Inleiding
Wie door Roosendaal loopt, ziet een moderne stad. Roosendaal kent een rijke geschiedenis die terug gaat tot de twaalfde en dertiende eeuw. Van oudsher maakte Roosendaal onderdeel uit van het hertogdom Brabant. In de Middeleeuwen was er sprake van een zekere bloei, door de opkomst van de turfstekerei. Er ontstond een levendige handel. De turf werd via de Roosendaalse haven uitgevoerd naar Holland, Zeeland, Vlaanderen en Antwerpen.
Roosendaal is een knooppunt van infrastructuur, waardoor er verschillende vervoersmiddelen mogelijk zijn. Dat heeft ook gevolg voor de demografie van de stad.
Door de spoorlijnen en snelwegen is Roosendaal voor heel veel mensen bereikbaar. Ook voor mensen die een grote afstand moeten overbruggen, voor bijvoorbeeld werk, is Roosendaal een optie.
Daarom vonden wij het interessant om te onderzoeken of Roosendaal een belangrijke economische rol speelt in de regio.
Ons profielwerkstuk gaat dus over de economische rol van Roosendaal. We hebben de economische rol van de stad onderzocht aan de hand van verschillende factoren, zoals de infrastructuur, de economie aan de hand van bedrijventerreinen en bestaansmiddelen, de demografie en de functie van Roosendaal.
Inhoudsopgave
Titelpagina
Inleiding
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Slot.
Bronnen
Logboek
Hoofdstuk 1: Ontwikkeling van de infrastructuur van Roosendaal.
Al in de 15e en 16e eeuw is Roosendaal een belangrijke gemeente in West-Brabant. Door de levendige turfhandel met binnen- en buitenland kent de stad een redelijke welvaart.
Halverwege de 19e eeuw komt de ontwikkeling van Roosendaal in een stroomversnelling. In 1854 wordt de spoorlijn Antwerpen-Roosendaal-Breda in gebruik genomen. Het is het begin van de internationale bekendheid als Spoorstad.
Het is ook het begin van een enorme ontwikkeling. De gunstige ligging van de stad brengt al snel de suikerindustrie naar Roosendaal.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt de wederopbouw bijzonder goed aangepakt. De binnenstad krijgt een stevige beurt, er komen nieuwe bedrijven en moderne woonbuurten. Er worden volop autosnelwegen aangelegd en Roosendaal groeit uit tot een belangrijke centrumgemeente in West-Brabant, met vele regionale voorzieningen op het gebied van wonen, werken en winkelen.
De ontwikkeling van de infrastructuur is belangrijk geweest voor Roosendaal.
We onderzoeken dit aan de hand van drie factoren:
1. De invloed van de turfhandel
2. De ontwikkeling van de spoorwegen.
3. De ontwikkeling van het autosnelwegennet.
1. TURFHANDEL
Doordat Roosendaal zich bezighield met turfhandel, is er al vroeg goede infrastructuur ontwikkeld. In de stad en omstreken zijn er talloze plekjes die nog altijd restanten zijn van die historie. Mensen die over de Oude Turfvaartsestraat fietsen bijvoorbeeld, rijden in feite over het water. En wie door de Brugstraat wandelt, loopt over de turfvaart waar schepen richting de overslagplaats vaarden, nabij de vroegere suikerfabriek. Daar werd de turf overgeladen op zeeschepen, want Roosendaal had toentertijd een open verbinding met de zee. En zo ging de turf richting de Vlaamse en Hollandse steden en naar de Duitse Hanzensteden om daar als brandstof te dienen. De hoge Roosendaalse heren werden er stinkend rijk mee, de turfstekers zelf leefden meestal in grote armoede.
De arme turfstekers woonden op het platteland rondom Roosendaal en in de goedkope, kleine woningen in het hartje van de stad. Deze huizen zijn nu niet meer terug te vinden in Roosendaal, maar sporen ervan zijn nog wel zichtbaar. Aan de dichte bebouwing en de smalle straten in het centrum kan je zien dat hier de arbeiders gewoond hebben.
De rijke heren verkozen liever een grote villa in de buitenwijken van de stad.
Rijk en arm leefden gescheiden. De rijke bovenlaag van de bevolking voelde zich verheven tegenover de armen en daarom wilden ze niet bij ze in de buurt wonen. We kunnen daarom spreken van ruimtelijke segregatie.
De rijke ondernemers zaten echter niet stil. Om hun fortuin nog verder uit te breiden probeerden ze nieuwe industrieën op te zetten, om hier weer winst uit te halen.
Dit had als gevolg dat er later fabrieken werden gebouwd, zoals de suikerfabriek en later ook Philips. Maar laten we niet te veel vooruitlopen.
De wegen zoals we ze nu kennen, zijn veelal ontsprongen uit de vroegere turfvaarten.
De vaarten zijn dus van groot belang geweest voor de vorming van de wegen rondom Roosendaal. Ze zijn echter niet allemaal nog evengoed zichtbaar. De loop van de turfvaart van Rucphen naar Roosendaal is in de wijk de Dijken nog amper zichtbaar.
Roosendaal was eerst afhankelijk van een paar vaarten, maar toen de welvaart groter werd, was dat ook te zien aan de ontwikkeling van de turfvaarten. De vaarwegen werden uitgebreid en de handel nam toe.
In het hedendaagse beeld zijn die turfvaarten nog wel degelijk aanwezig. Niet direct, maar als je goed gaat kijken naar de vorming van wegen, greppels en waterlopen, zul je de turfvaarten onherroepelijk ontdekken.
Dit zullen we laten zien aan de hand van enkele oude kaarten en hedendaagse kaarten.
Kaart 1: Dit is een kopie van de oudste getekende plattegrond van Roosendaal anno 1763. Ten oriëntatie zijn de St. Janskerk, O.L. Vrouwekerk, Suikerfabriek, N.S. –station en Hoge Brug aangegeven op de kaart. De turfvaart liep van rechtsboven naar linksonder en kwam uit in het ‘Torfhooft’. De Watermolenbeek, die je rechtsonder op de kaart ziet, mondt bij de Kade uit in de Roosendaalse vliet, de voormalige ‘Rosendaalse vaart/rivier’.
Aan de verkaveling van de percelen is te zien dat de vliet gekanaliseerd is. Rond 1450 werden de bochten afgesneden. Roosendaal werd daarmee goed bereikbaar voor zeewaardige zeilschepen en kon toen uitgroeien tot een van de belangrijkste turfhavens van West-Brabant.
Kaart 2: Op deze oude kaart van Roosendaal valt gelijk op dat Roosendaal niet meer is dan 2 waterwegen met aan weerskanten huizen en in het centrum een kerkhof. Onderaan de kaart is ook de haven aangegeven, die het Zuidelijke puntje van Roosendaal vormt. De Oude Molen is ook te vinden op de kaart. Ook zijn natuurlijk de belangrijke turfvaarten aangegeven
Kaart 3: De Brugstraat, ooit waterweg voor vervoer van turf vanuit de winningsgebieden naar de overslaghaven bij de voormalige suikerfabriek. Daar werden de schepen gelost, de turf gekeurd, geteld, verkocht en overgeslagen op zeewaardige zeilschepen, die bij vloed Roosendaal konden bereiken. In Oud Gastel stond een vuurtoren. De verhandelde turf ging over zee richting Vlaamse en Hollandse steden en Duitse Hanzesteden. De brug op de kruising van de Molenstraat is allang verdwenen, het NS-station werd aangelegd op de inmiddels verdwenen vaart.
Kaart 4: Dit is een kaart van Roosendaal anno 2006. Op deze kaart kun je zien wat er in onze omgeving nog te vinden is van de voormalige turfvaarten. De huidige functie is met kleuren aangegeven. Ook namen, indien bekend, zijn vermeld.
Legenda:
Nu gebruikt als weg.
Nu een waterloop met pad ernaast.
Hier is de vaart slechts te vinden als perceelgrens.
De historische loop van de vaart niet meer herkent.
Alleen een greppel herinnert aan de vaart.
We hebben nu gezien hoe de turfvaarten terug te vinden zijn in het landschap van nu, maar hoe kwam de gewonnen turf bij de afnemer?
Het transport van gewonnen turf naar de uitvoerhavens ging vooral per schuit door de speciaal daarvoor gegraven turfvaarten. De vaarten zorgden voor afwatering en toegang tot het winningsgebied.
Aangekomen in de uitvoerhavens werden de turven gekeurd, geteld, opgeslagen, verhandeld en geladen in zeeschepen die dan voor het verdere transport zorgden.
Belangrijke uitvoerhavens waren, voor korte of lange tijd, Bergen op Zoom, Oudenbosch, Leur, Breda, en vooral Roosendaal. Roosendaal was bijna vijfhonderd jaar de belangrijkste uitvoerhaven en handelsstad voor de bruine brandstof.
2. SPOORLIJN
Roosendaal behoorde (buiten de steden in het westen en midden van Nederland ) tot de eerste plaatsen die een spoorverbinding kregen en was de eerste stad van Noord-Brabant met een station. Station Roosendaal werd geopend met de ingebruikname van de spoorlijn Antwerpen – Roosendaal op 23 juni 1854.
De Nederlandse regering stemt in met de aanleg van een lijn van Antwerpen langs Roosendaal naar Moerdijk met een aansluitende bootdienst naar Rotterdam. Op 3 mei 1855 werden de verbindingen naar Breda en naar Moerdijk geopend (in 1872 werd die verlengd naar Dordrecht – Rotterdam).
De Zeeuwse Lijn.
In 1863 kwam de verbinding met Bergen op Zoom tot stand, in 1868-1872 werd de Zeeuwse Lijn verlengd naar Goes, Middelburg en met als eindbestemming Vlissingen.
De spoorlijn kon worden aangelegd na de aanleg van de Sloedam en de Kreekrakdam,waarmee de eilanden Walcheren en Zuid-Beveland een verbinding over land kregen met de rest van Nederland.
Omdat de spoorlijn gelegd werd moest de NS als tegenprestatie het Schelderijnkanaal graven voor de binnenscheepvaartverbinding Antwerpen-Rotterdam.
In Vlissingen bestond een aansluiting op de veerdiensten naar Engeland. Roosendaal was nu dus ook bereikbaar vanuit Engeland. Er reden boottreinen in de richting van Noord-Brabant en verder richting Duitsland. Dit waren de eerste vormen van internationaal verkeer van-en naar Roosendaal.
De lijn Roosendaal – Vlissingen werd in 1956 geëlektrificeerd. Sindsdien rijden er rechtstreekse elektrische treinen via Rotterdam naar Amsterdam.
De Zeeuwse Lijn Roosendaal- Vlissingen.
