Inhoudsopgave
Inleiding
Historisch kader
- Zijn werken
- Pianorepertoire
- Kunstperiode
- Tijdsbeeld
Genre in de romantiek
- Het opera
- Het lied
- Nieuwe genres
Ontwikkeling van de romantiek
Analyse
Plaatsing in de tijd van ontstaan
Vergelijking met een soortgelijk werk
Vergelijkingen van twee uitvoeringen
Mening
Conclusie
Bronnenvermelding
Inleiding
Het muziekstuk dat ik heb gekozen is de ‘Minute Waltz Opus 64, No. 1’ van Frederic Chopin. Ik heb dit stuk gekozen, omdat dit een van de weinige klassieke muziekstukken is dat ik ken én omdat ik het een bijzonder mooi vond. Verder vind ik een muziekstuk van Johannes Brahms. ‘Waltz Opus 39, No. 15 AM’. Dit stuk heb ik uiteindelijk wel gebruikt bij de vergelijkingsopdracht.
Chopin is één van de grootste componisten aller tijden, daarom sprak het mij ook enorm aan.
Ik wens U veel plezier met het lezen van mij Praktische Opdracht.
Historisch Kader
Frédéric François Chopin(1810-1849) was een Poolse componist en pianist. Hij is bekend om zijn ballades, nocturnes, etudes, mazurka’s, polonaises en walsen. In zijn mazurka’s en polonaises zijn Poolse invloeden te vinden, hoewel hij zijn laatste 18 jaar heeft doorgebracht in Parijs. Men beweert, dat zijn heimwee naar zijn geboorteland goed te horen is in zijn muziek.
Chopin kreeg de eerste pianolessen van zijn moeder. Toen hij zes jaar werd, kon zijn moeder hem niet veel meer leren. Daarom besloten ze dat hij professioneel les goed kon gebruiken. Wojchiech Zyweny was een Tsjechische violist en pianist en werd Chopin’s leraar. Hij had niet bijzonder veel talent. Hij sprak met een mengelmoesje van Tsjechisch, Duits en Pools. Van Zyweny leerde Chopin beter spelen en zo raakte hij vertrouwd met werken met hoog niveau. Ook leerde hij door de muziek J.S. Bach W.A. Mozart, J. Haydn en nog anderen.
Chopin’s vader wilde hem graag naar een muziekopleiding sturen, maar hij moest eerst zijn school afmaken. Ondertussen kreeg hij privé les van Josph Elsner, een leerkracht van het Conservatorium. Na zijn school werd hij leerling van het Conservatorium.
Zijn eerste concert in Frankrijk was op 26 februari 1832. Dit werd een groot succes.
Chopin bleef in Parijs wonen en werd een beroemde pianist, componist en muziekpedagoog.
Op 13 december 1836 ontmoet Chopin voor het eerst Aurore Dupin(George Sand) .
Chopin en Aurore Dupin verbleven vaak buiten haar kasteel, te midden van een kring van kunstenaren waaronder Liszt, Viardot en Delacroix
Langzamerhand voelt Chopin zich minder aangetrokken tot de bekende schrijfster. Tenslotte komt er een volledige breuk tussen hun. En hierbij kwam ook nog zijn gezondheid om de hoek kijken. Zijn gezondheid werd elke maand slechter en kon vaak geen les geven.
In het voorjaar van 1849 voelt Chopin zich iets beter.
Maar in de zomer wordt het alleen maar weer slechter. Chopin had na een tijdje bijna geen geld meer. Tenslotte sterft Chopin op 17 oktober 1849.
Zijn werken:
- 2 Piano Concerten
- 24 Preludes
- 24 Etudes (etude is een instrumentaal muziekstuk)
- 4 Impromptu (impromptu is een instrumentale compositie)
- 4 Scherzo (Een vrolijk muziekstuk)
- 19 Nocturnes (Een kort en vrij langzaam gespeeld stuk)
- 4 Balladen (Een danslied; een soort volksdans )
- 51 Mazurka (Poolse spring en dansdans)
Minute Waltz (1847) is een van de bekendste wals van Chopin en wordt gezien als het dierbaarste stuk van zijn repertoire. In de tijd van composeren was zijn gezondheid diep aan het dalen en zijn relatie met George Sand (bekend schrijfster van die tijd) was gebroken. Ondanks dit zit dit stuk vol energie.
