Pu Yi
De Laatste Keizer Van China…
Zijn kinderjaren
Pu Yi is 2 jaar als hij aankomt in de Verboden Stad (zie bijlage blz 12). Hij is aangewezen als de nieuwe keizer van China. Als keizer is zijn naam Sjuaantoeng. Aangenomen door de overleden keizers Toengtsje (1874) en Kwangsiu (1908), wat hem door hun weduwen een flink aantal nieuwe moeders bezorgde. Zijn echte vader is tot regent benoemd. Pas op Pu Yi’s tiende jaar mochten zijn echte moeder, broer en zusje hem met regelmatige tussenpozen bezoeken. Dit was niet echt een warm bezoek, omdat er tussen de jonge keizer en de gewone mensen een beleefde afstand bestond. Hij werd nooit bij zijn naam genoemd, maar altijd met keizer aangesproken.
Hij had vier zogenaamde moeders, ook wel keizerlijke gemalinnen of concubines genaamd. Pu Yi had geen warme moederband met deze vrouwen. De relatie bleef
altijd afstandelijk.
Één van deze gemalinnen, Twangkang genaamd, was een erg heerszuchtig type. Ze had zich laten benoemen tot ‘Eerste Moeder’ en daardoor zat Pu Yi aardig bij haar onder de plak. Na een hevig conflict
tussen beiden, vond Twangkang dat Pu Yi zijn excuses moest doen bij haar. Om dit gedaan te krijgen heeft ze de echte moeder van Pu Yi zo bewerkt dat die hem tot vergiffenis dreef. Pu Yi’s moeder kon dit niet aan en kort daarop heeft ze zelfmoord gepleegd. Pu Yi gaf toe aan Twangang en de spanningen tussen hen waren verleden tijd. Maar om dit te bereiken had hij zijn eigen moeder moeten offeren.
Naast de gemalinnen had de keizer eunuchen als zijn zogenaamde hofhouding. Dit waren gecastreerde mannen. Er mocht zich namelijk van een bepaald uur van de dag af, behalve de naaste familie van de keizer en de dienstdoende wacht, geen enkel ‘ongeschonden’ manspersoon in de Verboden Stad ophouden. Het leven aan het hof kan dan alleen maar doorgaan door middel van eunuchen.
In zijn jonge jaren maakten deze eunuchen een groot deel uit van Pu Yi’s leven. Ze kleedden hem aan, brachten hem naar school, bedienden hem bij het eten en hielden de wacht als hij sliep. Verder waren het de keizers belangrijkste speelkameraden, slaven en tegelijk zijn eerste leraren.
Grofweg kon men twee klassen onderscheiden onder de eunuchen:
1. de eunuchen ter verzorging en in persoonlijke dienst van de keizer, de keizerin en de concubines.
2. alle anderen.
Elke klasse was weer streng onderverdeeld in oppereunuchen, hoofdeunuchen en gewone eunuchen.
Een keizerin of keizerin-weduwe had de beschikking over een oppereunuch, terwijl de keizerlijke concubines slechts recht hadden op een hoofdeunuch.
Op Pu Yi’ derde jaar begon hij met zijn studie in het paleis der Gelukkigmakende Deugd. Hij was geen ijverige leerling en in plaats van
zich op zijn werk te concentreren bedacht hij alle mogelijke manieren om er van af te komen. Pu Yi had veel interesse voor mieren. Later toen hij meer belangstelling kreeg voor krekels en wormen begon hij een hele fokkerij in alle antieke porseleinen schalen die hij maar te pakken kon krijgen.
Van zijn tiende jaar af begon hij langzamerhand te begrijpen dat het voor een keizer noodzakelijk was om te studeren. Hij wilde weten waarom een keizer een keizer was, waar zijn macht op gebaseerd was en vooral wat je moet doen om een goede keizer te worden.
Nooit hoefde Pu Yi iets van buiten te leren, of een examen af te leggen. Hij schreef uit zichzelf grappige ezelsbruggetjes of gedichtjes.
