Invloed van Raad voor de Journalistiek op de media

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1758 woorden
  • 16 december 2002
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
22 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoordje In het eerste trimester moeten we voor het vak maatschappijleer een handelingsdeel inleveren in de vorm van een PO. Het onderwerp van de PO moet te maken hebben met het onderwerp van het eerste hoofdstuk. Massamedia. Ik heb gekozen voor het onderwerp Raad voor de Journalistiek omdat ik niet echt een goed onderwerp kon vinden en er al heel veel het onderwerp ‘geweld op tv’ deden, heb ik daar niet voor gekozen. Ik had al gezegd dat het een voor woordje zou worden, dus stop ik er bij deze mee. (ook weet ik niet meer zoveel te vertellen J ) Betoog
Inleiding
Het PO gaat dus over de ‘Raad voor de Journalistiek’. Als hoofdvraag bij dit onderwerp heb ik bedacht: Heeft de Raad voor de Journalistiek grote invloed op de media? Door middel van het beantwoorden van twee deelvragen ga ik proberen een antwoord te geven op deze vraag.
Wat is de Raad voor de Journalistiek? De Raad voor de Journalistiek is een onafhankelijke instelling voor burgers die klachten hebben over journalistieke activiteiten en niet (of niet alleen) de gang naar de rechter wensen. De raad is een orgaan van zelfregulering (de media wordt in de gaten gehouden door de doelgroep en andersom, zonder dat de overheid regelgeving daarvoor heeft ontwikkeld) voor de media. De Raad is een instantie, die alleen een oordeel geeft en geen sancties kan opleggen. Het gaat bij de Raad dus niet zoals bij de Medische Tuchtcolleges, die falende vakgenoten desnoods kunnen verbieden om nog verder hun beroep uit te oefenen. De Raad kan een journalist of een medium ook niet verplichten om in een vervolgpublicatie of een rectificatie verkeerde berichtgeving recht te zetten. De Raad kan ook geen schadevergoedingen toekennen. Dat kan in Nederland alleen de rechter of een arbiter. Het oordeel van de Raad wordt gepubliceerd in het vakblad ‘De journalist’. Samenstelling De Raad is voor de helft samengesteld uit journalisten en voor de helft uit andere deskundigen, afkomstig uit onder andere de rechterlijke macht, de advocatuur, de voorlichtingsdiensten van ministeries, de academies voor journalistiek, directies van uitgeverijen en de omroepleiding. Per zitting bestaat de Raad uit één jurist-voorzitter, twee journalisten en twee niet-journalisten. Zij worden bijgestaan door een onafhankelijk secretaris. Het college buigt zich vooral over de vraag of een journalist zorgvuldig zijn werk heeft gedaan en of een medium met een publicatie of uitzending ‘geen grenzen heeft overschreden van wat, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid en van wat maatschappelijk aanvaardbaar is’. Klacht De klager krijgt een gezaghebbend oordeel over het gedrag van de journalist waarover hij klaagde. De uitspraken van de Raad dragen bij aan de meningsvorming over de journalistieke gedragsregels. De Raad heeft ook de bevoegdheid om te bemiddelen tussen een klager en een krant, tijdschrift of omroep. Dat kan het geval zijn als het overleg tussen een burger en een medium over een publicatie of een voorgenomen publicatie niet tot het voor de burger gewenste resultaat leidt. De Raad kan dan een bemiddelingspoging doen. Het voordeel daarvan is dat de Raad niet alleen achteraf in actie komt en daarmee waarschijnlijk ook een vervelende lange procedure kan voorkomen. Zonder klacht De Raad voor de Journalistiek kan ook zonder dat een klacht is ingediend zich uit eigen beweging met uitgesproken standpunten mengen in de openbare discussie over actuele kwesties met betrekking tot de journalistieke ethiek en de beroepsmoraal van journalisten, zoals het gebruik van verboren camera’s. Daarmee heeft de Raad ook een actieve rol gekregen in de publieke meningsvorming. Hoe behandelen ze een klacht? Indienen van een klacht Wie vindt in zijn of haar belang te zijn getroffen en in bemiddeling weinig heil ziet, kan een brief met een klacht sturen aan: Secretariaat van de Raad voor de Journalistiek