Het Station
Vanaf het begin is het station van Roosendaal een belangrijk grensstation tussen Nederland en België. Een open grens bestond toen nog niet. Douanekantoren en expeditiebedrijven vestigden zich al spoedig in de buurt van het grensstation. Sinds de opening van de lijnen naar Rotterdam en Vlissingen is Roosendaal een belangrijk spoorwegknooppunt in het zuidwesten van Nederland.
Als er een zijverbinding richting Breda komt, wordt Roosendaal daarmee het eerste spoorwegknooppunt van Nederland. De betekenis als belangrijk grensstation groeit en in het begin van de 20ste eeuw wordt besloten een nieuw grensstation te bouwen, dat iets noordelijker ligt dan het oude station. Het zal het laatste station worden dat door een bouwmeester ontworpen wordt. Het stationsgebouw is een ontwerp van Rijksbouwmeester D.E.C. Knuttel. Hij heeft waarschijnlijk daarbij de Kaiserspfaltz in Goslar (aan de noordrand van het Harzgebergte) als voorbeeld genomen. De voorgevel lijkt er sterk op, maar in tegenstelling tot het Kaisershaus, heeft het stationsgebouw van Roosendaal een afgeplat dak. Het grote stationscomplex van Roosendaal bestond verder uit een douanegebouw, perrongebouwen, een stationspostkantoor, diverse seinhuizen goederenloodsen en twee locomotiefloodsen. Deze zijn allen door G.W. van Heukelom ontworpen.
De Kaiserspfalz (keizerlijk paleis) in Goslar, gebouwd in de 11de eeuw. heeft als voorbeeld gediend voor het stationsgebouw van Roosendaal.
Het stationsgebouw van Roosendaal anno 2006.
In september 1944 raakt het station bij een bombardement zwaar beschadigd en moet het gedeeltelijk worden gesloopt. Architect Van Ravensteyn ontwierp een nieuw, veel kleiner, ingangsgebouw dat tegen het resterende gedeelte wordt aangebouwd.
In de afgelopen jaren is de betekenis van het ooit zo belangrijke grensstation behoorlijk verloren gegaan. Vroeger stopten alle treinen die naar het buitenland gingen in Roosendaal en moesten alle passagiers naar de visitatiezaal voor paspoort- en bagagecontrole, tegenwoordig stopt de talies niet eens meer in Roosendaal. De trein naar Brussel stopt hier nog wel, maar van paspoortcontrole is allang geen sprake meer. Dit komt door het verdrag van Schengen. Roosendaal is nog wel een belangrijk overstapstation.
Als de HSL-Zuid in 2007 in gebruik komt zal Roosendaal als grensstation sterk aan belang verliezen.
Station Roosendaal anno 1854.
De geschiedenis van het spoor van en naar Roosendaal in een notendop:
1854 - 3 juli Opening Roosendaal- grens
1854 - 20 juli Opening Roosendaal- Etten Vosschendaalschestraat
1854 - 20 oktober Opening Roosendaal- Oudenbosch
1863 - 23 december Opening Roosendaal- Bergen op Zoom
1907 - Ingebruikname huidig stationsgebouw
1949 - Verbouwing stationsgebouw
1996 - Einde stopplaats intern.langeafstandstreinen (1 juni)
2004 - Loket Buitenland gesloten (voorjaar)
2004 - Bureau Lokele Planning verhuisd naar Eindhoven (1 juli)
Enkele feitjes over het Roosendaalse Spoor in 1968:
-In 1968 is Roosendaal het groepshoofdstation van alles wat er aan spoorlijnen ligt van Vlissingen tot en met Breda.
- Elke dag rijden er 255 reizigerstreinen in en uit en er worden tussendoor ook nog eens 110 goederentreinen verwerkt.
- Tussen half zes 's morgens en half één 's nachts rijden elke dag in beide richtingen 70 treinen tussen Roosendaal en Bergen op Zoom, 45 naar en van België, Breda heeft er 40, Rotterdam liefst 100.
- Per maand worden 35.000 plaatsbewijzen afgegeven, waarvan 2000 naar het buitenland en 2000 abonnementen. Dat betekent per jaar 420.000 plaatsbewijzen.
Luchtfoto van het spoorwegemplacement Station Roosendaal.
Op deze kaart van het Spoorwegemplacement kan je duidelijk de plaatsen zien waar de grondstoffen worden overgeslagen (2, 3), de loodsen voor de tijdelijk opgeslagen goederen (3) en het stationsgebouw (1).
3. AUTOSNELWEGEN
In 1921 werd de eerste autosnelweg ter wereld geopend bij Berlijn in Duitsland. In Nederland is de eerste autosnelweg, rijksweg nr. 12 tussen Voorburg en Zoetermeer, in 1936 in gebruik genomen. Rond 1940 was het traject Den Haag - Utrecht van rijksweg 12 klaar voor gebruik.
Autosnelwegen worden in de meeste landen (met uitzondering van de V.S.) aangeduid met het hiernaast weergegeven bord. Het is een pictogram van een autosnelweg met viaduct. De achtergrond is vaak blauw of groen.
Nederland.
Nederland heeft met 57,5 kilometer per 1000 km² het grootste aantal kilometers snelweg per 1000 km² van de Europese Unie. België komt op de tweede plaats met 56,5 km autosnelweg per 1000 km². In totaal heeft Nederland 2360 kilometer snelweg.
De ontwikkeling van de autosnelwegen in Nederland komt rond het jaar 1945 flink op gang. Door de oorlog heeft de wegindustrie zich in topsnelheid kunnen ontwikkelen. In de naoorlogse jaren, vooral de jaren ’60-’70, kent de lengte van ons wegennet een sterke groei. In 1995 lijkt de top bereikt en stijgt het aantal kilometers autosnelweg nog maar heel gering.
Roosendaal.
De ontwikkeling van de snelwegen bij Roosendaal zullen we bekijken aan de hand van historische kaarten.
We zullen hierbij drie situaties onderscheiden; de situatie rond 1910, 1960 en 2000.
1910
In 1910 zijn er nog geen autosnelwegen te zien op de kaart, alleen nog maar autowegen van en naar Roosendaal.
Ook zijn de spoorwegen te zien op de kaart. Deze zijn echter nog maar beperkt in omvang.
Legenda:
Autowegen
Spoorwegen
1960
In 1960 is de situatie veranderd. Er zijn autosnelwegen aangelegd, de A58 of de E312 is er daar een van. Deze rijksweg loopt van Eindhoven tot Vlissingen en komt langs Roosendaal. Omdat deze belangrijke snelweg langs Roosendaal loopt, heeft Roosendaal om het verkeer goed te laten verlopen, meerdere auto( snel )wegen aangelegd die op deze A58 aansluiten. Elders zijn er ook nog autowegen aangelegd om het verkeer tussen Roosendaal en omliggende dorpen vlotter te laten verlopen.
Ook is het spoorwegennet uitgebreid met veel goederenspoorlijnen.
Dit alles zorgt ervoor dat Roosendaal beter bereikbaar is geworden en belangrijker is geworden als knooppunt.
Door deze ontwikkelingen is Roosendaal kunnen uitgroeien tot een grotere en invloedrijkere stad in de regio.
Legenda:
Autosnelwegen/autowegen.
Autowegen.
Spoorlijn.
Goederenspoorlijn.
2000
Het jaar 2000 heeft voor veel vernieuwingen gezorgd en dat is ook te zien aan het autosnelwegennet.
De snelwegen zijn vergroot, vooral de A58 heeft een onderhoudsbeurt gekregen en er zijn twee snelwegen bij gekomen, de A17 en de E19.
De E19 is een Europese weg die loopt van Amsterdam naar Parijs. Het is een belangrijke noord-zuidverbinding, die in de zomer vaak door Nederlandse en Belgische vakantiegangers wordt gebruikt.
De A17 loopt van knooppunt Klaverpolder bij Moerdijk naar knooppunt De Stok bij Roosendaal. De snelweg is 25 kilometer lang, en kan als alternatief voor de A16 dienen. Oorspronkelijk was de weg Roosendaal - Bergen op Zoom ook onderdeel van Rijksweg 17. Deze is later onderdeel geworden van de A58.
CONCLUSIE
Om antwoord op deelvraag 1:’ Is Roosendaal een belangrijk knooppunt als je kijkt naar de ontwikkeling van de infrastructuur?’, te geven hebben wij de ontwikkeling van de turfvaart en spoorlijn onderzocht.
Aan de hand van ons onderzoek zijn wij tot de conclusie gekomen dat Roosendaal een belangrijk knooppunt is als je kijkt naar de ontwikkeling van de infrastructuur omdat:
- Roosendaal was in de 15e eeuw een belangrijke gemeente in West-Brabant. De turfhandel in Roosendaal heeft ervoor gezorgd dat de infrastructuur zich al heel vroeg heeft kunnen ontwikkelen. De vaarten zijn nu nog steeds zichtbaar in het landschap. Door de bloei in de turfhandel was Roosendaal vijfhonderd jaar lang de belangrijkste uitvoerhaven en handelsstad in Nederland.
- Door de aanleg van het spoor was Roosendaal al vanaf het begin een belangrijk grensstation tussen Nederland en België. Sinds de opening van de lijnen naar Rotterdam en Vlissingen is Roosendaal een belangrijk spoorwegknooppunt in het zuidwesten van Nederland.
- De komst van autosnelwegen zorgde voor een goede bereikbaarheid van de stad. Het verkeer kon vlot van en naar Roosendaal reizen.
De infrastructuur heeft er dus voor gezorgd dat Roosendaal zich heeft kunnen ontwikkelen tot een groot, belangrijk knooppunt.
Hoofdstuk 2: Economisch Roosendaal?
Zoals in hoofdstuk 1 al bleek was Roosendaal al in de 15e en 16e eeuw een belangrijke gemeente in West-Brabant. Door de levendige turfhandel met binnen- en buitenland kende de stad een redelijke welvaart. Door het in gebruik nemen van de spoorlijn Antwerpen-Roosendaal-Breda kwam de ontwikkeling in een stroomversnelling. Na de 2e wereldoorlog zorgde een goede wederopbouw ervoor dat Roosendaal een centrumgemeente werd in West-Brabant. Maar de vraag is of Roosendaal nu nog steeds zo belangrijk is in economisch opzicht. We zullen onderzoeken of Roosendaal een belangrijk economisch knooppunt is. Dit gaan we doen aan de hand van bedrijventerreinen en bestaansmiddelen.
BEDRIJVENTERREINEN.