Op zijn twaalfde jaar begon Pu Yi met het lezen van massa’s boeken. Daardoor geïnspireerd schreef hij kleine werkjes, die hij zelf illustreerde en onder een schuilnaam bij verschillende kranten instuurde, zonder succes.
Vanwege het geringe succes van Pu Yi’s prestaties in het onderwijs kreeg hij op zijn achtste jaar een paar studiemakkers. Dit waren zijn broer Poetjiè en zijn achterneef Jutsjoen. Later kwam daar nog Poetjiè bij, de zoon van zijn oom.
Zijn studie dag begon gewoonlijk om 8 uur ‘s morgens en eindigde om 11 uur. Later toen hij ook Engels onderwezen kreeg, kreeg hij nog twee uur les van 1 uur tot 3 uur ’s middags.
Dit is een bladzijde uit het dagboek van Pu Yi op zijn vijftiende jaar. Het geeft een aardig beeld van een gewone schooldag van de keizer.
Helder weer. Om vier uur opgestaan, achttien maal het teken ‘Geluk’ in groot schoonschrift geschreven. Om acht uur naar les; samen met Poetjiè gelezen: ‘Analecta’, het ‘Tsjow-ritueel’, het ‘Boek van het ritueel’, ‘Gedichten van Tang’. Onze leraar Tsjen legde de ‘Algemene chronologische geschiedenis met aantekeningen van Keizer Tjiènloeng’ uit. 9.30 einde van de eetpauze. Lazen als repetitie in de commentaren van Tso en Koeliang. Daarna uitleg van leraar Tsjoe bij het ‘Grote onderricht’, zinnen in eigen woorden geschreven. Maakte mijn opwachting bij de keizerlijke gemalinnen. Johnston kwam vandaag niet wegens lichte griep. Keerde daarom terug naar het paleis van de Geestelijke Groei. Schreef nog een dertig bladzijden vol met ‘Geluk’ en ‘Lang Leven’. Krant gelezen, om 4 uur gegeten, om 6 uur naar bed. In bed gelezen: ‘Bloemenlezing uit de oude literatuur’, heel interessant.
Werd om één uur wakker vannacht, voelde me helemaal niet goed. Viel plotseling op de grond. Kwam van de kolendamp. Twee eunuchen kwamen aansnellen en brachten me naar buiten. Vóór mijn slaapkamer werd ik duizelig. Ging weer naar mijn bed terug maar kon niet meer in slaap komen. Ook de beide eunuchen hadden last van duizeligheid; heb gehoord, dat ze vandaag gewaarschuwd zijn tegen het gevaar van kolendamp. Ging om 8 uur zoals gewoonlijk naar de les. ’s Middags Engels. Om drie uur einde der lessen. Eten. Al om 6 uur naar bed.
De grootste invloed van al Pu Yi’s leraren had Tsjen Pausjen op hem. Tsjen is sinds de dag van zijn benoeming bij hem gebleven tot hij naar Noord-China vertrok. Hij gaf hem vaak goede raad en vertelde hem over de gang van zaken in politiek China.
Pu Yi had een min, Wang Momo genaamd. Het was een zeer lieve en oprechte vrouw. Ze maakte hem bewust van het feit dat in essentie alle mensen gelijk zijn. Als hij weer streken met de eunuchen wilde uithalen was Wang Momo de enige die met haar slimmigheidjes hem in bedwang kon houden. Ze bracht hem het hoognodige menselijke gevoel bij.
Zijn jeugd
Vanaf 1912 was China een republiek, die tot stand was gekomen door een revolutie. Maar sinds een tijdje gingen er geruchten door Peking dat er sprake was van een zogenaamde ‘restauratie’. Dit hield in dat er sprake was van het terugkeren van de keizerlijke macht. Door dit nieuws groeide het aantal aanhangers van het keizerlijk hof.
