Voorwoord.
Ik wilde eerst “De Franse revolutie” kiezen als onderwerp, omdat ik een boek heb gelezen van Simone van der Vlucht : De Guillotine, het boek ging over de Franse revolutie en dat boek heeft me geïnspireerd om meer te willen weten komen over de Franse revolutie.
Maar u (Dhr. S. Jansen) heeft me het advies gegeven om voor Robespierre te kiezen.
Ik wil een extra hoofdstuk in dit werkstuk zetten over hoe het ging met de aristocraten tijdens de Franse revolutie, omdat je daar meestal niks over te weten komt.
Ik hoop ook ik in dit werkstuk meer dingen te weten komen over hoe de Franse revolutie is ontstaan.
Succes met het lezen van mijn werkstuk,
Souleiman S
Hoofdstuk 1: Levensloop van Robespierre.
Maxiemilien Marie Isodore de Robespierre, geboren op 6 mei 1758 te Arras (het vroegere Vlaamse Atrecht) in Noord-Frankrijk. Robespierre werd geboren in een rijke advocaten familie.
Door dat Robespierre goede cijfers haalde op school kreeg hij een beurs voor het Collége Louis Le Grand te Parijs. Daar studeerde hij rechten om dan advocaat te kunnen worden, nadat hij zijn opleiding en al het andere had afgerond ging hij terug naar Arras en begon daar als advocaat, net als zijn vader en grootvader.
Robespierre viel op doordat hij gratie vroeg voor arme zeelieden, boeren en arbeiders. Robespierre verdedigde tijdens een rechtszitting altijd de aangeklaagde en liet zich nooit omkopen door de koning of de rechter, daardoor kreeg hij de bijnaam “I'ncorruptible” vertaald “de onomkoopbare”.
Robespierre werd gekozen door het volk om op 5 mei 1789 naar Parijs te gaan als lid van de “Derde Stand” van zijn provincie in de Staten-Generaal in Versailles. De Staten-Generaal werden voor het eerst sinds 1614 door Lodewijk XVI opgeroepen, dit keer voor een vergadering om een oplossing te vinden voor de financiële crises en voor het onder controle houden van het volk.
*
Tussen informatie:
In het zelfde jaar nog (14juli 1789) werd de Bastille bestormt,het volk was al wantrouwig ten opzichte van de koning en de aristocratie (mensen uit een voorname familie o.a. Edelen, baronnen en advocaten enz.), al helemaal wanneer het volk te weten kwam dat de koning de populaire minister Necker heeft ontslagen.
Ook was de Bastille teken van macht voor de koning maar voor de burgers een teken van onderdrukking. Vanaf dat moment begon de revolutie opgang te komen
*
Robespierre werd lid van de revolutionaire groep “Club der Jacobijnen” een revolutionaire partij die snelle verandering wilden van monarchie naar republiek.
hun naam komt van Reu St. Jacques waar ze vaak samen kwamen.
Hoofdstuk 2: Het uitroeien van de aristocratie.
De aristocraten liepen gevaar want de hele revolutie draaide om hen, want de revolutie heeft al hun voorrechten afgenomen en hun landgoed.
De aristocraten hadden voor dat de revolutie er was niets te vrezen, dat komt omdat zij rijk genoeg waren en daardoor een hogere status hadden dan de gewone burgers. Zij hadden veel geld en de arme mensen hadden niets, er waren veel te grote verschillen in de maatschappij, verschillen in aanzien macht en bezit. Robespierre was het zat en de bevolking ook. (Robespierre is zelf ook als aristocraat opgegroeid maar omdat hij vaak arme mensen moest verdedigen wist hij precies hoe ze zich voelden)
Eerst werden de aristocraten alleen beledigd op straat maar dat begon over te waaien naar geweld en vernielingen van hun huizen, aristocraten konden niet meer veilig over straat. De Jacobijnen en andere revolutionaire partijen organiseerde optochten waarbij aristocraten uit hun huizen werden gesleurd en in karren naar de gevangenis werden gebracht. In die gevangenissen werden zij zwaar mishandeld en kwamen onder de guillotine met luid gejoel van de omstanders die kwamen kijken.
