Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Versterkt broeikaseffect

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5259 woorden
  • 18 februari 2002
  • 312 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
312 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding: Het onderwerp van dit profielwerkstuk is het versterkt broeikaseffect. Ik heb voor dit onderwerp gekozen, omdat het mij interesseert hoe het broeikaseffect ontstaat. Ik had als eerste idee om het over ijstijden in Nederland te doen, maar ik kon hier zó weinig informatie over vinden dat ik toch maar hiervoor heb gekozen. Over dit onderwerp kon ik veel meer informatie vinden. Mijn uitgangspunt is dat het versterkt broeikaseffect door de mensen wordt veroorzaakt. Veel wetenschappers hebben daar nu nog meningsverschillen over. Daarom is het voor een niet-deskundige moeilijk te beoordelen of het versterkt broeikaseffect bestaat of niet bestaat. Ook is voor een niet-deskundige moeilijk in te schatten welke gevolgen het heeft en hoe ernstig de gevolgen zijn. Het broeikaseffect is de verhoging van de temperatuur op aarde door natuurlijke uitstoot van broeikasgassen. Maar het broeikaseffect wat ontstaat door toedoen van de mens heet het versterkt broeikaseffect. In dit werkstuk beschrijf ik verschillende oorzaken van het broeikaseffect en maatregelen genomen kunnen worden om het te verminderen. Dit doe ik met behulp van de volgende hoofdvraag en deelvragen: Gaat het versterkt broeikaseffect in de toekomst een groot probleem vormen, en welke maatregelen zouden er moeten worden genomen? · Wat zijn de oorzaken van het versterkt broeikaseffect? · Wat zijn de gevolgen van het versterkt broeikaseffect? · Welke maatregelen tegen broeikaseffect kunnen er worden getroffen? Hoofdstuk 1: Oorzaken van het versterkt broeikaseffect Bij dit hoofdstuk hoort de deelvraag: Wat zijn de oorzaken van het versterkt broeikaseffect? Voor het schrijven van dit hoofdstuk, heb ik onderzoek gedaan naar de oorzaken van het versterkt broeikaseffect. Veel dingen die wij in het dagelijks leven doen hebben invloed op de atmosfeer. Bijvoorbeeld het rijden met je scooter naar school, met de auto naar je familie in Groningen, met de trein naar school of met de bus naar school. Zelf als je op je fiets zit stoot je broeikas gassen uit. Je zou denken er zit toch geen motor op je fiets. Het is ook niet de fiets maar jij zelf! Het enige verschil is dat de natuurlijke gassen die jij uitstoot in geringe mate niet slecht voor de atmosfeer zijn. Het is immers een natuurlijk proces. Met producten die geen broeikasgassen uitstoten kan de atmosfeer toch indirect beïnvloed worden, namelijk bij de productie proces van die producten. Bij veel productie processen worden broeikasgassen uitgestoten. Een goed voorbeeld is het smelten van metaal voor de fiets waar je op rijdt. De volgende processen zijn mede verantwoordelijk voor het versterkt broeikaseffect: · Het produceren van producten waar een broeikasgas in zit zoals: -koelkasten met Cfk’s -spuitbussen met drijfgassen · Het vervoer van goederen en mensen door middel van gebruik van verbrandingsmotoren · De productie van energie, waarbij fossiele brandstoffen gebruikt worden om energie op te wekken. · De natuurlijke industrie, het verbouwen van gewassen waarbij broeikasgassen vrij komen. Bij de natuurlijke industrie gaat het vooral om bodemerosie en uitputting van de bodem. Veel bomen worden gekapt voor landbouw en daardoor ontstaan er grotere windsnelheden op lagere hoogtes en die nemen de vruchtbare grond mee en leggen het weer ergens anders neer. Zo is de grond snel uitgeput en kunnen er ook geen bomen meer op groeien die de grond weer voedselrijk maken. De natuurlijke industrie kan je ook als natuurlijke activiteiten zien die zorgen dat het natuurlijke broeikaseffect op peil blijft. De natuur zelf scheidt ook verschillende broeikasgassen uit; zonder die gassen zou leven op aarde niet mogelijk zijn. De aarde zelf is eigenlijk ook een motor, een motor die het leven draaiende houdt. Als je de aarde vergelijkt met Venus of Mars dan is de aarde vrij stabiel. Men denkt dat in de vroege dagen van het zonnestelsel Venus en Aarde erg op elkaar leken. Toen de Aarde en Venus langzaam een atmosfeer ontwikkelden leken de planeten nog steeds heel erg op elkaar. Venus had dezelfde broeikasgassen als de aarde, maar Venus stond ook dichter bij de zon. Daardoor werd Venus warmer en werden er alsmaar meer broeikasgassen in de atmosfeer uitgestoten. Daarom is Venus dus zo warm. Mars had lang geleden ook een klimaat zoals die van de Aarde. Maar doordat de vulkanische activiteit op Mars kleiner werd koelde de planeet af en de Atmosfeer lekte langzaam in de ruimte weg. Dat