In de begin periode van de republiek was Juaan Sjekai aangesteld als tijdelijke president. Na een tweede revolutie heeft hij zijn definitieve presidentschap moeten afdwingen. In het derde jaar van de republiek werden de geruchten over de restauratie steeds geloofwaardiger. Juaan voerde onder andere de titels van het keizerlijke bewind weer in en bevorderde de vroegere dignitarissen der Tjing-dynastie. Toen werd opeens duidelijk waarom al deze ‘gunstige’ veranderingen werden ingesteld. Juaan was zelf van plan om de nieuwe keizer van China te worden!
Uiteindelijk heeft hij maar 83 dagen op de drakentroon gezeten, daarna is hij gestorven van ergernis over de storm van protest door de oppositie.
Na deze mislukking wilde het volk de oude Tjing-dynastie terug. En langzamerhand raakte de oude sfeer weer terug in het keizerlijk paleis. De hofgewaden waren opeens weer erg gewild, iedereen leek vóór de restauratie te zijn.
Pu Yi was in opperbeste stemming, als hij geen les had zat hij in zijn eigen paleis de krant te lezen of vermaakte zich met spelletjes. Ook keek hij bijzonder graag naar de bedrijvigheid aan de Sjenwoepoort. Daar kon hij zien wie er het paleis in en uit gingen; en daarbij constateerde hij met voldoening dat het aantal Tjing-gewaden en pauwenveren van dag tot dag toenam.
Ondertussen was Li Juaanhoeng aangesteld als de nieuwe president en Twan Tjirwéi werd de nieuwe premier.
Tsjang Siuun, een generaal, was uiteindelijk degene die ervoor zorgde dat Pu Yi weer keizer van China werd. Al snel werd aangekondigd dat president Li Juaanhoeng zich niet tot aftreden wilde laten overhalen, maar
hij zocht zijn toevlucht in de Japanse ambassade.
Op de 4de of 5de dag van de restauratie werd er door de republikeinen een luchtaanval gepleegd op de Verboden Stad. De legers van Tsang Siuun werden verslagen door het ‘bestraffingsleger’ van de republikeinen. Dit is het definitieve einde van de restauratie. Siu Sjetsjang komt aan de macht.
De keizer trouwt op zijn vijftiende met Wanzjoeng en Wensioe wordt zijn keizerlijke concubine.
Als Pu Yi naar het buitenland wil om te studeren, wordt hij door de gehele hofhouding tegengehouden. Zijn leraar Engels, meneer Johnson, probeert hem af te leiden door hem op het idee te brengen de Verboden Stad te reorganiseren. Dit vind Pu Yi een goed idee. Op deze manier komt hij erachter dat er door de eunuchen veel spullen en geld verdwijnt. Nu vertrouwd hij ze niet meer, en daarom worden ze verbannen uit de Verboden Stad.
Daarna laat Pu Yi zijn eigendommen inventariseren, maar hierdoor
verdween nog minstens eenvierde van zijn bezittingen.
Ballingschap in de tuinen
In 1924 bezet Feng Jusiang Peking. Hij is communistisch en een vijand van de Mansjoes. Aangezien Pu Yi van origine uit Mansjoerije komt moet hij de Verboden Stad verlaten. Er kan geen president en een keizer tegelijk zijn. Dit is de eerste keer dat de keizer de Verboden Stad verlaat in zijn leven. Hij voelt zich vrij man, maar dat is slechts een tijdelijk gevoel, want hij wordt naar de Noordelijke Residentie, het paleis van zijn vader gebracht. Het paleis wordt streng bewaakt en Pu Yi mag het in geen geval verlaten. Dan hoort hij van buitenaf dat er communistische opstanden in Peking zijn. Er zouden binnenkort aanslagen op de keizer kunnen worden gepleegd. Het lukt Pu Yi om naar de Gezantschapswijk te vluchten. Johnson regelde daar via de Britten een plaats bij het Japanse gezantschap. Niet veel later volgden zijn twee vrouwen en de rest van zijn gevolg.
