Taak: Glaciale werking
Van sneeuw tot ijs
Een gletsjer ontstaat op een top van een berg. Als het er genoeg sneeuwt drukken de lagen sneeuw zich tot een vastere massa. Het moet natuurlijk wel elk jaar meer sneeuwen dan er sneeuw smelt.. De vaste massa dat gevormd wordt noemt ‘finn’. Finn is een materie waarvan de kristallen van de sneeuw dus zijn samengeperst, maar toch geen ijs noch sneeuw vormt. De gletsjer beweegt zich zeer traag voort, tot enkele millimeters per dag op een maximum snelheid in normale omstandigheden. Door de zwaartekracht en de vele kleine bewegingen van de ijskristallen kan de gletsjer bewegen. Er zijn verschillende soorten gletsjers , een daarvan is de dalgletsjes, deze beweegt zich via een rivier die zich in een dal bevind (tussen 2 bergen), een ijskap is eerder een continentale gletsjer; het is een grote koepel die in het midden dikker is dan aan de zijkanten. Door de druk van deze zijkanten kan ze voortbewegen in alle richtingen.
Glaciale erosie
Glaciale erosie is een natuurlijke kracht, ze bewegen zeer traag maar hun stuwkracht is des te groter. Ze eroderen omdat ze bewegen en hun puin meedragen. Aan de soort van erosie valt te zien of ze sporen nalaten.Meestal laten ze diepe sneeën of kerven na. Het puin dat ze meenemen kerft in het gesteente en laat deze na, ze zijn zeer typerend. Soms ontstaan er hangende valleien, deze ontstaan als er gletsjers in een dal traag zich vooruit bewegen en daardoor de randen uitkerven. Je krijg een U-vorm of V-vorm in je dal.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
*dalgletsjer
12 jaar geleden
Antwoorden