Jason en de Argonauten

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 2978 woorden
  • 5 januari 2003
  • 87 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
87 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Jason en de Argonauten; het verhaal

Even tussen door het verhaal van het Gulden Vlies…
Er was eens een vrouw die Nephele heette. Zij was de ex-vrouw van een man die Athamas heette. Zij had 2 kinderen van hem gekregen, maar na hun scheiding nam hij de kinderen mee naar zijn nieuwe vrouw, Ino, die de kinderen totaal niet mocht en ze wilde vermoorden. Nephele had dit echter door en waarschuwde Athamas en schonk hem tevens een ram met een gouden vacht om de kinderen naar het nabijgelegen eiland Kolchis te laten vluchten. Tijdens deze overtocht viel een van de kinderen echter van de ram en de anderen offerden te ere van dit kind de gouden ram aan Zeus en hingen de gouden vacht (het Gulden Vlies) aan een eikenboom.

Jason was een koningszoon, maar daar had hij als kind zijnde nooit wat van gemerkt. Hij was als weeskind opgegroeid in de bergen, verzorgd door de centaur Cheiron. Cheiron stamde af van de god Chronos en was onsterfelijk. Degenen die hem kenden, zeiden over hem; “wijs en rechtvaardig, opvoeder van helden”. Jason leerde veel van hem, zoals omgaan met zwaard, speer en schild.
Toen Jason volwassen was, riep Cheiron hem bij zich om hem over zijn afkomst te vertellen. Hij vertelde hem dat zijn vader, Aison, koning was van Thessalië. Toen Jason nog een baby was, werden Aison en zijn vrouw, Jason’s moeder, vermoord door Pelias, de jongere broer van Aison, die zelf koning wilde worden. Pelias wilde Jason ook vermoorden, maar trouwe dienaren hadden hem uit het koninklijk paleis gesmokkeld en hem hier naartoe gebracht.
Dus eigenlijk had Jason het recht op de troon van Thessalië en niet Pelias.
En dus ging Jason op reis naar Thessalië om de troon op te eisen. Hij ging op pad op sandalen met alleen een kort wit jurkje aan en twee speren over zijn schouder. Ergens onderweg bleef één van Jason’s sandalen in een modderige rivierover steken en werd door de stroming meegevoerd, zodat hij op één sandaal verder moest.
Hij wist niet dat dat een speciale betekenis in Thessalië had; zijn oom Pelias had ooit een droom gehad waarin hem werd voorspeld dat ooit een man met maar één sandaal aan hem zijn troon zou afnemen. Pelias had meteen maatregelen genomen en op het dragen van maar één sandaal stond in zijn rijk voortaan de doodstraf. Zo hoopte hij aan de voorspelling te ontkomen.
Jason wist hier echter niets van. Nadat hij in de hoofdstad van Thessalië aankwam merkte hij dat alle burgers zich hadden verzameld voor het paleis. Hij kreeg te horen dat Pelias persoonlijk het jaarlijkse offerfeest voor Neptunus leidt.
Jason drong naar voren en riep Pelias. Hij zei dat hij Jason, zoon van Aison, was, en dat hij de troon kwam opeisen. Nu werd hij door de omstanders herkend als de éénsandalige. De mensen werden blij, want Pelias was een tiran, en ze wilden maar al te graag een nieuwe koning. Pelias besefte dat de voorspelling uit was gekomen, ondanks zijn voorzorgen. En zijn onderdanen wisten dat ook. Hij zou Jason kunnen laten doden door zijn lijfwacht, maar het volk zou dat niet accepteren. Dus bedacht hij een list.
