier Engels spreken, wat als een groot voordeel gezien wordt.Er zijn op dit moment 350 bedrijven met een moedermaatschappij in China. Als je bedrijven uit  Hongkong en Macao ook meerekent kom je uit op zo’n 450 bedrijven. Er zijn in totaal duizenden etnische Chinese ondernemers actief. Deze gegevens zijn berekend door de NOS.

Een ander punt wat we in Nederland gaan merken van de economische groei in China is dat de fossiele brandstoffen beginnen op te raken. Doordat China zich zal willen blijven doorontwikkelen, zullen ze nog meer fossiele brandstoffen nodig hebben Waardoor de prijzen van bijvoorbeeld aardolie en aardgas en de producten die hiervan gemaakt worden fors zullen stijgen. Ook vernemen we in Nederland natuurlijk de klimaatverandering als gevolg van Global Warming, waarin China een zeer groot aandeel heeft door slecht milieubeleid en grootschalige vervuilende industrieën.

 

 

 

 

 

Conclusie

Onderzoeksplan (Enquête aan bedrijven)

We hadden als onderzoeksplan een enquête bedacht die we zouden stellen aan verschillende handelsbedrijven. We hebben verschillende bedrijven benaderd via de mail. De meeste e-mailadressen hebben we via internet verkregen, maar ook via contacten. Enkele familieleden van ons werken in de handelssector. Een oom van Jan-Willem werkt bijvoorbeeld bij een groothandel als adjunct-directeur. Hij kende aardig wat bedrijven die wel te maken hebben met de groeiende macht van China.

Vooral in de handel zien we natuurlijk veel producten uit China komen, als je in het magazijn van een groothandel kijkt zie je bijna alleen maar dozen met ‘made in China’ erop.

Onze deelvragen gaan we dus onderzoeken via een enquête die we gemaakt hebben, we sturen deze enquête naar bedrijven en kijken of ze de enquête hebben ingevuld. Vervolgens verwerken we de resultaten en maken een analyse.

Onze doelgroep zijn dus de bedrijven in Nederland. Meestal zijn het wat grotere bedrijven met minimaal 30 man personeel. Kleinere bedrijfjes hebben natuurlijk een minder goed beeld over de invloed van China op de economie hier in Nederland.

We hebben een standaard mail opgesteld waaruit de bedrijven kort en bondig weten met wie ze te maken hebben en waarom ze die enquête moeten invullen.

Via surveymonkey.com hebben we een enquête gemaakt met vragen die gebaseerd zijn op de deelvragen:

  1. Handelt uw bedrijf met China?
  2. Bent u bang voor de opkomst van China?
  3. Zal de economie doorgroeien of krimpen?
  4. Zal China de belangrijkste economie in de wereld worden?
  5. Is China volgens u een kernland of een ontwikkelingsland?
  6. Zal de sociale ongelijkheid in het land groter of kleiner worden?
  7. Gaat China op een korte termijn milieuvriendelijker worden, denkt u?

De vragen die we bedacht hebben zijn zo duidelijk mogelijk gemaakt, ze zijn volgens ons redelijk kort en ‘to the point’. Onze deelvragen hebben we lichtjes aangepast voor de enquête. De deelvragen die we onderzocht hebben zijn namelijk niet echt geschikt om snel antwoord op te geven.

Zo hebben we er zo veel mogelijk gesloten vragen van weten te maken, waardoor de bedrijven makkelijk antwoord konden krijgen. En is het voor ons makkelijker om te analyseren.

 

De periode waarin we het onderzoek gestart zijn is rond begin februari. Op 11 februari zijn we onze pws enquête beginnen te mailen. En na een paar weken hadden we van de meeste bedrijven de enquête wel terug, sterker nog na een paar dagen later hadden we al heel veel resultaten binnen.

Verder maakt volgens ons de periode niet veel uit. De ontwikkelingen in China gaan wel snel, maar ook weer niet zo snel. We zijn er van overtuigt dat als we de enquête nu gehouden hadden we vrijwel dezelfde resultaten hadden gehad. Dat heeft alles te maken met de gedachtes van mensen. En als iemand een mening gevormd heeft, verandert die zijn mening niet op zo’n korte periode.

Een enquête via surveymonkey.com leek ons een handige manier om de deelvragen te onderzoeken. Op de website van surveymonkey.com staat dat er 15 miljoen gebruikers zijn. Onze gedachte was dat als er zo veel mensen geregistreerd stonden, het wel een handig en goed programma moest zijn.

Onze verwachtingen voor de deelvragen zijn lastig in te schatten.

China is natuurlijk een bekend land. Veel bedrijven hebben te maken met China dus het is aannemelijk dat bedrijven een goed beeld van China hebben. Vooral de bedrijven die wij benaderd hebben zijn natuurlijk bekend met het fenomeen, het opkomende land uit Azië.

Op vraag 1 van de enquête zullen de meeste bedrijven bevestigen dat de handelen met China. Onze economie zit vol met invloeden uit China, er is zoveel dat uit China komt dat men er wel mee moet handelen. China is vooralsnog vooral een maakeconomie dus diensten en toepassingen worden veel geïmporteerd uit onder anderen Nederland.

Ook merk je dat mensen angst hebben voor China. Je leest nogal eens in de krant dat bedrijven hun producten laten maken in China, waardoor mensen hier in Nederland hun baan verliezen. Dit is erg vervelend en vergroot de angst dat er meer banen verdwijnen. Bedrijven zullen wellicht anders reageren omdat ze voor een deel leven van het geld uit China, indirect of direct.

Bedrijven die bang zijn voor China zijn volgens ons bekrompen en niet met de tijd meegegaan. Volgens verschillende onderzoeken is namelijk gebleken dat China ons nodig heeft, en wij hen. Het is namelijk zo dat China een toekomstig welvaart alleen tegemoet kan zien als ook onze economie weer aantrekt. Als de ontwikkeling van de Nederlandse en Europese economie niet aantrekt kopen we automatisch ook minder producten van Chinese afkomst. Als je het zo bekijkt, is de angst voor China ongegrond. Onze verwachting is dan ook dat de meeste bedrijven geen angst voor China hebben omdat ze deze zaken in hun achterhoofd houden.