De Japanners ontvangen hem uiterst hartelijk. Pu Yi wilde niet geloven dat ze hier dubbele bedoelingen mee hadden. In tegenstelling tot bewoners van de republiek, die het volgende artikel plaatsten in de ‘Peking Gazette´:
Deze afschuwelijke intrige is op de gedachte gebaseerd, Pu Yi zo lang veiligheid te bieden, tot het in een bepaalde provincie tot incidenten komt, waarop zeker land hem dan onder gewapende bescherming daarheen sturen en hem de positie van zijn voorouders teruggeven zal. Geïsoleerd van de republiek zal Pu Yi moeten vertrouwen op de protectie van dat land, en de volgende stap verloopt dan volgens hetzelfde schema, dat al bij de annexatie van een ander land toegepast is…
De angst en de vlucht van Pu Yi waren het resultaat van een op lange termijn ontworpen strategie van intimidatie, waarbij er reeds rekening mee gehouden werd, dat hij tenslotte op het juiste moment in de val zou lopen…
Als uitvloeisel van het pas uitgevaardigde bevel tot speciale behandeling zal het Pu Yi aan niets ontbreken en zal hij ook geen gebrek aan geld hebben. Dat ´zekere land´ heeft alle personen uit zijn gevolg omgekocht, al vermoeden ze nog niet, dat ze reeds in de val zitten om in de toekomst als werktuigen gebruikt te worden.
Het is verbluffend achteraf te zien, hoe zeer juist de volgende passage overeenkomt met wat er later werkelijk gebeurde. Pu Yi zag dit echter als verraad en trok er zich niets van aan.
In 1925 vertrok hij naar Tièntsin, een metropool aan de noordkust van China waar de Japanners veel te zeggen hadden. Hij is daar totaal zeven jaar gebleven. Op dit moment liet Johnson hem alleen, omdat hij werd teruggeroepen door de Britse Ambassade.
Stiekem hoopte Pu Yi nog steeds op de restauratie van het Chinese keizerrijk. Dit kwam omdat hij contact had met verschillende generaals, waar hij in bepaalde mate vertrouwen in had.
Het jaar 1928 was voor Pu Yi een jaar van hevige schokken. Het zwaarst trof hem de schending van de oostelijke praalgraven door soldaten van de Kwomintang. Keizer Tjiènloeng en keizerin-weduwe Tsesi lagen daar begraven. Niemand van zijn voorouders
had in zulke luxe geleefd als zij. Alle dingen die de keizer en keizerin bij hun begrafenis gekregen hadden waren naar boven gekomen. Sieraden van keizerin-weduwe Tsesi werden door Tsjang Kaisjek aan zijn jonge bruid geschonken. Pu Yi was hierdoor erg teleurgesteld in de Chinezen en zinde op wraak.
Pu Yi ging naar de ‘Tuin van Tsjang’ en zag dit als een tijdelijk paleis totdat de tijd rijp was oor een restauratie.
Als Pu Yi de Chinezen vergleek met het westen vond hij hen maar een dom volk. Zichzelf rekende hij hierbij niet mee. Hij was erg gesteld op het westen en alles wat ermee te maken had. Zijn koopzucht nam van maand tot maand toe. Maar ook zijn vrouwen konden er wat van. Het ging zelfs zo ver dat het tot een conflict kwam. Telkens als Wanzjoeng, de keizerin, iets nieuws had gekocht moest Wensioe, de keizerlijke concubine, hetzelfde hebben. Wensioe was alleen tevreden als ze precies gelijk behandeld werd. Gezien deze koopwedstrijd bleef er voor Pu Yi niets anders over dan zijn twee vrouwen een limiet te stellen bij hun uitgaven. Het maandgeld van Wanzjoeng moest natuurlijk een beetje hoger zijn dan dat van Wensioe.
In 1931 wilde Wensioe opeens scheiden van Pu Yi. Om het niet tot een publiek schandaal te laten komen, gaf de keizer toe. Waarschijnlijk was Wensioe heel ongelukkig, omdat ze altijd tweede keus was, en ze zag dat mannen in het westen maar één vrouw mochten hebben. Wensioe is overigens nooit hertrouwd.
