Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Bezoek aan Etruskische Dodenstad

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1274 woorden
  • 9 juni 2003
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
16 keer beoordeeld

Estruskische Necropolis in Orvieto. Orvieto, de stad der pausen. ”De reiziger die van ver Orvieto benaderd, ziet van een afstand de stad op een plateau opdoemen, omgeven door enorme landschappen en wijngaarden. De ondoorbreekbare muren lijken eerder de stad te omsingelen dan het omhoog te duwen, alsof het een fort op de lage grond van de Paglia rivier was.” Vanuit alle windrichtingen levert Orvieto een fascinerende aanblik op het oude centrum, waar een machtige dom uit oprijst. Dit centrum ligt op een vlakte van een 200 meter hoge tufsteenberg, waarvan de rotswanden steil aflopen in het dal van de Paglia-rivier. De stad was ooit een belangrijk centrum van de Etrusken; men vermoedt dat het hier om de het vaak vermelde Volsinii gaat. De stad wordt omringd door zogenaamde Necropoli, dodensteden, prachtige overblijfselen van de Etruskische cultuur. Na de verwoesting van de Etruskische nederzetting door de Romeinen in 263 v. Chr. raakte de stad in vergetelheid en werd, door zijn strategische ligging, pas weer van belang in de tijd van de volksverhuizingen. In de middeleeuwen werd Orvieto verscheurd door de twisten tussen de Welfen en Ghibellijnen; in die tijd ontstonden de torens, torenachtige huizen en de prachtige kerken van de stad. Het confilict werd in 1313 beëindigd, hetgeen weer losbarstte na de dood van Kardinaal Albornoz in 1354 en werd uiteindelijk volledig gestopt in 1448 toen Paus Nicolaas V Orvieto definitief in zijn macht kreeg. Naar Florentijns voorbeeld werd de stad bestuurd door een stadhouder en de gilden, maar kwam toch, ook al behoorde Orvieto officieel niet tot de Kerkelijke Staat, vanaf 1157 steeds meer onder pauselijk gezag: de inmiddels ontstane commune sloot een verdrag met de paus waarin werd vastgelegd dat de paus een permanente zetel in de stad zou krijgen in de ruil voor de formele erkenning van de autonomie van de stad. In de loop der eeuwen zouden 37 pausen gedurende enige tijd Orvieto als hun woonplaats kiezen. in 1499 werden de stad en het bijbehorende grondgebied ingelijfd bij de Kerkelijke staat. In de 16e eeuw was de stad lange tijd de residentie van de paus Clemens VII, die erheen vluchtte na de plundering van Rome (in 1527-1528) naar de vesting van Orvieto. De aanwezigheid van de Paus bracht Orvieto veel respect en er werden rond die tijd renaissancepaleizen gebouwd. De aansluiting bij het koninkrijk Italië in 1860, de aanleg van de spoorweg tussen Florence en Rome en het steeds toenemende toeristenverkeer hebben de provinciestad weer doen ontwaken. De Dodensteden De Etrusken bouwden hun dodenstad altijd op een berg tegenover de stad van de levenden. Ongetwijfeld zal dit de nog levende bewoners van de stad hebben gerustgesteld, dat hun doden dichtbij hun leefden. De deuren van de meeste huizen binnen de dodenstad zijn open. Op enkele achtermuren is nog een deur geschilderd, de deur naar het hiernamaals. In andere graven zijn op de zijmuren donkere deuren geschilderd, toegangspoorten tot het dodenrijk. Van beide kanten grijnst Charon, die bij de Etrusken Charun heet, naar de bezoeker van het graf. Charon was bij de Etrusken niet de vriendelijke schipper, bij wie je rustig in het bootje stapt en die je dan met trage slagen naar de overkant van de Styx voert.Hij heeft een haakneus, grote, puntige oren, zijn haren staan rechtovereind en hij zwaait dreigend met een hamer. Aanvankelijk werd het hiernamaals afgebeeld als een vrolijke voortzetting van het aardse bestaan. Er was een verhaal, dat een boer uit Tarquinia bij het ploegen van zijn land een jongetje opdoek, Tages. Deze jongen vertelde dat de Etrusken duizen jaar zouden bestaan en dan ten onder zouden gaan. Ze zouden opgaan, blinken en verzinken. Iedere eeuw zou eindigen met een belangrijke gebeurtenis. In de vijfde eeuw voor Christus wisten de Etrusken dat ze over de helft van hun jaren waren en