 

 

 

Als bedrijven inzien dat China geen bedreiging is, maar een kans in nieuwe winstmogelijkheden zullen ze massaal deze vraag negatief beantwoorden. Over het algemeen is onze verwachting zal Nederland baat hebben bij de groei van Chinese economie. We zijn echter afhankelijk van de regelgeving en dus van ons kabinet.

Economie zal krimpen is de verwachting volgens ons. Dit heeft te maken met factoren als corruptie, werkloosheid, slecht milieubeleid, het opraken van grondstoffen, vergrijzing en inflatie. Of de bedrijven dit ook zo zien is de vraag, omdat de media voornamelijk berichten de wereld instuurt die positief zijn over de Chinese economie. Hoewel men wat kritischer is over de laatste kwartalen van 2013 heeft de media het nog steeds over economische groei en dergelijke. Dit is juist, maar er zijn niet veel artikelen te vinden over de onderliggende problemen, zoals we die net beschreven hebben.

Bedrijven zullen volgens onze verwachting zeggen dat de Chinese economie blijft groeien. Onze verklaring daarvoor hebben we al aangegeven: de media meldt vooral positieve zaken van China.

Met deze verklaring kunnen we ook de volgende vraag beantwoorden. Een meerderheid zal denken dat China de belangrijkste economie ter wereld wordt, omdat China maar blijft doorgroeien en de Westerse wereld wat achter blijft.

Over de vraag of China en welvarend land of een ontwikkelingsland is zal ongeveer 50/50 geantwoord worden. Het is ook een lastige vraag, want het land heeft kenmerken van een Westerse land, maar ook kenmerken van een ontwikkelingsland. Toch is China nog niet op het niveau van een Westers land, het heeft qua politiek en media nog trekjes van een dictatuur. Er is macht voor een klein gedeelte van het land, en er heerst strenge censuur.

Maar met enorme metropolen als Beijing, Shanghai en Tianjin is er ook sprake van veel economische kracht en ook veel culturele en sociale bezigheden worden op dit soort plaatsen beoefent. Op deze plaatsen is er veel handel en zijn er kansen voor Nederlandse bedrijven. Dit ziet er allemaal erg ontwikkeld uit. Maar zoals gezegd zijn er ook minpunten. Als we kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking staat China op plaats 93. Daarnaast leven 150 miljoen burgers onder de armoedegrens, dit is schrikbarend veel! Ook is er sprake van slecht bestuur: corruptie en machtsmisbruik is aan de orde van de dag. Kortom: er is duidelijk een tekort aan goed toezicht.

Over de vraag of de sociale ongelijkheid in China groter wordt of niet is lastiger te beantwoorden voor de bedrijven. Ze houden zich natuurlijk niet veel bezig met dit soort zaken, voor hun telt de prijs voor de producten en de kwaliteit van de producten. De bedrijven houden zich wel steeds meer bezig met Maatschappelijk verantwoord ondernemen en daar hoort ook dit bij. Als de bedrijven landen zoals China echt willen helpen moeten ze druk uit oefenen op de leveranciers. Als er genoeg protest komt en er wordt gedreigd met een boycot tegen bedrijven die zich misdragen, dan gaan ze waarschijnlijk wel nadenken over hoe ze zich gedragen ten opzichte van hun personeel.

Vooral in het westen is het veel slechter dan in het oosten van China. Dat is al beschreven in het hoofdstuk ‘winnaars en verliezers’.  Veel bedrijven zullen af weten van deze schokkende zaken. Wat wel valt te betwijfelen is of de bedrijven genoeg inhoudelijke kennis hebben over deze lastige kwestie. Wij kunnen ons voorstellen dat de bedrijven zich hier niet dagelijks mee bezig houden.

Wij verwachten dat de bedrijven over het algemeen bevestigend reageren op de vraag. De sociale ongelijkheid zal toenemen volgens de meeste bedrijven, dit heeft te maken met het economische uitgangspunt van deze bedrijven. Zij weten hoe de economie in elkaar steekt en met deze kennis zullen ze uitgaan van een groeiende kloof tussen arm en rijk. Mede door het feit dat er verhalen bekend zijn van mensen die totaal worden uitgebuit en de negatieve verhalen over Tibet en het platteland in China is er een beeldvorming ontstaan. Overigens is deze beeldvorming wel gebaseerd op feiten en niet op aannames.

Er zullen echter ook bedrijven zijn die denken dat de inkomens naar elkaar toe ‘groeien’. Als het land namelijk rijker wordt, worden de armen ook rijker. Die gedachtegang is ook juist want sinds de nieuwe politieke hervormingen zijn de Chinezen ook rijker geworden: Het BBP per hoofd van de bevolking is sinds 1990 meer dan drie keer vergroot. 400 miljoen mensen zijn gestegen van onder naar boven  de nationale armoede grens. En de levensverwachting is met 10 jaar gestegen.

 

Tot slot onze laatste verwachting over de deelvraag ‘Gaat China op een korte termijn milieuvriendelijker worden, denkt u?

Wij denken dat de bedrijven hier nee op gaan antwoorden. Als de bedrijven kennis van zaken hebben weten ze dat China veel milieuproblemen heeft. China heeft namelijk geen of een mager milieubeleid. Dit heeft te maken met het feit dat een milieubeleid geld kost en dat gaat weer ten koste van de concurrentiepositie.  Enkele voorbeelden om te laten zien dat China maar weinig over de komende generatie nadenkt: 80% van alle Chinese steden zijn vervuild, 130 steden hebben problemen met het verkrijgen van schoon drinkwater vanwege de hoge verontreiniging in de steden. 

