Bertrand Russell

Inleiding

Dit p.o. gaat over de filosoof en wiskundige, Bertrand Russell. Ik heb Bertrand Russell gekozen omdat hij op de studiewijzer als laatste op lijst stond (nummer 16, 1872-1970) en hij dus het meest van deze tijd is. Dat betekende dus dat een p.o. over hem maken het moeilijkste is omdat hij het meest ingewikkelde heeft uitgevonden en er niet veel over hem bekend is vergeleken met de andere 15 op de lijst. Om eerlijk te zijn had ik niet verwacht dat het zo moeilijk zou zijn. Ik had nog nooit van Bertrand Russell gehoord en dat maakte het eigenlijk wel heel leuk, toen ik een paar boeken had gelezen kwam ik meer te weten over het leven van Bertrand Russell. Op het Internet was het meeste in het Engels, maar had ik wel wat dingen gevonden over de paradox in het Nederlands. De Russellparadox is erg ingewikkeld maar het is wel leuk als je begrijpt wat ermee bedoeld wordt en waarom hij zo anders is dan de verzamelingenleer. Bertrand Russell heeft een heleboel logica boeken geschreven en daar kom je meer over te weten in zijn levensbeschrijving waarin zijn boeken het grootste onderwerp van gesprek zijn. Een van zijn belangrijkste boeken is Principia Mathematica dat hij samen met Alfred North Whitehead schreef.
Ook is er een school naar Russell vernoemd, genaamd: Bertrand Russell College, in Krommenie in de provincie Noord-Holland.
Bertrand Russell leefde erg lang, hij werd geboren op 18 mei 1872 en stierf op 2 februari 1970 en werd daarmee 97 jaar, er is dus heel veel te vertellen over het leven van Russell doordat hij zo lang geleefd heeft.

In dit p.o. ga ik de volgende vragen beantwoorden:
o Wat is de levens beschrijving van Bertrand Russell?
o Van wanneer tot wanneer leefde Bertrand Russell, en wie waren eveneens beroemde tijdgenoten, wiskundigen of niet wiskundigen?
o Welke boeken heeft Bertrand Russell geschreven?
o Was Bertrand Russell ook buiten de wiskunde bekend?
o Wat houdt de paradox van Russell in en wat is het verschil met de verzamelingenleer?