Het thema van deze wals is bijzonder. Het begint alsof het alweer bijna sluit, maar dan, met de linkerhand houdt hij het walsritme aan, en met zijn rechterhand glijdt hij omhoog en omlaag en uiteindelijk met snel bewegende noten stijgt het tot het een hoogtepunt bereikt en dan daalt tot een slot. Dit stuk is ook bekend als de ‘Dog Waltz’, omdat bij sommigen het beeld opkomt van een hond die zijn staart achtervolgt.
Piano repertoire
- Ballades: Num1 in Gm, Op 23; Num2 in FM, Op 38; Num3 in Ab, Op 47; Num4 in F, Op 52
- Scherzos: Num1 inBm, Op 20; Num2 in Bbm, Op 31; Num3 in C#m, Op 39; Num4 in EM, Op 54
- Piano concerten: No. 1 in Em; No. 2 in Fm
- Etudes: Op 10, No 1-11; Op 10, No 12; Op 25, No 1-12; Trois Nouvelles, No 1-3
- Preludes: Op 28, No 1,2,4-19,21-24; Op 28, No 3 in G; Op 28, No 20 in cm; Op 45, C#m; Postumous in AbM
- Impromptus: Impromtu in AbM, Op 29; Impr in F#M, Op 36; Impr in GbM, Op 51; Fantasie-Impromtu in C#m, Op 66
- Nocturnes: Op 9, No 1; Op 9, No 2; Op 9, No 3; Op 15, No 1-3; Op 27, No 1-2; Op 32, No 1-2; Op 37, No 1-2; Op 48, No 1-2; Op 55, No 1-2; Op 62, No 1-2; Op 72; Nocturne in C#m; Nocturne in Cm
- Mazurkas: Op 6, No 1-4; Op 7, No 1-5; Op 17 No 1-4; Op 24, No 1-2; Op 30, No 1-4; Op 33, No 1-4; Op 41, No 1-4; Op 50, No 1-3; Op 56, No 1-3; Op 59, No 1-3; Op 63, N 1-3; Op 67, No 1-4; Op 68, No 1-4
Kunstperiode:
Romantiek (1820-1900). De romantiek was een tijdperk van het Westen in de tijd van 18e en 19e eeuw. De romantiek werd beïnvloed door het denken van de Verlichting en de filosoof I. Kant. Oftewel, de subjectiviteit stond centraal. Het ging vooral om de emotie, de verbeelding en intuïtie. In de Romantiek nam de natuur een grote rol aan. Het werd gezien als een kunstvorm en werd bijna religieus. Vriendschap was volgens de Romantiek een erg belangrijke vorm van leven voor de mens. Opkomst industrie en de verstedelijking. Men vlucht uit deze alledaagse realiteit. Dit blijkt uit de waardering voor het landschap, de emotie, en religieuze ervaringen. Een hang naar het verleden en exotische culturen. Niet langer is de natuurgetrouwe afbeelding van belang, maar de creatieve schepping van de kunstenaar. Er ontstaat hierdoor een verering van het kunstenaarsgenie.
Zelf was Chopin een erg romantisch mens. Een typisch kenmerk van de Romantiek is weemoed en dwang naar vrijheid (hij verlaat zijn vaderland). Liefde was de voornaamste bron van de romanticus en dit speelde altijd wel een rol.