kwam omdat de massa van Mars te klein is om een atmosfeer vast te houden. Dus eigenlijk hebben wij veel geluk met onze planeet. Tegenwoordig zijn er op onze planeet nog steeds vulkanen actief. Die zorgen ervoor dat de temperatuur constant blijft. Maar niet alleen vulkanen stoten broeikasgassen uit. Veel broeikasgassen zijn duizenden jaren geleden opgeslagen in gesteenten. De broeikasgassen die opgeslagen zijn in gesteenten noemen we bicarbonaten. Doordat er erosie door middel van zure regen plaats vindt komen die gassen weer terug in het milieu. Zure regen wordt veroorzaakt door de uitlaatgassen van vervoersmiddelen met een verbrandingsmotor. Dat een verbrandingsmotor de broeikasgassen CO en CO2 uitstoot, weet iedereen wel. Maar een verbrandingsmotor stoot ook andere broeikasgassen uit zoals, NOx en O3. De NOx oxideert naar NO2 in de aanwezigheid van (koolwaterstofoxide) hydrocarbon en zon. NO2 reageert weer met hydrocarbon en dat vormt dan de ozon.(O3) De ozon(O3) is een belangrijke bron van zure regen.
Deelconclusie: Ik heb onderzocht dat er meerdere oorzaken zijn voor het versterkt broeikaseffect zoals het produceren van producten waar een broeikasgas in zit, het vervoer van goederen en mensen door middel van gebruik van verbrandingsmotoren, de productie van energie waarbij fossiele brandstoffen gebruikt worden om energie op te wekken en de natuurlijke industrie, het verbouwen van gewassen waarbij broeikasgassen vrij komen zoals bodemuitputting en –erosie. Ook komen er broeikasgassen in ons milieu via gesteenten (bicarbonaten) die via zure regen weer worden opgewekt. Hoofdstuk 2: De gevolgen van het versterkt broeikaseffect Bij dit hoofdstuk hoort de deelvraag: Wat zijn de gevolgen van het versterkt broeikaseffect? Voor dit hoofdstuk heb ik onderzoek gedaan naar de gevolgen van het versterkt broeikaseffect. De gevolgen van het versterkt broeikaseffect zijn enorm. Iedereen op aarde wordt ermee geconfronteerd. Veel planten moeten zich in noordelijke richting verplaatsen omdat de temperatuur stijgt. De dieren die zich hebben aangepast om die planten te eten moeten zich ook verplaatsen. Maar het broeikaseffect breidt zich zo snel uit dat de planten zichzelf niet snel genoeg kunnen verplaatsen. Toen er nog verschillende ijstijden op aarde waren, moesten bomen en planten zich zuidelijk verplaatsen. Dit deden ze door middel van zaden. Elke boom heeft een andere manier om zaden te verspreiden. De ene boomsoort verspreidt zaden door middel van de wind, van een andere boomsoort worden de zaden gegeten door dieren en zo verplaatsen bomen zich door het landschap. In de ijstijden waren sommige bomen niet “snel” genoeg om zich te verplaatsen en veel van die soorten stierven uit doordat de temperatuur te snel daalde. Maar nu stijgt de temperatuur sneller zodat de bomen zich ook niet snel genoeg kunnen verplaatsen. De temperatuur is niet het enige waar de vegetatie mee te maken heeft. Ook de geologische situatie heeft het er mee te maken. Dit kun je zien door de vegetatie van Amerika te vergelijken met die van Europa. In Noord-Amerika lopen de grootste bergketens in een noord-zuid richting. Toen het in de ijstijden in Noord-Amerika kouder werd kon de vegetatie makkelijk naar een zuidelijke richting uitwijken. In Europa lopen de belangrijkste bergketens als de Alpen, de Caucasus en de Pyreneeën in een oost-west richting, waardoor ze onneembare obstakels vormen voor de vluchtende planten. Daarom komen in Amerika allerlei soorten vegetatie voor die na de laatste ijstijd niet meer in Europa voorkwamen. De temperatuur schommeling was tijdens de ijstijden niet meer dan 2 graden per duizend jaar. De bomen konden de kou of de warmte makkelijk voorblijven door hun verspreidingsgebied elke duizend jaar met 300 km naar het zuiden of het noorden te verplaatsen. De afgelopen 130 jaar is de temperatuur tussen de 0,3 en 0,6 graden gestegen. De temperatuur stijgt dus veel sneller dan 2 graden in duizend jaar. Als de temperatuur blijft stijgen verdwijnen sommige gewassen. Sommige dieren verdwijnen dan ook. De gewassen in het noorden verdwijnen het snelst, want die zijn helemaal aangepast aan de kou en als het daar warmer wordt dan verdwijnen die gewassen. De dieren die van gewassen leven kunnen dan ook verdwijnen, evenals roofdieren die van die dieren leven. Dat brengt dus het hele ecologisch evenwicht uit balans. Als de temperatuur stijgt vindt er meer verdamping plaats, dus meer neerslag. Die neerslag kan de zeestromen beïnvloeden. Doordat het zeewater op grotere breedtegraden warmer wordt, kan het water daar niet meer naar de bodem zakken. Dit moet dus op een ander plaats gebeuren. Of als dit niet kan, is er slechts een circulatie aan de oppervlakte mogelijk. Omdat