mevrouw mr. D.C. Koene
p/a Joh. Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam
telefoon 020 - 6735727
fax 020 - 6799065
Men moet belanghebbende zijn
Om een klacht behandeld te krijgen moet een indiener 'rechtstreeks belanghebbende', dus direct betrokken zijn. Twijfelt iemand daaraan, dan is het verstandig om eerst even met het secretariaat te bellen voordat een klacht wordt ingediend. De Raad behandelt geen klachten van derden met algemene bezwaren over de berichtgeving in de media, men moet zich persoonlijk in zijn belangen geschaad voelen. Wat er altijd in een brief met een klacht ('klaagschrift') moet staan
Naam, adres en telefoonnummer van degene die de klacht indient. De handtekening van de klager. De naam of namen van de journalist of journalisten en/of het medium tegen wie de klacht is gericht. Een zo duidelijk mogelijke omschrijving van de klacht. Waarom de klager vindt dat hij of zij rechtstreeks belang heeft bij een oordeel van de Raad. Bijlage Het klaagschrift moet als bijlage bevatten de publicatie waarover de klacht gaat. Dat kan zijn een fotokopie van een stuk uit een krant of tijdschrift en als het gaat om radio of televisie, een bandopname of eventueel de uitgetikte tekst. 8-voud Het ondertekende klaagschrift moet in 8-voud naar het secretariaat van de Raad worden opgestuurd. Het indienen van een klacht via de e-mail of fax is niet mogelijk! Hoe gaat het verder? De klager krijgt bericht als het secretariaat zijn/haar klacht heeft ontvangen. Een kopie van het klaagschrift wordt direct naar degene gestuurd tegen wie de klacht is gericht. Die wordt gevraagd om daar binnen drie weken op te reageren. Door middel van een persbericht ongeveer een week voor de zitting wordt al eerder aandacht aan de klacht besteed. Meestal heeft de Raad ter voorbereiding van de zitting (de mondelinge behandeling) al wel genoeg aan het klaagschrift en het schriftelijk verweer van de wederpartij. Beide partijen worden voor de zitting uitgenodigd, maar er is geen verschijningsplicht. Het kan ook voorkomen dat de Raad al op grond van de stukken (klaag- en verweerschrift) tot een oordeel kan komen, waarbij een mondelinge behandeling dan achterwege kan blijven.
De zitting De zittingen van de Raad voor de Journalistiek worden gehouden in Amsterdam. De zittingen zijn openbaar en iedereen kan ze dus bijwonen. De voorzitter kan echter besluiten om de klacht 'achter gesloten deuren' te behandelen, bij voorbeeld als het gaat om bescherming van de privacy van minderjarigen. De klager en de tegenpartij krijgen tijdens de zitting alle gelegenheid om hun standpunten uiteen te zetten. De klager en de tegenpartij kunnen zich laten bijstaan door iemand, in wie zij vertrouwen hebben en die nog een nadere toelichting zou kunnen geven. Dat hoeft niet per se een advocaat te zijn. Als de Raad vindt voldoende te zijn geïnformeerd, wordt de behandeling gesloten. De uitspraak Binnen acht weken doet de Raad gemotiveerd uitspraak, die op schrift aan de betrokkenen wordt toegestuurd. Tegen het oordeel van de Raad is geen hoger beroep mogelijk. De uitspraken van de Raad worden gepubliceerd in De Journalist, het vakblad van de Nederlandse journalisten en op deze website. Een aantal media pleegt uitspraken van de Raad over gedragingen of publicaties van de eigen journalisten al dan niet in extenso in het eigen blad te publiceren. Conclusie Hier ga ik de hoofdvraag beantwoorden: Heeft de Raad voor de Journalistiek grote invloed op de media? Kort gezegd: Enorm. De Raad bewaakt grenzen, ze zijn mogelijk grensverleggend, bieden de mogelijkheid om vaak ethische en problematische vragen uitvergroot te behandelen/beoordelen zodat normen ontstaan en worden verlegd. Ook zou je kunnen zeggen dat ze een uitlaatklep vormen voor primaire en emotionele reacties van burgers en die dan kanaliseren door de structuur van de klachtprocedure bij de raad. Dankzij het feit dat het op deze gestructureerde manier gaat kan de media zelf haar grenzen bewaken en worden normen gesteld voor degene die in de media werkzaam zijn. Media zal geneigd zijn binnen de grenzen van de raad invulling te geven aan haar democratische taak. Voorbeeld van een klacht Aanklacht tegen De Telegraaf bij de Raad voor de Journalistiek