De levensbeschrijving van Bertrand Russell

Bertrand Arthur William Russell werd op 18 mei 1872 geboren. Zijn moeder en zijn zus stierven in 1874, toen hij twee was, aan difterie, en achttien maanden later overleed zijn vader. Hij had 1 broer, Frank, hij was 7 jaar ouder dan Bertrand. Hij en zijn broer werden geadopteerd door hun grootouders. Frank werd naar een kostschool gestuurd. Bertrands grootvader stierf nog geen drie jaar later. Bertrand werd opgevoed door zijn grootmoeder.
Russell sprak vloeiend Duits en Engels. Op zijn elfde leerde zijn broer, Frank, hem meetkunde.
In 1888 ging Russell naar een militaire kostschool, waar hij werd klaargestoomd voor de examens waarmee een beurs kon worden gewonnen voor de universiteit van Cambridge. Russell won een beurs voor Trinity College, waar hij zich in oktober 1890 inschreef om wiskunde te gaan studeren. De eerste drie jaar studeerde Russell wiskunde. Het vierde jaar filosofie dat hij studeerde bij Henry Sidgwick, James Wars en G.F. Stout. Russell behaalde in 1893 een eerste graad in het wiskunde examen, de zogenaamde Mathematics Tripos. Wie een eerste graad behaalde kreeg de titel Wrangler, en hij was de zevende Wrangler. Het jaar daarop haalde hij een eerste graad in het examen filosofie.
Russell ontmoette in 1889 Alys Pearsall Smith, een Amerikaanse die vijf jaar ouder was dan hij. Hij trouwde met haar in 1894. De familie van Russell vond haar uiterst ongeschikt en zei tegen hem dat hij in ieder geval geen kinderen mocht krijgen, omdat er krankzinnigheid in zijn familie voorkwam. Zowel zijn oom William, die in een psychiatrische inrichting zat, als zijn tante Agatha, die aan waanideeën leed en met het ouder worden steeds excentrieker werd, dienden als bewijs.
Samen met Alys ging hij naar Berlijn, waar hij een studie maakte van de Duitse sociaal-democratie en er een boek over schreef. Dat was zijn eerste boek, het eerste van het buitengewone aantal van eenenzeventig boeken en pamfletten (de talloze artikelen niet meegerekend) die hij in zijn leven publiceerde. German Social Democracy werd een jaar later gevolgd door de publicatie van zijn proefschrift, An Essay on the Foundations of Geometry. Vervolgens publiceerde Russell in 1900 A Critical Exposition of the Philosophy of Leibniz. Dat hij dat boek schreef was een toeval, maar voor hem wel een heel belangrijk toeval.
In juli 1900 ontmoette Russell op het internationaal Filosofisch Congres in Parijs de Italiaanse logicus Giuseppe Peano. Russell las Peano’s werken gretig en begon zijn werken te verbeteren, uit te breiden en toe te passen. Russell schreef binnen een paar maanden een volledige kladversie van wat later zijn eerste belangrijke werk zou worden: The Principles of Mathematics. Het boek werd in 1903 gepubliceerd.
Russell vond dat hij niet meer van zijn vrouw hield en vertelde haar dat. Hij geloofde in die tijd dat je in intieme relaties de waarheid moest spreken. Het resultaat was diepe treurnis voor de negen jaar die ze daarna nog samenwoonden. Bijna tegelijkertijd vond er een omwenteling plaats in zijn emotionele leven doordat hij getuige was van het emotionele lijden van Evelyne Whitehead, de zieke vrouw van zijn voormalige leermeester, Alfred North Whitehead.Hij zag de erge eenzaamheid waarin iemand verkeerd die diep lijdt, en zijn kijk op de wereld veranderde van het ene moment op het andere. Op dat moment ontstond volgens hem zijn pacifisme, zijn verlangen naar kinderen, het begin van het diepe gevoel dat wij allemaal uiteindelijk en onherroepelijk alleen zijn. Die ervaring heeft hij op een ontroerende manier beschreven in zijn autobiografie. In zijn wiskundige werk, dat hem anders misschien troost had kunnen bieden, vond een soortgelijke omwenteling plaats. Die was het gevolg van een ontdekking van een paradox. Het resultaat was dat het werk van Russell twee jaar lang stagneerde. Voortdurend zat hij tegen een wit vel papier aan te kijken en vroeg zich af hoe het nu verder moest. Tegen die tijd werkte hij aan Principia Mathematica, dat begonnen was als deel twee van The Principles of Mathematics. Dit tweede deel zou de formele uitwerking bevatten van de ideeën die in The Principles aangestipt waren en het zou een volledigere behandeling