Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Neurenbergerwetten

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 2471 woorden
  • 3 april 2002
  • 47 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
47 keer beoordeeld

Inhoud
1. Inleiding
2. Logboek
3. Deelvraag 1
4. Deelvraag 2
5. Conclusie
6. Literatuuropgave Inleiding Deze praktische opdracht gaat over de Neurenberger rassenwetten. In 1935 zijn deze antisemitistische wetten ingevoerd. De nationaal-socialisten wilden deze wetten graag, omdat ze zo op een officiële, ordelijke manier de joden uit konden roeien. De wetten hadden grote gevolgen voor de joden. Steeds meer werden ze uit de samenleving weggehaald. De Neurenberger wetten waren eigenlijk een aanleiding voor de holocaust. Hierdoor zijn miljoenen mensen omgekomen. We hebben dit onderwerp gekozen, omdat het ons een interessant onderwerp leek. Het is maar een klein onderdeel van het Interbellum waar niet zo veel over verteld wordt in ons geschiedenisboek. We wilden graag wat meer weten over de wetten, namelijk wat de wetten precies inhielden, waarom ze zijn ingevoerd, wat voor gevolgen ze hadden, enzovoort. Een probleem was dat we in het begin niet zo veel informatie over de Neurenberger wetten konden vinden. We vonden het ook moeilijk om de hoofd- en deelvragen te bedenken. Maar met het schrijven van het verslag hadden we geen moeite. ! N.B. We willen nog even zeggen dat we het heel erg vinden dat Friezen gediscrimineerd worden. · De hoofdvraag is: Hoe is de rassenleer van het nationaal-socialisme terug te vinden in de Neurenberger wetten? · De eerste deelvraag is: Wat is de rassenleer van het nationaal-socialisme? · De tweede deelvraag is: Wat hielden de Neurenberger wetten in? Logboek
Taakverdeling: Esther: deelvraag 1

Laura: deelvraag 2, voorkant en literatuuropgave
Esther en Laura: inleiding en conclusie
Logboek Esther: 2 november 2001 1 uur: naar de bibliotheek
13 november 2001 1 uur: taken verdelen en hoofd- en deelvragen verzinnen
3 december 2001 1 ½ uur: helft van deelvraag 1 maken
10 december 2001 1 ½ uur: opnieuw eerste helft van deelvraag 1 maken
11 december 2001 2 uur: inleiding en conclusie maken
11 december 2001 1 uur: helft van deelvraag 1 maken
13 december 2001 1 uur: afronden (plaatjes en lay-out) Logboek Laura: 2 november 2001 1 uur: naar de bibliotheek
13 november 2001 1 uur: taken verdelen en hoofd- en deelvragen verzinnen
1 december 2001 1 uur: voorkant, inhoud en literatuuropgave maken
10 december 2001 1 uur: helft van deelvraag 2 maken
11 december 2001 2 uur: inleiding en conclusie maken
12 december 2001 2 uur: andere helft van deelvraag 2 maken

13 december 2001 1 uur: afronden (plaatjes en lay-out) Deelvraag 1: Wat is de rassenleer van het nationaal-socialisme? De rassenleer bestaat uit een aantal opvattingen van met name de nationaal-socialisten. Er zouden verschillende rassen zijn, die ten opzichte van elkaar superieur en inferieur zijn. Het superieure ras is het arische ras. De ideale ariër was blond, had blauwe ogen en was lang van gestalte. Het rare is dat Hitler geen blond haar had, geen blauwe ogen had en niet lang van gestalte was, maar hij had overal wel excuses voor, zodat dat niet voor hem gold. Het begrip ariër, zou volgens de arische theorie op een oorspronkelijke stam uit de Himalaya van toepassing zijn. Zij zouden dan weer de oorsprong zijn van het blanke ras. Onder de inferieure mensen verstonden de Duitsers de joden, de homo’s (De nazi’s vonden homoseksuele relaties abnormaal en onmannelijk, omdat er geen kinderen voortgebracht konden worden. Ze konden dus niet helpen aan een groot zuiver Duitsland), de zigeuners, de Jehova’s Getuigen (Hun geloof verbood hen het leger in te gaan, gehoorzaamheid aan de regering te tonen door het groeten van de vlag en hun arm omhoog te steken als de Hitlergroet), (geestelijk) gehandicapten, halfbloed kinderen (kinderen met een Duitse moeder en een Afrikaanse vader) en oude mensen. Eigenlijk