Doordat in 1854 wordt de spoorlijn Antwerpen-Roosendaal-Breda in gebruik werd genomen. kreeg Roosendaal internationale bekendheid als Spoorstad. Het was ook het begin van een enorme ontwikkeling. De gunstige ligging (denk aan de spoorlijn en de ligging aan het water) van de stad brengt bijvoorbeeld al snel de suikerindustrie naar Roosendaal. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de wederopbouw bijzonder goed aangepakt. De binnenstad wordt flink opgeknapt en er komen moderne woonbuurten en er nieuwe bedrijven. Roosendaal groeit uit tot een belangrijke centrumgemeente in West-Brabant, met vele regionale voorzieningen op het gebied van wonen, winkelen en natuurlijk werken.
Tot in de twintigste eeuw was het boerenbedrijf dominant in de regio. De landbouw was rond 1850 nog altijd dominant in het economisch leven. Het overgrote deel van de bevolking vond een bestaan in de agrarische sector, veelal als dagloners. Maar ook de landbouw ontkwam niet aan de modernisering. Aan het einde van de negentiende eeuw werd kunstmest geïntroduceerd op de nog altijd kleine bedrijven op de zandgronden. arbeidsplaatsen in de landbouw gingen verloren door mechanisering en rationalisering, maar nieuwe werkgelegenheid ontstond in de industrie en de dienstverlenende bedrijven. In de tweede helft van de jaren 90 is het aantal bedrijven en instellingen in Roosendaal gestegen van amper 3.900 naar bijna 4.300. Daarna daalde het aantal weer tot 4.000, maar vanaf 2002 is weer een licht stijgende lijn zichtbaar. Om al deze bedrijven een plaats te bieden om zich te vestigen zijn er natuurlijk bedrijventerreinen nodig. Hiervan kun je in Roosendaal dan ook de nodige vinden. Dit zijn natuurlijk de Borchwerf, Majoppeveld, Majoppeveld-Zuid, de Vijfhuizenberg, (Borchwerf 2, de Meeten 2 en de Kapstok)
Hier is een kaartje met alle bedrijventerreinen in Roosendaal. Het blijkt dat er geen speciale bestemming is per bedrijventerrein. Je kunt op alle terreinen allerlei bedrijven vinden. Het blijkt wel dat alle bedrijventerreinen (op de Vijfhuizenberg na) aan de rand van Roosendaal liggen en dat zowel de Borchwerf als Majoppeveld aan een snelweg liggen. De Borchwerf ligt aan de A17 en Majoppeveld aan de A58.
Bedrijventerreinenbeleid
De gemeente Roosendaal heeft een speciaal beleid wat betreft het onderdeel bedrijventerreinen. Dit is het zogenoemde ‘bedrijventerreinenbeleid’. Het centrale doel van het bedrijventerreinenbeleid is het bevorderen van de werkgelegenheid in Roosendaal. Want als je bedrijven aantrekt ontstaat er directe en indirecte nieuwe werkgelegenheid. Een gunstig ondernemersklimaat en een goed productiemilieu bevorderen de bedrijvigheid en daarmee de economische groeikansen.
De gemeente Roosendaal heeft een aantal doelstellingen wat het bedrijventerreinenbeleid betreft. Het zijn er 11 om precies te zijn:
Bron: gemeente Roosendaal
Project: Actualisatie Economisch Actieplan 2005-2009 Versie: 1.0
Document: EAP Actualisatie 2005-2009 Status: eindversie
Deze doelstellingen moeten zorgen voor een verbetering van de bedrijventerreinen de komende tijd. Er is sprake van doelstellingen op verschillende vlakken. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen om (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen, maar ook om de verbetering van het productiemilieu en ze gaan bekijken hoe de veiligheid op bedrijventerreinen verbeterd kan worden.
Ook heeft de gemeente Roosendaal een heel uitgebreid actieplan opgesteld. Hierin staat precies aangegeven welke actie’s zij willen ondernemen om de hiervoor genoemde doelstellingen te gaan realiseren. Een aantal belangrijke punten uit dit actieplan zijn:
Dit zijn een aantal voorbeelden van acties die ervoor moeten gaan zorgen dat de doelstellingen gerealiseerd worden. De letter geeft aan bij welke van de 11 hiervoor genoemde doelstellingen de actie hoort.
Het blijkt dus dat er veel zorg en aandacht besteed wordt aan de verbetering en vorming van bedrijventerreinen om te zorgen voor een optimaal bedrijventerreinenbeleid; van een kwantitatief aanbodgerichte ontwikkeling naar een ontwikkeling vanuit de vraagzijde gericht op kwaliteit.
Bedrijvig hart
Dit artikel gaat over het feit dat Roosendaal het bedrijvig hart van West-Brabant is en waarom.
Roosendaal biedt aan veel mensen (38000) werkgelegenheid in veel verschillende sectoren. Ook is Roosendaal door de goede infrastructuur over zowel weg, spoor als water uitstekend bereikbaar.
- De belangrijkste bedrijventereinen van Roosendaal hebben een eigen afslag.
- Roosendaal heeft een NS-station en is een belangrijke spoorstad voor treinen van en naar België en Frankrijk.
- Met de railterminal en het railservicecenter van Jan de Rijk Logistics heeft Roosendaal ook op het gebied van goederenvervoer een sterke troef in handen.
- Roosendaal is ten slotte via de Roosendaalse Vliet ook over water te bereiken en staat daarmee indirect in verbinding met de wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen.
Dit zijn allemaal goede redenen voor bedrijven en multinationals om zich in te Roosendaal te vestigen en dan hier verder te groeien. Met 2 bedrijventerreinen in ontwikkeling zorgt de gemeente Roosendaal ervoor dat er in de toekomst nog voldoende ruimte blijft voor nieuwe bedrijven om zich te vestigen.
BESTAANSMIDDELEN
De gemeente Roosendaal telde op 19 september 2006: 77.491 inwoners. Deze zijn verspreid over de 107 km2 die de gemeente Roosendaal in beslag neemt. Borchwerf 2 neemt een gebied in van 247 hectare, waarvan er 130 wordt uitgegeven. De totale oppervlakte van het huidige Majoppeveld bedraagt bruto 250 ha. Momenteel worden voorbereidingen getroffen om het terrein met nog 30 hectare uit te breiden. Borchwerf 1 bedraagt in totaal een oppervlakte van circa 180 hectare. De beroepsbevolking in Roosendaal bedraagt 36740 personen. Van de potentiële beroepsbevolking tussen 15 en 64 jaar neemt 69,6% deel aan de arbeidsmarkt. Dit ligt iets boven het gemiddelde van 68,3% van Noord-Brabant.
In de gemeente Roosendaal zijn 39.100 personen werkzaam. 22.332 hiervan zijn man (57,1%) en 16.768 hiervan zijn vrouw (42,9%) Van de mannen werkt 7,5% parttime en van de vrouwen is dit 23,4%.
In de gemeente Roosendaal spelen de volgende sectoren een belangrijke rol:
Het blijkt dus dat de publieke sector (openbaar bestuur en overheid, onderwijs en zorginstellingen) de meeste arbeidsplaatsen heeft (9688 banen, 25% van de totale werkgelegenheid). Deze wordt gevolgd door de industrie (7.731 banen, 20% van de totale werkgelegenheid). De sectoren Zakelijke dienstverlening en Groothandel, Transport & Logistiek zijn elk goed voor 15% van de totale werkgelegenheid in Roosendaal.
De totale werkgelegenheid in Roosendaal is in de periode 1999-2003 met 7,54% gestegen. Dit komt neer op een stijging van 2.741 banen. Roosendaal heeft meer banen dan de eigen beroepsbevolking groot is en draagt daarmee bovengemiddeld bij aan het bruto regionaal product.
Hier is een overzicht van het aantal werkzame personen per sector van 1999 – 2003
Het totaal aantal werkzame personen in de gemeente Roosendaal is gestegen van 36.359 naar 39.100. Ook blijkt dat in 1999 de publieke sector nog niet de meeste arbeidsplaatsen had, maar dat de industrie nog was.
Niet alle mensen die in Roosendaal wonen, werken ook in Roosendaal. Er zijn er veel die elders naar hun werk gaan. Om precies te zijn gaan er 14.148 personen uit de gemeente naar een andere plaats om te gaan werken. Van deze personen werken er 4.378 buiten het zogenaamde SES (gebied voor Sociaal-Economische Samenwerking West-Brabant waarin achttien gemeenten samen aan strategische allianties op het gebied van economische zaken, bedrijventerreinen, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, plattelandseconomie en toerisme en recreatie werken) Daarentegen vinden 17.084 inwonders van Roosendaal wel werk in de eigen gemeente. Dit is 46,5% van de beroepsbevolking. De gemeente heeft een uitgaand pendelsaldo van 1.195 personen. Er zijn dus meer personen die elders werken dan personen van elders die hier komen werken. Roosendaal heeft meeer banen dan de beroepsbevlking groot is. Voor zijn werkgelegenheid is Roosendaal wel afhankelijk van personeel uit de gemeenten Halderberge, Bergen op Zoom, Rucphen, Steenbergen en Breda.
CONCLUSIE
Aan de hand van ons onderzoek zijn wij tot de conclusie gekomen dat Roosendaal net als bij deelvraag 1 een belangrijk knooppunt is maar dan in economisch opzicht, omdat:
- In Roosendaal heel veel bedrijven uit verschillende sectoren gevestigd zijn die een deel van de eigen bevolking en personen uit andere regio’s voorzien van werk.
- Roosendaal vele bedrijventerreinen heeft en heeft gepland heeft die tevens goed bereikbaar zijn en die voldoende ruimte bieden voor bedrijven om zich te vestigen.
- Roosendaal een zeer goede infrastructuur (weg, water en spoor) heeft waardoor het goed bereikbaar is en dus zeer handig voor bedrijven in de transport en logistiek om zich hier te vestigen.
- Via spoor belangrijke verbindingen heeft met Belgie en Frankrijk en via het water met Rotterdam en Antwerpen.
Roosendaal is dus een belangrijk economisch knooppunt en het wordt ook wel ‘het bedrijvig hart van West-Brabant’ genoemd.
Hoofdstuk 3: De invloed van knooppunt Roosendaal op de demografie.
Roosendaal is een knooppunt van infrastructuur, waardoor er verschillende vervoersmiddelen mogelijk zijn. Dat heeft ook gevolg voor de demografie van de stad.
Door de spoorlijnen en snelwegen is Roosendaal voor heel veel mensen bereikbaar. Ook voor mensen die een grote afstand moeten overbruggen, voor bijvoorbeeld werk, is Roosendaal een optie. Door werkgelegenheid in bepaalde industrieën zoals de gastarbeid in Philipsfabrieken en de suikerfabriek, trok Roosendaal veel mensen aan die werk vonden in deze fabrieken.