geven van een aantal problemen die nog waren blijven liggen. Maar omdat er veel meer nodig was om de doelstelling van dit project te verwezenlijken riep Russell hulp in van Whitehead en vanaf dat moment, tot 1910, waren zijn geestelijke inspanningen gewijd aan dit werk. De filosofische aspecten, en het feitelijk schrijven van het formele gedeelte deed Russell. Whitehead leverde belangrijke bijdrage aan de notatie en aan de uitwerking van veel bewijzen. Russell beweerde dat hij elk jaar acht maanden werkte aan Principia Mathematica, tien tot twaalf uur per dag. Toen het maniscript eindelijk bij de Cambridge University Press werd afgeleverd, was het zo groot dat het per rijtuig vervoerd moest worden. Het boek zou een verlies van zeshonderd pond maken, de University nam de helft voor hun rekening en ze kregen van de Royal Society een subsidie van tweehonderd pond. Dat betekende dat dit jarenlange werk beloond werd met een verlies van vijftig pond elk. Maar de werkelijke beloning was geweldig. Russell werd op de buitengewone leeftijd van 35 gekozen to Fellow van de Royal Society. Hij wilde zich net kandidaat stellen voor Bedford in de verkiezingen van 1911, toen zijn campagneleiders erachter kwamen dat hij niet van plan was voor de kiezers geheim te houden dat hij een agnost was en niet naar de kerk ging. Toen kozen ze een andere kandidaat.
Maar toen kwam er iets veel geschikters op zijn weg: Trinity College bood hem een vijfjarige benoeming aan als docent, en Russell ging het leven leiden als een don, een wetenschappelijk medewerker van een college. Hij schreef een dun boekje dat een klasieker werd: The problems of Philosophy, tot op heden de best korte inleiding tot filosofie.
In 1914 bezocht Russell de VS, waar hij onder andere colleges gaf aan de Harvard University. Die colleges werden vervolgens in boekvorm gepubliceerd onder de titel Our Knowledge of the External World.
De eerste wereld oorlog brak uit en Russell vond dat het uitbreken van de vijandelijkheden in 1914 geen enkel principe diende en geen enkel voordeel beloofde, maar alleen het resultaat was van de grillen van politici, en dat de beschaving weggespoeld dreigde te worden in een bandjir van verspilde jonge levens. Russell kwam zelf verschillende keren als gevolg van zijn anti-oorlogactiviteiten in aanvaring met de wet. In 1916 werd hij vervolgd vanwege een artikel dat hij had geschreven en kreeg een boete van honderd pond. Hij weigerde te betalen, zodat er beslag werd gelegd op zijn bezittingen. Zijn vrienden waren echter zo aardig om ze op te kopen en aan hem terug te geven, wat zijn daad ongedaan maakte. In 1918 kreeg hij zes maanden gevangenisstraf vanwege een artikel waarin hij schreef dat de Amerikaanse troepen die naar Europa kwamen, misschien gebruikt zouden worden om stakingen te breken, iets wat ze in hun eigen land hadden gedaan. Vanwege zijn connecties werd hij in de zogenaamde eerste afdeling van de gevangenis geplaatst, wat betekende dat hij een cel voor zichzelf had en boeken mocht lezen. Dus las en schreef hij. Hij voltooide een heel boek, An Introduction to Mathematical Philosophy, en begon aan een ander. In september 1918 werd hij vrijgelaten. Een van de vele veranderingen die de oorlog in het leven van Russell bracht, was een verbreding van zijn literaire activiteiten. In die jaren schreef hij twee niet filosofische boeken: Principles of Social Reconstruction, in 1916 gepubliceerd, en Roads to Freedom, in 1918 gepubliceerd.
In 1920 werd Russell opnieuw verliefd, deze keer op een jonge studente uit Girton, bij Cambridge , die Dora Black heette. In 1921 reisden Black en Russell samen naar China waar Russell was uitgenodigd om een jaar gastcolleges te geven aan de universiteit van Peking. Aan het eind van zijn verblijf in Peking kreeg Russell ernstige bronchitis en ging bijna dood. Alys had eindelijk toegestemd in een scheiding en zo konden Bertrand en Dora in 1921, na terugkomst in Engeland trouwen. Kort daarop werd hun eerste zoon geboren, John Conrad, twee jaar later gevolgd door een dochter, Kate.