Hij deed heel vriendelijk en zei dat hij de troon natuurlijk zou opgeven, maar dan moest Jason wel iets voor hem doen; hij hoefde alleen het Gulden Vlies voor Pelias te halen en dan zou hij aftreden. Jason ging akkoord, omdat hij best nog wat avonturen wilde beleven. Maar Pelias onderschatte Jason; in plaats van dat hij zelf op pad ging, pakte hij het groot aan. Pallas Athene, godin van wijsheid, kunst en handwerk, hielp Jason door hem naar de Sprekende Eik te laten gaan. Als een god of godin speciaal voor iemand een boodschap hadden, kon je in het ritselen van de bladeren een zachte stem horen die je de boodschap mededeelde. De boodschap voor Jason was dat, als hij het allerbeste schip wou, hij de hulp van de scheepsbouwer Argus in moest roepen. Dat deed hij dus. Het schip dat werd gebouwd, werd de Argo gedoopt, wat ‘snelle zeiler’ betekent. Nu ontbrak er nog maar één ding; voor het beste schip had Jason ook de beste bemanning nodig.
Veel burgers van Thessalië boden zich aan, maar Jason wist dat moed alleen niet genoeg was om Argonaut te worden. Hij wilde wachten op een speciale bemanning.
In die tijd verspreidde het nieuws zich nog niet zo snel als nu, dus het duurde lang voordat het ver buiten Thessalië bekend werd dat Jason bemanningsleden zocht. Maar op een dag liep een groepje jongemannen op hem af. Ze waren een stuk groter dan de burgers van Thessalië en droegen fiere wapenuitrustingen. Jason herkende hen als zijn jeugdvrienden, allemaal door Cheiron grootgebracht. Daarna werd het drukker; Orfeus arriveerde; een beroemd krijger, maar nog beroemder door zijn harpspel. Hij kon zo mooi spelen dat wilde dieren vreedzaam aan zijn voeten gingen liggen om te luisteren. Herakles meldde zich ook. Niemand was sterker dan deze halfgod, die toen hij als baby nog in de wieg lag, met zijn blote vuisten twee enorme wurgslangen doodkneep.
Ook Theseus meldde zich aan; hij had de Minotaurus verslagen. De tweelingbroers Kastor en Pollux monsterden aan. Kastor was als bokser nog nooit verslagen en Pollux was de beste ruiter van zijn tijd. Vanuit de wolken kwamen nog twee broers; Kalais en Zetes, de gevleugelde zonen van Boreas, de god van de noordenwind. Ook een vrouw ging mee met de Argo; Atalante. Ze kon sneller lopen dan welke man ook. Ze kon zelfs over de zee rennen, omdat de golven de kans niet kregen om haar naar beneden te trekken. Toen de Argo uitzeilde waren ze met zijn vijftigen.
Het eiland Kolchis was zo ver weg, dat niemand de preciese koers ernaartoe wist. En de eetvoorraden die waren meegenomen waren ook niet genoeg voor de lange reis. Sommige eilanden waar ze voor anker gingen om nieuwe voorraden in te slaan waren onbewoond en die veroorzaakten dan ook geen problemen.
Het eiland Lemnos echter was wel bewoond, en wel door alleen maar vrouwen. Die hadden ooit de macht gegrepen en alle mannen verwijderd. Na een tijdje vonden ze dat toch wel saai worden, dus de Argonauten werden met open armen ontvangen. De Argonauten leefden zich uit en verwekten bij de plaatselijke vrouwen het een en ander aan nageslacht. Ook Jason kreeg een zoon, die Euneos werd genoemd, van iemand die Hyfisphyle heette.