De positie als grensstation en knooppunt van oost-west en noord-zuid verbindingen heeft lang het gezicht van Roosendaal bepaald. Het spoor bracht de stad cultuur en welvaart en zorgde ook voor werkgelegenheid. Dit heeft als gevolg dat de stad zich ontwikkeld heeft als een multiculturele samenleving. In vergelijking met andere steden in de buurt zoals Breda en Bergen op zoom zijn er in Roosendaal dan ook relatief meer allochtonen.
De demografie van Roosendaal is veranderd door de invloed van de infrastructuur.
We zullen deze veranderingen bekijken aan de hand van: Inwoners van niet-westerse etniciteit, de mobiliteit van de bevolking en wijkprofielen.
INWONERS VAN NIET-WESTERSE ETNICITEIT
Etniciteit wordt vastgesteld op basis van het geboorteland van de persoon. Indien de persoon is geboren in Nederland, maar een of beide ouders in het buitenland, is het buitenland bepalend. Indien de persoon is geboren in een westers land, maar een of beide ouders in een niet-westers land, is het niet-westerse land bepalend. Indien de ouders bepalend zijn en de moeder is geboren in een ander land dan de vader, maar in dezelfde groep (westers dan wel niet-westers), is het land van de moeder bepalend. Indien beide ouders in Nederland zijn geboren is de etniciteit altijd de Nederlandse. Indien de persoon is geboren in een niet-westers land en beide ouders in een westers land, is dat westerse land doorslaggevend.
Hoe de mensen met een niet-westerse etniciteit verspreid zijn over Roosendaal hebben we weergegeven in de volgende tabel.
In de tabel zijn de verschillen van inwoners naar etniciteit tussen 2004 en 2005 weergegeven.
Ook zijn de aantallen per wijk en buurt weergegeven, wat een goed beeld geeft van de spreiding.
Zo zie je dat het percentage van niet-westerse inwoners in het Noordelijke deel van Roosendaal het grootst is en dat er in Tolberg het minste mensen met een niet westerse afkomst wonen.
Je kunt aan de hand van deze tabel concluderen dat het aantal niet-westerse inwoners alleen maar aan het toenemen is als je kijkt in de verschillen in de laatste kolom van de tabel.
Dit alles is natuurlijk mogelijk gemaakt door de infrastructuur.
Opvallend is dat als je kijkt naar de leeftijd van de inwoners van de niet-westerse etnische groepen, heel veel mensen in de leeftijdscategorieën 0-24 en 25-54 zitten. Bij de westerse etniciteit is dat meer de categorie 25-54.
Je kunt dus verwachten dat het vooral jonge etnische gezinnen zijn met kinderen die zich in Roosendaal vestigen.
Ook opvallend is dat de inwoners van niet-westerse etniciteit zich vooral in het centrum vestigen en niet aan de rand van Roosendaal.
Dit gegeven komt ongeveer overeen met de percentages van de tabel met de inwoners naar etniciteit per wijk en per buurt.
MOBILITEIT VAN DE BEVOLKING
Ook dit aspect in Roosendaal zullen wij verduidelijken met een tabel.
Onder ‘vestigingen afgelopen 24 maanden’ wordt verstaan het aantal huishoudens dat korter dan 24 maanden woont op het huidige adres. Bij gezinnen wordt hierbij gekeken naar de woonduur van het gezinshoofd. De aantallen vestigingen worden weergegeven absoluut en in procenten van het totale aantal huishoudens. Tevens wordt onderscheid gemaakt tussen alleenstaanden en overige particuliere huishoudens (‘gezinnen’). Personen in instellingen en tehuizen worden niet meegerekend. Deze cijfers hebben alleen betrekking op woonadressen die tenminste twee jaar geleden voor de eerste keer werden bewoond (dus exclusief nieuwbouw). Ontwikkeling sinds 1 jaar is het saldo van het aantal inwoners resp. particuliere huishoudens op 1 januari 2005 en op 1 januari 2004.
Allereerst kunnen we uit deze tabel opmaken dat er in 2005 minder is verhuisd dan in 2004.
Ook kunnen we vaststellen dat alleenstaanden meer verhuizen dan gezinnen.
Maar om te laten zien hoe de verhuizingen nu gerealiseerd worden van wijk naar wijk hebben we weer tabellen gemaakt.
In de tabellen hierboven worden verhuizingen tussen de wijken in de loop van het jaar weergegeven.
Het gaat hierbij om verhuisde huishoudens. In afwijking van de andere tabellen worden bij verhuizingen van wijk tot wijk tot een huishouden gerekend alle personen die op dezelfde dag verhuizen van een gemeenschappelijk oud adres naar een gemeenschappelijk nieuw adres (ook als het om instellingen gaat).
De verhuizingen worden weergegeven in drie tabellen:
- absoluut (bovenste tabel)
- in procenten van het totale aantal vestigende huishoudens in de wijk (excl. vestiging uit andere gemeente)
- in procenten van het totale aantal vertrokken huishoudens uit de wijk (excl. vertrek naar andere gemeente)
In de onderste twee tabellen wordt in de lichte rij/kolom weergegeven het aandeel vestigers/vertrekkers vanuit een andere gemeente in procenten.
Tot de dorpen worden in deze tabellen gerekend zowel de dorpskernen als de bijbehorende buurten.
Uit de tabel verhuizingen van wijk naar wijk ( absoluut ) in 2004, kunnen we concluderen dat er binnen het stadsdeel Noord het meeste wordt verhuisd en dat er van andere gemeentes ook het meeste naar Noord wordt verhuisd.
De industriegebieden zijn het minst aantrekkelijk als je kijkt naar het aantal verhuizingen.
De tabel met het totaal van in procenten aantal vestigende huishoudens in de wijk (excl. vestiging uit andere gemeente) geeft dezelfde conclusie als de vorige tabel met absolute aantallen, maar nu zijn de getallen omgezet in procenten.
Ook kan je concluderen dat het buitengebied het meeste in trek is bij mensen uit andere gemeenten, op de voet gevolgd door het centrum.
De laatste tabel laat het totale aantal vertrokken huishoudens uit de wijken zien. Verrassend zien we dat de wijk die de meeste vestigers aantrekt, de wijk Noord, ook het grootste percentage vertrekkers heeft. Zelfs ook bij de andere gemeentes.
Als je in de 2 tabellen kijkt naar het aantal vestigers in een wijk van andere gemeenten (totaal 39%) en je kijkt naar het aantal vertrekkers in een wijk naar andere gemeenten (totaal 42%), zie je dat er meer vertrekkers zijn dan vestigers. Maarliefst 3%. We kunnen dus spreken over een vertrekkersoverschot.
WIJKPROFIELEN
Voor wonen in Roosendaal wil de gemeente inzicht hebben in het functioneren van de
wijken binnen de gemeente. Bepaalde trends die zich voordoen, komen in de
ene wijk sterker tot uitdrukking dan in andere wijken. Om hier een goed zicht op te krijgen, zijn voor de verschillende wijken en dorpen analyses gemaakt van de situatie.
Deze analyses zijn niet beperkt tot enkel de woningen en de vraag naar woningen. Ook is
gekeken naar de woonomgeving en de leefbaarheid in wijken.
Deze wijkprofielen geven dus een beeld van de wijk.
We zullen steeds de wijken met een interessant of afwijkend wijkprofiel toelichten.
Daar bij letten we vooral op de ruimtelijke en knooppunt kenmerken.
CENTRUM
Het wonen in het centrum van Roosendaal heeft een stedelijk karakter. Er zijn verschillende voorzieningen aanwezig (culturele, economische en maatschappelijke). Voor bepaalde
groepen biedt het Centrum daarom een goed woonmilieu. Dit zijn vooral jongeren en senioren.
Doordat het Centrum op veel manieren gebruikt wordt, ontstaan situaties waarbij verschillende gebruikers elkaar als het ware beconcurreren. Hierbij springt vooral het gebruik van het Centrum als uitgaansgebied en als woongebied er uit.
Het centrumgebied bestaat uit verschillende buurten. Het kernwinkelgebied, het stadshart, is geen echt woongebied. Toch voorziet het in een stedelijk woonmilieu. Rondom dit stadshart ligt een woongebied.
In de richting van het station ligt de stationsbuurt. In een deel van deze buurt staan dure
eengezinskoopwoningen, in een ander deel speelt drugsoverlast, verpaupering en krijgen woningen kantoorfuncties, waardoor de leefbaarheid er onder druk staat.
Een laatste woongebied in het Centrum is Vrouwenhof. Dit woongebied wordt als prettig ervaren.
Stedelijk karakter Centrum door hoeveelheid aan voorzieningen
In het Roosendaalse Centrum zijn veel voorzieningen aanwezig. Door de aanwezigheid van een schouwburg, museum, openluchttheater en vele winkels heeft het Centrum een regionale functie. Een derde deel van de bevolking van het Centrum is ouder dan 55 jaar. De nabijheid van voorzieningen heeft zeker voor senioren een stimulerende werking om in het centrum te gaan wonen.
In het recent vastgestelde parkeerbeleid voor het Centrum is een stelsel met parkeervergunningen ingevoerd. Verschillende sleutelinformanten vinden dat door dit vergunningstelsel in de nabijheid van hun woningen vaak onvoldoende parkeerplaatsen zijn. Dit zou met name voor ouderen en minder validen een ongewenste situatie zijn.
NOORD
Noord valt in drie nogal verschillende delen uiteen. Ten eerste is er het gebied Parklaan/Hoogstraat. Het aan het Centrum grenzende deel biedt wonen in een parkachtige omgeving.
Het oostelijk deel is Kalsdonk, ook wel de Philipswijk. Hier staan goedkope huurwoningen.
Het middengebied Spoorstraat/van Coothlaan, tussen Philipswijk en de Parklaan/Hoogstraat, voorziet in een mix van goedkope en duurdere koopwoningen.
Voor Groot Kalsdonk is een Beheer- en ontwikkelingsvisie opgesteld. Hiernaar is de toekomstige ontwikkeling van de wijk geschetst en vormt het voor partijen het kader bij activiteiten in de wijk.
De wijkbinding is groot bij de oudere en de allochtone bevolking. Ook huisvest de
Philipswijk een grote groep starters die zodra zij de kans hebben de wijk weer verlaten.
Integratie van allochtonen in Noord is nog beperkt.
Het aandeel allochtonen in Noord is groot. Dit komt mede door de aanwezigheid van een groot aandeel goedkope huurwoningen. Allochtonen uit Kalsdonk hebben bij de wijkanalyse voor de beheer- en ontwikkelingsvisie aangegeven dat zij verdere integratie wensen.