Ook in de lucht is er sprake van grote vervuiling. Wij denken dat de bedrijven kennis hebben van het fenomeen smog en het versterkt broeikaseffect waar China ook zijn aandeel in heeft.

Overigens kunnen de Nederlandse bedrijven weinig doen tegen het steeds groter wordende milieuprobleem. Alleen bedrijven die ook gevestigd zijn in China kunnen hun steentje bijdragen door het goede voorbeeld te geven. Je kunt denken aan zonnepanelen en dergelijke. Ook kunnen ze laten zien hoe je koelwater zuivert en dat je fabrieken in de zoveel jaar moet vernieuwen.

Wij willen weten of de bedrijven die we een enquête hebben gestuurd nadenken over het milieuprobleem in het algemeen en of ze weten hoe het er in China aan toe gaat. Vooral bedrijven die het maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel hebben staan moeten hier kennis van zaken hebben.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Resultaten

Nadat we onze enquêtes hadden verstuurd was het wachten op de resultaten die binnen kwamen.

In de bijlage vindt u de ‘harde’ resultaten met grafieken en tabellen. Hieronder volgt een beschrijvende versie van die resultaten.

Als we kijken naar de antwoorden die gegeven worden op vraag 1 is dat een vrij duidelijk beeld.

Er zijn 32 bedrijven die de enquête hebben ingevuld. 28 van die bedrijven hebben kenbaar gemaakt dat ze handelen met China. Dit is een vrij hoog aantal maar voldoet wel aan onze verwachtingen. Als je ook kijkt naar de handelsbalans zien we dat er enorm veel geïmporteerd wordt. De grafiek hieronder

Je kunt hieruit concluderen dat de invoer maar blijft stijgen. Dit zijn gegevens uit 2012 en zijn tot nu toe de meest recente gegevens die bekend zijn. Deze grafiek werd gepubliceerd op de site van het CBS op 4 februari van dit jaar. Dit duidt erop dat er nog geen gegevens over 2013 bekend zijn gemaakt.

Er is dus enorm veel invoer, en dat blijkt ook uit onze enquête veel bedrijven voeren producten in. Of de bedrijven veel exporteren is natuurlijk lastig te zeggen. Op basis van deze gegevens zou je geneigd zijn te zeggen dat de ondervraagde bedrijven meer invoeren dan uitvoeren.

De vraag handelt u met China is achteraf gezien misschien niet duidelijk genoeg omdat er geen onderscheid gemaakt is tussen invoer en uitvoer. Toch schetst het wel een beeld over de invloed van China als belangrijke handelspartner. In dat zelfde artikel van het CBS staat ook dat China op de negende plaats staat van belangrijkste exportlanden.

Nederland voert vooral chemische producten en kunststof uit. Ook papierafval en metaalafval zijn belangrijke exportproducten.

 

Qua invoer zijn het vooral computers en onderdelen van computers die erg in trek zijn. Ruim de helft van alle ingevoerde computers in Nederland komt ook uit China.

Tot slot nog even de kledingimport meenemen. In 2012 werd er voor een slordige 2 miljard euro geïmporteerd. Dat was 8% minder dan in 2011.

Belangrijkste importland is nog altijd Duitsland, China staat op plaats 3.

 

Dan nu de resultaten voor vraag 2 van de enquête.

‘Bent u bang voor de opkomst van China?’

Er blijkt toch aardig wat angst te zijn, iets wat we niet hadden verwacht. Bedrijven hebben toch het idee dat banen verloren gaan in Nederland en allemaal worden uitbesteed in China. Dit is over het algemeen een verkeerde conclusie. Natuurlijk is er outsourcing naar China, maar het CBS heeft berekend dat Nederland veel baat heeft bij een handelspartner als China.

Importen uit China zijn relatief goedkoop en hebben de inflatie verminderd. Ook stelt het CBP dat de geuite zorgen/ angsten voor China ongegrond zijn. Er is geen substantieel negatief effect op het gebied van werkloosheid of toegenomen inkomensongelijkheid.

De handel met China heeft 23000 banen gecreëerd, dat is goed nieuws en weegt volgens het CPB veel meer dan de verdwenen banen.

Maar zoals gezegd zijn de bedrijven er toch bang voor: 19 bedrijven zeggen dat ze bang zijn voor China, misschien dat dit te maken heeft met het feit dat de bedrijven in technologie of consumentenelektronica zitten. Die sectoren worden namelijk nog al eens uitbesteed.

Voor vraag 3 waren de meeste bedrijven het met ons oneens. Wij dachten,zoals we eerder uitgelicht hebben, dat China zou gaan krimpen. Een meerderheid van de bedrijven is echter van mening dat China blijft doorgroeien. 5 bedrijven denken krimp met meer dan 2 %, 7 bedrijven hebben ingevuld dat China zou gaan krimpen tussen de 2 en 0 %. Van de overige 20 bedrijven denken er 16 dat China op de langere termijn zal groeien tussen de 0 en 2 %. En de laatste 4 bedrijven zien China zelfs groeien met meer dan 2%. Bedrijven hebben op basis van deze gegevens dus vertrouwen in China. Maar niet zoveel als dat het er nu voor staat. China groeit namelijk nog zo’n 7 tot 8 % per jaar. De groeimotor hapert doordat de export en investeringen in groei afnamen. In 2013 was er een groei van 7,7 % en dat is het laagste sinds 1999.

 

 

Als je in ogenschouw neemt dat de Chinese economie nu groeit met 7,7 % is het misschien raar om te denken dat de economie binnen 5 jaar gaat krimpen, maar dat is wel degelijk mogelijk. Er is al een abrupte afname te zien van meer dan 10 % naar nu dus minder dan 8%. Als deze trend zich door zet dan zien we over 5 jaar wel degelijk krimp. Dus als je het zo bekijkt is onze gedachte niet zo gek. Toch neem ik de bedrijven ook serieus en als die zeggen dat de Chinese economie blijft groeien zou daar een kern van waarheid inzitten. Het blijft wel gissen natuurlijk want niemand kan voorspellen wat er over 5 jaar gebeurt.