de warme golfstroom zo ver naar het noorden stroomt, hebben wij een mild klimaat. Als de warme golfstroom niet meer zo ver naar het noorden kan stromen, verdwijnen de depressies en krijgen we te maken met poollucht vanuit het noorden. Daardoor wordt Europa droger en kouder. Dat heeft ook weer invloed op de dieren die hier leven en de planten die hier groeien. Sommige planten zullen verdwijnen en daarvoor in de plaats komen toendra planten die wel op die kou zijn berekend. De permafrost kan ook zuidelijker komen te liggen. Daardoor wordt de grond onbruikbaar om gewassen op te telen. Als het zeewater warmer wordt zet het water uit en heeft het water een kleinere soortelijke massa. Daardoor stijgt het zee niveau en dat bedreigt landen waar het land net onder de zeespiegel ligt. Ook het leefgebied van dieren wordt daardoor kleiner. Al de bovenstaande voorbeelden gaan over mogelijke gevolgen voor de natuur. Maar de mens leidt ook onder die gevolgen. Als vegetatie zich verplaatst moeten onze gecultiveerde gewassen zich ook verplaatsen. Want als de temperatuur omlaag of omhoog gaat kunnen de gewassen misschien niet goed groeien. De gewassen die wij gebruiken voor voedsel productie zijn nog redelijk makkelijk te verplaatsen, omdat wij de gewassen kunnen helpen. Dat kunnen wij dus ook doen voor de natuurlijke gewassen. Maar het enige probleem is, waar moet je die gewassen dan neerzetten? Veel van het broeikaseffect wordt door de fossiele brandstoffen geproduceerd. Auto’s stoten veel broeikasgassen uit, onder andere Ozon(O3). Je zou denken dat het geen kwaad kan om meer ozon te hebben, want de ozonlaag is al zo dun. Ozon op grote hoogte kan geen kwaad, maar als ozon in de onderste laag van de atmosfeer(troposfeer) zit, is het giftig voor mensen. De ozon heeft grote effecten op de natuur en op ons. De agrarische productiviteit van bijvoorbeeld tomaten, aardappelen en maïs kan verminderen. Ook bij andere gewassen kan de groei verminderen. Doordat de aarde warmer wordt, vindt er meer verdamping plaats. Hierdoor valt er meer neerslag. Die neerslag kan geen kwaad, maar als er teveel neerslag valt, kan dat schade aan de bodem toe brengen. Door de regen is er namelijk meer afstroming. Die regen neemt dan meer voedingsstoffen uit te bodem, waardoor de bodem minder vruchtbaar is. De zeespiegelstijging heeft misschien nog wel de meeste gevolgen. Als de zeespiegel stijgt dan moeten de landen die het laagst liggen hun dijken verzwaren. Landen waar ze voorheen geen dijken hadden, moeten dijken aanleggen. De havens moeten verder landinwaarts verplaatst worden. Het zeewater kan ook doordringen in het grondwater. Dat noem je verzilting. Veel planten halen hun water uit het grondwater. Die planten kunnen daardoor dood gaan, omdat ze niet van zilt water kunnen leven. Als de temperatuur met 1 graad stijgt kan de zeespiegel al gauw met 10 tot 20 cm stijgen. Voor de rijke landen is deze stijging minder erg dan voor arme landen. Arme landen zoals Bangladesh ten oosten van India, hebben het geld niet om dure voorziening zoals, dijken aan te leggen. Vooral voor Bangladesh aan de monding van de Ganges en Brahmaputra, met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van 580 personen per vierkant kilometer, is dat een ramp. Er wonen in dat gebied acht en een half miljoen mensen. Dit gebied wordt al vaak geteisterd door overstromingen, dus de situatie wordt er dan niet beter op. Dit geldt voor veel arme landen die aan zee liggen, ze hebben het geld er gewoon niet voor. Samenvattend kun je zeggen dat de volgende effecten te verwachten zijn: - een veranderde stralingsbalans - een verschuiving in de drukverdeling - een andere loop van de zeestromen - het afsmelten van gletsjers - de permafrost (altijd bevroren ondergrond) en de toendra zullen naar de polen schuiven
Al met al zijn de gevolgen van het versterkt broeikaseffect moeilijk voorspelbaar en daardoor gevaarlijk. Ook als je terugkijkt naar het verleden, zie je sterke veranderingen in het klimaat. §2.2 Gevolgen voor economie en maatschappij
