Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Domino

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 3530 woorden
  • 3 november 2010
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
67 keer beoordeeld

Inhoudsopgave
Inleiding blz. 3
Onderzoeksvragen & Hypothesen blz. 4
Theorie blz. 5
Experiment 1 blz. 6
- Werkwijze blz. 6
- Resultaten blz. 7
- Conclusie blz. 10
- Discussie blz. 10
Experiment 2 blz. 11
- Werkwijze blz. 11
- Resultaten blz. 11
- Conclusie blz. 14
- Discussie blz. 14
Experiment 3 blz. 15
- Werkwijze blz. 15
- Resultaten blz. 16
- Conclusie blz. 18
- Discussie blz. 18
Logboek blz. 19
Bronnen blz. 19
Slot blz. 20

Inleiding
Als onderwerp hebben wij: ‘Domino’. Het leuke spel van vroeger, wat wij alle drie wel eens deden. In plaats van de stenen willekeurig neer te zetten en om te duwen zijn wij dit zeer nauwkeurig gaan onderzoeken. Eerst hebben wij besproken hoe we dit gingen aanpakken, wat onze onderzoeksvragen waren en welke materialen wij daarbij zouden gebruiken.

Wij hebben samen alle metingen gedaan, maar voor het uitwerken van het PO allemaal een eigen experiment genomen. Per experiment hebben wij dan ook een andere onderzoeksvraag.

Onze vraagstellingen luiden:
Exp. 1 ‘Welk verband is er tussen de afstand van de steen en de snelheid van het omvallen hiervan?’
Exp. 2 ‘ Heeft de grootte van een steen invloed op de snelheid waarmee zij omvallen?’
Exp. 3 ‘Wat is het verband tussen het gewicht van een dominosteen en de snelheid hiervan?’

Met behulp van het onderzoek proberen wij zo goed mogelijk antwoord te geven op deze vraagstellingen. Elk experiment werken wij apart uit, dus elk experiment heeft ook een eigen werkwijze, conclusie & discussie, waardoor u een duidelijker beeld krijgt van ons onderzoek. Tijdens de metingen hadden wij nog niet zo’n duidelijk beeld van hoe de resultaten zouden zijn, wij hadden alleen video’s en nog niet de tijden, snelheden en afstanden. Nadat wij dat hadden uitgewerkt zagen wij eigenlijk al heel snel dat het allemaal in verband stond en leek dus vrij nauwkeurig uitgewerkt. Aangezien wij geen afgestudeerde studenten zijn, zullen er altijd wel wat meetfoutjes en dergelijke bij zitten. Dat viel ons heel erg mee, wij konden als er meetfouten bij zaten goed beredeneren waarom iets afweek in onze metingen.


Onderzoeksvragen & Hypothesen
Wij hadden onze onderzoeksvragen hierboven al even genoemd, maar herhalen ze nog een keertje:
Exp. 1 ‘Welk verband is ertussen de afstand van de steen en de snelheid van het omvallen hiervan?’
Exp. 2 ‘ Heeft de grootte van een steen invloed op de snelheid waarmee zij omvallen?’
Exp. 3 ‘Wat is het verband tussen het gewicht van een dominosteen en de snelheid hiervan?’

Onze verwachtingen over de experimenten:

Experiment 1:
Wij hadden verwacht dat hoe verder de stenen uit elkaar zouden staan hoe langer het zou duren voordat ze om zouden vallen, omdat ze een grotere afstand moeten overbruggen. En als ze langer om vallen, gaat het dus slomer, dus de snelheid wordt naar mate de afstand groter wordt minder.

Experiment 2:
Wij verwachten dat de stenen niet met even grootte snelheden zullen vallen, aangezien er vast wel een tegen kracht zal zijn. De weerstand van een steen denken wij dat groter is bij een grotere steen, ook al zal dat wel gecompenseerd zal worden doordat je de stenen met een, in verhouding, even zwaar gewicht en afstand zal omstoten. De snelheid waarmee de dominostenen om zullen vallen is, denken wij, veel sneller dan de videohoezen. De cassettehoezen zullen daar een beetje tussen hangen.