iedereen die de ‘zuivere’ samenleving besmette. De rassenleer is een onderdeel van het nationaal-socialisme. Het nationaal-socialisme is een variant van het fascisme met een racistische basis. Het fascisme is een beweging die in 1900 is ontstaan in Italië. Deze beweging verwierp de democratie en het communisme en het wilde een nationale eenheid onder een eenhoofdige leider. De racistische basis houdt in dat er een erge haat is tegen het inferieure ras. Het liefst wilden ze hen allemaal uitroeien. Vooral de joden werden hier het slachtoffer van. Als de Duitsers spraken over de joden, dan gebruikten ze woorden als: muizen, ratten, luizen, roofdieren, bloedzuigers, sprinkhanen, spinnen, kortom ongedierte, omdat ze vonden dat joden net zo ver van het arische ras stonden als een mens van een dier. Andere woorden waren etterbuilen, pestbacillen, virussen, tbc, syfilis en kanker. Joden werden gezien als verrottingsverschijnselen. Kortom woorden die ‘slecht’ zijn voor de samenleving, woorden die de samenleving besmette. In het begin van de jaren dertig was de stemming in Duitsland erg somber. Het land was bijzonder hard geraakt door de economische crisis in de Verenigde Staten in 1929. Daardoor had het land miljoenen werklozen. Ook de nederlagen van Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog ongeveer vijftien jaar daarvoor lagen nog vers in het geheugen van veel mensen. Bovendien hadden de Duitsers geen vertrouwen meer de de zwakke regering van hun land, de Republiek van Weimar. Dit waren ideale omstandigheden voor een nieuwe leider. Die leider werd Adolf Hitler (1889- 1945) met zijn Nationale Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP) afgekort de nazi’s. Hitler was een krachtig en fascinerend spreker die veel volgelingen aantrok onder de Duitsers die wanhopig een verandering wilden. Hij beloofde het teleurgestelde volk een beter leven, een nieuw, groot en zuiver Duitsland en, heel erg belangrijk, werkgelegenheid. Vooral de werkloze jongeren en kleine middenstanders (winkeliers, boeren kantoorbedienden en ambachtslieden) waren aangetrokken tot de nazi’s. Hitler was dus een nationaal-socialist en racist. Hij werd in zijn jodenhaat beïnvloed door de grote hoeveelheid antisemitistische literatuur die hij in zijn jeugd las. Hitler maakte onderscheid tussen gevoelsantisemitisme en verstandelijk antisemitisme. Gevoelsantisemitisme werd opgewekt door de aanblik van joden. Het liep, volgens hem, uit op pogroms. Het verstandelijk antisemitisme was gebaseerd op harde feiten. Eén van die harde feiten was dat de joden een vreemd ras vormden. De joden leefden temidden van de Duitsers, maar ze kunnen hun eigenschappen niet opgeven. Alles wat joden denken, voelen en verlangen gaat om het materiële en ze gebruiken religie, democratie en socialisme alleen maar om het geld bij elkaar te schrapen en hun heerszucht te bevredigen. Tegen het materialisme en de heerszucht van joden moet worden opgetreden met het verstandelijk antisemitisme. Men moet wetten formuleren die joden de voorrechten ontnemen waar ze nu zo van genieten. En omdat zij door hun materialisme en heerszucht een besmettelijke en ongeneeslijke ziekte van de rassen veroorzaken moeten alle joden verwijderd worden. Hij vond dat alle joden de schuld waren van hun ellende, ondanks dat zijn eigen moeder een joodse was. Deelvraag 2: Wat hielden de Neurenberger wetten in? Na de machtsovername van Hitler, in 1933, wilde men alle joden uit het openbare leven weghalen. Maar dit werd erg chaotisch aangepakt. Iedere nazi had weer andere ideeën over wat joden nou wel en niet mochten doen in Duitsland. De ministeriële bureaucratie vond dat het langzaam en ordelijk moest gebeuren. Dan zou het niet zo opvallen dat de joden steeds minder mochten in Duitsland. Bij de jaarlijkse partijbijeenkomst in Neurenberg, op 15 september 1935, kondigden de nazi’s uiteindelijk de Neurenberger rassenwetten aan. De wetten waren ’ter bescherming van het Duitse bloed en de Duitse eer’. In de wet stond het volgende: In het diepe besef dat de zuiverheid van het Duitse bloed de noodzakelijke voorwaarde is voor het voortbestaan van het Duitse volk, en gedreven door een onbuigzame wil om het bestaan van de Duitse natie voor altijd te verzekeren, heeft de Rijksdag unaniem de volgende wet aangenomen, die bij deze wordt afgekondigd: 1. Een huwelijk tussen joden en personen van Duits of verwant bloed is verboden. 