Om de energie voorziening van de wereld te veranderen wordt er dus een heel andere aanpak vereist. Al die maatregelen kosten geld. Als niemand er geld voorover heeft kan er nog niks veranderen. De mensen moeten dus bewust gemaakt worden dat die maatregelen uiteindelijk goed zijn voor het milieu is en voor de mens. Als het geld beschikbaar is, moet wel in het goede milieu vriendelijke maatregelen worden gestoken. De CO2 concentratie moeten door die nieuwe maatregelen dalen. Tijdens de klimaatconferentie van Kyoto in 1997 hebben de meeste geïndustrialiseerde landen een quota gekregen om de uitstoot van CO2 te verkleinen. Niet alle geïndustrialiseerde landen hebben aan hun quota voldaan. Veel landen hebben geen maatregelen in hun eigen land genomen, maar wel in andere landen. Dan kunnen ze zeggen dat ze aan hun eigen quota hebben voldaan en ondervinden ze geen economische nadelen. Maar dat helpt natuurlijk niet, want in eigen land zelf wordt nog steeds CO2 geproduceerd en dat wordt niet verkleind. Dit noemen ze ook wel CO2 boekhouding. De landen hebben als het ware een rekening gekregen die ze moeten betalen. Als ze uit hun eigen kas betalen dan krijgen ze economische schade en dat willen ze niet. Dus gaan ze die rekening verkleinen door het geld te laten aflossen door iemand anders. Ze lenen dat geld dan en hoeven dat zelf niet te betalen. Maar ze vergeten dat geld af te lossen, dus dan is er nog niks veranderd. Want de schuld hebben ze nog steeds. Veel landen op de wereld hebben gewoon het geld niet om maatregelen tegen het broeikaseffect te nemen. Deze arme landen dragen nu nog weinig bij aan het versterkt broeikaseffect, maar in de toekomst misschien wel. Economische gevolgen: De gevolgen van maatregelen op de korte termijn zijn voor de economie: - De staatsschuld in alle landen stijgt - De belastingen moeten daardoor ook stijgen - De mensen kunnen minder besteden dus gaan minder kopen - De winkelier krijgen minder omzet, dus betalen minder belasting
Die gevolgen brengen een behoorlijke klap voor de economie in alle landen. De economie heeft niet alleen te lijden, ook de mensen in de maatschappij. De mensen hebben door al die maatregelen die de overheid doet om de CO2 uitstoot de verminderen, minder te besteden. Doordat ze minder kunnen besteden gaan ze minder geld uitgeven aan bijvoorbeeld sport of school. De mensen worden hierdoor minder betrokken bij de maatschappij. Die gevolgen hoeven in Nederland niet zo groot te zijn, maar in andere landen gebeurt dit misschien wel. De maatregelen zelf hebben ook grote gevolgen voor de economie en de maatschappij. De maatschappij moet zelf ook het nut van duurzame energie zien. De mensen moeten dus ook die duurzame energie kopen. Als dat niet gebeurt dan blijven de maatregelen zo onrendabel dat niemand er wat aan heeft. De economie moet veel investeren in duurzame middelen om het milieu te sparen. Maatschappelijke gevolgen: Klimaatveranderingen zullen grote gevolgen hebben voor de maatschappij. De effecten worden zichtbaar door een verandering in de aard en de frequentie van extreme weersomstandigheden. Die extreme weersomstandigheden zijn: - Overstromingen - Stormen - Hittegolven - Droogtes
Omdat weersomstandigheden uit het verleden geen goede maatstaf zijn voor het toekomstige weer, zullen extreme weeromstandigheden als verrassing optreden. De schade van deze weersomstandigheden zal daardoor heel groot zijn. De klimaatsveranderingen kan ook voordelen met zich meebrengen zoals: hoger landbouwopbrengsten, uitbreiding van toerisme en lagere stookkosten. Veel agrarische gebieden in noordelijke streken in Canada en Rusland kunnen misschien profiteren van de hogere temperaturen en een hoger koolstofdioxideconcentratie. Maar om die voordelen te gebruiken moet er veel tijd en geld ingestoken worden om de samenleving in die streken te veranderen. Om die gebieden voor te bereiden op zulke effecten moet er eerst nieuwe infrastructuur aangelegd worden, zoals ontginning, wegen aan leggen, watervoorzieningen verbeteren en steden bouwen. Omdat te realiseren moet er wel een mate van zekerheid over het klimaat bestaan. Als na 20 jaar blijkt dat het weer te koud wordt om daar dingen te verbouwen zijn al die investeringen voor niets geweest. Doordat de aarde opwarmt zullen de stookkosten in de noordelijke breedtegraden lager zijn. Daar tegenover staat dat er in de zomer meer airconditioning nodig is. De scheepvaartroutes die de noordelijke continenten nu met elkaar verbinden zijn niet erg toegankelijk, maar wel een stuk korter dan de zuidelijk gelegen scheepvaartroutes. Als door de opwarming van de aarde er minder ijs in de zee ligt kunnen deze routes economisch aantrekkelijk worden. Om dit allemaal te realiseren moet er een mondiale herverdeling van kosten en voordelen van het weer komen. De kosten die gemaakt worden zullen groter zijn dan de voordelen dat het met zich meebrengt. Nu heeft de wereldmaatschappij geen economische instrumenten om zo’n grote herverdeling van kosten te compenseren of de schade te vereffenen. Daardoor kunnen grote politieke spanningen tussen landen op treden. Deelconclusie: Gevolgen van het versterkt broeikaseffect zijn: · een veranderde stralingsbalans · een verschuiving in de drukverdeling · een andere loop van de zeestromen · het afsmelten van gletsjers · de permafrost (altijd bevroren ondergrond) en de toendra zullen naar de polen schuiven