Experiment 3:
Bij dit onderzoek denken wij dat er een verband zal zitten tussen de verzwaring van de dominostenen. Net als bij experiment 2 zal de weerstand groter zijn bij een zwaardere steen. We verwachten dat er een verband in het verschil van de snelheden zal zitten. Wij denken dat als we de domino stenen verzwaren dat de snelheid zal dalen. Door dit experiment uit te voeren gaan er naar kijken of onze verwachting klopt.


Theorie
Dominostenen kent iedereen wel, ze zijn vaak van plastic gemaakt en zijn bedoeld om in een rijtje op te stellen en vervolgens om te gooien. De spanning blijft er altijd in zitten, want een kleine stootje of duwtje en de hele rits valt om.

Het is niet alleen een spelletje, maar ook is het bekend van Dominoday, een groot in elkaar gezet ‘schilderij’ van dominostenen. Duizenden mensen werken hier jaarlijks aan mee, om de hele boel op tijd af te krijgen. Het record staat nu op 4.079.381 dominostenen.

Met dominostenen kun je verschillende figuren maken, zowel rechte stukken als bochtjes, achten en uitlopende stukken. Ook zijn er verschillende opzetstukken, zoals trappetjes.

Wij hebben echter de dominostenen alleen in rechte lijnen opgesteld

De door ons gebruikte formules:
v = s/t
v = Snelheid in m/s
s = afstand in m
t = tijd in s


Experiment 1
‘Welk verband is er tussen de afstand van de steen en de snelheid van het omvallen hiervan?’

Werkwijze
Benodigdheden:
-20 dominostenen
-statief
-gewichtje van 50 gram met touwtje
-liniaal om de juiste afstand tussen de voorwerpen te meten
-camera
-stopwatch
-(eventuele achtergrond, met streepjes voor de afstand)

De opstelling tijdens het onderzoek

Onderzoeksmethode:
Onze onderzoeksvraag voor dit experiment was, ‘Welk verband is er tussen de afstand van de steen en de snelheid van het omvallen hiervan?’ Voordat we de afstanden gingen bepalen, hebben wij eerst een dominosteen opgemeten. Deze bleek 3,5 cm te zijn. Hierdoor wisten wij dat het waarschijnlijk onmogelijk was om een grotere afstand dan 3,0 cm tussen de stenen te hebben. Want als de steen recht vooruit valt, heeft die een niet groter bereik dan 3,5 cm. (En waarschijnlijk valt een steen nooit helemaal precies vooruit). Ook wisten wij dat een steen met een afstandje van 0,1 cm waarschijnlijk ook niet omvalt, omdat de stenen dan veelte dicht op elkaar staan.

Uit deze conclusies, kwamen wij op de volgende afstanden terecht.
0,5 cm – Rood
1,0 cm - Groen
1,5 cm - Blauw
2,0 cm - Rood
2,5 cm - Blauw
3,0 cm - Groen

Om het verschil op camera duidelijk te maken hebben wij elke afstand een andere kleur dominosteen gegeven zoals u hierboven ziet. De camera stond recht voor de dominostenen opgesteld.

Wij hebben om te zorgen dat alles even hard zou omvallen, een statief gebruikt met een gewichtje van 50 gram. De statief hebben wij elke keer op 2 cm van de stenen gezet, en deze ook 2 cm uitgetrokken.

Na dit alles allemaal uitgevogeld te hebben zijn wij begonnen met onze metingen.

We hebben een liniaal gepakt en als eerst tussen elke steen 0,5 cm opengelaten. Na 20 stenen elke keer te hebben neergezet, (ja we hebben voor elke meting 20 dominostenen gebruikt) hebben we de camera aangezet, eerst een foto genomen, daarna gefilmd en de heleboel omgegooid. Dit hebben wij herhaalt, totdat we alle metingen hadden verricht.

Daarna wilden wij eigenlijk de snelheid met de computer berekenen maar dit lukte niet, vandaar dat wij dit met de stopwatch later op de computer hebben getimed. En vervolgens de snelheid per m/s uitgerekend. En er tabellen en grafieken bij gemaakt.