In 1929 verhuisde Pu Yi en zijn gevolg naar de ‘Stille Tuin’. Die naam
had de keizer deze bezitting zelf gegeven. Niet omdat hij daar rust en stilte zou vinden, maar om zich ervan te verzekeren, dat hij daar in alle stilte zou wachten, tot zijn uur gekomen was. Dit doelde dus op de restauratie van de Tjing-dinastie. Maar juist toen alle hoop op een restauratie verloren scheen, bleek het, dat ook onder de regering der Kwomintang het oude spel der intriges, bondgenootschappen, moordaanslagen en burgeroorlogen werd voortgezet. Het was duidelijk dat China geleid moest worden door één persoon. Tenminste dat was de gedachte die Pu Yi vasthield en daarom nog steeds hoopte op een spoedige restauratie.
Keizer van ‘Mantsjoekwo’
In november 1931 viel Japan Mantsjoerije binnen. Om het volk enigszins kalm te houden, hadden de Japanners bedacht dat ze Pu Yi wel goed konden gebruiken als ‘schijn hoofd’ van hun bezetting. Pu Yi vertrouwde op de Japanners. Een hoofdreden van zijn vertrek naar Mansjoerije was zijn schijnbaar onophoudelijke geloof in de restauratie. Hij dacht namelijk dat hij via deze weg terug kon komen op de drakentroon.
In Tiéntsin was Pu Yi verzekerd dat de nieuwe staatsvorm in Mantsjoekwo (de naam die de Japanners Mansjoerije gaven) een monarchie zou worden. Later hoorde hij echter dat hierover nog helemaal niet beslist was. Hij kookte over van woede! Want alleen van een monarchie wilde hij keizer worden.
Toen er werd beslist dat Mansjoekwo een republiek zou worden en Pu Yi de president, ging hij hiermee dan ook in de eerste instantie niet akkoord. Maar hij werd overgehaald door de Japanners.
Een jaar later werd Mansjoekwo alsnog een monarch en Pu Yi weer keizer.
Hij stond vroeg op om de hele dag door te brengen om zich in overleg met het leger van Kwantoeng met staats zaken bezig te houden.
Maar al spoedig merkte hij dat er helemaal geen staatszaken waren
waar hij zich aan had kunnen wijden. De macht van Pu Yi bestond slechts op papier.
De bevolking van Mansjoekwo werd onderdrukt. Pu Yi tekende vele plannen en verdragen die hun levensomstandigheden nog slechter maakte.
De Japanners zorgden ervoor dat de broer van Pu Yi, Poetjiè met een Japanse vrouw trouwde. Tot grote ontsteltenis van Pu Yi.
Een van de belangrijkste mannen uit het gevolg van Pu Yi uit de tijd dat hij keizer was in Mantsjoekwo, was de Japanner Yoshika . Van 1935 af, toen hij voor het eerst in het paleis van Pu Yi kwam, tot de Japanse capitulatie in 1945, is hij nooit van de zijde van Pu Yi geweken. Via hem lied het leger weten wat ze van Pu Yi gedaan wilden krijgen. Yoshika besliste over elke stap die Pu Yi zette en elk woord dat hij zei.
Nadat Pu Yi Japan voor de tweede keer bezoekt wordt hij gedwongen om de voorouders van de Japanse keizer als de zijne te erkennen. Hij moet ze aanbidden alsof ze tot zijn familie behoren. Bij Pu Yi voelt dit als vreselijk verraad. In het geheim eert hij zijn eigen voorouders, aangezien dit hem ook verboden wordt.
Omdat Pu Yi wat de regering betrof geen enkele macht had, was zijn leven behoorlijk eentonig. Behalve uit eten en slapen bestond het uit vier dingen: bestraffingen door stokslagen, waarzeggen, medicijnen en angst.