Over vraag 4 is er veel te doen geweest. De vraag luidde: ‘ Zal China de belangrijkste economie ter wereld worden? Wij vonden dit een passende vraag omdat hij mooi aansluit bij de vorige vraag.

Als we de gegevens erbij pakken van de vorige vraag en gaan vergelijken met deze dan zien we dat er een verdeling ontstaat die vergelijkbaar is met de vorige vraag.

Deze enquête is anoniem ingevuld dus kunnen we niet vergelijken welke bedrijven denken dat de Chinese economie groeit en welke bedrijven denken dat China de belangrijkste economie ter wereld wordt. Aannemelijk is wel dat de bedrijven die ingevuld hebben dat China zou gaan groeien de komende 5 jaar, ook eerder instemmen met de vraag of China het belangrijkst wordt.

Dan nu de cijfers: 21 bedrijven zijn het met de stelling oneens. Dan blijven er 11 bedrijven over en die zijn het dan vanzelfsprekend met de stelling eens. Bedrijven denken dat China nog niet klaar is om de machtigste van de wereld te worden. China is nog vooral een maak industrie en verleent nog weinig diensten ook zijn er veel belangrijke kwesties zoals het politieke systeem, de milieuproblemen en de sociale ongelijkheid, die opgelost moeten worden. Pas dan is China echt klaar om de wereld te leiden op het gebied van de economie.

Overigens was er de afgelopen tijd wat opschudding ontstaan omdat de Chinese overheid geprobeerd zou hebben om te voorkomen dat China de grootste economie ter wereld zou worden. Verschillende kranten meldden dat de Financial Times dit op basis van ingewijden gehoord heeft.

De Wereldbank zou berekend hebben dat de VS snel achterhaalt wordt als grootste economie ter wereld. Maar zoals gezegd wil China dit helemaal niet. China is bang voor de internationale druk die deze cijfers met zich meebrengen. Er wordt op deze manier verwacht dat China niet alleen binnenlands maar ook de internationale economie ( de wereldeconomie) gaat leiden. Dat men nog niet klaar is om de economie van de wereld te leiden is wel te begrijpen want als je de cijfers beter bekijkt is het toch een beetje een vreemde berekening van de Wereldbank, China zou getalsmatig wel de grootste kunnen zijn maar ze hebben natuurlijk ook veel meer inwoners: 1,351 miljard tegenover 313,9 miljoen inwoners in de Verenigde Staten.

Als je kijkt naar het BBP per hoofd van de bevolking staat China pas op de 93e plaats. Dit is een soort meetlat die meer laat zien of het land goed ontwikkeld is of niet. Dit is een instrument wat laat zien hoe rijk de burgers gemiddeld zijn en niet in totaal. Overigens staat de VS op plaats 11.

Grafieken en tabellen van de enquête volgen in de bijlage.

Op de vraag of China een westers land is of een ontwikkelingsland is er niet erg eenduidig gestemd. Wij hebben voor onze enquête vooral stellingen bedacht omdat die volgens ons het meest duidelijk maken hoe de bedrijven er over denken. Aan open vragen kunnen we niet zo veel afleiden want bedrijven hebben toch ieder zijn eigen mening. En wij willen weten hoe de bedrijven over China denken.

Op deze vraag hebben we een tussen oplossing bedacht. Omdat China kenmerken van beide vertoont hebben we ook een optie in de enquête gemaakt waarbij de bedrijven kunnen kiezen voor een overgangseconomie de opties waren dus:

 -ontwikkelingsland (periferie)

- overgangseconomie (semi-periferie)

 - kernland

Zoals verwacht was onze tussen oplossing een goede zet want de meerderheid stemde op een overgangseconomie. Het resultaat was: 5 bedrijven stemden op ontwikkelingsland, 9 bedrijven stemden op kernland en de overige 18 bedrijven stemden op overgangseconomie.

De economische situatie hebben we hiervoor al beschreven. De bedrijven zijn het dus over het algemeen met onze bevindingen eens.

 

We gaan verder met de volgende vraag: Zal de sociale ongelijkheid in het land groter of kleiner worden?

Resultaten: 25 bedrijven zeggen groter, 7 bedrijven zeggen kleiner. Dit is een overduidelijke meerderheid en is lichtjes tegen de verwachting in. Wij hadden ook voorspeld dat de bedrijven zouden zeggen dat de sociale ongelijkheid toeneemt. Maar toch niet op zo’n grote schaal. Dit is een duidelijk beeld en is wellicht ook wel juist, de ongelijkheid in het land is ongekend hoog en is beschreven in het deelonderwerp: ’ winnaars en verliezers’.

 

Op de laatste vraag zijn de resultaten weer wat ‘gematigder’.

Of China snel gaat ingrijpen tegen de milieuproblemen zijn de meeste bedrijven sceptisch. 70 % van de bedrijven denken dat er niet snel wat zal veranderen. Afgerond zijn dat 22 bedrijven, de overige 10 denken dus dat er wel ingegrepen gaat worden.

De milieuproblemen zullen uiteindelijk opgelost worden, vooral als China zich steeds meer gaat manifesteren als wereldmacht zullen Europa en de VS duidelijk maken dat er ingegrepen moet worden en China snel duurzaam moet worden. Dan moet er wel een omslag komen in de denkbeelden van de Chinezen. Op dit moment interesseert ze het vrij weinig of ze meer of minder CO2 uitstoten. Het land is natuurlijk jaren lang arm geweest en wil nu alles doen om die groei te bevorderen. Ze zijn niet erg geprikkeld om de milieuproblemen snel aan te pakken want dit gaat natuurlijk ten koste van de economische groei. Tot dusver ontkennen de Chinezen de problemen.