Activiteitenverdeling:
Bij elke proef hebben wij dezelfde taakverdeling gebruikt, Lotte zette de stenen in een mooie, rechte lijn met de juiste afstand uit elkaar. Meera zorgde voor de juiste afstand tijdens het loslaten van het gewicht en liet het gewicht ook steeds los. Esther heeft de camera op de juiste afstand gezet, gekeken of de stenen allemaal recht stonden en voor het loslaten van het gewicht de camera gestart en na het omvallen weer gestopt.

Resultaten van de proef
Afstand tussen de 1e en het laatst voorwerp:

Afstand tussen de dominostenen = 0,5 cm. Dominosteen = 0,7 cm breed.
20 x 0,7 = 14,0 cm
19 x 0,5 = 9,5 cm + 23,5 cm

Afstand tussen de dominostenen = 1,0 cm. Dominosteen = 0,7 cm breed.
20 x 0,7 = 14,0 cm
19 x 1,0 = 19,0 cm + 33,0 cm

Afstand tussen de dominostenen = 1,5 cm. Dominosteen = 0,7 cm breed.
20 x 0,7 = 14,0 cm
19 x 1,5 = 19,0 cm + 42,5 cm

Afstand tussen de dominostenen = 2,0 cm. Dominosteen = 0,7 cm breed.
20 x 0,7 = 14,0 cm
19 x 2,0 = 19,0 cm + 52,0 cm

Afstand tussen de dominostenen = 2,5 cm. Dominosteen = 0,7 cm breed.
20 x 0,7 = 14,0 cm
19 x 2,5 = 19,0 cm + 61,5 cm
 
Afstand tussen de dominostenen = 3,0 cm. Dominosteen = 0,7 cm breed.
20 x 0,7= 14,0 cm
19 x 3,0= 19,0 cm + 71,0 cm

Snelheid in m/s:
De formule die we hiervoor gebruiken: v= s/t
v= snelheid in m/s
s= (totaal) afstand in m
t= tijd in s

Omdat s nog in cm staat gaan we die eerst omzetten in meters, daarna delen wij deze door de tijd.

Afstand tussen de dominostenen = 0,5 cm
Totaal afstand = 23,5 cm = 0,235 m Gemeten tijd = 0,5 s
V=s/t V=0,235/0,5 = 0,470 m/s

Afstand tussen de dominostenen = 1,0 cm
Totaal afstand = 33,0 cm = 0,330 m Gemeten tijd = 0,8 s
V=s/t V=0,330/0,8 = 0,413 m/s

Afstand tussen de dominostenen = 1,5 cm
Totaal afstand = 42,5 cm = 0,425 m Gemeten tijd = 0,9 s
V=s/t V=0,425/0,9 = 0,472 m/s

Afstand tussen de dominostenen = 3,0 cm
Totaal afstand = 52,0 cm = 0,520 m Gemeten tijd = 1,1 s
V=s/t V=0,520/1,1 = 0,473

Afstand tussen de dominostenen = 2,5 cm
Totaal afstand = 61,5 cm = 0,615 m Gemeten tijd = 1,3 s
V=s/t V=0,615/1,3 = 0,473

Afstand tussen de dominostenen = 3,0 cm
Totaal afstand = 71,0 cm = 0,710 m Gemeten tijd = viel niet om!
V=s/t V=0,710/0 = Viel niet om dus!

Kleur Afstand tussen de dominostenen s (cm) Totaal afstand s (m) Tijd (s) Snelheid v (m/s)
Rood 0,5 0,235 0.5 0,470
Groen 1,0 0,330 0.8 0,413
Blauw 1,5 0,425 0.9 0,472
Rood 2,0 0,520 1.1 0,473
Blauw 2,5 0,615 1.3 0,473
Groen 3,0 0,710 - -

DEZE GRAFIEK IS NOG NIET GOED, HIJ KLOPT NIET DUS MOET IK HET MORGEN EVEN VRAGEN EN HIJ MOET GEDRAAID WORDEN.

Conclusie
Als je kijkt in de tabel zie je dat de snelheid eigenlijk constant blijft, bijna overal komt 0,47 m/s uit. Dat zegt dus dat de afstand tussen de stenen in geen invloed heeft op de snelheid.

V is dus constant.

En eigenlijk is dit ook wel logisch, de totaal afstand wordt weliswaar groter, maar de tijd dat het omvalt ook.