Tijdsbeeld:
- Groeiende derde stand
- Wener congres
- De gevoelens overheersen
- Vlucht uit de realiteit
- Hang naar het geheimzinnige
- Doorbreken van strakke vormen
- Invloed van buitenmuzikale gegevens
- Individualisering van het kunstwerk
- Virtuozendom
- Andere positie van de kunstenaar
* Ritmische, harmonische en melodische kenmerken
- Melodie op basis van harmonische spanningen
- Crescendo/decrescendo en ritenuto/accelerando om melodievoering gestalte te geven
- Toenemende chromatiek, steeds verdergaande modulaties
* Muzikale kenmerken
- Loslaten van klassieke vormen
- Romantische symfonie en sonate
- Symfonisch gedicht
- Kunstlied
- Coloratuur in de opera
- Dans: Wals, Polonaise, Bolero en Mazurka
* Klankkleur
- Van pianoforte naar de vleugel
- Diverse kamermuziek-ensembles
- Het romantische symfonieorkest Uitbreiding, nieuwe instrumenten (harp, sax)
- Klankkleur als compositorisch element
*Uitvoering
- Theater, concertzaal, salon
- Virtuoze uitvoeringstechnieken
- Exact vanuit de notatie
* Bekende namen
- Franz Schubert (1797-1828)
- Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
- Frédéric Chopin (1810-1849)
- Robert Schumann (1810-1856)
- Hector Berlioz (1803-1869)– Programmamuziek
- Franz Liszt (1811-1886) – Programmamuziek
- Guiseppe Verdi (1813-1901) – Opera
- Richard Wagner (1813-1883) - Opera
- Johannes Brahms (1833-1897) – Symfonisch
- Anton Bruckner (1824-1896) – Symfonisch
- César Franck (1822-1890) – Symfonisch
- Gustav Mahler (1860-1911)
- Gabriel Fauré (1845- 1924)
* Nationale scholen
- Edvard Grieg (1843-1907)
- Bedfich Smetana (1824-1884)
- Antonin Dvorak (1841-1904)
- Modest Moessorgski ( 1839-1881)
- Peter Tsjaikovsky (1840-1893)
- Isaac Albéniz (1860-1909)
- Manuel de Falla (1876-1946)
Genres in de Romantiek:
* Het opera
Het einde van de 19e eeuw gaat vooral om de opera. De opera krijgt Duitse en Italiaanse bekroning.
Overeenkomsten tussen opera’s uit verschillende landen: Opbouw van verschillende dramatische gebeurtenissen, die uiteindelijk eindigen in tragedie.
Verschillen: Opera in Italië bouwde vooral door op de genres uit de 18e eeuw. De zang was hierbij het belangrijkst. Verdi legde in zijn opera’s de nadruk op het menselijke drama en Puccini schepte vooral realistisch beelden van het alledaagse leven.
In de Duitse opera ging het anders. Wagner is in de Duitse opera de belangrijkste componist. Het ideaal van Wagner: het Gesamtkunstwerk een schepping waarbij muziek, literatuur en beeldende kunsten zeer nauw met elkaar verbonden waren.
Belangrijke componisten voor de opera:
- Beethoven
- Schubert
- Chopin
- Mendelssohn
- Brahms
- Verdi
- Wagner
De operette is een luchtigere versie van de opera. De teksten worden hierbij tussen de zangnummers gesproken. De melodie in een operette is gemakkelijker.
* Het lied
Dit is een gezongen gedicht. In de middeleeuwen, was het normaal dat de tekstschrijver en de componist bij elkaar hoorden. Hierdoor ontstond het gedicht tegelijk met de daarbij horende muziek. Er is dus een soort relatie tussen de muziek en de tekst.
Verder in de tijd, verandert. Het gedicht en de muziek gaan andere wegen in, naarmate de cultuur in West-Europa zich ontwikkelt. Natuurlijk werd er wel eens geprobeerd om woord en muziek bij elkaar te laten smelten, waarbij het woord en de muziek elkaar dan wat afwisselen. Jean-Antoine de Baïf, een Franse dichter in de 16e eeuw, vindt dat het gedicht moet worden geschreven zodat het goed bij de muziek hoort. Deze Franse dichter heeft hier regels voor opgesteld.
Vele schrijvers en dichters gaan zich interesseren in ‘gewone’ mensen. Vooral schrijvers Goethe en Herder stimuleren op die manier de muziek, om hun grenzen wat te verleggen. Ze willen op deze manier tekst en muziek volledig kunnen laten samensmelten.
Franz Schubert schreef meer dan 600 liederen. Vluchten voor de werkelijkheid was een grote invloed op deze romanticus. Hij schreef ook volledige liederen, waarin de muziek veel verandert om de gemoedsbewegingen in de tekst over te laten komen. Hij zoekt het vaak in de dood. Gepassioneerd, individueel, verlangend naar het onbereikbare. Heel de 19e eeuw was Schubert een voorbeeld voor andere liedcomponisten.