Ook kunnen er economische en maatschappelijke gevolgen zijn als: - De staatsschuld in alle landen stijgt - De belastingen moeten daardoor ook stijgen - De mensen kunnen minder besteden dus gaan minder kopen - De winkelier krijgen minder omzet, dus betalen minder belasting
Deze gevolgen kunnen een behoorlijke klap voor de economie in alle landen zorgen. Dit heeft ook weer gevolgen voor de maatschappij. Ook zijn er maatschappelijke gevolgen als: · Overstromingen · Stormen · Hittegolven · Droogtes
Maar deze warmte bijvoorbeeld heeft ook zo zijn positieve gevolgen. De stookkosten bijvoorbeeld dalen aanzienlijk en ook het toerisme wordt groter. Ook havens zijn beter bereikbaar wat economisch erg gunstig is. Maar om dit te realiseren is een mondiale herverdeling van kosten en voordelen van het weer nodig. De kosten die gemaakt worden zullen groter zijn dan de voordelen dat het met zich meebrengt. Hierdoor kunnen politieke spanningen ontstaan. Hoofdstuk 3: Maatregelen tegen het versterkt broeikaseffect Bij dit hoofdstuk hoort de deelvraag: Welke maatregelen kan men nemen tegen het versterkt broeikaseffect? Voor dit hoofdstuk heb ik onderzocht welke maatregelen bestaan die men kan nemen, om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan. Doordat veel mensen geen rendement in de natuur zien, willen ze er niet graag geld in steken. Maar nu het steeds duidelijker wordt dat het broeikaseffect grote gevolgen voor ons heeft moet er meer geld in worden gestoken. Met geld bedoel ik investeringen in duurzame projecten, maar ook om dingen te kopen met een milieukeur en groene stroom voor apparaten. Veel van de stroom die nodig is voor al die elektrische apparaten wordt nu nog met fossiele brandstoffen opgewekt. Maar die energie kan door middel van duurzame bronnen van energie geproduceerd worden, zonder het milieu aan te tasten. Er zijn veel verschillende bronnen van duurzame energie zoals: - kernenergie - windenergie - zonne-energie - waterkracht - verbranding van biomassa
De bovengenoemde duurzame energiebronnen maken gebruik van door de zon aangedreven kringlopen. Kernenergie: Veel mensen vinden kernenergie niet duurzaam en geen milieuvriendelijke energiebron, omdat de energie opwekking in een kerncentrale veel radioactieve bijproducten heeft. Die radioactieve bijproducten zijn giftig voor alle organismen. Aan de ander kant komt bij deze vorm van energie productie de meeste energie vrij met een lage milieu belasting. Nu heeft men nog niet de techniek ontwikkeld om de radioactieve bijproducten af te breken. Windenergie: Windenergie is tot nu toe de meest rendabele en schone manier van energie productie. Een moderne windmolen produceert rond de 600 kW. Deze windmolens produceren per jaar 1 tot 1,5 miljoen kWh. Dat is genoeg om 300 tot 500 huishoudens een jaar lang van duurzame energie te voorzien. Het enig nadeel van een windmolen is: als er geen wind is wordt er geen energie geproduceerd. Veel windmolens worden aan de kant van het water neergezet en daar is altijd wel genoeg wind. Veel mensen vinden dat de windmolens de horizon vervuilen, maar als je er eenmaal aan gewend bent dan merk je de windmolens helemaal niet op. De overheid in Nederland wil in de toekomst grote windmolen parken in de Noordzee bouwen. Zodoende kan niemand de windmolens goed zien en toch wordt er veel energie opgewekt. Veel mensen, met name boeren, kopen een windmolen om in hun energie behoefte te voorzien. Zonne-energie: Zonne-energie wordt ook steeds meer toegepast. Een zonnepaneel levert natuurlijk op zonnige dagen meer energie dan op bewolkte dagen. Het zonneaanbod in Nederland komt overeen met bijna duizend uur volle zon. Op jaarbasis kan een zonnepaneel van 1 m² circa duizend kilowattuur energie produceren. De meest normale type zonnepanelen wekken bij volle zon ongeveer 1 kilowatt op. De meeste zonnepanelen worden op huizen aangebracht.Om een gemiddeld huishouden