Onderzoek of gist leeft
Gist is een eencellige schimmel, dat in staat is zich zeer snel te vermeerderen.
Gisten worden in het wild aangetroffen in de grond, op de schillen van fruit en in stof. Enkele wilde gisten worden gekweekt en gebruikt bij het bakken van brood en het brouwen van bier en het maken van wijn.
Een belangrijke voedsel bron van gist is suiker.
Conserveer methoden
Een manier om de micro-organismen, die ons voedsel bederven, uit te schakelen is door het voedsel te conserveren. Zodat de omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig worden gemaakt. Deze bacteriën en schimmels gaan dan dood
De meeste bacteriën en schimmels gaan dood bij lage of hoge temperatuur. Conserveren kan door invriezen, pasteuriseren, inblikken en drogen.
Bij invriezen moet je het voedsel meteen klaarmaken want bij ontdooien kunnen de bacteriën en schimmels zich weer voortplanten.
Bij verhitting bij pasteuriseren en steriliseren gaan ze ook dood.
Nog een manier om voedsel te conserveren is het toevoegen van conserveermiddel.
Doel Het doel is om erachter te komen of gist leeft en door wat en hoeveel toe te voegen de gist dood gaat. Er zitten namelijk micro organisme in gist en die micro organisme moeten we zien dood te krijgen. We hebben wel een regel. Dat is dat het wel eetbaar moet blijven.
Hypothese Ik verwacht dat na ongeveer een 150 milligram zout de gist geen belletjes meer laat. Maar om dit te controleren moeten we nog eerst de proef uitvoeren. Werkwijze De methode om te testen of gist leeft is door gist met suiker waar gist van houd en water te laten ademen.
Bijnodigheden : suiker
Water
2 reageerbuisjes
slangetje
kurk
gistcellen
400 mg zout
1 Rekje voor reageerbuisjes
De opstellingen van het proefje zet ik 2 x klaar met mijn groepje waarin in werk.
· We hebben dus een rekje met daarin 2 reageerbuisjes.
· Eén buisje met suikerwater en gistcellen. En een ander buisje met alleen water.
· Op het buisje met de gistcellen zetten we een kurk met een gat erdoorheen.
· Door dat gat doen we het slangetje. Het uiteinde van dat slangetje doen we ongeveer 2 centmeter onder het water van het bakje met alleen water.
· Nu tellen we om de 3 minuten hoeveel belletjes uit het buisje komen.
· En om de 3 minuten doen we 1 milligram zout bij de gist.
Zo gaat de gist op een gegeven moment dood.
Een iemand van het groepje van vier houdt de tijd bij.
Een iemand telt de belletjes
Een iemand doet de controleproef met de tweede opstelling. Bij de controleproef voegen we geen zout toe
De laatste persoon voegt steeds het zout toe.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
G.
G.
je hebt hier waarschijnlijk geen goed cijfer voor gekregen!
12 jaar geleden
Antwoorden