3 vormen van het lied
- het coupletlied; aantal coupletten met dezelfde melodie.
- het gevarieerd coupletlied; aantal strofen met (de meeste) dezelfde melodie.
- het doorgecomponeerde lied; strofen hebben steeds verschillende melodieën.
Liederen hebben voornamelijk pianobegeleiding, maar wanneer een lied door het symfonieorkest wordt begeleid, noemen we het een orkestlied.
Het begin van het lied
De ballade. Dit is een lang gedicht met een verhaal en dialogen. Het gaat vooral om vreemde avonturen. De bedoeling van de componist was afwisseling in de muzikale begeleiding. Het lied werd vrijer en expressiever, omdat de tegenstelling in de tekst muzikaal ondersteund moesten worden. In het begin was de piano alleen bedoeld voor de begeleiding, en was dit dus niet erg belangrijk. Vanaf hier werd de begeleiding gelijkwaardig aan de zangstem. De piano werd interessanter, afwisselender en vooral zelfstandig.
* Nieuwe genres in de Romantiek
Het symfonisch gedicht
Dit is een muzikaal werk voor orkest. Het thema kan verschillen. Het kan een sage zijn, een legende, een schilderij of een landschap. In de 19e eeuw is deze vorm van programmamuziek erg belangrijk in de romantische muziek en voor het ontstaan van de nationalistische school. De inhoud bestaat vooral uit handelingen, situaties, beelden of gedachten. Hieraan geeft de componist muzikale vormen en leidt daarmee de aandacht van de luisteraar een bepaalde weg in.
Een symfonisch gedicht is ééndelig. Als de compositie bestaat uit meerdere delen, dan noemt men dit een suite in de romantische zin.
Franz Liszt wordt gezien als de uitvinder van dit genre, omdat hij er dertien schreef. Ook veel werken van Richard Strauss worden tot dit genre gerekend. Ook werken vóór Liszt worden als symfonisch gedicht aangeduid. Roméo et Juliette van Berlioz is hier een voorbeeld van.
De programmatische symfonie
Deze vorm pas ook in de romantische gedachtenwereld. Het gaat om instrumentale muziek met een buitenmuzikale inhoud, die herkenbaar wordt gemaakt door een titel of programma. Titels als étude (oefenstuk), nocturne, elegie(klaagzang), berceuse (wiegelied) wijzen op een functie, maar geven ook een karakter aan.
Net zoals het symfonisch gedicht bestaat de inhoud uit handelingen, situaties, beelden of gedachten. De componist maakt muzikale vormen en leidt hiermee het voorstellingsvermogen een bepaalde richting in. Een belangrijk verschil met het symfonisch gedicht is dat de programmatische symfonie meerdelig is, en niet ééndelig, zoals het symfonisch gedicht dat is.
Berlioz is een groot voorbeeld van programmatische symfonieën.
Piano- en kamermuziek
Kamermuziek is klassieke muziek voor kleine bezettingen. Men spreekt ook van een ensemble. Bij wijze van spreken, is het muziek die je in een huiskamer kunt spelen.
Kamermuziek bestaat vanaf het tijdperk Barok.
Je kunt ook spreken van een kamerorkest. Hier is een grotere ‘kamer’ voor nodig, maar geen concertzaal. Het aantal leden van een kamerorkest is maximaal veertig leden. Dit genre speelt muziek die vooral is geschreven voor kleinere orkestbezettingen
Pianomuziek, waarbij pianosonates afgewisseld werden met genres zoals: de wals, de polonaise, de mazurka, de ballade, de fantasie, de romance, de bagatelle, de impromptu, het capriccio, de prelude en het intermezzo.
Belangrijk componisten van pianomuziek in de romantiek: Chopin, Brahms, Schubert, Schumann, Mendelssohn en Liszt.
Ontwikkeling van de Romantiek
De romantische stemming van de muzikale ontwikkelingen in de 19e eeuw is afkomstig uit de gedachte van vooruitgang van de Verlichting. Dit leidde tot steeds grotere werken, grotere orkesten, virtuozere speeltechnieken op betere muziekinstrumenten en complexere harmonische ontwikkelingen.