Russell ging in de jaren twintig twee keer naar Amerika voor een lezingencircuit. Hij publiceerde onder andere boeken The A.B.C. of Relativity, The A.B.C. of Atoms, What I believe, On education, Sceptical Essays, Marriage and Morals en The Conquest of Happiness. Sommige daarvan waren een financieel succes en sommige veroorzaakten een schandaal, vooral door hun vrijzinnige opvattingen over seksualiteit. De filosofie verwaarloosde hij ook niet. Zijn Analysis of Mind, begonnen in de gevangenis, verscheen in 1921. In 1925 werd hij uitgenodigd om de Tarner Lectures in Cambridge te geven, en die werden in 1927 gepubliceerd onder de titel The Analysis of Matter. Hij schreef ook een inleidend handboek getiteld An Outline of Philosophy.
Russell kocht een huis in Cornwall, zodat hij daar met zijn gezin de zomers kon doorbrengen. Toen John en Kate de schoolgaande leeftijd hadden bereikt besloten hij en Dora hun eigen school te stichten, zodat hun kinderen het onderwijs kregen dat zij het beste vonden. Ze huurde het buitenhuis van Russells broer in de South Downs en begonnen een school met twintig leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd. Het was niet echt een succes. De leraren bleken een probleem. Russell en Dora slaagden er nooit in onderwijzers te vinden die hun principes consequent in praktijk brachten, dat wilde zeggen vrijheid toestaan en discipline bijbrengen.
In 1931 stierf Russells broer onverwachts en Bertrand erfde de adellijke titel. Het huwelijk van Russell kwam onder druk te staan van zowel de school als de diverse activiteiten waar de beide echtelieden zich mee bezig hielden. Russell maakte er geen bezwaar tegen dat Dora affaires had, maar hij wilde niet verantwoordelijk zijn voor de kinderen die daar eventueel uit geboren zouden worden. Dora werd zwanger van een Amerikaanse minnaar en het kind werd aanvankelijk onder zijn naam ingeschreven. Maar toen hij later de naam van het meisje als zijn dochter in de Debrett vermeld zag staan, begon hij een procedure om die te laten verwijderen. Na het mislukken van de school en de scheiding van Dora, tezamen met de financiële last die hij van zijn broer had geërfd, was Russell nog steeds genoodzaakt om van zijn pen te leven. In 1923 publiceerde hij The Scientific Outlook en in 1934 een van zijn beste boeken, een politiek-historisch werk getiteld Freedom and Organization 1814-1914. In 1935 publiceerde hij In Praise of Idleness en in 1936 Which Way to Peace?. In dat boek formuleerde hij opnieuw zijn pacifisme en zijn voorkeur voor het idee van een wereldregering. In 1937 publiceerde Russell The Amberly Papers, een uit drie delen bestaande levensbeschrijving van zijn ouders.
Terwijl hij aan het boek Freedom and Organization werkte, kreeg Russell hulp van een jonge vrouw die eerder op zijn school had lesgegeven. Zij werd eerst zijn minnares en later, in 1936, zijn derde vrouw: Patricia Spence. In 1937 kregen ze een zoon, Conrad. Ze verhuisden naar de omgeving van Oxford, waar Russell een reeks colleges gaf en discussies voerde met jongere filosofen, onder wie A.J. Ayer. In 1938 publiceerde hij Power, A New Social Analysis en zijn Oxford colleges: Words and Facts, werden zijn volgende filosofische boeken.
Russell werkte als docent aan de University of California in Los Angeles. Russells contract periode was nog niet voor de helft voorbij toen hij plotseling werd ontslagen omdat hij zijn colleges niet goed zou voorbereiden. Die colleges werden vervolgens gepubliceerd als, verre weg het meest succesvolle boek van Russell zowel populair als financieel.
Russell werkte als docent in Cambridge, en hij publiceerde in 1945 A History of Western Philosophy en in 1948 Human Knowledge: its scope and Limits. Dit was Russells laatste grote filosofische werk en hij was teleurgesteld dat het zo weinig aandacht kreeg van de filosofische wereld.
In 1956 schreef Russell zijn autobiografie, My Philosophical Development, dat een overzicht geeft van zijn opvattingen sinds zijn kindertijd.
Vanaf het midden van de jaren vijftig tot aan zijn dood in 1970, voerde hij met een jonge man campagne tegen de wapenwedloop en tegen de oorlog. Dat leverde hem onder andere een nieuwe gevangenisstraf op, die vanwege zijn hoge leeftijd (hij was inmiddels al in de negentig) werd omgezet in een verblijf van een week in een gevangenishospitaal.
Bertrand Russell stierf op 97 jarige leeftijd op 2 februari in 1970.