Wijkbinding beperkt bij starters, groot bij allochtonen en oorspronkelijke bevolking.
In Noord is het aandeel jongeren tussen 15 en 25 jaar groter dan het gemeentelijk gemiddelde.
Deze groep blijkt in Philipswijk de eerste stap in hun wooncarrière te zetten. Zodra zij mogelijkheden zien verhuizen zij uit de Philipswijk.
Uit de enquête blijkt dat zowel de oorspronkelijke bewoners van Noord, vaak senioren, als
allochtone groepen er graag blijven wonen. De buurtbinding van beide groepen is groot.
Voorzieningenniveau in Philipswijk enigszins verschraald
Sleutelinformanten geven aan dat er geen optimaal voorzieningenniveau in Philipswijk is. Het
voorzieningencentrum huisvest medische voorzieningen (fysiotherapie, logopedie, huisarts,
tandarts en apotheker). Daarnaast zijn er een buurthuis en een “Aldi” supermarkt.
Gemist worden andere winkels, een bank met pinautomaat en een steunpunt voor maatschappelijk werk. Ook ontbreken in de wijk sport- en spelvoorzieningen voor jongeren.
Sluipverkeer door wijk naar industrieterrein Majoppeveld
In Noord is overlast van sluipverkeer. De sluiproute Kalsdonksestraat, Griendweg, Gastelseweg en de Philipslaan wordt gebruikt door vrachtverkeer om van het industrieterrein Majoppeveld de autosnelweg te bereiken.
GROOT-KROEVEN
Groot-Kroeven is grotendeels gebouwd in de jaren ’60. De structuur van de wijk is overzichtelijk met veel groen en goede voorzieningen. In de wijk staan veel goedkope eengezinshuurwoningen. Delen hiervan worden verkocht.
De goedkope huurwoningen zijn in trek bij jongeren.
De wijk valt uiteen in drie delen. Het noordelijke deel grenst nagenoeg aan het centrum en heeft een ruime opzet met een redelijke hoeveelheid groen. In het zuidelijke deel is er
in hogere dichtheden gebouwd, waarbij vooral de vier Kroevenflats opvallen.
Tegen de spoorlijn naar Antwerpen liggen de B- en C- Bergen, statistisch onderdeel van Kroeven, maar stedenbouwkundig meer passend bij Tolberg. Deze buurt is in de jaren ’80 gebouwd in hoge dichtheden en met veel huurwoningen.
Er treedt de komende jaren een aanzienlijke vergrijzing op. Er is nog onvoldoende geschikt
woningaanbod voor senioren, al zijn er veel plannen voor het aanpassen van flatwoningen
voor ouderen.
In Groot-Kroeven grote opgave in bouwen voor senioren
31% van de bevolking in Groot-Kroeven is ouder dan 55 jaar. De vergrijzing in Kroeven ligt boven het gemeentelijk gemiddelde. De oorspronkelijke oudere bevolking zorgt mede voor een sociaal stabiele situatie, aldus de sleutelinformanten. Huisvestingsmogelijkheden voor de vergrijzende bevolking zijn er nog onvoldoende. De vier Kroevenflats zullen de komende jaren worden aangepast. Daarnaast is nieuwbouw voor senioren gerealiseerd met het Rondeel.
In goedkope voorraad instroom jongeren: sociale samenhang mede hierdoor onder druk
In het aan het centrum grenzende deel van Groot Kroeven bestaat de instroom van huishoudens voornamelijk uit starters, alleenstaanden en een groeiende instroom van jonge allochtone gezinnen met relatief veel kinderen. Hierdoor is er sprake van enige verjonging. Deze mensen hebben (nog) nauwelijks binding met de buurt. Ook zijn er weinig contacten tussen de oorspronkelijke bewoners en de nieuwe bewoners.
Dit geldt niet voor de allochtone bevolking. Er is een redelijk goede integratie van de allochtone bevolking. Er is in de wijk een aantal actieve allochtone bewoners en veel allochtone kinderen gaan naar scholen in de wijk.
Er is een bewonersvereniging in de wijk. Deze vereniging wordt gedragen door de oorspronkelijkebewoners van Groot-Kroeven. Nieuwe wijkbewoners tonen echter weinig belangstelling voor de bewonersvereniging, waardoor het draagvlak onder druk staat.
Voorzieningen van goed niveau, verkeerssituatie behoeft verbetering
Het voorzieningencentrum van Groot-Kroeven en de nabijheid van het centrum van Roosendaal worden hoog gewaardeerd.
Op de Kennedylaan zijn veel aanrijdingen. Deze worden veroorzaakt door te hard rijden en door gebrek aan overzicht. Momenteel wordt de Kennedylaan heringericht. Daarmee zal de veiligheid verbeteren. Diverse sleutelinformanten geven aan dat de fietsroutes tussen Groot-Kroeven en Langdonk als onveilig worden ervaren. Dit wordt mede veroorzaakt door het slecht onderhoud van het groen (hoog struikgewas).
KORTENDIJK
Kortendijk is een jonge wijk, gebouwd vanaf de jaren ’70. Dit wordt geïllustreerd door de onoverzichtelijke ruimtelijke structuur die in die periode in zwang was.
Het groen in de wijk is versnipperd.
Ook de bevolking is nog relatief jong. Het inkomensniveau van de wijk is gunstig, ruim boven het gemeentelijk gemiddelde.
Het blijkt dat wie in de wijk woont er graag blijft wonen, maar dat van buiten Kortendijk weinig vraag is naar woningen in de wijk.
Aan de zuidrand van de wijk ligt de buurt Sterrenbos. Deze buurt is recent gebouwd en onderscheidt zich daardoor van de rest van Kortendijk.
Relatief goede economische positie
Het gemiddelde inkomen is hoog. Dit hangt samen met het grote aantal koopwoningen en dure huurwoningen in Kortendijk.
De dure huurwoningen in de wijk kunnen op termijn minder goed verhuurbaar worden. Verkoop is een optie, maar leidt er wel tot een nog grotere kooporiëntatie.
Jonge leeftijdsopbouw, vooralsnog geen vraag naar seniorenwoningen te verwachten
In Kortendijk zijn er relatief veel gezinnen met kinderen. Voor de oudere jeugd in de wijk (ouder dan 15 jaar) ontbreken in de wijk activiteiten en voorzieningen, aldus sleutelinformanten.
Het percentage ouderen met een leeftijd boven de 55 jaar ligt onder het gemeentelijk gemiddelde. Er is een beperkt aantal woningen geschikt voor senioren. Gezien de jonge bevolkingsopbouw zal de vraag naar seniorenwoningen voorlopig nog beperkt blijven.
Verhuisgeneigdheid in Kortendijk beperkt; wijk echter niet populair bij anderen
Weinig inwoners van Kortendijk willen verhuizen. Zodra mensen willen verhuizen willen zij het liefst de wijk uit. Kortendijk is maar beperkt in trek bij bewoners van andere wijken.
Kwaliteit van woonomgeving van matig niveau
Op verschillende aspecten is de openbare ruimte van Kortendijk van een matig niveau. De
verkeersstructuur is volgens sleutelinformanten onoverzichtelijke en sommige delen van de wijk zijn slecht ontsloten, met name de C-dijk.
Op de Burgermeester Schneiderslaan is veel verkeersoverlast. Momenteel wordt hier door de gemeente aan gewerkt.
De Visdonktunnel naar het Centrum wordt als zeer onprettig ervaren, aldus diverse sleutelinformanten.
De groenstroken in de wijken zijn versnipperd. Hierdoor is het gebruiksonvriendelijk. Tevens laat het onderhoud van het groen te wensen over.
TOLBERG
Tolberg is de meest recente uitbreidingswijk van Roosendaal.
Het is een rustige en welvarende wijk. De oudere delen
van de wijk, de D- en E-bergen vragen intensief beheer. Het overige deel van Tolberg bestaat uit verschillende buurten, van elkaar gescheiden door waterlopen en wegen.
Deze buurten hebben ieder een eigen karakteristiek, afhankelijk van de bebouwing.
Ook Weihoek behoort officieel tot Tolberg, al scheidt de spoorlijn naar Bergen op Zoom beide buurten.
Het voorzieningenniveau in Tolberg is voldoende. Alleen het openbaar vervoer is er van een matig niveau. Net als Kortendijk heeft Tolberg een onoverzichtelijke verkeersstructuur.
De fietsroute naar het centrum wordt ’s avonds als onprettig ervaren.
Tolberg rustige en welvarende wijk
Tolberg heeft volgens diverse sleutelinformanten het karakter van een slaapwijk. Er zijn veel tweeverdieners.
Mensen vertrekken ‘s ochtends naar het werk en komen ’s avonds laat weer terug.
Geënquêteerde bewoners van Tolberg zijn positief over verschillende leefbaarheidsaspecten in de wijk, waaronder ook sociale samenhang.
Intensiever beheer E-bergen en Damastberg
Woningverbetering van de huurwoningen in de E-bergen is noodzakelijk. De prijs-kwaliteitverhouding is ongunstig volgens zowel sleutelinformanten als geënquêteerde bewoners en de woningen zijn toe aan een onderhoudsbeurt.
Rond het winkelcentrum en aan de rand van de wijk zijn seniorencomplexen gerealiseerd. Een deel van de sleutelinformanten (vooral senioren) geven aan de spreiding van de locaties met seniorenwoningen te waarderen. Andere sleutelinformanten constateren dat door deze spreiding de woningen niet altijd nabij voorzieningen zijn gesitueerd.
Voorzieningenniveau is voldoende; openbaar vervoernet niet optimaal
Het voorzieningenniveau wordt over het algemeen als goed gewaardeerd, zowel door verschillende sleutelinformanten als door geënquêteerden. Wellicht is kinderopvang nog wenselijk. Ook het openbaar vervoer functioneert nog niet optimaal.
Slechte verlichting fietspadennet en onoverzichtelijk verkeersstructuur
Het fietspadennet is volgens sleutelinformanten slecht verlicht. Als alternatief wordt door fietsers ’s avonds vaak de Willem Dreesweg gekozen, die overigens verboden is voor fietsers.
Tolberg heeft een onoverzichtelijke verkeersstructuur. Dit leidt tot onveilige situaties. Op een aantal plaatsen in de wijk zijn wegverhogingen (verkeersremmend) geplaatst. Deze verhogingen zijn voor
rolstoelgebruikers te hoog, aldus de ROGEP (Roosendaals Gehandicapten Platform).
We zien door deze wijkprofielen dat:
- Centrum een stedelijk karakter heeft en veel voorzieningen. Er wonen veel ouderen en jongeren.