Na Beethoven (1770-1827) ontstaan stromingen in Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. De symfonie krijgt de grootste complexiteit en grootsheid door Schubert (1797-1828), Bruckner (1824-1896) en Gustav Mahler (1860-1991). In Frankrijk werd Hector Berlioz (1803-1869) de belangrijkste romanticus.
De romantische kamermuziekcultuur werd belangrijk door Bartholdy (1809-1847), Schumann (1810-1856) en Johannes Brahms (1833-1897). Schubert wordt de grondlegger genoemd van deze romantische kamermuziek.
In Italië zijn de operacomponisten te vinden; Giuseppe Verdi en Giacomo Puccini. In Duitsland is dit Wagner (1813-1883). Wagner opende een gehele nieuwe (muzikale) wereld met zijn opera’s (Gesamtkunstwerken). In Rusland werd een Russische romantische stijl gebracht via Glinka, Modest Moessorgski, Nikolai Rimski-Korsakov en Borodin. Er werden ook westerse invloeden aan toegevoegd door Tsjaikovski (1840-1893).
Nieuwe richtingen werden aangegeven door Camille Saint-Saëns, Bruckner en Mahler. Camille Saint-Saëns deed dit met zijn ‘Danse Macabre’ en ‘Carnaval des Animaux’. Bruckner deed dit met zijn 9e symfonie in 1896. En Mahler deed dit met zijn 9e en 10e symfonie in 1909 tot 1911.
De Romantiek leeft door tot laat in de 20e eeuw door Richard Strauss, Sibelius en Nielsen. Vele andere tijdgenoten hebben dit soort romantische gebruik van toonsoorten al ‘weggegooid’.
De Romantiek, en het bijbehorende Victoriaanse tijdperk eindigen (in feite) in een wereldramp: de Eerste Wereldoorlog.
Analyse tot en met maat 36
* Ritmische kenmerken
Het stuk staat in driekwartsmaat. Dat betekent dus drie tellen in één maat. Het hele stuk door blijft het in driekwartsmaat staan.
De aanduiding Molto Vivace betekent beweeglijk snel.
Dit muziekstuk geeft een gevoel van onrust door deze enorme beweeglijkheid. Deze beweeglijkheid komt grotendeels door de grote hoeveelheid achtste noten.
* Melodische kenmerken
In dit muziekstuk zitten geen opvallende stijgingen of dalingen. Wel is er een mooie stijging te zien in maat 8, maat 16 en maat 28. Mooie dalingen zijn te vinden in maat 25 en 26 en maat 33 en 34.
Verder blijft het de hele tijd rond dezelfde noten afspelen.
* Dynamische kenmerken
Er zitten niet erg veel verschillende dynamische tekens in dit stuk.
Het opvallendste is dat er vijf mollen in dit stuk bestaan.
De aanduiding ‘leggiero’ in maat 1 betekent dat de tonen niet gebonden zijn, maar licht parelend worden gespeeld. Leggiero is een voordrachtsaanduiding, die tussen legato en staccato in ligt.
Men ziet ook de bogen over de maten 1 tot en met 10, maten 11 tot en met 20 etc. Deze bogen noemt men fraseringsbogen. Deze bogen doen de muzikale zinnen en zinsdelen door middel van articulatie goed uitkomen. Fraseringsbogen worden over een groep noten heen getrokken (of eronder) om de frasering aan te geven. Deze bogen moet je niet verwarren met een tie (dit is een verbindsboog tussen noten).
Verder zie je veel crescendo en decrescendo tekens. Bijvoorbeeld onder de maten 5 tot en met 8 zie je een crescendo teken. Crescendo betekent luider worden.
Onder de maten 9 en 10 is decrescendo te vinden. Dit betekent zachter worden. Het wordt ook wel diminuendo genoemd.
Hier en daar zijn ook herstellingstekens te vinden. Deze worden gebruikt om een eerdere verhoging of verlaging van een noot met een kruis of mol (in dit geval de mol) te herstellen tot de stamtoon. Het teken is bijvoorbeeld te vinden in maat 1 bij de tweede noot. Het teken is afgeleid van de letter b, net zoals het teken voor de mol. Het mol-teken komt namelijk van de ronde b en het herstelteken is afgeleid van de ‘vierkante’ b, die er eerder uitziet als een h. In de Duitse muzieknootbenaming noemen ze het daarom ook de H.
