Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De crisis in Griekenland

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 2712 woorden
  • 12 juni 2010
  • 84 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
84 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding

Voor het vak maatschappijleer moet er een praktische opdracht gemaakt worden.

Je kon uit één van de betreffende benaderingswijzen

Politiek- juridische zaken, zoals de regelgeving en de rol van de overheid;

Sociaal- economische zaken, zoals de belangen van de betrokken partijen;

Sociaal- culturele zaken, zoals achterliggende normen en waarden;

Vergelijkende zaken, zoals de historische en mondiale context.

kiezen.

Ik heb voor de categorie Politiek- juridische zaken gekozen.

Het onderwerp gaat over Griekenland wat een grote staatschuld heeft. En wat nu vol op in het nieuws is.

Griekenland, een van de zestien eurolanden, heeft op grote schaal cijfers vervalst en dit was al jaren aan de gang. Hierdoor is een grote staatschuld ontstaan, van maar liefst 12,7 % van het bruto nationaal product. De consument kan er de komende maanden op rekenen dat zo ongeveer alles duurder wordt. De oorzaak is dat de euro fors aan de waarde heeft verloren doordat Griekenland door het ijs is gezakt en er mogelijk nog andere landen in de Europese Unie, Spanje, Portugal en Italië volgen. Het gevolg een domino effect. Is Griekenland nog te redden?

Om tot een praktische opdracht te komen die voldoet aan de eisen die ik heb verkregen stel ik mijn onderzoek de volgende vraag centraal:

Wat zijn de gevolgen van de problemen in Griekenland voor de Europese Unie en Nederland?

De bijbehorende deelvragen luiden als volgt:

1. Hoe is de Staatsschuld tot stand gekomen?
2. Gaat het reddingsplan Griekenland helpen of gaat het land failliet?
3. Hoe is de angst voor een domino-effect ontstaan?
4. Welke gevolgen heeft de crisis voor Nederland?

De Aanleiding tot het onderwerp van mijn praktische opdracht is omdat het erg actueel, nu vooral in het nieuws, en het is interessant.

Toen ik dit hoorde op het nieuws sprak het me erg aan. Ik begon vragen te stellen over dit onderwerp zoals: hoe heeft dit allemaal kunnen gebeuren? En wie gaat Griekenland helpen? Gaat Griekenland failliet? Krijgen wij er last van? Etc.

Ik bleef elke dag het nieuws kijken, ik heb heel veel krantenknipsels verzameld om mij verder te informeren, maar ook heb ik op internet gekeken voor verdere informatie.

Omdat dit een groot onderwerp is en er hier nog al veel over te vertellen is benader ik me tot Griekenland en de verdere gevolgen voor Nederland en de Europese Unie van deze crisis.

Zo ben ik tot mijn onderwerp gekomen.

1. Hoe is de Staatsschuld tot stand gekomen?

Als een land een begrotingstekort heeft (men geeft meer geld uit dan men binnen krijgt) dan heeft de overheid dus geld nodig en gaat ze staatsobligaties uitgeven. Dit zijn leningen en worden uitgezet tegen een bepaald rente percentage. Als degene die de lening wil hebben een laag risico loopt is de rente vergoeding laag. Bij een hoog risico is de rente vergoeding hoog. De kans dat je je geld terug krijgt is dan klein.

Wie koopt deze staatsobligaties? Iedereen die geld over heeft en meer rente wil dan een simpele rekening bij een bank. Dit zijn overheden (China) maar ook banken (de Deutsche bank heeft voor miljarden aan Griekse obligaties gekocht.) Als het risico steeds groter wordt dat de obligatiehouders hun geld nooit meer terug zien dan stijgt de rente, dit is met Griekenland gebeurd. De obligatiehouders eisen een hogere vergoeding door het hogere risico. Indien de rente zo hoog wordt dat de schulden niet opnieuw aangegaan kunnen worden, gaat een land failliet. Wat betekent dit? Het land heeft simpelweg geen geld meer. Wie zijn dan de dupe? Iedereen die de staatsobligaties gekocht heeft. Dat zijn bijvoorbeeld: landen, banken, investeerders, etc. Pensioenen kunnen niet meer betaald worden. De ambtenaren kunnen ook niet meer betaald worden. Dus het hele financiële systeem valt in elkaar maar ook van andere landen.

Op 14 december 2009 waarschuwde de premier George Papandreou dat Griekenland ieder spoor van geloofwaardigheid heeft verloren, en zal moeten veranderen of het zal zinken. In Griekenland is veel corruptie waarbij geld wordt betaald voor politieke gunsten. Dit heeft er voor gezorgd dat de wet wordt genegeerd en praktijken als belastingontduiking worden benadrukt, hier door komt er dus minder geld binnen. De samenleving in Griekenland is uit de hand gelopen bureaucratie. Waarbij ambtenaren omgekocht moeten worden willen ze wat voor de burgers doen.