van energie te voorzien zijn ongeveer 20 tot 40 zonnepanelen nodig. Sommige energiebedrijven hebben een veld van zonnepanelen aangelegd om in de energiebehoefte van de mensen te voorzien. Waterkracht: Energie geproduceerd door middel van waterkracht wordt al op grote schaal toegepast; bijna 20% van de elektriciteit wordt met waterkracht geproduceerd. In Noorwegen zijn ze al helemaal afhankelijk van waterkracht. Maar waterkracht energie kan alleen opgewekt worden in een landschap met veel verschillen in de hoogte van het waterniveau. Er zijn twee vormen van waterkracht, grootschalige waterkracht en kleinschalige waterkracht. Bij grootschalige waterkracht wordt er een dam gebouwd in een rivier. Doordat het water wordt tegen gehouden ontstaat er achter de dam een reservoir met water. Door het water door de turbines onder in de dam te laten stromen wordt er een grote hoeveelheid elektrische vermogen geleverd. Het nadeel van deze manier is dat er grote gebieden onder water komen te staan. Daardoor moeten soms hele dorpen verplaatst worden en kan er schade aan het ecosysteem ontstaan of kan het landschap worden aangetast. Bij kleinschalig waterkracht wordt er in de rivier een stromingcentrale neergezet. Hierbij wordt er geen reservoir gevormd, maar het water wordt direct gebruikt. Zulke centrales wekken tussen de 100 kilowatt en enkele tientallen megawatt energie op. Verbranding van biomassa: Verbranding van biomassa is het verbranden van biologische producten. Dit lijkt grote gevolgen te hebben voor het milieu, immers als je hout of ander biomassa verbrandt komt er CO2 vrij. In een energie centrale waar ze biomassa verbranden, zetten ze evenveel bomen weer neer en die halen evenveel CO2 uit de lucht als er bij de verbranding vrijkomt. Die bomen die opnieuw gepland zijn worden weer als biomassa gebruikt. Daarom wort biomassa een hernieuwbare energiebron genoemd. De biomassa wordt omgezet in warmte en elektriciteit. Er zijn vier bronnen voor biomassa brandstoffen: - houtafval uit de bosbouw - plantaardig afval uit de landbouw - plantaardig afval uit de landbouwverwerkende industrie - speciaal geteelde energie gewassen
In Nederland zijn maar een paar van zulke biomassa centrales. In Scandinavië zijn er al veel in gebruik. Die centrales worden vooral gebruikt voor stadsverwarming. Energie kan ook opgewekt worden door afvalverbranding. Bij afval verbranding wordt huishoudelijk afval, afval uit de industrie en andere sectoren gebruikt op energie op te wekken. Er wordt al veel huisafval verbrand, maar er wordt nog geen energie bij opgewekt. Veel van de boven genoemde manieren om energie op te wekken worden nog niet overal op de wereld toegepast. Ongeveer 65% van de elektriciteit in de wereld wordt nog steeds opgewekt met behulp van fossiele brandstoffen zoals kolen (39%), olie(9%) en gas(16%). Alleen de voorraden van deze grondstoffen zijn eindigend. En bij de verbranding van deze brandstoffen komen veel broeikasgassen in de atmosfeer. Niet alleen de energie productie kan milieu vriendelijker, maar ook het vervoer van mensen. De auto is het meest gebruikte vervoer middel en alle auto’s bij elkaar stoten de meeste broeikas gassen uit. De auto’s stoten ongeveer 17600 ton CO2 uit, vliegtuigen daarentegen stoten maar 724 ton CO2 uit. De auto’s moeten dus milieu vriendelijker worden. Dat kan op verschillende manieren: - Auto’s zuiniger maken - Auto’s met een brandstofcel - Auto’s met een motor en een elektromotor - Volledig elektrische auto’s