In de maten 10, 12, 18 en 20 was een voor mij onbekend teken te zien. Na hevig zoeken kwam ik eruit dat dit een triller was. Dit is een versiering van een toon door een snelle, herhaalde afwisseling tussen de hoofdtoon en de daarboven/daaronder liggende toon. Oftewel de hoofdtoon wordt snel afgewisseld met een toon die hoger is (dit geldt meestal voor een secunde). In het Italiaans noemen ze dit tremolo. Deze aanduiding geeft de muziek een stormachtig en zeer onrustig karakter.
Verder staan onder de maten (vanaf maat 5) steeds het woordje ‘Ped’ en een sterretje. Het woordje Ped geeft aan dat het rechtse pedaal (het sustainpedaal) wordt ingedrukt. Met het sterretje wordt duidelijk gemaakt dat deze weer moet worden losgelaten. Het sustainpedaal is het meest gebruikt pedaal van een piano. Door dit pedaal in te drukken worden alle dempers van de snaren gehaald, waardoor eenmaal geraakte snaren blijven doorklinken. Vandaar het woord sustain, dat aanhouden betekent. Ook zullen boventonen van lage snaren de nu vrij hangende hogere snare in trilling kunnen brengen. Dit noemen ze resonantie.
Ook al moest ik tot en met maat 36 analyseren, ik wil toch de aanduiding sostenuto uitleggen uit maat 38.
Sostenere is een Italiaans woord dat aanhouden betekent. Sostenuto betekent dan het aanhouden van een noot, en dus niet het afdempen van een noot.
* Harmonische kenmerken
Het muziekstuk is in des majeur geschreven. Men kan dit zien aan de vijf mollen en aan de eerste en laatste maat.
De vijf mollen geven aan dat de toonsoort des majeur of bes mineur is. Als men verder kijkt, ziet men dat de eerste maat (in dit geval de vijfde maat) in toonsoort des staat. Ook is de laatste maat van het muziekstuk geschreven in de toonsoort des. Al snel concluderen we dus, dat het muziekstuk in toonsoort des majeur is geschreven.
Harmonisch schema/plattegrond
Maat 1 Maat 2 Maat 3 Maat 4 Maat 5
-- -- -- -- Des
I
Maat 6 Maat 7 Maat 8 Maat 9 Maat 10
Des Des Des As7 As7
I I I V7 V7
Maat 11 Maat 12 Maat 13 Maat 14 Maat 15
As7 As7 Des Des Des
V7 V7 I I I
Maat 16 Maat 17 Maat 18 Maat 19 Maat 20
Des As7 As7 As7 As7
I V7 V7 V7 V7
Maat 21 Maat 22 Maat 23 Maat 24 Maat 25
As7 Bes mineur As7 Des Es mineur
V7 VI V7 I II
Maat 26 Maat 27 Maat 28 Maat 29 Maat 30
As7 As7 Des As Bes
V7 V7 I V VI
Maat 31 Maat 32 Maat 33 Maat 34 Maat 35
C Des Ges Des As7
VII I IV I V7
Maat 36
Des
I
* Klankkleur
Dit muziekstuk wordt gespeeld door één piano. Natuurlijk is er ook begeleiding met de bassleutel. Dit wordt (uiteraard) gespeeld met de linkerhand op dezelfde piano. De klankkleur van deze piano klinkt rond.
* Compositie technieken
Er wordt gebruik gemaakt van sequensen. Een sequens betekent een op andere toonhoogte herhaalde melodie. Hierbij behoudt men de onderlinge lengteverhoudingen, onafhankelijk van het tempo.
Er wordt ook gebruik gemaakt van variaties. Dus herhalingen van stukken in dit muziekstuk, met wat afwisseling/variatie.
Er wordt ook goed gebruikt gemaakt van spanningsbouw.
* Tonenmateriaal
De noten as, bes, c, des, es, f en ges worden gebruikt. Soms worden de tonen met een herstellingsteken weer teruggebracht naar de stamtoon. Bijvoorbeeld in de eerste maat van ges naar g.