Van wanneer tot wanneer leefde Bertrand Russell, en wie waren eveneens beroemde tijdgenoten, wiskundigen of niet wiskundigen?

Geboorte- en sterfdatum van Russell:
Bertrand Arthur William Russell was geboren op 18 mei 1872 in Engeland, en stierf op 2 februari 1970 in Engeland.

Eveneens belangrijke tijdgenoten van Russell waren:

Belangrijke wiskundigen:
Alfred North Whitehead was geboren op 15 februari 1861, en stierf op 30 december 1947.
Einstein was geboren op 14 maart 1879, en stierf op 18 april 1955.
Giuseppe Peano was geboren op 27 augustus 1858, en stierf op 20 april 1932.

Hij [Peano] was een man die ik zeer bewonderde, meteen vanaf het moment van onze eerste ontmoeting in 1900 bij een filosofiecongres, dat hij domineerde door de exactheid van zijn geest.
- Bertrand Russell 1932

http://nl.wikipedia.org/wiki/Giuseppe_Peano

Staatshoofden uit de tijd van Russell:
J.F. Kennedy was geboren op 29 mei 1917, en stierf op 22 november 1963.
Dwight David Eisenhower was geboren op 14 oktober 1890, en stierf op 28 maart 1969.
Koningin Elizabeth de tweede van Engeland is geboren op 21 april 1926 en is de koningin van Engeland.
Koning George de zesde van Engeland was geboren op 14 december 1895, en stierf op 6 februari 1952.

Andere belangrijke tijdgenoten:
Adolf Hitler was geboren op 20 april 1989, en stierf op 30 april 1945.
Martin Luther King was geboren op 15 januari 1929, en stierf op 4 april 1968.
Elvis Presley was geboren op 8 januari 1935, en stierf op 16 augustus 1977.
Sir Winston Leonard Spencer Churchill was geboren op 30 november 1874, en stierf op 24 januari 1965. Hij was een Brits staatsman.

Welke boeken heeft Bertrand Russell geschreven?

Gepubliceerde boeken van Bertrand Russell
Russell heeft meer dan tachtig boeken, en honderden artikels geschreven. De meest complete lijst van zijn publicaties staat in A Bibliography of Bertrand Russell, geschreven door Kenneth Blackwell en Harry Ruja. Een minder gedetailleerde maar nog steeds een uitgebreide lijst van Russells publicaties staat in The Philosophy of Bertrand Russell, geschreven door Paul Arthur Schilpp.
De meest belangrijke boeken van Russell zijn de volgende:
1896: German social democracy
1897: An Essay on the Foundations of Geometry
1900: A Critical Exposition of the Philosophy of Leibniz.
1903: The Principles of Mathematics
1910, 1912, 1913: (met Alfred North Whitehead) Principia Mathematica
The Problems of Philosophy
1914: Our Knowledge of the External World.

1916: Principles of Social Reconstruction

1918: An Introduction to Mathematical Philosophy

1918: Roads to Freedom
1919: Introduction to Mathematical Philosophy
The A.B.C. of Relativity
The A.B.C. of Atoms
What I believe
On education
Sceptical Essays
Marriage and Morals
The Conquest of Happiness.

1921: Analysis of Mind

1927: The Analysis of Matter, An Outline of Philosophy

1923: The Scientific Outlook
1931: The Scientific Outlook
1935: In Praise of Idleness en in 1936 Which Way to Peace?

1937: The Amberly Papers

1938: Power, A New Social Analysis, Words and Facts

1945: A History of Western Philosophy

1948: Human Knowledge: its scope and Limits

1956: autobiografie, My Philosophical Development

Was Bertrand Russell ook buiten de wiskunde bekend?