Na een tijdje verlieten ze Lemnos en gingen naar Kyzikos, waar Herakles en nog een held, die Hylas heette, aan land gingen om voor Herakles hout te sprokkelen voor een nieuwe wapenriem te halen, omdat z'n oude kapot was. Er leefden echter nymphen, die Hylas wel mooi vonden en hem ontvoerden.
Herakles vond dit zo erg dat hij weigerde om verder op reis te gaan voordat zijn vriend Hylas was gered. Jason was genoodzaakt om de reis zonder Herakles te vervolgen.
De zoektocht ging verder en Jason en zijn Argonauten kwamen op het eiland Scutari, waar een agressieve koning leefde. De Argonauten mochten niet met hem spreken, voordat zij met hem een vuistgevecht waren aangegaan.
De koning, die Amykos heette en bekend stond als een goede vuistvechter, werd ingemaakt door Pollux en zo konden de Argonauten verder met hun zoektocht.
Aan de kust van Bithynië werden ze vriendelijker ontvangen. De blinde koning van dat eiland, Phineas, was blij om de Argonauten te zien.
Phineas, die door de god Zeus met blindheid werd geslagen, omdat hij te nauwkeurig was geweest in zijn voorspellingen. Als bijkomende straf had Zeus de Harpijen gezonden om hem te kwellen. Bij iedere maaltijd kwamen de Harpijen uit de lucht gevlogen om het eten van de tafel van Phineas te stelen.
De Harpijen waren gemene vliegende creaturen, met de hoofden van oude vrouwen en de lichamen, vleugels, bekken en klauwen van vogels. Zij konden zo snel vliegen als de wind, en hun veren dienden als ondoordringbare wapens. De Harpijen stalen lijken en brachten hen naar de onderwereld, altijd een vreselijke stank achterlatend. Zetes en Kalais konden de Harpijen overtuigen om Phineas voortaan met rust te laten en redden alzo diens leven. Uit dankbaarheid vertelde Phineas hoe Jason de Symplegades (Slaande Rotsen) kon passeren.
Dat waren twee klippen die op het einde van de Bosporus de toegang tot de Zwarte Zee blokkeerden. Geen enkel schip was er ooit in geslaagd om tussen de Slaande Rotsen door te varen, omdat deze voortdurend tegen elkaar botsten en ieder schip dat ertussen kwam verpletterden. Jason kreeg echter de tip van Phineas, om eerst een duif, die dan werd geplet, door de klippen te sturen en vervolgens als de klippen zich weer opmaakten voor de volgende klap er snel doorheen te varen.
Zoals Phineas hen had gezegd, lieten de Argonauten een duif los die tussen de Symplegades vloog. De rotsen sloegen tegen elkaar en toen deze langzaam terug naar hun positie keerden, zeilde de Argo snel en veilig doorheen de Symplegades. Nadien zouden deze rotsen nooit meer dichtklappen en voor altijd de poort naar de Zwarte Zee vormen.
Zo voer de Argo de Zwarte Zee op en verder langs de kuststrook richting Kolchis. Onderweg deden zij nog Sinop (een Ionische kolonie aan de kust) aan en gingen even aan land aan de monding van de Thermodon rivier. Achtereenvolgens kwamen de Argonauten langs het land van de Tibareni en langs de bergen van de Mosynchi die in houten huizen woonden en openlijk doen wat andere volken verheimelijken; ze paarden zelfs in het openbaar (!).