De notenwaarden zijn verschillend, maar vooral achtste noten. Er wordt ook gebruik gemaakt van kwartnoten en verder in het muziekstuk ook halve noten.
Door de punt bij enkele noten ( zie bijvoorbeeld maat 9) wordt de noot verlengt met de helft van zijn oorspronkelijke waarde. Dit heet een gepunteerde noot. In maat 9 zie je een kwartnoot met een punt. Oftewel een gepunteerde kwartnoot. Een gepunteerde kwartnoot duurt dus 1 + 0,5 = 1,5 tel.
* Toonsoort
De toonsoort van dit stuk is Des majeur, zoals ik bij de harmonische kenmerken heb uitgelegd.
Plaatsing in tijd van ontstaan
Chopin leefde in de tijd van de Romantiek. Hij werd geboren in het jaar 1810 en stierf in het jaar 1849.
Ook wordt Chopin genoemd als een van de belangrijkste componisten voor de pianomuziek in de tijd van de Romantiek.
Een typisch kenmerk van de Romantiek is weemoed en dwang naar vrijheid. Een goed voorbeeld hiervan is zijn verlaten van zijn vaderland. Hij heeft in Parijs, Engeland, Schotland en Majorca gewoond. Ook was er in zijn muziek te horen dat hij verlangde naar zijn vaderland. Deze eenzaamheid en heimwee is vaak goed te horen in zijn muziek.
Vergelijking met een soortgelijk werk
Ik heb dit muziekstuk van Chopin vergeleken met een stuk van Johannes Brahms. ‘Waltz Op 39, No. 15 AM’.
Johannes Brahms komt ook uit de tijd van de Romantiek en hij werd ook als jong talent ontdekt.
* Overeenkomsten
- Er wordt ook alleen gebruik gemaakt van de piano als begeleiding.
- Er wordt ook veel gebruik gemaakt van achtste noten.
- Er wordt ook enkele keren gebruikt gemaakt van herstellingstekens.
- Het zijn beiden walsen.
- Er wordt in beiden stukken gebruik gemaakt van een climax. Ze werken allebei naar het einde toe.
- Ze hebben allebei dezelfde tijdsduur. Ongeveer 1minuut50.
- Ze hebben dezelfde maatsoort. Driekwartsmaat.
* Verschillen
- Het muziekstuk van Chopin heeft een veel hoger tempo.
- Het muziekstuk van Chopin heeft 5 mollen en Brahms 4 mollen.
- Het muziekstuk van Chopin heeft veel meer dynamische tekens en aanduidingen.
- Het stuk van Chopin is veel ingewikkelder dan die van Brahms.
- Het stuk van Brahms is rustig en langzaam. Het stuk van Chopin juist onrustig.
- Bij Chopin wachten ze 4 maten voor de akkoorden. Bij Brahms wordt hier meteen gebruik van gemaakt.
- Het muziekstuk van Brahms staat in As majeur en die van Chopin in Des majeur. Dit is te zien aan de hoeveelheid mollen, de eerste en de laatste maat.
Vergelijkingen van twee uitvoeringen
Ik heb twee ‘verschillende’ uitvoeringen gevonden. De een is gespeeld door Ruth Laredo. Zij wordt “America's First Lady of the Piano” genoemd. Ze stierf aan kanker op 67-jarige leeftijd en wordt nog steeds herdacht.
De ander is gespeeld door Artur Rubinstein(1887-1982). Hij was een beroemd Pools-Amerikaans pianist, vooral bekend door zijn uitvoeringen van muziek van Chopin. Hij was een Chopin-specialist en stelde met zijn interpretatie de standaard voor het uivoeren van de composities van zijn landgenoot.
Ruth Laredo
My First Recital
Gepubliceerd: 15 juli 1993
Gecomponeerd in 1992/1993
Artur Rubinstein
The Rubinstein Collection Vol 47
Gepubliceerd: 9 januari 2001
Gecomponeerd in 1916
* Verschillen
- Overgang van Laredo is fijner gedaan dan de overgang van Rubinstein.