Als de auto’s zuiniger worden gemaakt dan neemt de verbranding van fossiele brandstoffen af. Maar er komen dan nog steeds broeikasgassen vrij. Veel nieuwe auto’s hebben al een zuinige motor. Maar veel auto’s die een aantal jaren geleden gemaakt zijn hebben nog een motor die minder zuinig is. Auto’s met een brandstof cel zijn veel schoner, want met een brandstof cel komt alleen maar energie vrij en een minimum aan schadelijke stoffen. In een converter die voor een brandstofcel geplaatst wordt, kun je verschillende brandstoffen gebruiken. Je kunt hiervoor ook de gewone fossiele brandstoffen gebruiken. Je kunt waterstof ook als brandstof gebruiken; bij die energie omzetting komt alleen maar water en lucht vrij. Van dat water kan je weer waterstof maken. Dan heb je dus een energie bron die nooit op raakt, want je hergebruikt alle stoffen opnieuw. Om al deze maatregelen toe te passen moet er veel veranderen in de maatschappij. We moeten niet afwachten tot er wat gebeurt, we moeten nu actie ondernemen. Als wij er nu wat aan doen kan het broeikaseffect op tijd worden ingedamd. Deelconclusie: Er bestaan verschillende maatregelen tegen het versterkt broeikaseffect. Zo pleit men voor duurzame energie dat het versterkt broeikaseffect tegengaat, aangezien het beter is voor het milieu. Voorbeelden van bronnen van duurzame energie zijn bijvoorbeeld: · Windenergie · Zonne-energie · Verbranding van biomassa · Waterkracht · Kernenergie
Ook auto’s zijn erg slecht voor het milieu, en moeten veranderd worden door ze zuiniger te maken (elektrisch bijvoorbeeld). Ook kan energie worden opgewekt door verbranding van afval. Bij afvalverbranding wordt huishoudelijk afval, afval uit de industrie en andere sectoren gebruikt op energie op te wekken. Er wordt al veel huisafval verbrand, maar er wordt nog geen energie bij opgewekt. Veel van de boven genoemde manieren om energie op te wekken worden nog niet overal op de wereld toegepast. Het zal dan ook nog lang duren voordat dit wel gebeurt, terwijl het niet meer langer mág duren!
Conclusie Als we het versterkt broeikaseffect succesvol willen bestrijden moeten er nu maatregelen genomen worden. Men moet er van bewust gemaakt worden dat het versterkt broeikaseffect in de toekomst een groot probleem gaat vormen. De grootste uitstoot van broeikasgassen, wat de voornaamste oorzaak van het broeikaseffect is, wordt door de mens geproduceerd. Processen die mede verantwoordelijk zijn voor het versterkt broeikaseffect zijn: · Het produceren van producten waar een broeikasgas in zit zoals: -koelkasten met Cfk’s -spuitbussen met drijfgassen · Het vervoer van goederen en mensen door middel van gebruik van verbrandingsmotoren · De productie van energie, waarbij fossiele brandstoffen gebruikt worden om energie op te wekken. · De natuurlijke industrie, het verbouwen van gewassen waarbij broeikasgassen vrij komen. Het versterkt broeikaseffect heeft grote gevolgen voor mensen en dieren. Voor dieren kan dit echter zeer bedreigend worden, gezien de temperatuurstijging. Het brengt het ecologisch evenwicht uit balans. Gevolgen van het versterkt broeikaseffect zijn: · een veranderde stralingsbalans · een verschuiving in de drukverdeling · een andere loop van de zeestromen · het afsmelten van gletsjers · de permafrost (altijd bevroren ondergrond) en de toendra zullen naar de polen schuiven
Het versterkt broeikaseffect kan ook gevolgen voor economie en maatschappij hebben. Tijdens de klimaatconferentie van Kyoto in 1997 hebben de meeste geïndustrialiseerde landen een quota gekregen om de uitstoot van CO2 te verkleinen. De internationale klimaatconferentie van 1997 in Kyoto was een goed begin voor de wereld om het broeikaseffect te stoppen. Tijdens deze conferentie zijn door veel landen gezamenlijke doelstellingen geformuleerd om het broeikaseffect terug te dringen. In de bijlage staat een overzicht van de Europese landen met hun emissietrends. Zoals het staatje in de bijlage aangeeft zal het voor de meeste landen moeilijk zijn de Kyoto doelstellingen te halen zonder extra maatregelen. Niet alle geïndustrialiseerde landen hebben aan hun quota voldaan. Veel landen op de wereld hebben het geld niet om maatregelen tegen het broeikaseffect te nemen. Arme landen dragen nu nog weinig bij aan het versterkt broeikaseffect, maar in de toekomst misschien wel. De gevolgen van maatregelen op de korte termijn zijn voor de economie: - De staatsschuld in alle landen stijgt - De belastingen moeten daardoor ook stijgen - De mensen kunnen minder besteden dus gaan minder kopen - De winkelier krijgen minder omzet, dus betalen minder belasting