Russell leverde een bijdrage aan het debat over moraal, politiek, religie, onderwijs en vraagstukken van oorlog en vrede. Hij beschouwde die bijdrage niet als filosofisch. Russell beschouwde filosofie als een formele discipline die zich bezighoudt met abstracte vraagstukken van logica, kennis en metafysica. Die andere onderwerpen waren volgens hem een geval van emotie en meningen, omdat ze gaan over de praktische kanten van het leven. Hij was geïnteresseerd in de praktische vragen en concrete problemen vooral na het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Politiek gezien bleef Russell zijn hele leven geheel links. Na de eerste wereldoorlog werd hij lid van de Labour Party en stelde zich in twee verkiezingen beschikbaar voor het parlement. In de jaren zestig verscheurde hij zijn lidmaatschapskaart uit afschuw over de steun die Harold Wilson verleende aan de Amerikaanse oorlog in Vietnam.
Tijdens de tweede wereldoorlog was Russell uiteindelijk toch voorstander van de Britse inmenging. Hij gebruikte hiervoor het begrip relatief pacifisme: oorlog is altijd slecht, maar in uitzonderlijke gevallen is het het minste van meerdere kwaden en is het gerechtvaardigd. Bertrand Russell keerde zich ook tegen nucleaire bewapening.
Sommige van zijn ideeen, zoals het geloof in een wereldregering, hebben weinig steun gekregen. Andere hebben op sociaal gebied de westerse wereld veranderd, zoals bijvoorbeeld zijn opvatting over het huwelijk en seksualiteit.

Wat houdt de paradox van Russell in en wat is het verschil met de verzamelingenleer?

Beschrijving van de paradox
Verzamelingen die zichzelf niet resp. wel bevatten.
In de paradox gaat het om verzamelingen waarvan elementen op zichzelf ook weer een verzameling zijn.
Een voorbeeld van een verzameling is de verzameling BV, bestaande uit bloemenverzamelingen:
BV = tulpenverzameling, hyacintenverzameling, rozenverzameling, narcissenverzameling etc.
Alle elementen van BV zijn zelf ook weer een verzameling.
Het blijkt dat BV de volgende eigenschappen bezit:
Met andere woorden: BV is zelf geen element van BV, namelijk een verzameling die bestaat uit een bloemenverzamelingen en is zelf een verzamelingenverzameling, en dus geen bloemenverzameling.

Maar we zouden ook verzamelingen kunnen bedenken die wel zichzelf bevatten, bijvoorbeeld de verzamelingen van alle verzamelingen.

De Russellverzameling
Er zijn dus verzamelingen die zichzelf bevatten en verzamelingen die zichzelf niet bevatten. De verzameling die bestaat uit alle verzamelingen (V) die niet zichzelf bevatten heet de Russell verzameling (R).

We kunnen vast stellen dat R niet de lege verzameling is: BV bevat zichzelf niet, en dus wel een element van R.
Nu stellen wij ons de volgende vraag: geldt er dan dat ?
Laten we aannemen dat het antwoord ja is. In dit geval voldoet R aan de eigenschappen die alle elementen van R bezitten ( ), en geldt er dus dat . Maar dan is het antwoord dus geen ja, maar nee!
De aanname dat het antwoord ja is leidt dus tot de conclusie dat het antwoord nee is, dus ja is blijkbaar niet het correcte antwoord op de vraag.
Nemen we daarom eens aan dat nee het correcte antwoord is op de vraag, dus er geldt niet dat . Dat betekent dus dat , dus R voldoet aan de eigenschap die geldt voor de elementen van R. Dit betekent dat , dus dat ja het correcte antwoord op de vraag is.

De aanname dat het antwoord nee is, leidt dus tot de conclusie dat het antwoord ja moet zijn.
We zien dat onjuist is, maar ook dat onjuist is. We hebben dus een verzameling gemaakt waarvan het zowel onmogelijk is dat een bepaald object er wel in zit als dat het er niet in zit. Hierdoor is een paradox gemaakt: De paradox van Russell.