Discussie
Zoals u ziet is bij de afstand tussen de stenen bij 1,0 cm een groter verschil ontstaan dan bij de rest, dit zou kunnen komen door het onnauwkeurig meten, omdat het niet lukte op de computer en wij het daarom met een stopwatch hebben gedaan.

Ook vielen de stenen bij 3,0 cm niet om en hebben wij deze daarom buiten de grafiek gelaten.

Verder zouden er natuurlijk altijd kleine foutjes kunnen optreden in het netjes neerzetten van de stenen. Verder ging het helemaal goed.


Experiment 2
‘ Heeft de grootte van een steen invloed op de snelheid waarmee zij omvallen?’

Werkwijze
Benodigdheden:
-15 dominostenen
-15 cassettehoesjes
-15 videohoezen
-statief
-gewichten aan touwtjes
-liniaal om de juiste afstand tussen de voorwerpen te meten
-stopwatch
-camera

De opstelling tijdens het onderzoek

Onderzoeksmethode:
Eerst hebben wij de dominostenen op 1,5 cm afstand van elkaar gezet, in één rechte lijn. Het statief met het gewicht aan een touwtje hangt daaraan. Het gewichtje hebben wij 2 cm van de eerste steen getrokken en losgelaten, de camera stond evenwijdig aan de dominostenen en hebben die vlak voor het los laten van het gewichtje tot na het omvallen van de stenen gefilmd. Zo hebben wij dit ook bij de cassettes en video’s gedaan, alleen dan met verschillende uitrekafstanden, een zwaarder gewichtje en verschillende afstanden tussen de eerste hoes en de plek waar het gewichtje werd losgelaten. Thuis hebben wij de film op de computer gezet en een aantal keer de tijd tussen het aantikken van het eerste tot aan het omvallen van het laatste voorwerp gemeten. Daarvan hebben wij een gemiddelde genomen en dat in de tabel uitgewerkt. [zie resultaten]

Activiteitenverdeling:
Bij elke proef hebben wij dezelfde taakverdeling gebruikt, Lotte zette de stenen in een mooie, rechte lijn met de juiste afstand uit elkaar. Meera zorgde voor de juiste afstand tijdens het loslaten van het gewicht en liet het gewicht ook steeds los. Esther heeft de camera op de juiste afstand gezet, gekeken of de stenen allemaal recht stonden en voor het loslaten van het gewicht de camera gestart en na het omvallen weer gestopt.

Resultaten van de proef
Dominosteen Lengte: 3,5 cm Gewicht: 1,7 g

Cassette Lengte: 7,2 cm Gewicht: 14,0 g

Videoband Lengte: 19,4 cm Gewicht: 106,9 g

Dominosteen Uitrekafstand: 1,5 cm Gewichtje: 50 g

Cassette Uitrekafstand: 3,1 cm Gewichtje: 412 g

Videoband Uitrekafstand: 8,3 cm Gewichtje: 3142 g (1 kg gebruikt)

De lengte is opgemeten. De uitrekafstand is zo berekend.

Lengte / Uitrekafstand = Constante ( In dit geval 2,3333)

Dominosteen; 3,5 / 1,5 = 2,333333

Dus dan is de constante 2,3333

Cassette; 7,2 / ? = 2,3333 ? = 3,1

Videoband; 19,4 / ? = 2,3333 ?= 8,3

Het gewichtje is zo uitgerekend.

Gewichtje / Gewicht = Constante ( In dit geval 29,4)

Dominosteen; 50 / 1,7 = 29,4

Dus dan is de constante 29,4

Cassette; ? / 14,0 = 29,4 ? = 412

Videoband; ? / 106,9 = 29,4 ?= 3142

Bij alle drie deze metingen hebben wij 15 stenen neergezet.