De in vorig jaar oktober aangetreden regering is van plan deze praktijken hard aan te pakken. Maar het probleem zit dieper dan alleen de corruptie en de bureaucratie. De Griekse democratie is niet de meest stabiele in Europa. Er zijn regelmatig heftige en soms weken lange protesten/ stakingen in de grote steden. Nog lastiger is de houding van een belangrijk deel van de rijkere burgers in Griekenland, dat belastingontduiking een normale zaak vind. Dat komt door dat de belasting ambtenaren die worden gezien als bloedzuigers die pas na het betalen van een aardige som geld (steekpenningen) een bedrijf met rust willen laten.

Het is dus niet makkelijk en het kost de regering veel inspanning om het vertrouwen van de burgers te winnen. En dat de burgers ook bereid zullen zijn eerlijk belasting te betalen. Tot die tijd blijft Griekenland het gezegde waarmaken dat het een arm land vol rijken is. Zonder hulp van de Europese Unie en het IMF zou Griekenland nu een failliet land zijn.

Waarom de noordelijke landen van de EU Griekenland moeten steunen is onduidelijk. Grieken ontduiken massaal de belastingen, en tonen geen onderlinge steun. Hun ambtenaren gaan eerder met pensioen dan de noord Europese collega’s die ze nu om steun vragen.

Ze sjoemelen met de Brusselse subsidies en ze hebben tegenover de EU een valse voorstelling gegeven van hun begrotingstekort. Kort gezegd: de Grieken hebben elkaar en ons lelijk bedrogen. Voordat Griekenland de EU binnen trad hadden ze al een groot begrotingstekort maar had een plan laten zien om dat te verbeteren. Daarom hebben de Grieken met de cijfers gesjoemeld, om te laten zien dat ze het wel konden en dat ze geen boetes kregen. Zoals: minder subsidies etc. Onderling in de EU is afgesproken dat je niet meer dan 3% over je uitgaven heen mag zitten dan wat er het land in komt. Je moet dan wel in de loop van het jaar dat verbeteren. Griekenland heeft dit laten oplopen tot 12.9 % in 2009. De staatschuld die Griekenland heeft is 113,4% van het bruto nationaal product ( De waarde van alle goederen en diensten die in een bepaald jaar in een bepaald land worden geproduceerd.)

2. Gaat het reddingsplan Griekenland helpen of gaat het land failliet?

Om de problemen in Griekenland aan te pakken heeft te Griekse regering van premier Giorgos Papandreou op 15 januari 2010 een plan ingediend bij de Europese Commissie. Volgens dat plan moet het begrotingstekort van Griekenland in 2012 weer zijn teruggebracht tot onder de norm van 3 procent uit het Stabiliteit -en groeipact. Hierin spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan dat ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt worden, maar ze moeten er wel naartoe werken.

Om dat plan waar te maken moet Griekenland enorme bezuinigingen treffen. Zo houden ze 20% van het loon van ieder werkende in. Zo zijn er ook belastingverhogingen nodig. De accijnzen op alcohol en brandstof worden verhoogd, de pensioenleeftijd wordt opgeschroefd en er zal flink worden gesneden in het ambtenarenapparaat. In de eerste maanden van 2010 was het Griekse tekort door de maatregelen lager dan een jaar eerder. Voor het jaar 2010 moet het tekort worden teruggebracht tot 8,7% van het bruto nationaal product.

Helaas is het volk met deze bezuiniging niet mee eens. 5 mei was er een nationale staking gehouden door de burgers. Hierdoor vielen 3 doden. Honderdduizenden legden het werk neer en dat was voor de financiële markten een teken dat het de Griekse regering nooit zal lukken de bezuinigingen daadwerkelijk door te drukken. De gemiddelde lonen zijn in vergelijking met de EU landen schrikbarend laag en de kosten voor levensonderhoud zijn soms hoger dan in Nederland. De prijzen voor voedsel benzine zijn meer dan verdubbeld, hoe moet het aflopen met de Grieken, Hoe moet het aflopen met de jonge generatie later als hun ouders niet eens voor onderwijs kunnen betalen. De kinderen in Griekenland gaan nu 1 á 2 keer in de week naar school. Meer kunnen de ouders niet opbrengen. In de horeca alles gaat failliet. Niemand heeft meer geld om uit eten te gaan. Of te bowlen etc. Elke Griek levert straks 1 dag loon per week in.