De opstanden tegen de aristocratie waaiden ook over naar het platte land waar de boeren de kastelen van hun heer overvallen.
Er begonnen al aristocraten te vluchten naar het buitenland (Oostenrijk en Duitsland). Maar er bleven ook veel aristocraten in Frankrijk omdat ze hun landgoed niet in de steek wilden laten en omdat ze dachten dat de koning er nog wat aan kon doen. Veel aristocraten probeerde onder te duiken, maar weinig mensen die hen wilden helpen zelf liep je ook gevaar als je een aristocraat in huis had.
Hoofdstuk 3: De overgang van Monarchie tot Republiek.
In juni 1791 probeerde Lodewijk XVI te vluchten naar Oostenrijk, om daar een betrouwbaar leger op te zetten gesteund door de Oostenrijkse keizer én met dat leger naar Parijs te gaan, maar door dat hij op 21 juni 1791werd herkend vlak bij de grens (in Varennes) was zijn poging om te vluchten mislukt. Het volk voelde zich verraden door de koning.
Op 1 oktober 1791 is er was er in Frankrijk een nieuwe grondwet opgesteld. Maar bleef volgens de grondwet een monarchie.
Robespierre werd in 1792 pas echt een republikein doordat hij deelnam aan de opstand van het revolutionaire Parijse gemeentebestuur ("Commune insurrectionnelle"). De koning werd op 10 augustus 1792 afgezet Frankrijk was geen monarchie meer. Er kwam een stemming op 17 januari 1793 wat er met de koning ging gebeuren, ook al was Robespierre tegen de doodstraf stemde Robespierre voor de doodstraf van de koning. Op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI geguillotineerd zo, kwam er een eind aan de Monarchie.
Robespierre werd het hoofd van de Nationale Conventie, een nieuwe volks vergadering dat werd gekozen door het algemeen mannenkiesrecht. De Nationale Conventie werd opgesteld na dat koning Lodewijk XVI werd afgezet.
*
In het kort samengevat: De eerste stap naar democratie was de 1e grondwet van Frankrijk (1 oktober 1791) die kwam vooral omdat de Lodewijk XVI probeerde te vluchten. Robespierre nam deel aan de opstand van het revolutionaire Parijse gemeentebestuur ("Commune insurrectionnelle"), daar door kwam er een versnelt proces tegen de Koning Lodewijk XVI. Robespierre stemde voor de doodstraf van de koning met de rest van de meerderheid van het revolutionaire Parijse gemeentebestuur. Op 21 januari 1793 werd Lodewijk XVI geguillotineerd. Van af het moment van opstand van het revolutionaire Parijse gemeentebestuur.
deed Robespierre mee aan de revolutie. Vanaf het moment dat de koning werd afgezet (10 augustus 1792) was Frankrijk geen monarchie meer. Vanaf het moment dat de Nationale Conventie werd opgericht was Frankrijk een republiek!
* Onthoofding van koning Lodewijk XVI.
Hoofdstuk 4: Terreur.
Robespierre werd op 27 juli 1973 lid van het “Comité van nationale redding” (“Comité de salut public”) een revolutionaire partij wat je als regering kon beschouwen. Daardoor had Robespierre meer status en kon hij meer doen dan eerst.
Er werden verschillende maatregelen genomen om een nieuwe maatschappij te creëren. Er kwam een nieuw jaar van 12 maanden, de maanden kregen namen over hoe de natuur er uitzag een maand bestond uit 3 weken van 10 dagen. Bijv. Fruitmaand Fructidor enz. Ook werd het christendom afgeschaft en vervangen door de godsdienst van de rede of de aanbidding van het menselijk verstand. Er waren ook tegenstanders van de nieuwe maatregelen, in de grote steden zoals Lyon, Nantes en Toulon braken opstanden uit. De Jacobijnen stuurden er troepen op af om de opstandelingen te straffen, deze straffen waren meestal zware lijfstraffen. Ook was Frankrijk in oorlog met Oostenrijk en Duitsland, Frankrijk was dus bezig met een oorlog voeren tegen landen die bang waren dat er ook een revolutie kwam in hun land en ook nog eens met orde handhaven in eigenland.