Overzichtelijk in een tabel, waar het bij deze proef vooral om gaat:
Voorwerp Afstand s (cm) Tijd (s) Snelheid v (m/s)
Dominosteen 1.5 0,45 0,7
Cassette hoes 3.1 0,94 0.7
Video hoes 8.3 1,26 1,3

Afstand tussen de 1e en het laatst voorwerp:
Dominosteen = 0,7 cm breed. Tussen de dominostenen = 1,5 cm
15 x 0,7=10,5 cm
14 x 1,5=21 cm + 31,5 cm

Cassette hoes = 1,5 cm breed. Tussen de cassettes = 3,1 cm
15 x 1,5=22,5 cm
14 x 3,1=43,4 cm + 65,9 cm

Video hoes = 3,0 cm breed. Tussen de video’s = 8,3 cm
15 x 3,0=45 cm
14 x 8,3=116,2 cm + 161,2 cm

Snelheid in m/s:
De formule die we hiervoor gebruiken: v= s/t
v= snelheid in m/s
s= afstand in m
t= tijd in s

Dominostenen: Cassette hoes: Video hoes:
31,5 cm = 0,315 m 65,9 cm=0,659 m 161,2 cm=1,612 m
0,315/0,45=0,7 m/s 0,659/0,94=0,7 m/s 1,612/1,26=1,3 m/s

HIER MOET NOG EEN GRAFIEK

Conclusie
Je ziet al gelijk dat de snelheid waarmee de videohoezen omvallen erg afwijkt van de dominostenen en de cassette hoezen.

Wat een oorzaak hiervan kan zijn; de grootte van de videohoes is niet in verhouding 2 keer zo groot, terwijl de grootte van de cassette in verhouding tot de stenen juist wel ongeveer 2 keer zo groot is.

Lengte cassette/lengte steen=7,2/3,5=2,1 keer zo groot.

De videohoezen wijken daarin af, lengte video/lengte cassette=19,4/7,2= 2,7 keer zo groot.

De afstand tussen de voorwerpen hebben wij ook vergroot met de vergrotingsfactor, ook hebben wij ons gewichtje daarop aangepast, waardoor de proef zo nauwkeurig mogelijk is uitgevoerd.

Het gewicht van een voorwerp doet er niet toe, blijkt uit onze resultaten. Een cassette is veel zwaarder dan een dominosteen, wat dus niet 2 keer zo groot is. Toch blijft de snelheid waarmee de voorwerpen omvallen even groot.

Wat nog een oorzaak kan zijn is dat wij géén gewicht hadden van 3142 gram om hem daarmee om te stoten, hiervoor hebben wij een gewicht gebruikt van 1 kg.

Een zwaarder gewicht geeft een hardere klap, waardoor de voorwerpen met een grotere snelheid omvallen. Doordat wij niet het juiste gewicht hebben gebruikt, lijkt het erop dat erg veel uit maakt hoeveel gram je gebruikt en dat je dus ook het aanzwaai gewicht in verhouding moet hebben tot het gewicht van het voorwerp zelf.

Discussie
Wat wij in het vervolgonderzoek zouden kunnen doen is het onderzoeken of de afwijking van de videohoezen nou komt door de grootte of door het aanzwaai gewicht. Dan zouden wij werkelijk een gewicht van ± 3142 gram gebruiken om de hoezen mee om te stoten, blijft de snelheid dan nog steeds 1,3 m/s dan komt het dus door de grootte van de hoes. Wij gaan er vanuit dat de snelheid wel richting de 0,7 m/s zal gaan. Verder zijn wij erg tevreden over hoe het onderzoek is verlopen, het feit dat de dominostenen en de cassettehoezen een even grootte snelheid hebben geeft toch weer dat bij onze proeven nauwkeurig hebben uitgevoerd.


Experiment 3
‘Wat is het verband tussen het gewicht van een dominosteen en de snelheid hiervan?’

Werkwijze
Benodigdheden:
- 45 dominostenen
- 60 gewichtjes van 3.6g
- statief
- gewichten aan touwtjes
- liniaal om de juiste afstand tussen de voorwerpen te meten
-stopwatch
- camera De opstelling tijdens het onderzoek

Onderzoeksmethode:
Zoals bij experiment 2 hebben wij bij deze proef de dominostenen op 1,5 cm afstand van elkaar gezet, in één rechte lijn. Het statief met het gewicht aan een touwtje hangt daaraan. Het gewichtje hebben wij 2 cm van de eerste steen getrokken en losgelaten, de camera stond evenwijdig aan de dominostenen en hebben die vlak voor het los laten van het gewichtje tot na het omvallen van de stenen gefilmd.

Bij alle 3 meting met verzwaringen hebben wij dezelfde methode gebruikt.

