Fotosynthese practicum

Samenvatting: We hebben onderzocht welke invloed (zon)licht heeft op de werking van fotosynthese in een blad. We hebben dit gedaan door een blad eerst een geruime tijd deels af te dekken met aluminiumfolie om het zonlicht bij een deel van het blad weg te houden. We hebben daarna een blad gedompeld in kokend water en het geheel ontkleurd in een bekerglas met alcohol. Vervolgens hebben we het ontkleurde blad overgoten met joodoplossing om zo te zien waar zetmeel was gevormd en waar niet. We kwamen tot de conclusie dat in het afgedekte deel geen zetmeel was gevormd en in het niet afgedekte deel wel zetmeelvorming had plaatsgevonden. Inleiding: Om energie te verkrijgen moeten planten fotosynthese uitvoeren. Voor fotosynthese zijn licht CO2 en water nodig. Bij de fotosynthese zijn twee fasen te onderscheiden. De lichtreactie en de donkerreactie. Het licht wordt opgenomen in de chloroplasten van het blad. Bij de lichtreactie wordt de zuurstof samen met water omgezet in koolstofketens en energie. Bij de donkerreactie worden deze reactie producten van de lichtreactie gebruikt. Uit de ATP die bij de lichtreactie gevormd is wordt glucose gevormd. Planten hebben chloroplasten in hun cellen. Chloroplasten bevatten chlorofyl, waarmee energie uit zonlicht kan worden vastgelegd in moleculen van organische stoffen. Planten zijn daardoor autotroof. De meeste autotrofe organismen verkrijgen energierijke elektronen door gebruik te maken van licht. Deze organismen worden foto-autotroof genoemd. De koolstofassimilatie die bij deze organismen plaatsvindt wordt fotosynthese genoemd. Planten hebben bladgroen waardoor fotosynthese mogelijk wordt. Bladgroen is een verzamelnaam voor verschillende fotosynthetische pigmenten. Bij planten zitten deze pigmenten in de chloroplasten. Bij fotosynthese komt zuurstof vrij. De glucose die bij fotosynthese ontstaat wordt in bladeren van planten bijna meteen omgezet in zetmeel. Zetmeel kan worden aangetoond met een joodoplossing. Er treedt dan blauwkleuring op. Een vereenvoudigde reactievergelijking van fotosynthese is: 6CO2 + 12 H2O + E (pijl (geeft reactie door bladgroen weer)) C6H12O6 + 6H2O + 6O2

Onderzoeksvraag: Wat is de invloed van licht op de vorming van zetmeel in een blad? Hypothese: Zonder licht zal er geen zetmeelvorming plaatsvinden in een blad. Materiaal en Werkwijze: Materiaal: - een blad van een plant waarvan de bladeren gedeeltelijk zijn afgedekt met aluminiumfolie en die gedurende 24 uur in het licht heeft gestaan - een groot bekerglas met 400 ml water - een gasbrander met een driepoot en een brandergaasje - een pincet - een middelgroot bekerglas - alcohol - een petrischaaltje - joodoplossing Werkwijze: - Verwijder het aluminiumfolie van het blad en maak een tekening van het blad. Geef aan welk deel afgedekt was. - Breng het water in het grote bekerglas aan de kook - Dompel het blad gedurende 15 seconden in het kokende water - Haal het blad met het pincet uit het kokende water en doe het in het middelgrote bekerglas - doof de brander - Schenk alcohol in het middelgrote bekerglas tot het blad onderstaat - Zet het middelgrot bekerglas in het grote bekerglas - Haal het blad uit het water zodra het ontkleurd is - Leg het blad goed uitgespreid op het schaaltje. Giet joodoplossing over het hele blad. - Leg het blad op een drogend oppervlak en maak opnieuw een tekening. Resultaten: Voor de tekeningen van het blad zie bijlage. Conclusie: Onze hypothese was correct. In het deel van het blad dat was afgedekt werd geen zetmeel waargenomen na de onderdompeling in de joodoplossing.(het afgedekte deel werd niet blauw) Alleen in het gedeelte van het blad dat niet afgedekt was heeft dus fotosynthese en zetmeelvorming plaatsgevonden. Discussie: De conclusie bewijst dat zonder licht geen fotosynthese heeft kunnen plaatsvinden, en dus ook geen zetmeelvorming in het afgedekte deel van het blad. Omdat er geen zetmeel was gevormd kleurde het afgedekte deel na blootstelling aan een joodoplossing niet blauw. Foutendiscussie: We hadden een te klein bekerglas met alcohol, waardoor we, voordat we het middelgrote bekerglas in het grote bekerglas konden doen, eerst het alcohol moesten overgieten en het blad moesten verplaatsen naar een nieuw bekerglas. Dit heeft volgens ons echter alleen invloed gehad op de duur van de ontkleuring van het blad, niet op het uiteindelijke resultaat. Literatuurlijst: 1. Practicumblad van de proef met aanwijzingen

2. Biologie voor jou Vwo B2, Deel 1 Malmberg 2000 Blz. 8 en 119