Assimilatie bij waterpest, dissimilatie bij gistcellen

Assimilatie bij waterpest

Resultaten:
(plak hier je grafiek)

Verklaring resultaten:
Bij de waterpest vind assimilatie plaats, in dit geval fotosynthese. Voor fotosynthese heeft een plant een aantal dingen nodig; H2O, CO2 en licht. In de proef kwam het licht voor in de vorm van een lamp. Bij fotosynthese is het doel van de plant om glucose te maken, hierbij komt O2 vrij. Wij hebben gezien dat de plant O2 vrijgaf als bubbels. Deze werden dan ook gemeten. De vrijgekomen zuurstof is dus het bewijs voor het feit dat er in de plant fotosynthese heeft plaatsgevonden.

Conclusie:

De waterpest heeft geassimileerd. ( Er glucose gemaakt en er kwam zuurstof vrij, met behulp van energie in de vorm van licht).

Dissimilatie bij gistcellen

Resultaten:
(plak hier je grafiek)

De reactie kwam traag op gang, dit is te zien aan de lijn die in het begin maar zeer matig stijgt.

Verklaring resultaten:

Bij dissimilatie is de eerste stap altijd glycolyse, hieruit ontstaat 2x pyrodruivenzuur. Hierbij wordt 2 ATP gevormd uit 2 ADP en 2P. Ook wordt uit 2NAD 2NADH2 gevormd, NAD is dus een co-enzym die als waterstofacceptor werkt tijdelijk. Pyrodruivenzuur is giftig dus wordt nu eerst omgezet in ethanal en CO2. Dit gebeurt met behulp van het enzym carboxylase. Deze CO2 meten wij. Hierna wordt de ethanal omgezet in ethanol, waarbij de NADH2 zijn H’s afstaat aan de ethanol. Misschien had het enzym carboxylase een lage concentratie van zijn co-enzym, waardoor de werking van carboxylase vermindert. Later is het co-enzym in concentratie toegenomen, waardoor de werking toenam, en meer pyrodruivenzuur kon worden omgezet. Daardoor kwam weer meer CO2 vrij die wij hebben gemeten. Ook is het mogelijk dat de werking van het enzym door de temperatuur is beïnvloed, elk enzym heeft namelijk een bepaald optimumtemperatuur.

Ook is de temperatuur gestegen omdat dissimilatie een exotherm proces is, er komt warmte bij vrij.

Conclusie:

De gistcellen hebben gedissimileerd. (Ze hebben energie vrijgemaakt in de vorm van ATP en er ontstond CO2 en glucose).