De paradox van Russell toonde aan dat er iets ernstig mis was met de verzamelingenleer zoals die rond de eeuwenwisseling (van de 19e op de 20e eeuw) bekend was. Om de paradox van Russell op de lossen, werden de axioma’s (een niet bewezen, maar aanvaarde stelling) veranderd. In het bijzonder werd het volgende axioma, dat tot dan toe werd aangenomen, verworpen:
- Voor elke eigenschap A bestaat de verzameling van alle dingen met eigenschap A.
In plaats daarvan kwamen regels zoals:
- Voor elke verzameling V bestaat de verzameling van alle deelverzamelingen van V.
- Voor elke verzameling V en elke eigenschap A bestaat de verzameling van alle elementen in V met eigenschap A.
De regels zijn nu opgesteld zodat alle verzamelingen die in de wiskundige praktijk voorkomen door de axioma’s gedefinieerd worden, maar paradoxale verzamelingen zoals de verzameling van alle verzamelingen en de Russellverzameling niet.

Literatuurlijst

Internetsites:
http://www-groups.dcs.st-and.ac.uk/~history/Mathematicians/Russell.html
http://plato.stanford.edu/entries/russell/
http://www.groene.nl/1996/41/rh_russe.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bertrand_Russell
http://search.yahoo.com/search?p=bertrand+russell+biography&sp=1&fr2=sp-top&toggle=1&ei=UTF-8&fr=FP-tab-web-t&SpellState=n-468558634_q-Wd4vK04HHVzgTejffg5AdAABAA%40%40
http://www.mcmaster.ca/russdocs/russell.htm
http://www-history.mcs.st-and.ac.uk/history/BiogIndex.html
http://www.digischool.nl/wi/pr2.php?onderwerp=geschiedenis
http://rinseprt.com/mathfavs.html.

Boeken:
- Kopstukken filosofie Russell (A.C. Grayling)
- Handboek filosofie (Matthias Vogt)
- Filosofie voor jonge denkers (Jeremy Weate , Peter Lawman)

Conclusie

Op wiskundig en filosofisch gebied heeft Bertrand Russell veel gepresteerd. Vooral met zijn vele gepubliceerde boeken waaronder the Principles of Mathematics en Principia Mathematica. Ook de paradox die Russell heeft uitgevonden wijst aan dat er iets mis was met de verzamelingenleer van die tijd en dat was een grote ontdekking waar nog steeds veel gebruik van wordt gemaakt in de wiskunde en filosofie. Russell heeft door middel van zijn paradox aangetoond dat de grens tussen filosofie en wiskunde heel dicht bij elkaar ligt.
Door Russells lange levensduur heeft hij veel meegemaakt, Bertrand is drie keer getrouwd geweest. In 1889 met Alys Pearsall Smith, in 1921 met Dora Black waarmee hij twee kinderen kreeg, John en Kate. In 1936 trouwde hij voor de derde keer, deze keer met Patricia Spence, met haar kreeg hij een zoon, Conrad.
Russell was een aanhanger van het pacifisme (de filosofie waarbij geweldloosheid centraal staat en vrede als belangrijk doel worden nagestreefd). Tijdens de tweede wereldoorlog werd vrijheid van meningsuiting op bepaalde gebieden niet getolereerd. Russell trok zich daar niets van aan en werd daardoor een aantal keren berecht door middel van een gevangenisstraf.
Sommige van zijn ideeen, zoals het geloof in een wereldregering, hebben weinig steun gekregen. Andere hebben op sociaal gebied de westerse wereld veranderd, bijvoorbeeld zijn opvatting over het huwelijk en seksualiteit. Zoals ik ook al in de deelvraag “Was Bertrand Russell ook buiten de wiskunde bekend?” vertelde.
Van dit p.o. heb ik veel geleerd, ik had nog nooit van Bertrand Russell gehoord en wist dus ook niet wie hij was en wat hij voor deze wereld betekend heeft. Ik weet nog steeds niet heel veel over hem maar wel heel veel meer dan voor dit p.o.. Ik ben het met de meeste van Russells ideeën eens zoals zijn geloof over een wereldregering. Ik wist eerst niet goed wat of wie een filosoof was, maar toen ik er een boek over had gelezen wel, en eerlijk gezegd begon ik mezelf er een beetje in te herkennen. Ik vond het leuk om te weten wat een filosoof nou eigenlijk is en waar het mee te maken heeft, ik vond het heel leuk om dit p.o. te maken en ik heb er veel geleerd.