2. Buitenechtelijke relaties tussen joden en personen van Duits of verwant bloed onder de 45 jaar zijn verboden. 3. Joden mogen in hun huizen geen vrouwen van Duits of verwant bloed beneden 45 jaar in dienst hebben. 4. Het is joden verboden de Duitse nationale vlag te voeren. Ze mogen wel de joodse vlag voeren, het gebruik van dit recht wordt beschermd door de staat. 5. Overtredingen van (1) worden gestraft met eenzame opsluiting en dwangarbeid. Overtredingen van (2) worden gestraft met gevangenis of eenzame opsluiting met dwangarbeid. Nu er een wet was voor antisemitisme, werd de joden steeds minder toegestaan. Er kwamen steeds minder beroepen die door joden konden worden uitgevoerd, de joden moesten steeds meer belasting betalen en joodse ondernemingen werden verkocht. In de Kristallnacht, de nacht van 9 november 1938, brak er ineens nog meer geweld tegen de joden los. Het leek een woede-uitbarsting na de moord van een joodse jongen op een Duitse ambtenaar. In werkelijkheid was het allemaal lang van tevoren bedacht. In twee dagen tijd werden meer dan duizend synagogen in brand gestoken, veel joodse winkels, begraafplaatsen, ziekenhuizen, scholen en huizen vernield en geplunderd en er werden tientallen joden vermoord, zonder dat ook maar iemand ingreep. Een dag na de Kristallnacht werden ook nog eens dertigduizend Duitse joden gearresteerd om hun misdaad: ze waren joods. Joodse kinderen mochten al niet meer in musea, openbare speeltuinen en zwembaden komen, in 1938 werden ze ook uit Duitse scholen verwijderd. Hierdoor raakten ze helemaal afgesloten van de buitenwereld. Alle joden kregen nu een rode ‘J’ in hun paspoort gestempeld. Ook moesten joden hun rijbewijs inleveren en werd er een avondklok ingesteld, waardoor ze nog maar een paar uur hun huis mochten verlaten. Overal waren nu bordjes te vinden met joden niet gewenst. Joodse mannen moesten de voornaam Israël en joodse vrouwen de voornaam Sara aannemen. Naast deze wetten werden de joden ook nog eens vernederd en gepest op straat. Tijdens de Olympische Spelen in Berlijn (1936) werden de anti-joodse maatregelen even verzacht. Hitler deed dit, omdat hij niet wilde dat er internationale kritiek kwam op de regering, waardoor de Spelen in een ander land gehouden zouden worden. Na de Olympische Spelen, waarin Duitse joden niet mee mochten doen, gingen de nazi’s weer verder met de vervolging van de joden. Het doel van de anti-joodse politiek was de joden tot emigratie te dwingen. En dat lukte aardig: In 1939 was meer dan de helft van de Duitse joden geëmigreerd. Wanneer een jood eenmaal geëmigreerd was, werd hem het Duitse staatsburgerschap ontnomen. Degenen die niet geëmigreerd waren zouden later naar concentratiekampen gebracht worden. Tot die tijd werden ze in bepaalde flatgebouwen en straten ondergebracht. Dit werden getto’s genoemd. Getto’s lagen vaak in het armste deel van een stad. Rond de getto’s stonden muren, waar nazi-bewakers de wacht hielden, zodat er geen joden konden ontsnappen. Niemand mocht de getto’s verlaten zonder speciale vergunning. De omstandigheden in de getto’s waren heel erg slecht: er was vreselijke armoede, honger en ziekte. De joden die over straat liepen in de getto’s, werden elke dag vernederd door soldaten en bewakers. De Neurenberger wetten werden niet alleen in Duitsland ingesteld. Overal in Midden-Europa vonden deze wetten plaats. De Neurenberger wetten werden door de nazi’s zo snel mogelijk ingevoerd in alle gebieden die door de Duitsers bezet waren. In bijna elk land dat ze