Weer verder kwamen ze bij het eiland Ares dat de thuishaven was van woeste gieren die hen voortdurend belaagden. Op het eiland troffen zij vier schipbreukelingen aan: prinsen die de zonen van Phrixus waren. Zij waren uit Colchis vertrokken naar het land van hun vader om hun erfenis op te eisen maar waren daar aangespoeld toen hun Kolchisch schip schipbreuk liep. Zij beloofden Jason te helpen het Vlies te bemachtigen bij hun grootvader koning Aietes.

Maar zij waarschuwden Jason er tevens voor dat Aietes een zeer machtig koning was en er geen enkele kans was dat zij het Vlies gewapenderhand konden veroveren, en het Vlies daarenboven ook nog werd bewaakt door een slang die nooit sliep.

De Argonauten namen de vier Kolchische prinsen aan boord en zeilden verder langs het eiland Philyra en de landen van de Macronen, Sapeiren en Byzeërs. Tenslotte kwam de Kaukasus in zicht, waar Prometheus vastgebonden lag en de adelaar aan zijn lever pikte. Bij het vallen van de nacht bereikte ze de monding van de rivier Phasis (nu Rioni genoemd) en zo roeiden ze verder stroomopwaarts het binnenland van Kolchis in.
Wanneer het schip eindelijk Kolchis bereikte, weigerde koning Aietes aanvankelijk om het Gulden Vlies te overhandigen aan Jason, want hij wilde het Gulden Vlies niet kwijt. Maar hij durfde Jason en zijn vrienden niet met geweld tegen te houden, want dan zou hij door de goden zwaar worden gestraft. Elke Griek mocht proberen het te veroveren. Daarom gaf Aietes Jason eerst een aartsmoeilijke opdracht te vervullen. Eerst moest hij twee gevaarlijke stieren met hoeven van messing en een vlammende adem onder één span brengen en er vervolgens een veld van vier morgens groot (plusminus 1,6 hectaren) mee omploegen. Dan moest hij het veld bezaaien met drakentanden, waaruit een leger gewapende mannen zou oprijzen, dat hij voor het vallen van de nacht tot op de laatste man zou moeten verslaan. Dan mocht hij het Gulden Vlies halen uit een aan Ares gewijde boomgaard die alleen wel werd bewaakt door een slang, die Jason zelf maar moest uitschakelen.
Ondertussen overlegden de godinnen Hera en Athene hoe ze Jason konden helpen en vroegen Aphrodite om hulp. Haar zoon, Eros moest met een liefdespijl het hart van Medea doorboren zodat zij verliefd werd op Jason.

Medea was de dochter van koning Aietes van Kolchis en zij zou Jason met haar magische krachten wel kunnen helpen. Toen Jason en Medea elkaar ontmoetten bij het schrijn van Hecate, werden ze meteen verliefd op elkaar. Jason verzekerde haar dat, als ze met hem meeging hij haar koningin van Iolchos zou maken.

Medea reikte aan Jason een speciale toverzalf waar hij zich helemaal mee insmeerde en ook smeerde hij wat zalf op zijn speer en zijn schild, dat hem voor lange tijd onkwetsbaar moest maken.
Vervolgens roeide de bemanning de Argo stroomopwaarts naar de vlakte van Ares waar koning Aietes en zijn krijgers hen al opwachtten, benieuwd hoe de beproeving af zou lopen. Jason sprong aan wal met in zijn hand de drakentanden die hij moest planten. Beide vuurspugende stieren sprongen op hem af.

Onbevreesd voor hun vurige adem greep Jason hen vast en sloeg ze het juk om. Daarna liet hij de stalen ploeg voortzeulen tot dat laat in de middag het hele veld omgeploegd en met de draketanden ingezaaid was. Krijgers sprongen uit de aarde. Jason wierp een kei temidden van hen en dat schiep zoveel verwarring, zoals Medea al voorspeld had, dat de krijgers onderling aan het vechten raakten, totdat Jason de rest zelf kon doodslaan.
Diezelfde nacht nadat Jason in zijn proef was geslaagd, glipte Medea weg uit het paleis en ging aan boord van de Argo. Ze drong er bij de bemanning op aan om naar het gewijde bosje te roeien waar het Gulden Vlies hing. Ze ging samen met Jason aan wal en leidde hem naar de heilige plaats. De enorme slang die het Vlies bewaakte, hoorde hen aankomen en siste luid en vervaarlijk.

Medea kalmeerde de slang met een sussend liedje en toen het reptiel zich ontspande strooide zij een magisch kruid in zijn ogen zodat het prompt in slaap viel. Jason trok het Vlies uit de eik en de twee geliefden vluchtten weg naar de wachtende galei, Jason met het Gulden Vlies in zijn handen.
Toen Aietes dit merkte zette hij met een grote vloot de achtervolging in. Het broertje van Medea was echter ook mee gegaan met Jason.
Om de vloot af te schudden sneden ze het broertje in stukken en gooiden hem overboord. Toen Aietes dit zag staakte hij de achtervolging.

Terug op Iolchos bood Jason Pelias het Gulden Vlies aan maar deze weigerde nog steeds de heerschappij af te staan. Jason werd boos en vermoordde Pelias. Toen was hij de koning over Iolchos en Corinthe, waar eerst Aietes koning was. Medea en Jason trouwden en heersten een paar jaar totdat Jason aan een affaire met een vrouw, die Kreusa heette, begon. Medea was hier zo kwaad over dat ze Kreusa een mantel met gif stuurde, waardoor Kreusa stierf en Jason zijn paleis verbrandde en al de kinderen die zij samen hadden doodgingen.

