Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Osmose en aardappel

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • 3e klas havo | 559 woorden
  • 22 juli 2008
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6
23 keer beoordeeld

Achtergrond informatie

Diffusie is de verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie (= de hoeveelheid opgeloste stop per volume-eenheid) naar een plaats met een lage concentratie, bijv. In lokaal 1 stop je heel veel zuurstof, in lokaal 2 daarnaast haal je alle zuurstof weg, als je dan de verbindingsdeur tussen die lokalen openzet gaat de zuurstof naar lokaal 2 omdat daar de lage concentratie zuurstof is en in lokaal 1 een hoge concentratie zuurstof.
Diffusie kan ook plaatsvinden als 2 stoffen of gassen door een membraan (= een wand) worden gescheiden waar alle moleculen doorheen kunnen, zo’n membraan noem je doorlatend membraan of permeabel membraan. Sommige membranen hebben zulke kleine openingen (poriën) dat alleen watermoleculen erdoorheen kunnen, en de moleculen van de in het water opgeloste stof niet, zulke membranen heten halfdoorlatende membranen of semipermeabele membranen.

Als twee stoffen met een verschillende concentratie opgeloste stof van elkaar worden gescheiden door een semipermeabel membraan treedt er osmose op. Osmose is de waterverplaatsing van de oplossing met de hoogste concentratie naar de oplossing met de laagste concentratie opgelost stof.

Probleemstelling

Wat gebeurt er met aardappelstaafjes is een NaCl-oplossing?

Onderzoeksvraag

Worden aardappelstaafjes groter als je ze in een NaCl-oplossing legt?

Hypothese

Door osmose worden aardappelstaafjes groter als je ze in een NaCl-oplossing legt.

Materialen/opstelling

De volgende materialen hebben we gebruikt bij dit experiment:
- Een maatkolf van 100 ml
- Een reageerbuisrek
- 6 reageerbuisjes
- Een bekerglas van 250 ml
- Een pipet van 10 ml
- 6 aardappelstaafjes van 5 cm
- Een liniaal
- 6 etiketten

Werkwijze

We zijn op de volgende manier te werk gegaan:
- Maak we een NaCl-oplossing van 8% door 8 gram zout af te wegen op een weegschaal met daarop een weegpapiertje.
- Vul het bekerglas met gedestilleerd water.

- Doe het zout in de maatkolf, vul de maatkolf met ongeveer 50 ml gedestilleerd water uit het bekerglas.
- Nummer de reageerbuizen 1 t/m 6.
- Vul de reageerbuizen 1 t/m 5 met behulp van de pipet met 10 ml gedestilleerd water uit het bekerglas.
- De verschillende concentratie krijg je door een verdunningsreeks te maken.
- Pipetteer 20 ml 8% NaCl-oplossing in reageerbuis 6 maar schud of roer eerst even.
- Pipetteer 10 ml NaCl-oplossing van reageerbuis 6 naar reageerbuis 5, dat wordt 4%
- Doe dan 10 ml NaCl-oplossing van buisje 5 naar buisje 4, wordt 2%, tussendoor wel goed roeten en pipet goed doorspoelen.
- Doe dan 10 ml NaCl-oplossing van buisje 4 naar buisje 3, wordt 1%.
- Doe dan 10 ml NaCl-oplossing van buisje 3 naar buisje 2, wordt 1.5%.
- In buisje 1 zit al 10 ml gedestilleerd water, is 0%
- Pipetteer uit buisje 2 10 ml NaCl-oplossing en gooi dat weg zodat je in elk buisje nu 10 ml hebt zitten.
- Dit was de verdunningsreeks.
- Maak 6 aardappelstaafjes precies 5cm lang.
- Doe de aardappelstaafjes in de buisjes 1 t/m 6. Zet je naam op het rekje.
- Meet de staafjes een aantal keer vandaag en morgen.

- Maak een PO over dit experiment.

Resultaten

Wij hebben het proefje op woensdag het 5e uur gedaan, op woensdag het 7e uur hebben we de eerste keer gemeten, op donderdag het 1e uur hebben we de tweede keer gemeten.

Woensdag:

Nummer van het reageerbuisje                 Grootte van de aardappelstaafjes in cm
1                                                                5
2                                                                5.1
3                                                                4.8
4                                                                4.5
5                                                                4.7
6                                                                4.5

Donderdag:
Nummer van het reageerbuisje                 Grootte van de aardappelstaafjes in cm

1                                                                4.8
2                                                                5.1
3                                                                4.7
4                                                                4.3
5                                                                4.5
6 4.2

Conclusie


Mijn hypothese was onjuist, de aardappelstaafjes van ons werden kleiner in plaats van groter.

Discussie


We konden dit experiment betrouwbaarder maken als we ook de breedte van de aardappelstaafjes hadden gemeten, de staafjes konden in plaats van groter ook breder worden.

Literatuuropgave


Ik heb mijn informatie uit het biologieboek (Biologie voor Jou).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.