Aanklacht ingediend 15 juni 1997 over de berichtgeving in de eerste week van april 1997
Likoed Nederland heeft zich regelmatig gestoord aan de onjuiste berichtgeving in De Telegraaf over Israel door correspondent Hans Kuitert. De hoofdredactie van De Telegraaf heeft een aantal onjuistheden toegegeven. In de eerste week van april 1997 bereikte de berichtgeving echter een nieuw dieptepunt. Tevens bleek Likoed Nederland na onderzoek dat er iemand in De Telegraaf 'geciteerd' werd die daar niets van wist, niet geinterviewd was en wie woorden in de mond werden gelegd die hij nooit gezegd heeft. Het betrof de Israelische Amerikaan Harry Wall, directeur van het Israel bureau van de Anti Defamation League. Nadat de hoofdredactie van De Telegraaf op onze brieven daarover niet meer wilde reageren besloot Likoed Nederland tot een aanklacht bij de Raad voor de Journalistiek. De Raad voor de Journalistiek oordeelde op 1 december 1997 als volgt: Beoordeling van de klacht: De Raad is van oordeel, dat het de vereniging Likoed Nederland ontbreekt aan het vereiste belang bij een uitspraak van de Raad. In de overgelegde artikelen uit De Telegraaf komt weliswaar een aantal onjuistheden voor, maar deze acht de Raad niet van dien aard dat Likoed Nederland daardoor in een eigen belang wordt getroffen. De Raad onthoudt zich derhalve van een oordeel over de klacht van Likoed Nederland
Ten aanzien van de klacht van de heer H. Wall, die wel als rechtstreeks belanghebbende wordt aangemerkt, overweegt de Raad het volgende. Uit de overlegde stukken kan de Raad niet zonder meer afleiden dat er sprake is van een onjuist citaat. Uit de berichtgeving in 'Wall Street Journal' en 'Reuters' blijkt onvoldoende dat de heer Wall het tegengestelde heeft beweerd van hetgeen als citaat in De Telegraaf is gepubliceerd. Beslissing: De Raad onthoudt zich van een oordeel over de klacht van Likoed Nederland en acht de klacht van de heer H. Wall ongegrond. De Raad verzoekt betrokkene deze beslissing integraal of in samenvatting in De Telegraaf te publiceren. Reactie Likoed Nederland: Het belangrijkste is uiteraard dat de Raad het met Likoed Nederland eens is dat in slechts één week berichtgeving van De Telegraaf over Israel een aantal onjuistheden voorkomen. Daarover zijn wij bijzonder verheugd. Wij hebben kanttekeningen bij twee andere aspecten van de uitspraak: 1. Het feit dat Likoed Nederland niet als direct belanghebbende wordt gekwalificeerd. Dit ondanks het feit dat volgens onze statuten, die wij de Raad hebben overlegd, onze doelstelling onder meer luidt: "Het bevorderen van Joodse en Israëlische belangen binnen Nederland en de Europese gemeenschap". 2. Het feit dat onvoldoende bewezen wordt geacht dat Harry Wall verkeerd is geciteerd, ondanks dat hij dat zelf stelt en het niet weersproken is door De Telegraaf of haar correspondent Hans Kuitert.
Bronvermelding www.rvdj.nl/ www.iisg.nl/archives/gias/r/10767119.html
http://dmoz.org/World/Nederlands/Nieuws_en_Media/Journalistiek/

REACTIES

B.

B.

ik heb een vraag.
hoe wordt een klacht behandeld.
ik ga een werkstuk houden over de media.
Dus heb ik veel informatie en plaatjes nodig.
Kun jij me wat informatie geven.

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.