Jason was hier zo van onder de indruk dat hij ging uithuilen bij de aanlegplaats van zijn schip, de Argo. Maar toen Jason de steiger op ging stortte het rottende schip in en bedolf Jason die daardoor stierf.

Medea vluchtte naar Athene en leefde daar samen met Augeus totdat zij door Theseus, een held en een goede vriend van Jason, werden verdreven.

Achtergronden bij de legende;

Jason zou die befaamde zoektocht naar het Gulden Vlies reeds ongeveer in de 13de eeuw voor Christus hebben gedaan. De oorspronkelijke locatie van het koninkrijk van Aietes, is nog steeds niet met zekerheid bekend, maar sommige archeologen menen dat dit Vani zou kunnen zijn, gelegen op de westelijke oever van de Sulori rivier waar deze samenvloeit met de Rioni rivier (Phasis rivier genoemd in oude tijden).
In de Odyssee verwijst Homerus naar de beroemde Argo die de Wandelende Rotsen wist te omzeilen toen hij terugkeerde van de kusten van Aietes. En in de Ilias schreef hij over Euneos, de zoon van Jason en koningin Hyfsiphyle van Lemnos.

Daar Homerus de oudst bekende bron over de Griekse mythologie is, betekent dit dat de legende over de Argonauten ouder is dan de geschreven bron. Hoe oud, valt niet meer na te gaan, maar uit de gedichten van Homerus blijkt duidelijk dat hij ervan uitging dat zijn lezers grondig bekend waren met tenminste het verhaal van de Lemnische vrouwen, het bezoek aan het land van koning Aietes, en natuurlijk het bestaan van de Argo.

Ook de Boeotische dichter Hesiodus, die vrijwel tegelijkertijd met Homerus leefde, aan het eind van de achtste eeuw voor Christus, moet het verhaal van de Argonauten gekend hebben, want in zijn geschriften spreekt hij over het bezoek van Jason aan koning Aietes, zijn ontmoeting met prinses Medea, en zijn terugkeer naar Iolchos met het meisje met de heldere ogen dat hij koos tot zijn liefhebbende vrouw.

In een aantal teksten die als Hesiodisch bekend staan omdat ze eens aan Hesidiodus toegeschreven werden maar waarvan men nu vermoedt dat ze door anderen geschreven zijn, wordt ook verwezen naar Phrixus, naar de jeugd van Jason en naar het avontuur met Phineas en de Harpijen.

De legende kwam in de vijfde eeuw voor Christus tot grote bloei: het verhaal over Jason werd een geliefde thema bij dichters en schrijvers. Zowel Mimnermos, Eumelos, Aeschylos, Simonides als Sophocles schreven wereldberoemde toneelstukken over dit onderwerp. Een belangrijk stuk dat de moderne opvattingen het meest beinvloed heeft is wellicht Medea van Euripides.

Tegen de tijd dat Apollonius van Rhodos aan zijn heldendicht begon waren de belangrijkste onderwerpen uit de sage van de Argonauten al bekend. De geograaf Strabo vermeldt dat Homerus heeft geschreven over de plaatsen rond de Propontis en de Eusines tot aan Colchis, het doel van de expeditie van Jason.

Al in een heel vroeg stadium was men nieuwsgierig of het verhaal nu al of niet waar gebeurd was. Strabo was overtuigd van wel. De sage van de Argonauten, stelde hij onomwonden, toonde aan dat, de ouden langere reizen maakten, zowel ter land als ter zee, dan in latere tijd gebruikelijk was. Het was ook Strabo die de mogelijkheid opperde dat er wellicht een verband bestond tussen de Colchische manier van goudwinning, met behulp van schapevachten, en de legende van het Gulden Vlies.

REACTIES

".

".

Vooral de zin: "de blinde koning Phineas was blij de Argonauten te zien" maakte veel indruk op me...

16 jaar geleden

J.

J.

master man, goed gedaan!!

22 jaar geleden

F.

F.

er staan wel een paar fouten in dit verhaal hoor, sommige dingen kloppen niet

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.