Mijn onderzoeksvragen zijn:
• Hoe groot is de veerconstante van de veer?
• Is het verband tussen kracht en uitrekking bij een elastiek hetzelfde als bij een veer?
Werkplan
Het opmeten van de uitrekking van een veer
Materialen: veer, statief, liniaal, gewichten, bakje om de gewichten op te zetten en een soort haak, die je aan de statief vastmaakt, waaraan je de veer kan hangen. We hebben eerst de opstelling gemaakt: eerst de “haak” aan de statief vast maken, dan het bakje aan de veer hangen, de veer aan de “haak” hangen en als laatst er voor zorgen dat als je de liniaal recht overeind zet dat het bakje dan bij 0 cm hangt, door de “haak” naar boven en beneden te schuiven. We zijn toen gaan meten, door gewichtjes op het bakje te zetten en op te meten hoe ver de veer uitrekt. We zijn bij 0,5 N (50 gram) begonnen en hebben elke keer 0,5 N (50 gram) erbij gezet totdat we bij de 4 N (400 gram) waren. Het opmeten van de uitrekking van een elastiek
Materialen: elastiek, statief, liniaal, gewichten, bakje om de gewichten op te zetten en een soort haak, die je aan de statief vastmaakt, waaraan je de elastiek kan hangen. Eerst hebben we de opstelling gemaakt. Die is bijna hetzelfde als bij het opmeten van de uitrekking van een veer, allleen hangt op de plaats van de veer een elastiek. Ook bij de elastiek hebben we er voor gezorgd dat als je de liniaal recht overeind zet het bakje bij 0 cm hangt, door de “haak” van boven naar beneden te schuiven. Bij de elastiek zijn we bij de 1 N (100 gram) begonnen met meten en hebben we er telkens 1 N bij gezet totdat we bij de 8 N (800 gram) waren. Ik heb toen de meetgegevens in een tabel en in een grafiek gezet (zie resultaten). Daarna heb ik de veerconstante van de veer uitgerekend met de formule C=F:U (veerconstante = kracht : uitrekking).
Resultaten
DE UITREKKING VAN DE VEER
Gewicht in N
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
Uitrekking in cm
2,0 3,9
5,8
7,9
9,5
11,6
13,5
15,2
DE UITREKKING VAN DE ELASTIEK
Gewicht in N
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
Uitrekking in cm
0,9
1,3
2,0
2,6
3,2
4,2
5,7
6,0 Conclusie De veerconstante = 0,26 Ncm. Om de veer 1 cm te laten uitrekken heb je dus een kracht van 0,26 N nodig. De veer heeft een lineair verband, dat betekent dat elke stap van 1 naar rechts even groot is. Je kan aan de rechte lijn zien dat het een lineair verband is. Bij de elastiek kan je de “veerconstante” niet berekenen. Daar is het zo dat in het begin je veel kracht nodig hebt om de elastiek 1 cm uit te rekken. Als je de elastiek verder uitrekt heb je minder kracht nodig om hem 1 cm uit te rekken, maar op den duur bereik je het einde van de rek in de elastiek en heb je steeds meer kracht nodig om de elastiek 1 cm uit te rekken. Dat zie je ook in de tabel. Met 2 N rek je hem maar 0,4 cm meer uit dan met 1 N. Met 7 N rek je de elastiek 1,5 cm verder uit als met 6 N. Met 8 N rek je de elastiek maar 0,3 cm verder uit als met 7 N. Je hebt hier dus meer kracht nodig om de elastiek 1 cm uit te rekken, als in het midden van de tabel.
Materialen: veer, statief, liniaal, gewichten, bakje om de gewichten op te zetten en een soort haak, die je aan de statief vastmaakt, waaraan je de veer kan hangen. We hebben eerst de opstelling gemaakt: eerst de “haak” aan de statief vast maken, dan het bakje aan de veer hangen, de veer aan de “haak” hangen en als laatst er voor zorgen dat als je de liniaal recht overeind zet dat het bakje dan bij 0 cm hangt, door de “haak” naar boven en beneden te schuiven. We zijn toen gaan meten, door gewichtjes op het bakje te zetten en op te meten hoe ver de veer uitrekt. We zijn bij 0,5 N (50 gram) begonnen en hebben elke keer 0,5 N (50 gram) erbij gezet totdat we bij de 4 N (400 gram) waren. Het opmeten van de uitrekking van een elastiek
Materialen: elastiek, statief, liniaal, gewichten, bakje om de gewichten op te zetten en een soort haak, die je aan de statief vastmaakt, waaraan je de elastiek kan hangen. Eerst hebben we de opstelling gemaakt. Die is bijna hetzelfde als bij het opmeten van de uitrekking van een veer, allleen hangt op de plaats van de veer een elastiek. Ook bij de elastiek hebben we er voor gezorgd dat als je de liniaal recht overeind zet het bakje bij 0 cm hangt, door de “haak” van boven naar beneden te schuiven. Bij de elastiek zijn we bij de 1 N (100 gram) begonnen met meten en hebben we er telkens 1 N bij gezet totdat we bij de 8 N (800 gram) waren. Ik heb toen de meetgegevens in een tabel en in een grafiek gezet (zie resultaten). Daarna heb ik de veerconstante van de veer uitgerekend met de formule C=F:U (veerconstante = kracht : uitrekking).
Gewicht in N
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
Uitrekking in cm
2,0 3,9
5,8
7,9
9,5
11,6
13,5
15,2
DE UITREKKING VAN DE ELASTIEK
Gewicht in N
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
Uitrekking in cm
0,9
1,3
2,0
2,6
3,2
4,2
5,7
6,0 Conclusie De veerconstante = 0,26 Ncm. Om de veer 1 cm te laten uitrekken heb je dus een kracht van 0,26 N nodig. De veer heeft een lineair verband, dat betekent dat elke stap van 1 naar rechts even groot is. Je kan aan de rechte lijn zien dat het een lineair verband is. Bij de elastiek kan je de “veerconstante” niet berekenen. Daar is het zo dat in het begin je veel kracht nodig hebt om de elastiek 1 cm uit te rekken. Als je de elastiek verder uitrekt heb je minder kracht nodig om hem 1 cm uit te rekken, maar op den duur bereik je het einde van de rek in de elastiek en heb je steeds meer kracht nodig om de elastiek 1 cm uit te rekken. Dat zie je ook in de tabel. Met 2 N rek je hem maar 0,4 cm meer uit dan met 1 N. Met 7 N rek je de elastiek 1,5 cm verder uit als met 6 N. Met 8 N rek je de elastiek maar 0,3 cm verder uit als met 7 N. Je hebt hier dus meer kracht nodig om de elastiek 1 cm uit te rekken, als in het midden van de tabel.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
C.
C.
Het is goed!
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
werkwijzej moet in gebiedende wijs ;)
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Heeel goed !
8 jaar geleden
Antwoorden