Een dominosteen weegt 1,7 gram.

Wij hebben deze twee keer verzwaard. Bij elkaar hebben wij dus drie metingen gedaan.

Meting 1, de gewone dominosteen zonder verzwaring van 1,7 gram.

Meting 2; de dominosteen met aan elke kant een gewichtje van 3,6 gram. Dus 7,2 gram aan gewichten + 1,7 gram = 8,9 gram.

Meting 3: de dominostenen met aan elke kant twee gewichtjes van 3,6 gram. Dus 14,4 gram aan gewichtjes + 1,7 = 16,1 gram

Bij alle drie deze metingen hebben wij de gewichten op 15 stenen bevestigd.

Voor het omgooien hebben telkens een gewichtje van 50g gebruikt zodat we eerlijk konden vergelijken.

Wij hebben de waarnemingen op de computer gezet en met een stopwatch de tijd tussen het aantikken van de eerste steen en het vallen van de laatste steen gemeten. De gegevens hebben wij in een tabel gezet en een grafiek ervan gemaakt [zie resultaten].

Activiteitsverdeling:
Ook bij deze proef hadden wij dezelfde taken. Lotte zorgde ervoor dat de stenen goed in een rechte lijn stonden. Meera zorgde ervoor dat het gewichtje van een goede afstand losgelaten werd en Esther heeft alles opgenomen met een camera en de waarnemingen op de computer gezet.

De resultaten
Verzwaring Afstand s (cm) Tijd (s) Snelheid v (m/s)
Geen m: 1.7g 31.5 0.91 0.346
1 x m: 8.9g 31.5 1.05 0.3
2x m: 16.1g 31.5 1.24 0.254

Afstand:
15 dominostenen met dikte van 0.7 cm.
De afstand tussen stenen is 1.5 cm.0.7x15 +1.5x14 = 31.5 cm

Snelheid in m/s:
De formule die we hiervoor gebruiken: v= s/t
v= snelheid in m/s
s= afstand in m
t= tijd in s

zonder verzwaring 31.5/0.91=0.346
1 x verzwaring 31.5/1.05=0.3
2 x verzwaring 31.5/1.24=0.254

HIER KOMT NOG EEN GRAFIEK!

Conclusie:
De snelheid waarmee de dominostenen vallen daalt bij elke verzwaring. Als we naar de resultaten kijken dan zit er een redelijk verband tussen. De snelheid daalt met +/- 0.050m/s.

Door de domino stenen 2 x zo zwaar te maken, krijgen ze te maken met 2 x zo’n grotere weerstand.

Deze proef is zeer nauwkeurig uitgevoerd. Dat is ook heel goed te zien aan onze resultaten. De snelheden kloppen precies volgens onze verwachting.

Er waren natuurlijk ook wel meetfouten. We hebben de waarnemingen heel vaak gemeten en het gemiddelde er van genomen. Uiteindelijk hebben we een mooi resultaat.

Discussie:
Een goed discussiepunt voor het vervolgonderzoek zou kunnen zijn: wat gebeurt er met de snelheid als je de ondergrond verandert? Zou het dan ook evenredig lopen? Als wij de stenen op een ondergrond met een dun laagje zand? Zouden ze dan even snel vallen?

Wat gebeurt er als je bij elke verzwaring het omgooi gewichtje ook zwaarder maakt?

Verder ben ik heel erg blij met de uitvoering van dit experiment. Alles is goed verlopen en er was een goede samenwerking onderling. Wat de volgende keer beter zou kunnen is al van te voren op schrijven wat we van plan zijn. Welke benodigdheden er beschikbaar zijn.


Logboek
Wij hebben een lijstje bijgehouden wie, wat wanneer heeft gedaan. Zodat u een betere indruk krijgt hoe we deze po hebben gemaakt.

Week 17 Met zijn drieën opzoek naar een onderwerp. Hulp gevraagd aan meneer Te Winkel,
Mevrouw Bol en TOA. Uiteindelijk het onderwerp Dominostenen gekozen. Daarna zijn
we met zijn drieën leuke onderzoeksvragen gaan bedenken. Laatste dag van de week opzoek naar materiaal, camera enz.