Deze gevolgen kunnen grote gevolgen hebben voor de economie en dus de maatschappij. Klimaatveranderingen zullen grote gevolgen hebben voor de maatschappij. De effecten worden zichtbaar door een verandering in de aard en de frequentie van extreme weersomstandigheden. Die extreme weersomstandigheden zijn: - Overstromingen - Stormen - Hittegolven - Droogtes
Sommige extreme weersomstandigheden als deze zullen als verrassing komen, aangezien weersomstandigheden uit het verleden geen goede maatstaf zijn. De schade zal hiervan dus heel erg groot zijn. Maar de klimaatsveranderingen heeft ook zijn voordelen. De stookkosten bijvoorbeeld zullen aanzienlijk dalen, en het warmere klimaat trekt toerisme aan. Om die voordelen te gebruiken, moet er veel tijd en geld ingestoken worden om de samenleving in die streken te veranderen. Denk hierbij aan infrastructuur. Maar ook zeeroutes zullen economisch aantrekkelijker worden vanwege het warmer worden van het zeewater. Om dit te kunnen realiseren is er een mondiale herverdeling van kosten en voordelen van het weer nodig. Dit kan voor politieke spanningen tussen landen zorgen. Hieruit kan ik concluderen dat de gevolgen van het versterkt broeikaseffect meer nadelen dan voordelen hebben. De maatregelen die kunnen worden gebruikt tegen het versterkt broeikaseffect zijn bijvoorbeeld bronnen voor duurzame energie die beter zijn voor het milieu: · kernenergie · windenergie · zonne-energie · waterkracht · verbranding van biomassa
Energie kan ook opgewekt worden door afval verbranding. Bij afval verbranding wordt huishoudelijk afval, afval uit de industrie en andere sectoren gebruikt op energie op te wekken. Er wordt al veel huisafval verbrand, maar er wordt nog geen energie bij opgewekt. Niet alleen de energie productie kan milieu vriendelijker, maar ook het vervoer van mensen. De auto is het meest gebruikte vervoer middel en alle auto’s bij elkaar stoten de meeste broeikas gassen uit. De auto’s moeten dus milieuvriendelijker worden. Met andere woorden: er veel veranderen in de maatschappij. We moeten niet afwachten tot er wat gebeurt, we moeten nu actie ondernemen. Als we er nu wat aan doen, kan het broeikaseffect op tijd worden ingedamd. De uitstoot van CO2 bij deze processen kan gemakkelijk worden verminderd. De oplossing voor het versterkt broeikaseffect ligt onder onze neus. Alleen moet het wel worden toegepast als we het versterkt broeikaseffect met succes willen verminderen of willen stoppen. Het broeikaseffect bedreigt iedereen op de wereld. Daarom moet er samen worden gekeken hoe het broeikaseffect het beste oplost kan worden. De internationale klimaat conferentie van 1997 in Kyoto was een goed begin voor de wereld om het broeikaseffect te stoppen. Tijdens deze conferentie zijn door veel landen gezamenlijke doelstellingen geformuleerd om het broeikaseffect terug te dringen. Zoals de tabel in de bijlage aangeeft zal het voor de meeste landen moeilijk zijn de Kyoto doelstellingen te halen zonder extra maatregelen. Ook een VN rapport wat 19 februari 2001 is uitgebracht, waarschuwt voor klimaatveranderingen als er geen maartregelen worden genomen tegen het versterkt broeikaseffect. De meeste mensen zijn het erover eens dat het broeikaseffect echt bestaat en dat het veel nadelige gevolgen met zich mee zal brengen. Ik wil er dus voor pleiten dat er in de toekomst maatregelen worden genomen om het broeikaseffect te verminderen.

REACTIES

J.

J.

hoi wat goed zeg

11 jaar geleden

G.

G.

lol waarom is het mooi ?

10 jaar geleden

F.

F.

Dit zou bij ons als een PO gerekend worden

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.