werden ze somberder. Tegenwind stak op. Hun vloot werd door de Grieken vernietigd. De voorstelling van het hiernamaals en van de man die hen daarheen bracht werd dreigender. De vriendelijke schipper krijgt klauwen en een hamer. Er duiken monsters en demonen op. In een enkel graf zijn nog mooiere en meer gedetailleerde beschilderingen aanwezig. Aan alle kanten kijkt je uit over de zee, waar rode, blauwe en witte vogels bovenvliegen. Bootjes met vissers, duikers die van een rots afspringen, alles wordt in mooie kleuren weergegeven. De bergen, met bruinige, droge struiken zijn beelden die nog steeds te zien zijn in Italië. Scènes uit het dagelijkse leven. Momentopnames van gelukzalige momenten. Ook schilderingen van een man en een vrouw die aanliggen aan een banket zijn te zien. Jongens die op een dubbele fluit spelen, meisjes die bloemenkransen vlechten van geurige bloemen. Een zomerdag van honderden jaren terug. Misschien waren de mensen die aan het banket aanlagen de eigenaren van de dodenstad en moest dit alles het “eiland der gelukzaligen” voorstellen. Men weet niet veel van de Etrusken en veel is verdwenen. In musea zijn nog oude potjes te vinden, of, wat veel vaker voorkomt, kopieën daarvan. Meestal beschreven met griekse letters. “Aska mi eleivana, mini mulvanike mamarce velchanas” of “Ik ben een oliepotje, Mamarce Velchanas heeft mij gemaakt”. Tegenwoordig kunnen alle voorwerpen precies nagemaakt worden. Om ze op echtheid te testen maken ze meestal een gaatje in de bodem, en halen er een monster uit. Aan de koolstof kunnen ze zien hoe oud het is. Ook zijn er sieraden gevonden. Zo ook oorbellen met heel kleine lotusbloemetjes van goudfiligrein uit de zesde, zevende eeuw voor Christus. De meest geraffineerde gouden sieraden uit die tijd kwamen van de Etrusken. In het Vaticaans museum (altijd handig, om vaak in Italië geweest te zijn…) hangt een borststuk met honderden gouden eendjes. Als je zoiets beschouwd vraag je je toch af of Ovidius misschien gelijk had, en was de geschiedenis met een gouden tijdperk begonnen en zakt het mensdom steeds verder af. (Dit werd ergens verteld, maar we doen even alsof ik de werken van Ovidius uit me hoofd heb geleerd…) In de graven die ik heb bezocht waren de schilderingen compleet vervaagd en niet zichtbaar, maar in een van de vele musea zijn ze wel te bewonderen, hoewel het meeste ook niet meer origineel is, om zo de oude schilderingen te bewaren. ”En zo verdwenen de Etruskische steden, volledig, als bloemen, allen de graven, de bloembollen, bleven bewaard onder de aarde” – D.H. Lawrence.
De Etrusken Zoals ik al eerder zei is er niet veel bewaard van de Etrusken, en ook niet op het gebied van taal. Dertienduizend kleine inscripties en één geschreven tekst, die gevonden werd op een mummie. De mummie was ingewikkeld met een stuk linnen boekrol, waar een kalender met alle religieuze feestdagen op geschreven was. De Etruskische taal is dus bijna niet te ontcijferen, niet omdat men niet weet wat de tekens zijn, de Etrusken gebruikten immers het griekse alfabet, maar omdat er simpelweg te weinig tekst is. De enige taal waarvan men vermoed dat het verwant is aan het Etruskisch, is het Lemnos, een taal die men sprak op een klein Grieks eilandje. Daar was een steen gevonden met vergelijkbare inscripties. Men denkt dat het Etruskisch en Lemnisch (Lemnosisch?) overblijfselen zijn van een taal die in heel Zuid-Europa gesproken werd, totdat de Indo-Europese volkeren daar binnenvielen en alles overspoelden. Alleen de laatste twee genoemde talen blijven, als kleine steentjes over in een rivier van Indo-Europeaans. Er is nog één Etruskisch woord dat over de hele wereld gebruikt wordt: “phersu”, masker. Het woord persoon komt hiervandaan. De meeste Etruskische teksten en andere dingen zijn uitgewist door de Romeinen, om zo de geweldigheid en de superioriteit van de Romeinen te waarborgen. Bronnen: “Toscane, Umbrië” van GottmerReisgidsen ISBN: 902571580
Marco Polo reisgids “Umbrië” ISBN: 90.410.1604.X
Bezoek aan Orvieto en de Crofisso del Tufo.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.