Dat het land nu bijna failliet is, verbaasd niemand. Iedereen doet er aan mee. Topambtenaren en directeuren van bedrijven zijn twee handen op een buik. Iedereen zit aan elkaar vast. Als één Griek omvalt, vallen er een heleboel om.

Kunnen we Griekenland failliet laten gaan? Dit is een van de vragen waarover de Europese ministers van financiën zich hebben gebogen. Een bank die failliet gaat, bleek in de Verenigde Staten al voor dramatische effecten te zorgen. Maar wat als een land financieel omvalt? De val van de bank Lehman Brothers startte de financiële crisis in de VS. En vervolgens ook in Europa. Zo zou het failliet van Griekenland een domino effect binnen de EU in gang zetten en zou het de euro ook beschadigen, en in waarde dalen.

Het IMF (Internationaal Monetair Fonds) is de VN- organisatie die de stabiliteit van het internationale monetaire systeem in de gaten houd. Om deze stabiliteit te behouden en financiële crisis te voorkomen analyseert het IMF nationale, regionale en mondiale economische en financiële ontwikkelingen. Ook biedt het IMF hulp bij een economische crisis. In het geval van Griekenland heeft zij de hulp van het IMF ingeschakeld. Deze organisatie heeft 110 miljard uitgeleend aan Griekenland hiervan komt 80 miljard voor rekening van de eurolanden waarvan 4.8 miljard van Nederland en 30 miljard van het IMF. Maar dat geld krijgt Griekenland niet zomaar. Deze “nood”leningen worden binnen 3 jaar uitgekeerd. Het IMF stelt strenge voorwaarden. Griekenland moet ongeveer 5% rente betalen, de overheidsuitgaven moeten over drie jaar met 30 miljard euro worden teruggebracht en het begrotingstekort moet in 2014 tot onder de 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) zijn gedaald.

3. Hoe is de angst voor een domino-effect ontstaan?

Het scenario van Lehman Brothers herhaalt zich, alleen dan op een veel grotere schaal. Nu zijn Portugal, Spanje, Ierland en Italië aan de beurt. De rente op Portugese, Spaanse, Italiaanse en Ierse staatsobligaties knallen omhoog. Deze landen moeten nu ook gaan bezuinigen omdat ze hun geld niet meer terug krijgen. In Spanje ging het zo goed met de economie. Het één van Europa’s grootste economieën. Hoe kan het daar nu zo slecht gaan?

Het bruto nationaal product van Spanje, eerst vertegenwoordigend voor heel Zuid-Europa, is ingestort sinds het begin van de kredietcrisis en de instorting van de Spaanse huizenmarkt. En het begrotingstekort loopt de staatsschuld hard op, de werkloosheid is 20 procent en de jeugdwerkloosheid is al boven de 45 procent. Inderdaad, bijna de helft van de Spaanse jongeren is werkloos. Als Spanje haar geld niet meer terug krijgt van Griekenland zou ze streng moeten bezuinigen. Dan loopt het straks net zoals Griekenland af.

Allemaal heel erg, maar waarom is dit naar voor de rest van Europa? Waarom zou het ook voor Nederland dramatisch zijn als Spanje in zware betalingsproblemen komt?

Heel veel banken hebben heel veel geld in Spanje zitten. Zij zouden grote problemen krijgen als het land bijvoorbeeld morgen al (een deel van) zijn schulden niet meer zou kunnen afbetalen.

Het Financiële Dagblad zegt dat diverse financiële instellingen, zoals pensioenfondsen, ook miljarden aan Spaanse bezittingen op hun balans hebben staan, vooral staatsobligaties. Daarmee komt het totaalbedrag op 127 miljard. Dat zijn forse bedragen, zeker als je nagaat dat Nederlandse banken 176 miljard euro hebben geïnvesteerd in Duitsland, onze grootste handelspartner.

Duitse en Franse banken zitten nog dieper in de Spaanse obligaties, met ongeveer 238 en 220 miljard euro. Als Spanje leningen bij de Duitse, Franse en Nederlandse banken niet meer kan afbetalen, of die banken genoegen moeten nemen met lagere terugbetalingen, dan moeten die banken megabedragen afschrijven.

Dat heeft weer grote gevolgen voor de leningen die de banken zelf zijn aangegaan op basis van hun onderpand - waaronder Spaanse obligaties - en daar moet dan een oplossing voor komen. De overheid moet in zo'n geval misschien geld voorschieten. De bedragen die de regering uit moest trekken om banken en verzekeraars te steunen tijdens de kredietcrisis zullen daarbij zwakker worden.