 

 

 

 

Conclusie

Hoe beïnvloeden de fysische kenmerken van China de Chinese economische groei?

Doordat China een lange kuststrook is het erg goed bereikbaar over zee. Hieraan liggen grote Steden met havens zoals: Hongkong, Shanghai enz. die Speciale Economische Zones zijn. Om deze redenen zitten hier ook de grote bedrijven gevestigd, die ook weer arbeiders aantrekken. Daarom is het langs de kust ook zo druk bevolkt. Er zijn in China 7 klimaatzones waarvan in enkelen optimaal landbouw kan worden bedreven. De fysische factoren: klimaat, bodem, reliëf beïnvloeden ook de landbouwgeschiktheid. In de Chinese bodems zitten veel mineralen en delfstoffen die men kan exploiteren of exporteren en dan veel aan kan verdienen.

Wat is de rol van de politiek in de economie van China?

De conclusie is dat ondanks dat het plaatje wat hierboven geschetst is het idee geeft van een sterke staat, is China dat niet. Het staatsgezag wordt steeds ondermijnd door het decentrale gezag. De centrale staatsorganen slagen er vaak niet in om nationale regels doorgevoerd te krijgen naar het decentrale niveau. Misschien ook niet zo gek, als je kijkt naar de oppervlakte van China. Veel instanties en zelfs grote industriële bedrijven bepalen hun eigen lokale regels. Hieruit ontstaat dus een tegenstrijdige wetgeving, en een onduidelijk verschil tussen lokale regels en nationale wetgeving.

Zijn er winners en verliezers aan te wijzen?

De gevolgen van de economische vooruitgang zijn in heel China merkbaar, maar pakken heel ongelijk uit in de samenleving. Slechts gedeeltelijk is er sprake van grote economische vooruitgang in China. Vooral in het Oosten en aan de kust groeit de economie hard, zoals het als vroeger al was in de tijd van het kolonialisme van de Britten in Hongkong. In westelijke gebieden is bijna geen economische groei en overheerst nog steeds een agrarische samenleving. Daarbij heerst op het platteland ook nog corruptie waardoor boeren hun inkomsten verliezen door de onteigening van hun land. Ook hebben de ze als boer zijnde last van woestijnvorming, waterschaarste en natuurgeweld.

Wat zijn de gevolgen voor het milieu van de opkomende economie in China?              Door de groeiende economie is het milieu in China erg verwaarloosd. 80% van alle middelgrote- en grote Chinese steden is zwaar vervuild. Een derde deel van het landoppervlak is door zure regen aangetast. Zo’n 130 steden hebben met schoon drinkwaterschaarste te maken in extreme vormen. De uiterst verouderde fabrieken die zich langs de rivieren hebben gevestigd lozen het water vol afvalstoffen, dus ongezuiverd weer terug in de rivieren met alle gevolgen van dien voor mens, dier en planten. In het westen van China aan de bovenlopen van de rivieren treed veel ontbossing op, zodat de vrijgekomen gronden de landbouw kunnen dienen. Ook is er veel luchtvervuiling en smogvorming, doordat ondernemers gewoon moesten produceren. Er zijn geen co2 emissies of andere afspraken,. Door de stijging van de welvaart per hoofd van de bevolking neemt de vraag naar luxeproducten als auto’s toe die de lucht met zowel de productie als het gebruik erg vervuilen. Dit helpt wereldwijd het broeikaseffect toe te nemen. En de klimaten te veranderen met alle gevolgen van dien.

Zal de economie in China in de toekomst doorgroeien of krimpen?                                  De factoren: corruptie, en inflatie kunnen de Chinese economie schaden door het buitenlandse investeerders en multinationals zo ongunstig of onveilig maken, dat ze hier van af zien. Ook krijgen de chinezen hogere kosten door werkloosheid, vergrijzing en de gevolgen van slecht milieubeleid. Doordat de kosten zullen stijgen voor de chinezen, zullen ook de lonen en andere inkomsten omhoog moeten, waardoor China zijn concurrentie positie verliest t.o.v. andere lagelonenlanden. Door het opraken van de grondstoffen dalen de inkomsten en zal China meer afhankelijk worden van het buitenland. Als je deze bedreigingen afweegt tegen de kansen die we eerder genoemd hebben is het dus nog maar de vraag of de Chinese economie blijft doorgroeien. Wij denken van niet.

Wat voor gevolgen heeft de groei van de Chinese economie voor Nederland?

De groeiende economie in China heeft in Nederland voor veel nieuwe banen gezorgd. De geïmporteerde goederen uit China hebben van Nederland als doorvoerland een belangrijk doorvoerland gemaakt naar de rest van Europa. Hierdoor valt ook de kostprijs van het eindproduct veel lager uit, dat ons een betere concurrentiepositie geeft. Kleine bedrijven gaan failliet door de goedkoper producerende concurrenten uit China. Steeds meer grote bedrijven kiezen er voor om zich ook te gaan vestigen in China om gebruik te maken van de economische voordelen, zoals lage lonen en geen milieuwetten. Chinese ondernemers vertrekken uit China naar Nederland om de binnenlandse concurrentie die gigantisch is te vermijden. Ook gaan we merken dat hierdoor de fossiele brandstoffen sneller beginnen op te raken. Ook kunnen we last krijgen van de gevolgen van klimaatverandering door het broeikaseffect waar China een heel groot aandeel in heeft.

Wat maakt het voor Nederlandse bedrijven interessant dat de Chinese economie zeer sterk groeit?