*
Tussen informatie:
Op 10 juni 1794 kwam een nieuwe wet ''de wet van het nieuwe Prairial'' ingediend door Georges Auguste Couthon en werd gesteund door Robespierre, de wet hield in dat je opgepakt kon worden als je je verdacht gedroeg. Als je opgepakt werd bestonden er 2 vormen van veroordeling: je werd vrij gesproken, je werd onthoofd.
*
Robespierre begon aan terreur omdat hij overal verraad zag tenminste meende te zien. Iedereen die volgens hem niet mee deed aan een aan de revolutie werd gearresteerd, dat gold ook voor burgers die tegen de revolutie waren en burgers die aristocraten (mensen uit een voorname familie bijv. adel) hadden onderduiken. Alle leden van de Girodijnse partij (een gematigde revolutionaire groep) werden ook gearresteerd en geguillotineerd, omdat ze hun twijfels hadden bij het onthoofden van de koning. Er gingen zelfs burgers zich als spionnen gedragen om andere mensen te verraden om op die manier goed over te komen bij de Nationale Garde (de revolutionaire politie) en zo hun eigen kans verkleinen om opgepakt te worden. De gevangenissen van Parijs puilden uit ,een nieuw probleem dus meer politieke druk
op Robespierre.
Hoofdstuk 5: De val van Robespierre.
Robespierre stond onder een grote politieke druk en er kwam ook nog eens kritiek op zijn plannen binnen de Nationale Conventie,Het kritiek was vooral gericht op zijn plannen over het afschaffen van het christendom en op de nieuwe wet: wet van het nieuwe Prairial.
Robespierre reageerde op het kritiek met een toespraak op 26 juli 1794, dat hij het parlement van tegenstanders wilde “zuiveren”. Voorstanders die eerst wel voor het terreur waren vonden dit niet kunnen want ze voelden zich aangesproken en besloten een aanklacht in te dienen tegen Robespierre. De volgende dag 27 juni 1794 (9 Thermidor warmte maand) werd Robespierre gearresteerd samen met 20 andere aanhangers. De volgende dag werd Robespierre met zijn aanhangers zonder enige vorm van proces veroordeeld....... KLAK!
Maxiemilien Marie Isodore de Robespierre, 06-04-1758 Arras –
28-07-1794 Parijs.
Vanaf het begin tot het eind van Robespierre’s carrière kwamen er ongeveer 16000 mensen onder de guillotine, gemiddeld 50 mensen per dag.
De poging om zich zelf tijdens zijn arrestatie dood te schieten mislukte, net als de poging dat een stel aanhangers hem wilde komen bevrijden uit de gevangenis.
Conclusie.
Mijn conclusie is dat Robespierre een man is die zich goed kan verplaatsen in andere mensen, dat kun je zien toen hij gratie vroeg voor arme boeren,zeelieden en arbijders. Maar daar is het niet bij gebleven, hij kwam op voor de arme bevolking en was zelfs een van de grootste leiders van de revolutie.
Maar Robespierre wilde alles snel doen, maar dat lukt niet want niet iedereen wil even hard mee werken. Robespierre dacht zijn doel te kunnen bereiken door terreur te hanteren, juist dat gene heeft hem dichter bij zijn dood gebracht. Hij liet iedereen die kritiek op zijn plannen had arresteren en guillotineren. Het werd zelf zo erg dat hij mensen liet arresteren binnen de Nationale Conventie (binnen het revolutionaire parlement)
Kortom, Robespierre heeft goede dingen gedaan voor de arme bevolking en voor de revolutie, maar doordat Robespierre terreur heeft gebruikt heeft Robespierre bijna alles voor zichzelf en de revolutie verpest.
Ik hoop dat u heeft genoten van mijn werkstuk en ik hoop ook op een positief oordeel.
Souleiman
Bronvermelding.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Maximilien_de_Robespierre
http://www.liberales.be/cgi-bin/show.pl?boek&scurr&print
www.worldwidebase.com/bekendepersonen/robespierre.shtml
http://www.scholieren.com/werkstukken/24787
http://nl.wikipedia.org/wiki/Franse_Revolutie
Souleiman S werkstuk Robespierre.
Souleiman S,
Geshiedenis,
3M2,
13-03-2008.
REACTIES
1 seconde geleden