Zijn bediening werd om het minste geringste zwaar gestraft door stokslagen, die hij overigens niet zelf uitdeelde. Hij vertrouwde niemand en was altijd bang dat zijn bedienden hem bedrogen of samen zweerden tegen hem. Omdat Pu Yi voortdurend in doodsangst leefde, was hij nergens zo bang voor als voor ziekte. Hij raakte verslaafd aan geneesmiddelen en veroorzaakte daardoor zichzelf en de hele hofhouding veel ellende. Ook was hij in die tijd erg bijgelovig en stak daarmee zelfs zijn vrouw Wanzjoen aan. Maar met haar was wel meer mis. Nadat ze Wensioe eruit gewerkt had wilde Pu Yi nog minder van haar weten dan eerst. Hij wist dat ze heimelijk opium rookte, waar ze niet veel later aan gestorven is.
Dat was de reden dat hij in 1937 trouwde met Tan Juling, uit de oude Mantsjoe-clan. Dat de Japanners dit als een bedreiging zagen is wel duidelijk. Ze zorgden er dan ook voor dat ze uit de weg geruimd werd en dat Pu Yi opnieuw trouwde met een Japanse concubine.
De bezetting van China door de Japanners werd tegengewerkt door de communisten. Vanaf 1944 leed Japan steeds meer nederlagen. Hoewel ze Pu Yi probeerden wijs te maken dat Japan aan de winnende kant stond, trapte hij daar niet in. Al lang had hij door dat het einde der Japanse bezetting van China spoedig zou naderen.
Dit werd werkelijkheid op 9 augustus 1945. Pu Yi vreesde in grote mate voor zijn veiligheid. Maar Japan beloofde hem in veiligheid te stellen. Yoshika regelde een klein vliegtuig voor hem waarmee hij naar Japan zou vliegen. Toen ze aankwamen op het vliegveld van de hoofdstad van Japan werd Pu Yi en zijn gevolg echter meteen opgepakt door Sovjetsoldaten. De dag daarna zat hij op het vliegtuig naar Rusland.
Oorlogsmisdadiger Pu Yi
In Rusland verbleef Pu Yi enige tijd in hotels, waar hij betrekkelijk lux leefde. Hij had er zelfs enige bediendes. Stalin was daarin erg voorkomend, omdat Pu Yi misschien eens van pas kon komen.
Later werd hij naar Chabarowsk gebracht. Daar leefde Pu Yi een paar jaar in een riante villa, waar hij de meeste tijd doorbracht in zijn groentetuin.
In augustus 1946 werd Pu Yi opgeroepen als getuige voor het ‘Internationale militaire gerechtshof voor het Verre Oosten’. Daar ontkende hij zijn geheime samenwerking met Japan. En kende Japan de meest gruwelijke oorlogsmisdaden toe. Hij vertelde het gerechtshof dat de Japanners hem ontvoerd hadden en hadden gedwongen keizer van Mantsjoekwo te worden. Dit deed hij uit angst voor de straf die hij zou krijgen als ze achter zijn werkelijke daden zouden komen.
In 1950 werd Pu Yi met de trein terug naar China gebracht. Hij stond vreselijke doodsangsten uit, omdat hij dacht dat ze hem rechtstreeks de dood in zouden sturen. Het duurde lang voordat hij er van overtuigd was dat dit niet waar was.
Alle oorlogsmisdadigers van ‘Mantsjoekwo’, waaronder Pu Yi en familie, werden ondergebracht in de gevangenis van Foesjoen. Hier werden ze behoorlijk normaal behandeld. Er was lekker eten en de bewakers waren zeer vriendelijk. Pu Yi zat in de cel met zijn drie neven, zijn broer Poetjiè en zijn schoonvader Zjoengjuaan. Er werden boeken uitgedeeld waar ze uit moesten leren. Poetjiè was de enige die hier echt bedrijvig in was.
De leiding van de gevangenis zette Pu Yi na enige tijd in een cel zonder enig lid van zijn familie. Onder de reden dat dit beter voor zijn heropvoeding zou zijn. Voor Pu Yi echter was dit een hel. Dit was de eerste keer dat hij gescheiden werd van zijn familie. Verder was hij niet gewend dat hij alles zelf moest doen. Nog nooit had hij zijn bed opgemaakt, zijn veters gestrikt en hij wist niet hoe je met een naald om moest gaan. Hierdoor duurde alle handelingen bij hem zo veel langer als bij zijn celgenoten dat hij werd bespot en uitgelachen. Na al die jaren dat mensen tegen hem op hadden gekeken werd hij nu opeens aangesproken met zijn voornaam. Dit was voor Pu Yi werkelijk een schok. Hij werd nog liever met zijn nummer - 981 - aangesproken.