Aan onze enquête hebben 32 bedrijven meegedaan. Hiervan hebben 28 van die bedrijven kenbaar gemaakt dat ze handelen met China. Uit bronnen van het CBS is gebleken dat Nederlandse bedrijven vooral veel importeren vanuit China i.p.v. te exporteren naar China. Dit betekent dat de Nederlandse bedrijven de Chinese economie vooral gebruiken om grondstoffen of halffabricaten zeer goedkoop in te kopen, waardoor de kostprijs van hun producten zo laag mogelijk blijft. Hierdoor kan een bedrijf een lagere verkoopprijs hanteren wat tot een hogere afzet kan leiden en zo dus tot een hogere winst. Of een hogere winstmarge met een zelfde verkoopprijs als de kostprijs bij een ander land hoger is. Er is vooral veel angst bij kleinere ondernemingen in Nederland die hier niet kunnen concurreren met de goedkoop producerende Chinese ondernemingen. Kleine ondernemingen die eerder leverden aan grote ondernemingen worden hierdoor uit de markt verdreven en gaan failliet. Ook leid de vervuiling in de steden van China tot het verlaten van intellectuelen. Ze willen niet in de vervuilde steden wonen en gaan emigreren naar andere landen zoals bijvoorbeeld Nederland. Zo kunnen er in Nederland Chinese intellectuelen aan de bak, wat weer tot hogere inkomsten zal leiden, door bijvoorbeeld research en development waarin Nederland achterop is geraakt bij andere landen. Uiteraard zijn er ook grote ondernemingen die gaan outsourcen naar China en hier vestigingen gaan bouwen in de SEZ’s. Hierdoor kunnen ze nog goedkoper hun producten verkopen, omdat ze nu zelf de productie in de hand hebben. Er zijn geen arbeids- of milieuwetten, dus eigenlijk kunnen de Nederlandse bedrijven hier hun eigen gang gaan.

Het komt er in totaliteit op neer dat vooral de grote ondernemingen baat hebben bij de groei van de Chinese economie en de kleinere bedrijven hierdoor in de problemen komen.

Evaluatie

In onze evaluatie zullen we de punten die goed gingen bespreken, maar ook de dingen die niet zo goed gingen en voor verbetering vatbaar zijn

Nadat ons onderwerp was goedgekeurd, in november, waren we blij dat we eindelijk konden beginnen. We vonden het onderwerp zelf heel leuk en we hadden er echt veel zin in om er iets moois van te maken. We hebben vanaf toen, eind november, hard aan het werkstuk. gewerkt Maar aangezien er 80 uur per persoon voor staat is dat ook wel logisch. We hadden wat deelvragen bedacht en die deelvragen op haalbaarheid en op relevantie beoordeeld. Zo bleven deze 6 deelvragen over. We besloten de deelvragen door tweeën te delen, dus allebei drie.

Rik deed ‘’Hoe beïnvloeden de fysische kenmerken van China de Chinese economische groei?’’ ; ‘’Zijn er winners en verliezers aan te wijzen?’’;’’ Wat zijn de gevolgen voor het milieu van de opkomende economie in China?’’ en Jan-Willem deed ‘’ Wat is de rol van de politiek in de economie van China?’’; ‘’Zal de economie in China in de toekomst doorgroeien of krimpen?’’; Wat voor gevolgen heeft de groei van de Chinese economie voor Nederland?

We deden deze deelvragen allebei apart, zodat we ons allebei konden specialiseren in bepaalde onderwerpen. Dat met in het achterhoofd hebbend dat we dit profielwerkstuk ook nog moeten presenteren aan mensen. Dan is het beter dat één iemand van een onderwerp alles afweet i.p.v. dat twee maar de helft weten.

Bij het maken van de deelvragen hadden we genoeg bronnen die ons konden helpen bij het maken van dit verslag. Bij het maken van de deelvragen, kwamen we dingen tegen die we in 5 jaar aardrijkskunde geleerd hebben. Zoals bij de deelvraag over de fysische kenmerken, waarin ook het moessonprincipe door ons wordt uitgelegd. En hoe het klimaat in China verdeeld en welke effecten dat kan hebben op de landbouw enzovoort. Dit vonden we dan ook erg leuk om te doen. Maar ook bij de deelvraag over de gevolgen voor Nederland kwam het thema globalisering terug uit V4. Met het hub- en spokenetwerk zoals de geïmporteerde goederen vanuit China vanaf mainport Rotterdam naar de rest van Europa vervoert wordt.

De moeilijkste deelvragen vonden de winners of verliezers en de Chinese economie in de toekomst. Dit vanwege de grote omvang van deze deelvragen. Je kunt deze vragen namelijk van heel veel verschillende kanten bekijken. We hebben er heel veel bij moeten nadenken en alle kennis van de afgelopen jaren moeten gebruiken. Dit maakt een pws ook wel weer iets waar je met trots op kan terugkijken.

De enquête, die we naar bedrijven gemaild hebben, hebben we samen bedacht. Deze vragen hebben betrekking op de deelvragen, die we ook zelf bedacht en uitgezocht hebben. Aan de hand van het geheel van de deelvragen en de enquête zijn we uiteindelijk tot een goede conclusie gekomen waarmee we onze hoofdvraag beantwoord hebben. Zoals u heeft kunnen lezen hebben we aan het eind van elke deelvraag een deelconclusie vastgezet. Al deze deelconclusies hebben in de eindconclusie verwerkt. De uitkomsten van deze enquête zijn door Jan-Willem verwerkt. Terwijl Rik de inleiding, de conclusie en de evaluatie heeft geschreven.


Toen het hele werkstuk klaar was, moesten we alles nog bij elkaar voegen en de opmaak regelen. Ook dit kost altijd aardig wat tijd en we kwamen hierdoor op het eind een beetje in tijdnood. Maar omdat we veel samen gedacht hebben ging het wat sneller. Na de laatste controle konden we dan eindelijk ontspannen, alleen het uitprinten nog.