- Laredo maakt het muziekstuk spannender (naar mijn smaak) en veel duidelijker.
- De klemtonen bij Laredo zijn duidelijker, wat het muziekstuk een stuk intenser maakt.
- Laredo lijkt het sneller te spelen. Het tempo is hoger dan dat van Rubinstein.
- Laredo lijkt over haar piano te ‘vliegen’. Bij Rubinstein lijkt het meer stuk voor stuk te zijn gespeeld.
* Mijn voorkeur
Mijn voorkeur is dus overduidelijk het muziekstuk van Ruth Laredo. Ook al is er weinig verschil te bemerken, Laredo lijkt het muziekstuk veel spannender te maken. Hier blijft mijn concentratie dus het beste bij hangen.
Naar mijn mening vind ik een hoger tempo ook veel lekkerder klinken in het oor. Ik vind dat Ruth Laredo het stuk intens heeft gemaakt.
Ik wil er nog wel bij opmerken, dat ik het stuk van Artur Rubinstein ook erg mooi vind.
Mening
Ik heb veel geleerd van het maken van dit werkstuk, ondanks dat ik dacht dat dit niet zou gebeuren. Ik weet vooral nu meer over de Romantiek en F. Chopin.
Ik moet ook toegeven dat ik meer van klassieke muziek ben gaan houden. Ik zal nooit een fan worden, maar ik waardeer het nu veel meer.
De analyse was behoorlijk moeilijk voor mij. Ik heb informatie gevonden op het internet die mij verder hielp en enkele muzikale mensen die mij het een en ander hebben uitgelegd. Dit vond ik erg fijn, want nu snap ik ook beter hoe men bijvoorbeeld de toonsoort kan vinden van een muziekstuk.
Conclusie
Dit werkstuk is voor mij erg leerzaam geweest. Ik heb erg lang gewerkt aan de analyse en ook aan het zoeken van informatie.
Ik heb voor dit werkstuk alleen internetsites gebruikt, omdat dat voor mij het gemakkelijkst is. Ik heb ook gebruik gemaakt van Engelse sites die erg informatief waren. Dit was erg tijdrekkend voor mij, maar hopelijk wel de moeite waard.
Bronnenvermelding
http://www.maurice-abravanel.com/chopin_f__nederrlands.html
www.componisten.net
www.klassiekemuziekgids.net
http://www.degoeje.nl/BOVENBOUW/CKV3/GESCHIEDENIS/overzicht.htm#5
http://www.degoeje.nl/BOVENBOUW/CKV2/kunstgeschiedenis/algemeen/stijlen%20en%20stromingen.htm#romantiek
www.digischool.nl
www.cultkanaal.nl
http://www.ckv23.com/ckv/muzrom.htm
http://www.popschoolmaastricht.nl/homepage_frameset.htm?page=college_midi_begrippennotatie.htm
http://www.digischool.nl/mu/leerlingen/geschiedenis/romantiek/vormen_genres.htm
http://www.musicad.nl/
http://www.amazon.com/My-First-Recital-Ruth-Laredo/dp/B00000082W
http://www.amazon.com/Rubinstein-Collection-Vol-47-Impromptus/dp/B000031WBU/sr=1-7/qid=1160111003/ref=sr_1_7/002-8515478-0606441?ie=UTF8&s=music
http://music.barnesandnoble.com/search/mediaplayer.asp?ean=047163881824&z=y
http://www.classiccat.net/brahms_j/39.htm
http://www.8notes.com/artist14b.asp?i=1&pageA=2
http://www.cs.cmu.edu/afs/cs.cmu.edu/user/pscheng/www/chopin.html
http://www.classicalarchives.com/chopin.html
http://klassieke-muziek.2link.be/
http://www.daltonvoorburg.nl/file/4401/1063194566/muzbegrippen_bb.doc
http://www.tuxx.nl/romeinse_cijfers
http://www.zelfmuziekmaken.nl/woordenboek/woordenboek_03.asp?Begrip=Noot
http://www.ruthlaredo.com/
http://www.maurice-abravanel.com/rubinstein_arthur.html
Het cultureel woordenboek; encyclopedie van de algemene ontwikkeling.
REACTIES
1 seconde geleden