serieschakeling, parallelschakeling, stroomkring

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Voorkant pag. 1
Inhoudsopgave pag. 2
Inleiding pag. 3
Benodigdheden pag. 4
Proef 4 pag. 5
Proef 5 pag. 6
Proef 6 pag. 7
Slotwoord pag. 8

Inleiding

Dit is mijn verslag voor Natuurkunde over de proeven 4, 5 en 6. Ik vond het niet erg moeilijk de proeven uit de voeren. Ik heb ze samen met Lars gedaan, maar dit verslag doe ik alleen.
Proef 4 was erg makkelijk en ik begreep alles goed. Proef 5 was ook niet moeilijk. Alleen met Proef 6 heb ik enkele probleempjes gehad. Ik had een schematische tekening gemaakt (met hulp van U) alleen het uitvoeren bleek moeilijker dan voorzien. Het is uiteindelijk wel gelukt, en hier ziet U het resultaat.
Het verslag is als volgt ingedeeld:
Ik heb bij iedere proef 4 vragen:
- de onderzoeksvraag
- een werkplan
- de resultaten
- en de conclusie
Ik hoop dat dit werkstuk u bevalt.

Benodigdheden

Ik heb voor de proeven de volgende materialen nodig gehad:

- een batterij
- 2 lampjes
- 2 fittingen
- 2 schakelaars
- 7 snoertjes

Proef 4

1. Ik met deze proef onderzoeken wat de gevolgen en effecten van een serieschakeling zijn. De onderzoeksvraag is dan ook:

2. Wat zijn de gevolgen van een serieschakeling?

3. Ik wil de serieschakelingen als volgt in elkaar gaan zetten: (no. 1 is er een zonder schakeling, no. 2 is er een met)

4. Ik ben er in deze proef achter gekomen dat als er een breuk is in een serieschakeling dat dan de hele stroomkring niet meer functioneert.
De lampjes brandden zwakker dan een lampje tegen een batterij aangehouden, dit omdat je bij de ‘ batterijmanier ’ maar een lampje gebruikt en de stroom veel dichterbij is.
Als je een lampje eruit draait doet de andere het ook niet meer omdat alleen de fitting geen stroom geleidt, en de stroom alleen via het lampje kan.
Vervolgens heb ik een schakelaar op de stroomkring aangesloten, en toen ik die sloot ging het lampje branden omdat de stroomkring rond kon gaan. Toen ik de schakelaar opende ging het lampje uiteraard uit omdat de stroomkring werd onderbroken.
Het maakt niet uit waar je de schakelaar in de stroomkring plaatst.

5. Ik ben tot de conclusie gekomen dat een serieschakeling veel kwetsbaarder is dan parallelschakeling, omdat als een serieschakeling een keer wordt onderbroken, de hele serie het niet meer doet.

Proef 5

1. Ik wil met deze proef gaan onderzoeken wat de effecten en gevolgen zijn van een parallelschakeling. De onderzoeksvraag is dan ook:

Wat zijn de effecten van een parallelschakeling?

2. Ik wil de parallelschakelingen als volgt in elkaar gaan zetten: (no. 1 is er een zonder schakeling, no. 2 is er een met)

3. Ik ben er in met deze proef achter gekomen dat als je een parallelschakeling onderbreekt, je niet gelijk de hele stroomkring uitschakelt.
Als je een van de twee lampjes losdraait doet de andere het nog. Dit komt omdat het ene lampje niet afhankelijk is van de geleiding van het andere. Nadat ik een schakelaar heb geplaatst zoals in de tekening 2 bij 2. (hierboven) kon ik het ene lampje aanlaten en het andere lampje aan- en uitdoen. (dit natuurlijk door de schakelaar te openen en te sluiten.)

4. Ik ben er met deze proef achter gekomen dat een parallelschakeling veel makkelijker is dan een serieschakeling. Het belangrijkste effect van een parallelschakeling is dan ook dat je de lampjes niet afhankelijk zijn van elkaars geleiding.

Proef 6

1. Ik wil met deze proef gaan onderzoeken hoe je een stroomkring kan maken waarbij je lampje 1 alleen aan kan doen als lampje 2 aan is. In een auto kun je de mistlampen alleen aandoen als de gewone lampen al aan zijn. Dit is dus hetzelfde effect. De onderzoeksvraag is dan ook:

Hoe maak ik een stroomkring als bij mistlampen?

2. Mijn werkplan ziet er als volgt uit: (schematisch)

3. Ik ben er met deze proef achter gekomen, dat een stroomkring maken als op een schematische tekening niet zo makkelijk is als in de praktijk een stroomkring opzetten. Het is me toch gelukt (weliswaar met hulp van de lerares en Lars). Ik zag even door de draadjes het bos niet meer. Het is wel opgevallen dat de lampjes minder fel brandden door de lange weg die de stroom te gaan had, en door de twee lampjes.

4. Ik ben tot de conclusie gekomen dat de stroomkring als bij mistlampen helemaal niet zo moeilijk is als het lijkt.
Je maakt een stroomkring als bij mistlampen door een stroomkring te maken als in de tekening hierboven. (bij 2.)

Slotwoord

Dit was mijn verslag over de proeven 4, 5 en 6 voor Natuurkunde. Ik hoop dat ik alles volgens de regels heb gedaan, en het U beviel!