Al met al hadden we het werkstuk een beetje onderschat op sommige punten maar we hebben er wel met plezier aan gewerkt. We hebben er ook zeker wel wat van geleerd en wij hebben toch voordeel gehad bij het samenwerken. Het maken van dit werkstuk heeft ons heel wat geleerd over een onderwerp dat heel actueel is.
Met het uiteindelijke resultaat zijn wij tevreden en we hopen dat de andere lezers ook tevreden zijn.                                                                                      

 

De briclanden Brazilië, Rusland, India en China

 

 

 

 

Nawoord

We hadden dit onderwerp gekozen, omdat we China een heel fascinerend land vinden. De cultuur, het klimaat, de politiek en de economie verschillen zo veel met die van Nederland. Dit zijn belangrijke motieven geweest om China als onderwerp te nemen. Daarbij vinden we het beiden erg interessant om te bekijken hoe China zich zo ontwikkeld heeft op economisch gebied. Ook in de media is dit verhaal erg vaak aan bod gekomen en dat heeft ons ook al een beetje voorkennis. We wilden uitzoeken wat dit voor ons als burger van Nederland zou betekenen. Ook omdat we met ons EM profiel later misschien ook wel bij een bedrijf in Nederland gaan werken. Wat de gevolgen voor de Nederlandse bedrijven zijn is dan ook uiteindelijk het hoofdonderwerp geworden van dit pws.

Tijdens het maken van dit profielwerkstuk hebben wij veel van onze capaciteiten vergroot. Zoals het geordend en punctueel kunnen bijhouden van een logboek, het verwerken van grote hoeveelheden informatie en het gestructureerd werken aan een verslag. Ook hebben we onze kennis van de Nederlandse taal erg vergroot. Ook hebben we veel van zowel aardrijkskundige als economische kennis in de praktijk moeten brengen. We vonden het leuk om hiermee bezig te zijn, ondanks dat je soms wel eens dacht van ‘’Ik kan mijn tijd wel beter besteden’’, maar als je dan weer bezig bent dan gaat het gewoon vanzelf. De uren vlogen voorbij.

Als allerlaatste willen we de bedrijven die hebben meegewerkt aan onze enquête bedanken voor hun deelname. Zonder hen was dit onderzoek niet compleet geweest. Zo konden we namelijk ook de oogpunten van de ondernemers naast die van ons leggen en dan vergelijken.

We zullen hen per mail bedanken.

 

   We hopen dat u er ook als lezer van heeft genoten en er wat van heeft opgestoken.

 

Jan-Willem Tol & Rik Senechal

 

 

 

Bronnenlijst

Internetsites

HIEBS, The Hong Kong Institute of Economics and Business Strategy. Geraadpleegd op 7 maart 2014. http://www.hiebs.hku.hk/working_papers.asp

CIA, The world factbook. Geraadpleegd op 8 december 2013.
https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/ch.html

China’s statistical yearbooks. Geraadpleegd op 10 januari 2014.
http://www.sei.gov.cn/hgjj/yearbook/2008/left_.htm
 

China Daily Website. Geraadpleegd op 7 februari 2014
http://www.chinadaily.com.cn/
 

Europa nu

http://www.europa-nu.nl/id/vhtegr63m0n2/relatie_eu_china Geraadpleegd op 14 januari 2014.

NRC handelsblad

http://www.nrc.nl/economie/.  Geraadpleegd op 15 maart 2014.

Kampen, A. van (2014) Groei Chinese economie laagst in veertien jaar: 7,7 procent in 2013 Geraadpleegd op 22 april 2014.

http://www.nrc.nl/nieuws/2014/01/20/groei-chinese-economie-laagst-in-veertien-jaar-77-procent-in-2013/

Facts and details about China. Geraadpleegd op 9 maart 2014.
http://factsanddetails.com/china

UNDP, Human development reports Geraadpleegd op 17 april 2014.
http://hdr.undp.org/en/

WHO, World Health Organization. Geraadpleegd op 24 maart 2014.
http://www.who.int/countries/chn/en/

Kennislink: Geraadpleegd op 26 april 2014.

http://www.kennislink.nl/publicaties/made-in-china-1

International Energy Agency: Geraadpleegd op 14 januari 2014.
http://www.iea.org/textbase/country/n_country.asp?COUNTRY_CODE=CN

Verenigde Naties. Geraadpleegd op 12 maart 2014.
http://www.un.org/en/

IMF, The International Monetary Fund. Geraadpleegd op 3 maart 2014.

http://www.imf.org/external/

WTO, World Trade Organization Geraadpleegd op 15 maart 2014.
http://www.wto.org/english/thewto_e/countries_e/china_e.htm

Centraal Planbureau Geraadpleegd op 21 maart 2014.

http://www.cpb.nl/persbericht/329130/opkomst-china-gunstig-voor-nederlandse-economie

NOS

Harm, Floris (2014). Wat doet China in Nederland? Geraadpleegd op 25 april 2014.  

http://nos.nl/artikel/626521-wat-doet-china-in-nederland.html

http://nos.nl/artikel/626520-nl-steeds-belangrijker-voor-china.html Geraadpleegd op 25 april 2014.

http://nos.nl/dossier/265707-de-opkomst-van-china/thema/politiek--beleid/. Geraadpleegd op 27 april 2014.

 

 

 

 

MeJudice, economen in debat

Creusen, Harold (2009) Beschermen van eigen economie kost uiteindelijk alleen maar geld. Geraadpleegd op 21 maart 2014.

 

http://mejudice.nl/artikelen/detail/beschermen-van-eigen-economie-kost-uiteindelijk-alleen-maar-geld

HCSS, The Hague Centre for Strategie Studies. Column van Ardi Bouwers, expert op het gebied van de ontwikkeling van China.

http://www.hcss.nl/news/china-is-ook-een-ontwikkelingsland/697/ Geraadpleegd op 26 april 2014.

Centraal Bureau voor de Statistiek:

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/publicaties/belangrijkste-handelspartners-nederland/archief/2013/2014-china-2012-ih-art.htm Geraadpleegd op 3 maart 2014.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 1: Grafieken met de antwoorden op de enquête

Vraag 1: Handelt uw bedrijf met China?

 

Vraag 2: Bent u bang voor de opkomst van China?

 

 

Vraag 3: Zal de economie doorgroeien of krimpen?