- In stadsdeel Noord zijn veel goedkope arbeiderswoningen. Dit trekt vooral allochtonen en ouderen aan.
- Groot- Kroeven heeft veel groen en goede voorzieningen. Deze wijk is in trek bij jongeren, maar men verwacht komende jaren vergrijzing.
- Kortendijk is een jonge wijk, met jonge mensen met hoge inkomens.
- Tolberg is de uitbreidingswijk van Roosendaal, goede voorzieningen maar een matig openbaar vervoer.
CONCLUSIE
We zijn tot de conclusie gekomen dat de invloed van Roosendaal als knooppunt wel degelijk te merken is als je kijkt naar de demografie.
We hebben dit bekeken aan de hand van verschillende invalshoeken.
- Inwoners van niet-westerse etniciteit:
Het percentage van niet-westerse inwoners in het Noordelijke deel van Roosendaal is het grootst en in Tolberg wonen de minste mensen met een niet westerse afkomst.
. Opvallend is dat als je kijkt naar de leeftijd van de inwoners van de niet-westerse etnische groepen, heel veel mensen in de leeftijdscategorieën 0-24 en 25-54 zitten.
Het zijn vooral jonge etnische gezinnen met kinderen die zich in Roosendaal vestigen.
Deze mensen hebben zich hier alleen maar kunnen vestigen door de goede infrastructuur die hier in Roosendaal te vinden is.
- Mobiliteit van de bevolking:
De mobiliteit van de bevolking is natuurlijk een heel belangrijk gegeven voor het bepalen van de invloed van een knooppunt op de demografie.
Door middel van verschillende tabellen hebben we kunnen concluderen dat er binnen het stadsdeel Noord het meeste wordt verhuisd en dat er van andere gemeentes ook het meeste naar Noord wordt verhuisd. De industriegebieden zijn het minst aantrekkelijk als je kijkt naar het aantal verhuizingen. Als eindconclusie kunnen we zeggen dat Roosendaal een vertrekkersoverschot heeft.
- Wijkprofielen: Deze analyses van verschillende wijken geven een goed beeld van de wijk. We zien door deze wijkprofielen dat Centrum een stedelijk karakter heeft en veel voorzieningen. Er wonen veel ouderen en jongeren.
In stadsdeel Noord zijn veel goedkope arbeiderswoningen. Dit trekt vooral allochtonen en ouderen aan. Groot- Kroeven heeft veel groen en goede voorzieningen. Deze wijk is in trek bij jongeren, maar men verwacht komende jaren vergrijzing.
Kortendijk is een jonge wijk, met jonge mensen met hoge inkomens.
Tolberg is de uitbreidingswijk van Roosendaal, goede voorzieningen maar een matig openbaar vervoer.
Door de spoorlijnen en snelwegen is Roosendaal voor heel veel mensen bereikbaar. Ook voor mensen die een grote afstand moeten overbruggen, voor bijvoorbeeld werk. Het spoor bracht de stad cultuur en welvaart en zorgde ook voor werkgelegenheid. Dit heeft als gevolg dat de stad zich ontwikkeld heeft als een multiculturele samenleving. Dit zien we terug in de deelonderwerpen inwoners van niet-westerse etniciteit en wijkprofielen. De allochtonen wonen in relatief goedkope woningen in de buurt van het centrum.
Roosendaal is een stad met goede voorzieningen, in de wijken met deze voorzieningen zie je dat er vooral jonge gezinnen wonen met een goed inkomen. Die mensen worden aangetrokken door deze voorzieningen en door de infrastructuur kunnen ze zich in Roosendaal vestigen.
Hoofdstuk 4: De functie van Roosendaal.
We weten nu dat er in Roosendaal allerlei verschillende soorten bedrijven zijn. Er zijn bedrijven in alle verschillende sectoren te vinden. Denk maar aan scholen, het Fransiscus ziekenhuis, transportbedrijven, detailhandels, horeca en de industrie. Natuurlijk mogen we ook het pas gerealiseerde Rosada Outlet Center niet vergeten. Maar wat voor functie vervult Roosendaal nu en op welk schaalniveau vind dit plaats?
BINNENSTAD
We beginnen met de binnenstad van Roosendaal te bekijken. Veel steden pakken hun binnenstad aan en daarbij wil Roosendaal natuurlijk niet achterblijven. De aanpak van de Nieuwe Markt waar een ondergrondse parkeergarage wordt gebouwd, is de eerste aanzet daartoe, maar de komende jaren staat er in het centrum nog meer gepland. Zo moet het Tongerloplein de komende jaren uitgroeien tot een ‘stedelijk cultuurplein met allure’.
Dit alles moet ervoor gaan zorgen dat er in 2010 twintig procent meer kooplustigen gelokt worden. Het Roosendaalse centrum is de hoofdaankoopplaats binnen de gemeente. De winkelfunctie domineert in dit gebied maar er is wel sprake van een grote variatie wat betreft andere voorzieningen. Het centrum is binnen Roosendaal het meest bepalend voor de rgeionale aantrekkingskracht. Een bijzondere aankoopplaats in Roosendaal is de woonboulevard. Deze verveult een functie voor een ruimer gebied buiten de eigen gemeente.
Maar hoe zit het nu met die kooplustigen. Hoe groot is het gebied waarvandaan zij Roosendaal komen bezoeken?
Koopstromen en koopgedrag
Uit betrouwbaar onderzoek is gebleken dat 98% van de koopkracht in Roosendaal terecht komt in de eigen winkels. Dit ligt net iets boven het gemiddelde van 96%. Deze getallen gelden voor de dagelijkse artikelensector. In de dorpen komt de helft van de koopkracht terecht in eigenwinkels en 38% in Roosendaal.
Het blijkt dat van de dorpen 12% buiten de eigen gemeente gaat. De plaatsen die dan het belangrijkste zijn zijn Bergen op Zoom en Steenbergen. Het koopgedrag binnen Roosendaal met een percentage van 98% geeft aan dat het aanbod van artikelen goed in evenwicht is met de vraagzijde.
De koopkracht in de dagelijkse artikelensector die vanuit de regio naar Roosendaal gaat is als aandeel beperkt, maar door de hoeveelheid consumenten (105.000) toch van betekenis.
Zevenbergen, Steenbergen, Oudenbosch en Sint-Willebrord zijn de vier steden in de regio die vergelijkbaar zijn met Roosendaal wat betreft koopkracht.
Bij de koopkrachtbinding van niet-dagelijkse artikelen ligt deze verdeling iets anders. Hier komt 88% van de koopkracht terecht in eigenwinkels. Bij de dorpen is dit 51% wat terecht komt in Roosendaal dus dit is bijna hetzelfde. Bij deze artikelensector komt ongeveer 1/3e van de de koopkracht van de onderzochte regio terecht in Roosendaal. Dit ligt dus een stuk hoger als bij de dagelijkse artikelensector.
Het blijkt dat 2% van de koopkracht afvloeit naar Breda en uit onderzoek is gebleken dat nog 2% afvloeit naar België.
De mensen die Roosendaal bezoeken voor hun aankopen hebben hier motieven voor. Waarom naar Roosendaal en niet naar een andere plaats? In de dagelijkse artikelensector speelt de ‘nabijheid’ de belangrijkste rol. Mensen hoeven dus niet zover te reizen voor hun artikelen. Ook zijn er bepaalde specifieke kenmerken van toepassing op de keuze van de aankoopplaats. Bijvoorbeeld in de Roselaar ‘goede keuzemogelijkheden’, ‘veel winkels bij elkaar’ en ‘kwaliteit’. Bij de Biggelaar is de motivatie daarentegen ‘lage prijs’. Maar ook goed parkeren kan een rol spelen bij de keuze van de aankoopplaats.
Ook is er een enquête gehouden onder de binnenstadbezoekers om erachter te komen hoe ver zij gereisd hebben om in Roosendaal naar de stad te gaan. Daar zijn de volgende cijfers uitgekomen:
Uit alle hiervoor genoemde gegevens kunnen we een aantal constateringen doen.
- Roosendaal heeft een winkelaanbod dat goed aan de vraagfunctie voldoet en ook is toegerust op een belangrijke regionale functie.
- In beide sectoren artikelen gaat het overgrote deel van de koopkracht naar de eigen winkels. De koopkrachtbinding is dus van een goed niveau.
- De modebranche is het meest bepalend voor de aantrekkingskracht van zowel eigen consumenten als consumenten uit de regio.
- De regiofunctie sterk is. En dan niet in het aandeel bezoek, maar ook zeker in de bestedingen.
- Onderlinge vergelijking van de centra van Roosendaal, Bergen op Zoom, Breda, Oosterhout en Etten-leur de sterke positie van het centrum van Roosendaal in de regio bevestigt.
- De warenmarkt op maandag ook een sterke regionale aantrekkingskracht heeft.
Het blijkt dus dat de regiofunctie sterk is. Het zijn niet alleen mensen uit Roosendaal zelf die het centrum komen bezoeken, maar ook uit de omliggende dorpen in de regio. In vergelijking met centra van andere steden in de regio, zoals Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur en Oosterhout heeft Roosendaal een sterke regionale positie. Mensen uit de regio komen hier niet alleen naartoe voor de winkels enz., maar ook om gebruik te maken van de diensten uit de non-profit sector. Denk maar eens aan middelbare scholen, het station , het ziekenhuis enz.
Volgens de bosatlas is Roosendaal een tertiar regionaal centrum. Breda is het dichtstbijzijnde primaire regionale centrum. De reikwijdte van het verzorgingsgebied van Roosendaal is dus kleiner als dat van Breda, maar toch speelt ook hier de regio weer een grote rol bij Roosendaal. Mensen uit omliggende dorpen komen naar Roosendaal toe om van de hier aanwezig zijnde diensten gebruik te maken. De kaart geeft versterkt de conclusies die we hierboven al getrokken hadden. De regiofunctie speelt bij Roosendaal een belangrijke rol.
Detailhandelsbeleid
Het doel van het huidige detailhandelsbeleid is het versterken van de bestaande
detailhandelsstructuur om het huidige voorzieningenpakket lokaal en regionaal meer toekomst te bieden. Het beleid is er op gericht het binnenstedelijk gebied met winkelvoorzieningen zo uit te rusten en in te richten dat aan de functie en status van een regionaal koopcentrum recht wordt gedaan. Binnen het beleid wordt gestreefd naar een concentratie van detailhandel non-food in de binnenstad en spreiding van de detailhandel food over de buurt- en wijkcentra. Deze concentratie moet leiden naar een compacte(re) kernwinkelstructuur van de binnenstad en een sterkere afbakening van het .kernwinkelgebied.