Na meer dan twee maanden werd de gevangenis van de oorlogsmisdadigers verplaatst naar Harbin. Pu Yi vreesde voor deze gevangenis, omdat hij wist dat hij eerst tot de Japanners behoorde. De mensen die daar werden opgesloten
werden niet bepaald zachtzinnig behandeld. En Pu Yi verwachtte
dat hem hetzelfde lot wachtte. Dit bleek geheel niet het geval te zijn. De leider van deze gevangenis wees er nog eens op dat het ging om heropvoeding en niet om voorbereiding op de doodstraf. Ook in deze gevangenis werden ze weer opvallend goed behandeld.
Een van de opdrachten voor de heropvoeding was het schrijven van een autobiografie. Pu Yi wilde hierin hetzelfde vertellen als aan het gerechtshof, dus de Japanners alle schuld in de schoenen schuiven. Hij vroeg zijn familie in hun autobiografie voor hem te liegen. Niet veel later zag hij in dat bekennen van zijn verraad en misstappen minder straf zou kunnen betekenen. Toen hij dit deed, werd hij geheel niet gestraft, maar zelfs geprezen om zijn moed. Ook van zijn celgenoten kreeg hij hierdoor meer respect.
In 1952 werden ze overgeplaatst naar een nieuw gebouw met ruime, lichte cellen. Om de leiding niet teleur te stellen en door zijn vreugde over de goede afloop van zijn bekentenis begon hij hier ijverig te studeren op de boeken die hem werden gegeven. Ook denkt hij in deze tijd veel na over zijn jeugd en de manier van zijn opvoeding.
In 1954 word Pu Yi teruggebracht naar Foesjoen om daar verhoord te worden door een werkgroep van de gerechtelijke commissie. Via deze commissie hoorde Pu Yi over de gruweldaden die Japen de bevolking van het noordoosten had aangedaan. Het was te erg voor woorden. Pu Yi wilde niet geloven dat hij hieraan had meegewerkt zonder ervan af te weten.
Alle gevangenen legden bekentenissen af die dan met de genoemden in deze bekentenissen werden geconfronteerd. Zo kwam het dat er naar Pu Yi ook een flinke stapel van deze bekentenissen werden gebracht. Hij werd geacht ze te tekenen als het overeenstemde met de waarheid. Hierin las hij over alle gruweldaden die hij zelf had begaan, binnen de muren van zijn paleis. Nu zag hij pas in hoe fout dit was geweest. Hij tekende elke bekentenis en was vol van droefheid en berouw.
Pu Yi deed erg zijn best om een nieuw mens te worden. Maar van binnen is hij nog steeds de keizer en hij voelt zich onbewust verheven boven de rest van de gevangenen. Dit wordt hem door zijn medegevangenen op grote schaal verweten.
Pu Yi doet erg zijn best en het gaat hem snel beter af, hij wordt niet meer bespot of uitgelachen door zijn medegevangenen.
In de gevangenis doet hij een doktersstudie en volbrengt die zeer goed. Hierdoor krijgt hij meer zelfvertrouwen en is hij trots op zichzelf.
Op 9 december 1959 wordt Pu Yi uit de gevangenis ontslagen. Zijn heropvoeding is geslaagd. Hij vertrekt naar Peking om zich daar met zijn familie te verenigen. Het is wel even wennen voor de oude keizer om zich aan te passen aan het gewone leven als
burger van de Volksrepubliek China. Hij wordt aangesteld bij de
Botnische tuinen van de academie van wetenschappen te Peking,waar hij half werkte en half studeerde.