Vraag 4: Zal China de belangrijkste economie in de wereld worden?

        

 

 

 

Vraag 5: Is China volgens u een kernland of een ontwikkelingsland?

 

Vraag 6: Zal de sociale ongelijkheid in het land groter of kleiner worden?

 

 

 

Vraag 7: Gaat China op een korte termijn milieuvriendelijker worden, denkt u?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Bijlage 2: Logboek

Datum

Geplande activiteit

Uitvoering activiteit

Aantal uren

Wie

19 november

Formuleren onderzoeksvraag en deelvragen

In het OLC

2

Samen

20 november

Literatuuronderzoek

In het OLC

2

Samen

29 november

Nadenken over hoe we het Onderzoeksplan gaan vormgeven

In het OLC

2

Samen

 

 

 

 

 

30 november

Zoeken naar bruikbare internetsites

Allebei thuis

3

Samen

2 december

Maken inleiding

OLC

3

Rik

3 december

Bezig met deelvraag ‘wat is de rol van de politiek in de economie van China’

Thuis

4

Jan-Willem

4 december

Bezig met deelvraag ‘wat is de rol van de politiek in de economie van China’

Thuis

4

Jan-Willem

7 december

Inleiding afronden

OLC

2

Rik

8 december

Bezig met de deelvraag hoe  beïnvloeden de fysische kenmerken van China de economische groei

Thuis

5

Rik

9 december

Bezig met de deelvraag hoe  beïnvloeden de fysische kenmerken van China de economische groei

Thuis

5

Rik

18 december

Overleg, hoe staan de zaken ervoor

In het OLC

2

Samen

9 januari

Verder met deelvraag wat is de rol van de politiek in de economie van China

Thuis

4

Jan-Willem

10 januari

Verder met deelvraag wat is de rol van de politiek in de economie van China

Thuis

4

Jan-Willem

14 januari

Werken aan deelvraag Hoe beïnvloeden de fysische kenmerken van China de economische groei

Thuis

3

Rik

16 januari

Werken aan deelvraag Hoe beïnvloeden de fysische kenmerken van China de economische groei

Thuis

5

Rik

6 februari

Werken aan enquête

Thuis

5

Rik

7 februari

Werken aan  enquête

Thuis

5

Jan-Willem

11 februari

Enquête afgemaakt en doorgestuurd naar verschillende bedrijven

In het OLC

3

Samen

12 februari

Overleg waar staan we en wat moeten we nog doen?

In het OLC

2

Samen

3 maart

Bezig met deelvraag  Zal de economie in de toekomst doorgroeien of krimpen

Thuis

5

Jan-Willem

5 maart

Elkaar controleren, nalezen

Thuis

3

Jan-Willem

6 maart

Elkaar controleren, nalezen

Thuis

3

Rik

7 maart

Bezig met deelvraag zijn er winnaars en verliezers aan te wijzen

Thuis

4

Rik

 

9 maart

Bezig met deelvraag  Zal de economie in de toekomst doorgroeien of krimpen

Thuis

5

Jan-Willem

12 maart

Verder met deelvraag zin er winnaars en verliezers aan te wijzen

Thuis

3

Rik

15 maart

Verder met deelvraag zijn er winnaars en verliezers aan te wijzen

Thuis

4

Rik

16 maart

Verder met deelvraag zijn er winnaars en verliezers aan te wijzen

Thuis

5

Rik

17 maart

Overleg

In het OLC

2

Samen

19 maart

Bezig met deelvraag wat zijn de gevolgen voor het milieu van de opkomende economie in China

Thuis

4

Rik

21 maart

Verder met deelvraag zal de economie in de toekomst doorgroeien of

krimpen

Thuis

4

Jan-Willem

24 maart

Verder met deelvraag wat zijn de gevolgen voor het milieu

Thuis

3

Rik

25 maart

Verder met de deelvraag zal de economie in de toekomst doorgroeien of

Krimpen

Thuis

6

Jan-Willem

26 maart

Verder met deelvraag wat zijn de gevolgen voor het milieu

Thuis

3                 

Rik

17 april

Resultaten van de enquête verwerken

In het OLC

4

Jan-Willem

18 april

Overleg, controleren hoe het gaat met de resultaten

In het OLC

1

Samen

21 april

Resultaten van de enquête verwerken

Thuis

6

Jan-Willem

22 april

Deelvraag uitwerken Wat voor gevolgen heeft de groei van de Chinese economie voor Nederland

Thuis

5

Jan-Willem

23 april

Verder met deelvraag wat zijn de gevolgen voor het milieu

Thuis

4

Rik

24 april

Overleg ,wie gaat wat doen in de vakantie en wat moeten we nog doen

In het OLC

2

Samen

25 april

Deelvraag verder uitwerken wat voor gevolgen heeft de groei van China in Nederland

Thuis

4

Jan-Willem

 

26 april

 

 

Deelvraag wat voor gevolgen heeft de groei van de Chinese economie voor Nederland uitwerken

 

Thuis

 

4

 

Jan-Willem

27 april

Deelvraag wat zijn de gevolgen voor het milieu afronden

Thuis

2

Rik

27 april

Laatste hand aan deelvraag zal de chinees economie doorgroeien of krimpen?

Thuis

4

Jan-Willem

28 april

Beginnen met Conclusie

Thuis

4

Rik

29 april

Conclusie afmaken

Thuis

3

Rik

30 april

Evaluatie maken

Thuis

5

Rik

1 mei

Evaluatie verder afmaken

Thuis

3

Rik

1 mei en 2mei

Uitkomsten van de enquête verder uitwerken

Thuis

6

Jan-Willem

3 mei

Alles bij elkaar voegen en opmaak regelen

Thuis

5

Samen

 

REACTIES

R.

R.

We hebben een 8 gekregen van onze begeleider, dus er staat zinvolle informatie in.

9 jaar geleden

D.

D.

Slecht

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.