Week 18 Wij zijn in onze vakantie ook hard te keer getrokken voor natuurkunde. Wij hebben in deze week een stuk van Experiment 1 uitgevoerd en gemeten.

Week 19 Wij hebben stukken die niet helemaal goed waren over gefilmd en Experiment 1 verder afgemaakt. En hierna lekker vakantie gevierd.

Week 20 De hele week druk geweest opschool in de lessen en pauzes met het filmen en meten van onze experimenten. En we hebben deze week ook een nieuwe onderzoeksvraag geformuleerd met hulp van Meneer Te Winkel.

Week 21 Deze week wilden wij alle metingen uitgaan voeren op de natuurkunde computers, maar het bestand deed het niet, waardoor wij in de stress raakten. Uit eindelijk mochten wij dit met een stopwatch opmeten. De rest van de week waren wij druk bezig met het verslag. Dit deed ieder apart thuis.


Bronnen
Wij hebben onze proefjes niet uit boeken of het internet gehaald, vandaar dat wij geen boeken en slechts een internetsite gebruikt hebben.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Domino_Day

Wel hebben wij veel hulp gekregen van:
Meneer Te Winkel
Mevrouw Boll
De TOA


Slot
Onze experimenten zijn goed gelukt. Alles is volgens plan gegaan. De resultaten zijn er goed uitgekomen. We hebben heel veel geleerd met dit onderzoek. Hoe moet je zelf een proef opstellen? Hoe kom je aan de benodigdheden? Hoe moet je systematisch en zelfstandig werken? Hoe werk je goed samen? Hoe verdeel je de tijd en de taken?

Alles kwam aan bod toen we bezig waren. We hebben heel goed samen gewerkt en nauwkeurig.

Wat er de volgende keer beter kan is het opstarten. We hadden wel moeite met opstarten.

Ten eerste een onderwerp kiezen, waar we heel lang over hebben gedaan.

We wisten niet precies hoe we te werk moesten gaan. Maar we kregen hulp van de TOA op school. We hadden wel een idee maar we moesten wel heel goed na denken voordat we eraan begonnen.

We hadden aan het begin wel wat moeite met goede onderzoeksvragen bedenken, wij wilden er namelijk drie zodat ieder een gedeelte kon uitwerken.

Zo hadden wij het idee iets met verschillende ondergronden te gaan doen, iets met bochten ipv. alleen maar rechte lijnen en iets met een ventilator zodat de weerstand vergroot werd. Maar dit bleken uiteindelijk onmogelijk experimenten, bij de ventilator zouden de stenen al lang zijn omgevallen zonder ze een stootje met het gewichtje te geven, bij bochten konden we niet nauwkeurig genoeg meten hoe groot en welke graden de bocht had en de ondergrond zou weinig tot niets uitmaken.

Uit eindelijk had meneer Te Winkel nog een goed idee, om de domino stenen te verzwaren. Zo doende hebben wij uit eindelijk deze drie onderzoeksvragen gekregen:

Experiment 1: ‘Welk verband is er tussen de afstand van de steen en de snelheid van het omvallen hiervan?’
Experiment 2: ‘ Heeft de grootte van een steen invloed op de snelheid waarmee zij omvallen?’
Experiment 3: ‘Wat is het verband tussen het gewicht van een dominosteen en de snelheid hiervan?’

Als laatste hebben wij de experimenten verdeeld en de rest van de hoofdstukken uit ons verslag:
Titel Esther
Inleiding Esther
Onderzoeksvragen & Hypothesen Esther
Theorie Liselotte
Experiment 1 (Werkwijze, Resultaten, Conclusies, Discussie) Liselotte
Experiment 2 (Werkwijze, Resultaten, Conclusies, Discussie) Esther
Experiment 3 (Werkwijze, Resultaten, Conclusies, Discussie) Meera
Logboek Liselotte
Bronnen Alle
Slot Meera

Uiteindelijk is alles heel goed gegaan. Wij zijn zeer tevreden met wat wij voor elkaar hebben gekregen.

We hopen dat u ook tevreden bent na het lezen van ons verslag.

REACTIES

J.

J.

echt vet lan

12 jaar geleden

R.

R.

Wat voor punt hebben jullie hiervoor gekregen?

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.