Fysica: verslag bepalen waterwaarde caloriemeter 2011-2012
a. Doel: We bepalen de waterwaarde van een caloriemeter.
b. Onderzoeksvraag: Van welke factoren is de waterwaarde van een caloriemeter afhankelijk?
c. Hypothese: We veronderstellen dat de waterwaarde afhankelijk is van de temperatuur en de massa’s van het water.
d. Benodigdheden: caloriemeter, 2 bekerglazen, 2 thermometers (waarvan 1 tot 50 °C tot op 0,1° nauwkeurig), maatglas 250 ml, bunsenbrander, driepikkel, gaas, lucifers
e. Werkwijze: -We gieten 200 ml (koud) water in de caloriemeter
- We verwarmen 100 ml water tot 40 à 45 °C
- We meten de temperatuur van zowel het koude als het warme w.
- We gieten het warme water zo snel mogelijk in de caloriemeter
- We roeren en lezen de eindtemperatuur af
f. Metingen en berekeningen:
Opgenomen warmte Afgestane warmte
m= 200 g m’= 100 g
cw= 4,19 . 103 J/kg°C = 4,19 J/g°C cw= 4,19 J/g°C
T= 23,0 °C T’= 55,0°C
en: Te= 32,0 °C
1) warmtehoeveelheid opgenomen door koud water:
Q1= cw . m . ΔT = cw . m . (Te – T) = 4,19 J/g°C . 200 g . (32,0 °C – 23,0 °C)
2) warmtehoeveelheid opgenomen door caloriemeter:
Q2= cw . μ . ΔT = 4,19 J/g°C . μ . (32,0 °C – 23,0 °C)
3) warmtehoeveelheid afgestaan door warm water:
Q’= cw . m’ . ΔT’ = cw . m’ . (T’ – Te) = 4,19 J/g°C . 100 g . (55,0 °C – 32,0°)
We weten door het behoud van warmte dat: AW = OW
dus: Q1 + Q2 = Q’
⇔ 4,19 J/g°C . 200 g . 9,0 °C + 4,19 J/g°C . μ . 9,0 °C = 4,19 J/g°C . 100 g . 23,0 °C
⇔ μ = (2300 g°C – 1800 g°C) 9 °C = 55,6 g
g. Besluit: - De waterwaarde van de gebruikte caloriemeter is 55,6 g.
- De waterwaarde van een lichaam is afhankelijk van de massa van het water en de temperatuur van het water. We aanvaarden de hypothese.
REACTIES
1 seconde geleden