Buiten de binnenstad mag zich geen detailhandel non-food vestigen die concurreert met de
binnenstad. Naast de binnenstad en de buurten en wijken, heeft Roosendaal een grootschalige winkelconcentratie, de woonboulevard. Het beleid op deze perifere locatie is er op gericht, de
woonboulevard te moderniseren tot een volwaardige themacentrum “wonen” met de mogelijkheid tot toevoeging van aanverwante branches zoals tuincentra (eventueel inclusief dierenbenodigdheden), witgoed, kamperen/ caravans/ motoren en automotive (fietsen, fiets– en autoaccessoires). Om de Roosendaalse winkelstructuur te complementeren biedt het bestaande beleid de mogelijkheid om grootschalige detailhandel, op een locatie nauw gerelateerd aan de binnenstad, te realiseren.
BEDRIJVENTERREINEN
In Roosendaal bevinden zich verschillende bedrijventerreinen met veel verschillende bedrijven. Deze bedrijven dragen natuurlijk ook veel bij aan de economie van Roosendaal. Net als op de bedrijven in de binnenstad kan ook hier een stuwende of verzorgende functie op worden toegepast. Dus de vraag is hebben de bedrijventerreinen een verzorgende of stuwende functie?
In Roosendaal nemen de bedrijventerreinen ongeveer 50% van de totale werkgelegenheid voor hun rekening. Dit blijkt uit informatie die door ETIN Adviseurs in opdracht van de provincie Noord-Brabant verzameld is.
Roosendaal
Aandeel werkgelegenheid op bedrijventerreinen op totaal van de gemeente
Gemeente: ROOSENDAAL
totaal: 37798
percentage van de werkgelegenheid: 49
TOELICHTING: Aandeel banen op bedrijventerrein in het totaal aantal banen in de gemeente (in %, in 2005).
Ook is het belangrijk om te weten wat voor bedrijven zich gevestigd hebben op de bedrijventerreinen en in welke sector deze zich bevinden. Ook hier hebben de ETIN adviseurs in opdracht van de provincie Noord-Brabant een onderzoek ingesteld. Het blijkt dat de industrie de grootste sector is op de bedrijventerreinen. Uit de volgende tabel is de verdeling van de sectoren af te lezen:
Roosendaal
Productiestructuur
Gemeente : ROOSENDAAL
industrie : 7030
bouw : 1421
handel : 2757
vervoer : 2529
zakelijk : 2195
overig : 2757
totaal : 18689
TOELICHTING: Aantal banen op bedrijventerrein naar economische activiteit en totaal (2005). De economische activiteit is onderverdeeld in deze zes onderscheiden sectoren.
Maar om erachter te komen of de bedrijventerreinen nou een stuwende of verzorgende functie heeft moeten we erachter zien te komen of het kapitaal dat geïnvesteerd wordt in de bedrijventerreinen uit Roosendaal zelf komt of dat het geld van buiten Roosendaal komt. Daarbij onderzoeken we ook waar de werknemers van de bedrijven vandaan komen. Komen deze veelal uit Roosendaal zelf of komen zij ook van buiten Roosendaal?
Pendel
Op het niveau van gemeenten sluit de vraag naar arbeid nooit precies aan op het arbeidsaanbod. Dit betekent dat een aantal mensen is aangewezen op een baan in een andere gemeente of soms zelfs in een andere regio. Het woon-werkverkeer, ook wel de pendel genoemd, wordt in opdracht van de provincie Noord-Brabant iedere twee jaar
door Etin Adviseurs in kaart gebracht. De meest recente rapportage is in 2004 verschenen
en heeft betrekking op de pendel in 2002. Volgens dit onderzoek hadden in 2002 34.080 inwoners van Roosendaal betaald werk. Daarvan werkten er 19.090 (56 procent) in de eigen gemeente. De uitgaande pendel, inwoners van Roosendaal die elders werken, bedraagt bijna 15.000. Er waren ongeveer 13.500 mensen die van elders hier kwamen werken. Roosendaal had in 2002 dus een negatief pendelsaldo van ruim 1.500. In figuur 13 zijn de pendelsaldi van de gemeenten in West-Brabant weergegeven als percentage van de potentiële beroepsbevolking.
Het is ook gebleken dat Roosendaal met de regio West-Brabant een positief pendelsaldo kent. Er komen 1100 mensen meer uit de regio hier in Roosendaal werken dan dat er vanuit Roosendaal naar de regio pendelen. Dat geldt met name voor de kleinere gemeenten. Er werken per saldo meer Roosendalers in Breda, Etten-Leur en Moerdijk dan omgekeerd. Met de rest van Nederland (met uitzondering van Zeeland), heeft Roosendaal een negatief pendelsaldo. De meeste Roosendalers ‘trekken’ elke dag richting de regio’s Groot-Rijnmond en Zuidoost Zuid-Holland.
In de volgende tabel is een net overzicht te zien van de pendel naar en uit Roosendaal:
Uit al het voorgaande kunnen we een aantal conclusies trekken:
- De uitgaande pendel, bedraagt bijna 15.000. Er waren ongeveer 13.500 mensen die van elders hier kwamen werken. Er gaan dus meer mensen elders werken dan dat er van elders hier komen werken.
- Roosendaal speelt ondanks dit negatieve pendelsaldo een belangrijke rol wat betreft de werkgelegenheid voor mensen van buiten Roosendaal. Het voorziet 13500 mensen van buiten Roosendaal van werk En dit is toch een behoorlijk aantal. Net iets minder dan de helft van de mensen die in Roosendaal werken.
- Roosendaal heeft met West-Brabant een positief pendelsaldo. Er komen dus meer mensen uit de regio hier werken dan dat er vanuit Roosendaal naar de regio pendelen.
- Met de rest van Nederland is het pendelsaldo daarentegen weer negatief.
Bedrijven
Roosendaal is door een goede infrastructuur over zowel weg, spoor als water uitstekend bereikbaar! Via de weg wordt Roosendaal ontsloten door de A17 en de A58. De belangrijkste bedrijventerreinen hebben een eigen afslag. Ook per spoor is Roosendaal prima bereikbaar. Roosendaal heeft een NS-station en is een belangrijke spoorstad voor treinen van en naar België en Frankrijk. Met de railterminal en het railservicecenter van Jan de Rijk Logistics heeft Roosendaal ook op het gebied van goederenvervoer een sterke troef in handen.
Roosendaal is ten slotte via de Roosendaalse Vliet ook over water te bereiken en staat daarmee indirect in verbinding met de wereldhavens van Rotterdam en Antwerpen. Een aantal bedrijven in Roosendaal beschikt over beperkte eigen havenfaciliteiten.
In breder logistiek opzicht vormen de havensteden Rotterdam en Antwerpen een sterke economische noord-zuid-as waarop Roosendaal zeer strategisch gelegen is. Overigens bieden ook de oost-west verbindingen in de as Vlissingen-Breda bijzondere mogelijkheden.
Voor tal van bedrijven, waaronder een aanzienlijk aantal multinationals, zijn dit allemaal redenen om zich in Roosendaal te vestigen en om daar verder te groeien.
De geografische ligging maakt Roosendaal dus tot een aantrekkelijke
vestigingsplaats voor multinationals. Enkele voorbeelden van de multinationals in Roosendaal zijn Penske International, Mead Verpakkingen, BIC Europe en Philips Lighting.
Het bedrijventerrein Majoppeveld is bedoeld voor middelgrote bedrijven, die wereldwijd opereren. 60% van alle bedrijven heeft een stuwend karakter. Daarvan is 3 op de 4 bedrijven
geconcentreerd in de sectoren industrie en handel. Er bestaat een functionele relatie tussen het bedrijventerrein Majoppeveld en het noordelijker gelegen bedrijventerrein Borchwerf. Beide bedrijventerreinen vullen elkaar aan. Grote gedeelten zijn, voor wat betreft de typologie gevestigde bedrijven en aanwezige milieucategorieën, vergelijkbaar. Echter, op Majoppeveld komen veel meer kleinere bedrijfjes voor, met name op de deelgebieden de Meeten en aan Boerkensleen.
Het blijkt dus dat er veel (middel)grote bedrijven en een aantal multinationals zijn in Roosendaal. Deze opereren wereldwijd en dus niet alleen als Roosendaal. Voor veel bedrijven reikt de afzetmarkt veel verder dan alleen Roosendaal en dus komt het grootste deel van het kapitaal dat uiteindelijk in Roosendaal terecht komt niet uit Roosendaal zelf. Ook zijn er in Roosendaal een aantal transportbedrijven. Bij deze is het bijna altijd het geval dat zij op regionaal, nationaal of internationaal niveau transporteren. Ook bij deze bedrijven komt het kapitaal dus wel terecht in Roosendaal maar het komt niet uit Roosendaal zelf. Zoals uit onderzoek gebleken is heeft 60% van de bedrijven op het bedrijventerrein Majoppeveld een stuwend karakter. Ook is gebleken dat het bedrijventerrein Borchwerf voor wat betreft de typologie vergelijkbaar is met Majoppeveld. Alleen het verschil is dat er op Majoppeveld meer kleine bedrijfjes voorkomen. Op de Borchwerf zal het percentage bedrijven dat een stuwend karakter heeft dus nog hoger liggen.
We kunnen nu concluderen dat:
- Er zich in Roosendaal veel (middel)grote bedrijven en een aantal multinationals bevinden. Deze opereren wereldwijd dus komt het grootste deel van het kapitaal niet uit Roosendaal zelf.
- Op bedrijventerrein Majoppeveld heeft 60% van de bedrijven een stuwend karakter. Op Majoppeveld bevinden zich meer kleinere bedrijven als op de Borchwerf en dus zal dit percentage op de Borchwerf nog wat hoger liggen.
- Roosendaal heeft dus een overwegend stuwend karakter als je kijkt naar de bedrijventerreinen kijkt.
CONCLUSIE
Als we kijken naar de binnenstad blijkt dus dat de regiofunctie sterk is. Het zijn niet alleen mensen uit Roosendaal zelf die het centrum komen bezoeken, maar ook uit de omliggende dorpen in de regio. In vergelijking met centra van andere steden in de regio, zoals Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur en Oosterhout heeft Roosendaal een sterke regionale positie. Mensen uit de regio komen hier niet alleen naartoe voor de winkels enz., maar ook om gebruik te maken van de diensten uit de non-profit sector. Denk maar eens aan middelbare scholen, het station , het ziekenhuis enz.
Wanneer we de pendel bekijken komen we tot de volgende constateringen:
- De uitgaande pendel, bedraagt bijna 15.000. Er waren ongeveer 13.500 mensen die van elders hier kwamen werken. Er gaan dus meer mensen elders werken dan dat er van elders hier komen werken.
