Inleiding
De Nederlanders waren laatkomers in het Atlantische gebied. Hoewel de handelsbewegingen tussen Europa, Afrika en Amerika gedurende de zestiende eeuw overheerst werden door de Spanjaarden en Portugezen, hadden zowel de Engelsen als de Fransen zich meerdere malen in het Atlantisch gebied laten zien. De Nederlandse afwezigheid in het Atlantische gebied gedurende de zestiende eeuw was echter slechts van formele aard, de Nederlandse koopvaardij voer onder de Spaanse paraplu die het kooplieden uit Antwerpen mogelijk maakte een aanzienlijk deel van de Atlantische handel buiten De West-Indische Compagnie (WIC) werd in 1621 opgericht en kreeg als handelsgebied de Atlantische Oceaan ten zuiden van Kreeftskeerkring, inclusief Amerika vanaf New Foundland zuidwaarts (waar ook de 'Austraelsche, ofte Zuyderlanden' zouden liggen). Ook deze compagnie was in - vijf - Kamers verdeeld: Amsterdam, Zeeland, de Maas, het Noorderkwartier en Stad en Lande. De WIC was vooral gericht op het maken van oorlogsbuit door middel van grootschalige kaapvaart, deels op het verwerven van koloniaal bezit. De verovering van Brazilië had op den duur verstrekkende gevolgen voor de WIC. De Portugezen bleven zich verzetten en bij de vrede in 1661 ging Brazilië definitief verloren voor de Republiek. Behalve op het water zelf was men actief in West-Afrika, onder andere in Elmina waar een belangrijk deel van de slavenhandel geconcentreerd was.
De strijd om Brazilië
De WIC had na ruim twee jaar bestaan genoeg geld bijeen om actie te ondernemen. De WIC had een plan op gesteld om Brazilië te veroveren. Die keuze, om Brazilië aan te vallen, was snel gemaakt want, Brazilië gold als het rijkste suikerproducerende gebied ter wereld, dat jaarlijks voor 5 miljoen aan suiker naar Europa exporteerde. De handel op Brazilië, die aan het eind van de 16 eeuw langzaam was begonnen, was tijdens het 12 jarig bestand sterk gegroeid. Voor her verstrijken van de wapenstilstand in 1621 was meer dan de helft van de Braziliaanse suikerexport in handen van Nederlandse kooplieden. Wat ook als belangrijk argument werd aangevoerd werd om Brazilië te veroveren was dat de Portugese kolonisten zich welwillend tegenover de Nederlanders bezetters zouden opstellen. Brazilië was ook een gebied dat met vrij weinig middelen tot overgave zou kunnen worden gedwongen.
Het eerste plan van de heren 19.
Het plan dat de heren negentien in 1623 hadden opgesteld was het in eerste instantie het veroveren van San Salvador aan de kust aan de heiligenbaai. San Salvador beter bekent als Bahid was beter bekend als de hoofdstad van Portugees- Brazilië. Na het veroveren van Bahid zou een deel van de vloot naar Angola varen om daar São Paulo de Loanda, de belangrijkste slaven stad, in Afrika. Met deze twee plaatsen zouden de Portugezen zich makkelijk overgeven. In december 1624 ging een vloot van 23 schepen onderleiding van Jacob Willekens richting Brazilië. Na een redelijke voorspoedige overgang bereikte ze op 8 mei 1624 de ingang van de heiligenbaai.
Daags na aankomst gaf Jacob het sein tot aanval. Na een zwaar bombardement vanuit zee werd de stad op 10 mei door grondtroepen ingenomen dit gebeurde onder weinig weerstand. Piet Heyn vertrok op 3 augustus 1624 met zeven schepen richting de stad Loanda om deze te veroveren. De Spanjaarden waren inmiddels op de hoogt van de verovering en besloten met 52 schepen de stad weer terug te veroveren. Binnen een maand hadden de Spanjaarden, op 30 april, was de stad weer in handen van de Spanjaarden. In de republiek wist men van de aanval maar de vanwege het stormachtige weer konden de schepen niet uit varen.
Pas in maart 1625 konden de 34 schepen onder bevel van Boudewijn
Hendriksz uitvaren. Maar wat ze niet wisten was dat Piet Heyn er niet in geslaagd was Loanda te veroveren en was teruggekeerd naar de republiek. Toen Boudewijn zag dat de stad Bahia al in handen was van de Spanjaarden besloot hij ook mar terug te keren naar de republiek. Na 2 mislukte aanvallen zouden ze pas in 1628 na de verovering van de zilvervloot was er weer genoeg geld om weer een poging te doen om Brazilië te veroveren.
Het tweede plan van de heren 19.
Bij de tweede poging kozen de heren negentien niet om Bahia aan te vallen maar op het zwakverdedigde gebied Capitani a Pernam Buco in het noorden te veroveren. In 1629 vertrok de ruim 67 schepen tellende vloot uit de republiek richting Brazilië. In februari 1630 verschenen de schepen onder leiding van Loncq voor Recife. Twee weken later hadden ze Recife en Olinde, bij de liggend in het Pernam Buco gebied, veroverd. De verovering van Olinde was van korte duur want de bewoners hadden na de verovering alle suikerpakhuizen en schepen van de Hollanders in brand gestoken en dus stond men in Recife er alleen voor. Zowel in Spanje als in de Republiek werd er hard gewerkt aan de uitrusting van nieuwe vloten men. De Spanjaarden hadden hier veel moeite mee vanwege het geldgebrek mar in de republiek verliep dit vlekken loos. Na een conflict in de vredesonderhandelingen tussen Spanje en e republiek was de Staten Generaal bereid om de WIC financiële te steunen. De compagnie kon met dat geld een vloot met ruim 2000 man naar Brazilië sturen. Deze kwam ongeveer in maart 1630 aan. In april 1632 wisten de Nederlandse dankzij een overgelopen mulat de omsingeling van Recife te onderbreken. Daarna volgde een geleidelijke machtsuitbreiding over Brazilië. De strijd om Brazilië was voor zowel de Spanjaarden als de Nederlanders een financieel slopende zaak. Dit gold zeker ook voor de WIC, die hadden in die tijd een schuld van ruim 18 miljoen opgebouwd.
Verzuimd Brasil.
Na een rustige periode in onder het bestuur van gouverneur prins Johan Maurits begon in 1644 het begin van het einde voor Nederlands - Brazilië. De niet aflatende guerrillaoorlog van de Portugezen tegen de Nederlanders liep uit op een ware uitputtingsslag. Voor de WIC liepen de kosten van de strijd in Brazilië zo hoog op dat de Compagnie steeds maar weer geld moest lenen. Toen de Republiek der Nederlanden in 1652 ook nog eens in oorlog met Engeland was zagen de Portugezen hun kans. In 26 januari 1654 capituleerden Recife en alle nog in Nederlandse handen zijnde plaatsen voor een overmacht van Portugese schepen. De Portugezen bleven zich verzetten en bij de vrede in 1661 ging Brazilië definitief verloren voor de Republiek. De WIC zou het drama van ‘Versuimd Brasil’ nooit meer te boven komen. In 1674 werd de Compagnie ontbonden, om nog in hetzelfde jaar in een afgeslankte vorm terug te komen. Deze zogenaamde tweede WIC zou zich tot 1791 bezighouden met slavenhandel en het bestuur van de Antilliaanse eilanden en Curaçao.
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
moeah niet goed, niet slecht...
MAAR.... GEWELDIG!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
bedankt... voor dit goede werkstukje
10 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Ok te veel tekst.
6 jaar geleden
Antwoorden