De eerste mei 1962 begonnen Li Sjoesièn en Pu Yi hun leven samen in een eigen huisje, een heel alledaagse gebeurtenis. Maar voor Pu Yi was het een ervaring die hij nog nooit gekend had.
In 1967 is Pu Yi op 61 jarige leeftijd gestorven aan kanker.
Inleiding
Dit werkstuk gaat over Pu Yi, de laatste keizer van China. Altijd al heb ik China een intrigerend land gevonden. Vroeger ben ik wel eens naar het reisbureau gegaan om reisboeken te vragen van oosterse landen, omdat ik de plaatjes zo mooi vond! Nog steeds interesseren oosterse culturen me zeer. Ze zijn zo erg anders dan de westerse cultuur.
De keus voor China was dan ook snel gemaakt. In China is in de twintigste eeuw veel gebeurd. Pu Yi heeft deze warrige tijd doorgemaakt. Daarom is zijn leven zo interessant.
Ik heb bij dit onderwerp de volgende hoofdvraag opgesteld:
Wat is de levensgeschiedenis van Pu Yi, de laatste keizer van China?
En daaruit de volgende deelvragen opgesplitst:
Hoe maakte Pu Yi zijn kinderjaren door?
Hoe verliepen zijn verdere jeugdjaren?
Hoe heeft Pu Yi geleefd voor en tijdens de republiek China?
Wat was de rol van Pu Yi als marionettenkeizer van Mantsjoekwo?
Hoe maakte PuYi zijn jaren als oorlogsmisdadiger mee?
Hoe sleet Pu Yi zijn laatste levensjaren?
Conclusie
Het leven van Pu Yi was niet makkelijk. Het begon allemaal op zijn derde jaar toen hij keizer werd van China. Dit was van korte duur, omdat China al snel een republiek werd. Enige tijd werd Pu Yi en zijn gevolg nog gerespecteerd. Maar in 1924 werd Pu Yi uit de Verboden Stad verdreven. De Japanners namen hem op dat moment in bescherming. De relatie tussen dezen werd steeds beter. Zo kwam het dat Pu Yi keizer werd van Mantsjoekwo, dat bezet was door de Japanners. Hij had totaal geen macht en functioneerde als een marionetten keizer. Hij nam deel aan vele gruweldaden, waar hij zelf geen weet van had.
Nadat de Japanners een aantal jaren gebruik van Pu Yi hadden gemaakt werden ze verdreven door de communisten. Een tijd lang heeft Pu Yi toen in heropvoedingskampen gezeten in China. Hierdoor werd hij zich bewust van het verraad dat hij gepleegd had en kwam tot inkeer. Toen hij in 1959 uit de gevangenis werd ontslagen heeft hij zijn laatste levensjaren geleid als normale burger van China.
Inhoud
Inleiding
Zijn kinderjaren
Zijn jeugd
Ballingschap in de tuinen
Keizer van Mantsjoekwo
Oorlogsmisdadiger Pu Yi
Conclusie
Bronvermelding
Bijlage: De Verboden Stad
Bronvermelding
Boeken
· Edward Behr, De laatste keizer van China was een kind
· Pu Yi, Poe’I, De laatste keizer van China
Beeldmateriaal
· Bernardo Bertolucci, The last Emperor
Websites
· http://users.bigpond.net.au/bstone/china.htm
· http://images.google.nl/imgres?imgurl=larsbo.homepage.dk/xuantong.jpg&imgrefurl=http://larsbo.homepage.dk/xuantong.html&h=197&w=200&prev=/images%3Fq%3DPu%2BYi%26svnum%3D10%26hl%3Dnl%26lr%3D%26ie%3DUTF-8%26oe%3DUTF-8
· http://www.jilin.gov.cn/whg/py-en.htm
· http://www.chinavista.com/beijing/gugong/!start.html
REACTIES
1 seconde geleden
N.
N.
in dit verhaal staat er niet wat er in de boek staat en boeken zijn altijd juist
het is een waar gebeurd verhaal
de keizerin Tsesi syaat er niet in en ook Keizer Siënfeng
18 jaar geleden
Antwoorden