Experiment 6.2 en 6.5

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 577 woorden
  • 12 februari 2009
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
27 keer beoordeeld

Onderzoeksvraag;
Wat is het verband tussen de vervorming en de kracht op het elastiekje en op een veer?

Verwachting;
Ik denk des te meer kracht je op het elastiekje zet, des te groter hij wordt.

Werkwijze en Benodigdheden;
* Je hebt nodig; liniaal, krachtmeter, spijker en elastiekje.
* Verder nog de standaard dingen; potloot, pen en gum.
* Maak een opstelling van figuur 6.15a (in je boek blz. 149)
* Meet de lengte van je elastiekje als het net niet uitgerekt wordt. De veerunster
moet nog 0 aangeven.

* Rek het elastiekje uit door er met de veerunster aan te trekken. Meet de lengte
van het elastiekje bij vijf waarden van de kracht. Noteer je metingen in een
een tabel met 3 kolommen.
* Herhaal de proef, maar gebruik nu een veer. Maak er weer een tabel van de
kracht en de lengte van de veer. Denk om het meten van de begin lengte.

Tabellen; Elastiekje; Veer;


Conclusie;
De verlenging van de veer is veel constanter dan de verlenging van het elastiekje bij het gelijkmatig verhogen van de trekkracht.

Vragen;
a. De begin lengte van het elastiekje is 7,5 cm.
1 N= 12 cm, 12-9 = 3
2 N= 17 cm, 17-9 = 8
3 N= 24 cm, 24-9 = 15
4 N= 29 cm, 29-9 = 20
5 N= 34 cm, 34-9 = 25
c. Gedaan.
d. Bij de kracht van 1,0 N word het elastiekje 3 cm uitgetrokken.
e. Je kan niet “vertrouwen” op de uitkomsten van het elastiekje omdat het
elastiekje meer uitrekt bij warmte en als het eenmaal te ver is uitgerekt is de

rek er uit.
f. Ja, dat geld ongeveer wel voor de veer.
g. Nee (zie antwoord e.)
h. Wat is het verband tussen de vervorming en de kracht op het elastiekje en op
en veer? Bij de veer geld; Als je de kracht 2 keer zo groot maakt, dan word de
uitrekking ook 2 keer zo groot. Bij het elastiekje licht dit anders namelijk;
Je kan niet “vertrouwen” op de uitkomsten van het elastiekje omdat het
elastiekje meer uitrekt bij warmte en als het eenmaal te ver is uitgerekt is de
rek er uit.


Onderzoeksvraag;
Hoe groot is de zwaartekracht (Fz) op voorwerpen met verschillende massa?

Verwachting;
Normaal ga ik ervan uit dat op een voorwerp van 100 gram massa, 0,98 N staat. Dus dat zal bij deze proef waarschijnlijk bewezen worden.

Werkwijze en Benodigdheden;
* Je hebt nodig; een paar voorwerpen (zoals: een etui en een gum e.d.) ook moet
je 5 precies gelijke blokjes hebben, verder nog een veerunster om de kracht te

meten die op het voorwerp staat.
* Verder nog de standaard dingen; potloot, pen en gum.
* Hang één blokje aan je veerunster. Lees af hoe groot de zwaartekracht is.
* Doe hetzelfde met 2, 3, 4 en 5 blokjes tegelijk. Noteer al je meetresultaten in 1
tabel met 3 kolommen: voor het voorwerp, en massa in g en de zwaartekracht
in N.
* Bevestig andere voorwerpen die je hebt één voor één aan je veerunster. Lees
af hoe groot de zwaartekracht is. Noteer de resultaten in je tabel. De massa
kun je niet invullen.

Voorwerp; Massa in Gram; Zwaartekracht in Newton;
Cilinder
Cilinder
Cilinder
Cilinder
Passer
Etui
Schaar
Veer
10
20
40
50

0,098
0,196
0,392
0,490
0,800
0,900
0,800
0,300

Conclusie;
Zie tabel

Vragen;
a. Als het voorwerp niet valt of omhoog gaat, dus als het voorwerp stil
gehouden wordt, is het gelijk aan de zwaartekracht.
b. Hoe meer blokjes je hebt, des te meer is de zwaartekracht.

Hoe groter de massa, des te groter is de zwaartekracht.
c. Als je de massa twee keer zo groot maakt, dan wordt de totale zwaartekracht
op de blokjes ook 2 keer zo groot.
d.
e. Passer 0,8 x0,98 = 0,784
Etui 0,9 x0,98 = 0,882
Schaar 0,8 x0,98 = 0,784
Veer 0,3 x0,98 = 0,294
g. De kracht die op 100 gram werkt; 0,98 Newton.

REACTIES

A.

A.

Goed gedaan! Ik had een idee nodig voor een onderzoek en dit lijkt me wel wat! Bedantk!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.