- Roosendaal speelt ondanks dit negatieve pendelsaldo een belangrijke rol wat betreft de werkgelegenheid voor mensen van buiten Roosendaal. Het voorziet 13500 mensen van buiten Roosendaal van werk En dit is toch een behoorlijk aantal. Net iets minder dan de helft van de mensen die in Roosendaal werken.
- Roosendaal heeft met West-Brabant een positief pendelsaldo. Er komen dus meer mensen uit de regio hier werken dan dat er vanuit Roosendaal naar de regio pendelen.
Met de rest van Nederland is het pendelsaldo daarentegen weer negatief
Als we kijken naar de soorten bedrijven die zich in Roosendaal bevinden en waar het kapitaal van deze bedrijven vandaan komt kunnen we het volgende concluderen:
- Er zich in Roosendaal veel (middel)grote bedrijven en een aantal multinationals bevinden. Deze opereren wereldwijd dus komt het grootste deel van het kapitaal niet uit Roosendaal zelf.
- Op bedrijventerrein Majoppeveld heeft 60% van de bedrijven een stuwend karakter. Op Majoppeveld bevinden zich meer kleinere bedrijven als op de Borchwerf en dus zal dit percentage op de Borchwerf nog wat hoger liggen.
- Roosendaal heeft dus een overwegend stuwend karakter als je kijkt naar de bedrijventerreinen kijkt.
Hoofdstuk 5: Speelt Roosendaal een belangrijke rol in de regio?
De hoofdvraag die wij ons stellen bij dit profielwerkstuk is: ‘Speelt Roosendaal een belangrijke economische rol in de regio?’
Wij zullen aan de hand van de antwoorden op de deelvragen (zie hoofdstuk 1t/m 4), een antwoord geven op de hoofdvraag.
In hoofdstuk 1 hebben we de ontwikkeling van de infrastructuur van Roosendaal onderzocht.
Wij zijn tot de conclusie gekomen dat Roosendaal een belangrijk knooppunt is als je kijkt naar de ontwikkeling van de infrastructuur.
Roosendaal was in de 15e eeuw een belangrijke gemeente in West-Brabant. De turfhandel in Roosendaal heeft ervoor gezorgd dat de infrastructuur zich al heel vroeg heeft kunnen ontwikkelen. De vaarten zijn nu nog steeds zichtbaar in het landschap. Door de bloei in de turfhandel was Roosendaal vijfhonderd jaar lang de belangrijkste uitvoerhaven en handelsstad in Nederland. Ook door de aanleg van het spoor was Roosendaal al vanaf het begin een belangrijk grensstation tussen Nederland en België. Sinds de opening van de lijnen naar Rotterdam en Vlissingen is Roosendaal een belangrijk spoorwegknooppunt in het zuidwesten van Nederland. De infrastructuur heeft er dus voor gezorgd dat Roosendaal zich heeft kunnen ontwikkelen tot een groot, belangrijk knooppunt.
In hoofdstuk 2 hebben we onderzocht of Roosendaal ook op economisch gebied een belangrijk knooppunt is. Het blijkt dat Roosendaal evenals op het gebied van infrastructuur ook op economisch gebied een belangrijk knooppunt is.
In Roosendaal zijn heel veel bedrijven uit verschillende sectoren gevestigd die een deel van de eigen bevolking en personen uit andere regio’s voorzien van werk.
Ook heeft Roosendaal vele bedrijventerreinen en er staan er nog een aantal gepland die tevens goed bereikbaar zijn en die voldoende ruimte bieden voor bedrijven om zich te vestigen.
Verder heeft Roosendaal een zeer goede infrastructuur (weg, water en spoor) waardoor het goed bereikbaar is en dus zeer handig voor bedrijven in de transport en logistiek om zich hier te vestigen. En Roosendaal heeft via het spoor belangrijke verbindingen met België en Frankrijk en via het water met Rotterdam en Antwerpen. Roosendaal is dus een belangrijk economisch knooppunt en het wordt ook wel ‘het bedrijvig hart van West-Brabant’ genoemd.
We zijn tot de conclusie gekomen bij hoofdstuk 3 dat de invloed van Roosendaal als knooppunt wel degelijk te merken is als je kijkt naar de demografie.
Door de spoorlijnen en snelwegen is Roosendaal voor heel veel mensen bereikbaar. Ook voor mensen die een grote afstand moeten overbruggen, voor bijvoorbeeld werk. Het spoor bracht de stad cultuur en welvaart en zorgde ook voor werkgelegenheid. Dit heeft als gevolg dat de stad zich ontwikkeld heeft als een multiculturele samenleving. Dit zien we terug in de deelonderwerpen inwoners van niet-westerse etniciteit en wijkprofielen. De allochtonen wonen in relatief goedkope woningen in de buurt van het centrum.
Roosendaal is een stad met goede voorzieningen, in de wijken met deze voorzieningen zie je dat er vooral jonge gezinnen wonen met een goed inkomen. Die mensen worden aangetrokken door deze voorzieningen en door de infrastructuur kunnen ze zich in Roosendaal vestigen.
In hoofdstuk 4 hebben we onderzocht wat voor functie Roosendaal heeft.
Als we kijken naar de binnenstad blijkt dat de regiofunctie sterk is. Het zijn niet alleen mensen uit Roosendaal zelf die het centrum komen bezoeken, maar ook uit de omliggende dorpen in de regio. In vergelijking met centra van andere steden in de regio, zoals Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur en Oosterhout heeft Roosendaal een sterke regionale positie. Mensen uit de regio komen hier niet alleen naartoe voor de winkels enz., maar ook om gebruik te maken van de diensten uit de non-profit sector. Denk maar eens aan middelbare scholen, het station , het ziekenhuis enz. Roosendaal heeft dus een overwegend stuwend karakter als je de binnenstad bekijkt.
Ook komen er elke dag veel mensen naar Roosendaal om hier te komen werken.
De uitgaande pendel, bedraagt bijna 15.000. Er waren ongeveer 13.500 mensen die van elders hier kwamen werken. Er gaan dus meer mensen elders werken dan dat er van elders hier komen werken. Ondanks dit negatieve pendelsaldo speelt Roosendaal een belangrijke rol wat betreft de werkgelegenheid voor mensen van buiten Roosendaal. Het voorziet 13.500 mensen van buiten Roosendaal van werk En dit is toch een behoorlijk aantal. Net iets minder dan de helft van de mensen die in Roosendaal werken. Daarentegen heeft Roosendaal in met West-Brabant een positief pendelsaldo. Er komen dus meer mensen uit de regio hier werken dan dat er vanuit Roosendaal naar de regio pendelen. Met de rest van Nederland is het pendelsaldo daarentegen weer negatief
Als we kijken naar de soorten bedrijven die zich in Roosendaal bevinden en waar het kapitaal van deze bedrijven vandaan komt kunnen we het volgende concluderen:
In Roosendaal bevinden zich veel (middel)grote bedrijven en een aantal multinationals. Deze opereren wereldwijd dus komt het grootste deel van het kapitaal niet uit Roosendaal zelf.
Op bedrijventerrein Majoppeveld heeft 60% van de bedrijven een stuwend karakter. Op Majoppeveld bevinden zich meer kleinere bedrijven als op de Borchwerf en dus zal dit percentage op de Borchwerf nog wat hoger liggen. Roosendaal heeft dus een overwegend stuwend karakter als je kijkt naar de bedrijventerreinen kijkt.
Slot
Met dit profielwerkstuk hebben wij de economische rol van Roosendaal onderzocht.
In het begin was het nog een beetje onwennig, maar toen we eenmaal de smaak te pakken hadden liep het op rolletjes. Natuurlijk hebben we wel momenten gehad waarbij we vast zaten, maar onze begeleidster heeft ons daarbij geholpen zodat we weer op het goede spoor kwamen te zitten.
We hebben door dit profielwerkstuk meer inzicht gekregen in de economische rol van Roosendaal. We hebben ons niet alleen beperkt tot het aardrijkskundig gebied, maar zijn ook op geschiedkundig en economisch terrein verschillende dingen gaan uitzoeken.
Doordat we deze 3 vakgebieden hebben aangesproken, denken wij dat we een goed beeld hebben kunnen vormen van economisch Roosendaal.
Bronnen
- www.roosendaal.nl:
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=15199
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=15188
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=15194
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=17104
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=6824
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=11899
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=13692
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=12868
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=7647
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=6911
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=17180
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=10075
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=7870
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=2162
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=17181
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=17182
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=1823
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=1817
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=11142
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=1820
http://www.roosendaal.nl/content.jsp?objectid=15583&highlights=geschiedenis,infrastructuur
- www.brabant.nl:
http://www.brabant.nl/Beleid/Ruimtelijke%20ontwikkeling/Streekplan%20en%20provinciaal%20bestuursakkoord.aspx
- http://home.concepts.nl:
http://home.concepts.nl/~gemo/toekomst.htm
http://home.concepts.nl/~gemo/geschiedenis.htm
- www.bndestem.nl:
http://www.bndestem.nl/roosendaal/article717358.ece
- http://proto5.thinkquest.nl:
http://proto5.thinkquest.nl/~bge0130/roosendaal.htm
- www.roosendaalopinternet.nl:
http://www.roosendaalopinternet.nl/stationroosendaal/index.php?option=com_content&task=view&id=15&Itemid=48
http://www.roosendaalopinternet.nl/stationroosendaal/index.php?option=com_content&task=view&id=38&Itemid=67
- www.wikipedia.org:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Afbeelding:Lengte_ASW_NL.JPG
http://nl.wikipedia.org/wiki/Autosnelweg#Geschiedenis_van_de_autosnelwegen
http: //nl.wikipedia.org/wiki/Afbeelding:Nederlands-Verkeersbord-G1.png http://nl.wikipedia.org/wiki/Europese_weg_19
http://nl.wikipedia.org/wiki/A58
http://nl.wikipedia.org/wiki/Rijksweg_17
- Bibliotheek Roosendaal.
- Heemkundekring Roosendaal.
- De Grote Bosatlas editie 52.
- De Historische Bosatlas.
REACTIES
1 seconde geleden
M.
M.
In het werkstuk mis ik o.a. de wijk Westrand. Deze wijk beslaat een groot deel van Roosendaal en eerlijk gezegd ben ik ook heel benieuwd naar de diverse getallen van bijvoorbeeld het percentage niet-Westerse inwoners etc.
Het huiswerk is dus eigenlijk helemaal niet volledig. Nergens kan ik echter vinden waarom deze wijk niet nader onder de loep is genomen...
17 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Echt een goed werkstuk jongens! Mijn complimenten!
18 jaar geleden
Antwoorden