En nu dan kijkt Spanje aan tegen een staatsschuld die in 2010 boven de 65 procent van het bruto nationaal product uit dreigt te komen. Terwijl het begrotingstekort tussen de 5 en 6 procent is en de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen en stimuleringsmaatregelen erg groot zullen blijven.

Deze gevolgen en maatregelen gelden hetzelfde voor Portugal, Italië, en Ierland en straks ook Duitsland en België. Een faillissement voor deze landen betekent het misschien het einde van de euro.

4. Welke gevolgen heeft de crisis voor Nederland?

Nederland heeft heel veel geld geïnvesteerd in Griekenland en Spanje. Aan onder andere obligaties en een deelname van een lening aan het noodplan. Als Nederland haar geld niet terug krijgt, zouden ook wij extra moeten bezuinigen. Wij moeten al wegens de financiële crisis bezuinigen. Maar dat niet alleen. De euro bleef zakken tot onder de grens van $1.27. Dat lijdt weer tot stijging van de prijzen voor olie en andere grondstoffen. Want zij koopt de olie op de markt en dat betalen wij in dollars. $1,50 is €1 dat was de wisselkoers voor de crisis. Dus een vat olie wat $100 kost. Kost dus ongeveer €68. Nu betalen wij voor het zelfde vat van $100 omgerekend ongeveer €80. Dus wij moeten meer betalen voor hetzelfde vat olie. En zo gaat dat onder andere ook met benzineprijzen, de voedselprijzen en energie prijzen, ze stijgen allemaal. Het gevolg is een inflatie. Wij moeten bezuinigen, we krijgen minder loon, maar de producten die we moeten kopen om te kunnen leven worden ook duurder. Dus we hebben minder te besteden. Maar ook vakanties naar het buitenland worden duurder voor ons, zo krijg je minder toeristen en zo gaan de toeristenlanden die echt op het geld wat binnenkomt van de toeristen leven gaan ook beetje bij beetje bezuinigen en zo heb je een domino effect. Het ene land valt om na de andere.

Conclusie

Dus door de hoge staatsschuld en de begrotingstekorten is Griekenland in een crisis gekomen. Ze geven meer uit dan wat er binnen komt. Dit was al jaren aan de gang. Het is alleen maar erger geworden. Griekenland heeft ons gewoon belazerd. Ze hebben valse cijfers doorgegeven van het begrotingstekort. Je mag maar maximaal 3% te kort hebben maar Griekenland heeft een veel hoger begrotingstekort namelijk 12.9%. Het IMF heeft een reddingsplan opgesteld voor Griekenland, ze hebben het land 110 miljoen euro uitgeleend. Maar tegen strenge voorwaarden, ze moeten zwaar bezuinigen, er zijn nationale stakingen, mensen zijn het er niet mee eens, dat ze 1dag loon per week moeten inleveren, dat alles duurder wordt. Als dit zo doorgaat en Griekenland gaat failliet, is heel Europa de dupe er van. Want elk land heeft van een ander land staatsobligaties, als Griekenland dat niet meer kan terug betalen wordt het risico te hoog, dat komt voor een gevolg dat de rente heel hoog komt te staan, daardoor kan Griekenland hun schuld alsnog niet betalen. Als die landen geen geld krijgen voor hun staatsobligaties, hebben ze eigenlijk geld voor niets weggegooid. Daarom moeten de landen gaan bezuinigen want als ze dat niet doen loopt hun staatschuld ook op. De banken gaan failliet, zij krijgen hun uitgeleende geld niet terug. Er komt een inflatie, alles wordt duurder. Maar ook de olie die wij betalen in dollars wordt duurder, we betalen voor het zelfde vat olie veel meer euro’s. Mensen worden armer. En zo stort de hele financiële economie uit elkaar. Als Griekenland failliet gaat achtervolgd Spanje haar snel. Want dit land deed het economisch heel goed, maar ligt nu ook bijna op het randje van de afgang. De huizenmarkt is ingestort, 20% van de beroepsbevolking is werkloos, Nederland heeft heel veel geld in Spanje zitten dus als Spanje failliet gaat krijgt Nederland haar geld niet. En dat gebeurd ook bij andere landen die geld hebben zitten in Griekenland of Spanje. Het is simpelweg een domino effect. Als één land omvalt volgen er meerdere (zwakke landen).

Hiermee heb ik met behulp van de deelvragen en de conclusie mijn centrale vraag: “Wat zijn de gevolgen van de problemen in Griekenland voor de Europese Unie en Nederland beantwoord.

REACTIES

-.

-.

Damm waar heb je dit allemaal gevonden

13 jaar geleden

B.

B.

Op internet

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.