binnenvielen, vonden ze wel mensen die hen wilden helpen bij het vervolgen van de joden. De nazi’s hadden allerlei theorieën over joods bloed en het joodse ras. De vraag was: Wanneer ben je een jood? Volgens de nazi’s ben je een jood als je drie of vier joodse grootouders hebt of als je twee joodse grootouders hebt en met een joodse man getrouwd bent. Dus je werd ook joods genoemd als je niet tot de joodse religieuze gemeenschap hoorde. Veel Duitsers, die al jaren niets meer aan het joodse geloof deden, werden wel joods genoemd en werden dus ook slachtoffer van de nazi-terreur. De nazi’s verzonnen ‘wetenschappelijke’ bewijzen om aan te tonen dat joden een minderwaardig ras waren. Er kwamen verschillende soorten tests om aan te tonen dat iemand een jood was. De nazi’s geloofden bijvoorbeeld, dat je de joden kon herkennen aan de vorm van hun neus, daarom werden bij veel mensen de neuzen gemeten. Joden en niet-joden die een te grote neus hadden, werden vaak uitgescholden en vernederd. Ook werd de kleur van het haar en de ogen genoteerd en werd de schedel gemeten. Door al deze tests konden de nazi’s vaststellen of je wel of niet tot het Arische ras behoorde. Al deze anti-joodse maatregelen waren nog niet genoeg voor de nazi’s. Op 20 januari 1942 kwamen vijftien hooggeplaatste nazi’s bij elkaar. Hier werd de Endlösung, de definitieve oplossing van het joodse probleem in Europa, besproken. Het woord Endlösung was eigenlijk een codenaam van de nazi’s voor de vernietiging van alle joden. Ze gebruikten deze codenaam om hun massamoordpolitiek voor de rest van de wereld te verbergen. Op deze vergadering werd de Endlösung officieel bekendgemaakt aan niet-nazi’s. De nazi’s echter hadden al lang hiervoor de Endlösung uitgevoerd. Dit was de eerste keer dat een moderne staat zich voornam om een heel volk uit te moorden. Het gevolg van de Endlösung was uiteindelijk dat er zes miljoen joden werden vermoord. Conclusie De hoofdvraag was: Hoe is de rassenleer van het nationaal-socialisme terug te vinden in de Neurenberger wetten? Volgens de rassenleer van het nationaal-socialisme waren de ariërs perfect (superieure ras) en de joden, zigeuners, (geestelijk) gehandicapten, enzovoort slecht (inferieure ras). De nationaal-socialisten vonden dat het inferieure ras uitgeroeid moest worden, omdat dit ras de samenleving besmette. De Duitsers wilden daarom een wet om de joden officieel uit te kunnen roeien. Zo ontstonden de Neurenberger wetten. De Neurenberger wetten waren rassenwetten om er voor te zorgen dat er geen joodse kinderen meer geboren zouden worden met Duits bloed. Ook maakten deze wetten een duidelijk onderscheid tussen Duitsers en joden. Door deze wetten werden vele joden vernederd en vermoord. De Neurenberger wetten waren, volgens Hitler, noodzakelijk voor het voortbestaan van het Duitse volk. Het Duitse volk zou zo weer zuiver worden, omdat alle ‘slechte’ mensen dan uitgeroeid waren. Hitler gebruikte dus de Neurenberger wetten als een middel om één van zijn doelen na te streven: een zuiver Duitsland. De rassenleer van het nationaal-socialisme is dus terug te vinden in de Neurenberger wetten, omdat de wetten elk contact verboden tussen het goed en het slechte ras. Dit was wat de rassenleer graag wilde bereiken. De Neurenberger wetten verplichtten iedereen de rassenleer na te leven. Wij vonden deze praktische opdracht erg leuk om te maken. We hebben er heel erg veel van geleerd. Het was interessant om wat verder op dit onderwerp in te gaan. Je beseft soms niet hoe erg het moet zijn geweest voor de joden in die tijd. Door deze opdracht begrijpen we beter hoe de jodenvervolging is ontstaan. Literatuuropgave Dit zijn de bronnen die we gebruikt hebben: · Antisemitisme, een geschiedenis in beeld J. Boonstra, Hans Jansen, Joke Kniesmeyer
SDU Uitgeverij, 1989
m.m.v. de Anne Frank Stichting · Het verhaal van de holocaust Clive Lawton Corona, 2000 · Zeg dat we het niet vergeten, het verhaal van de holocaust Susan D. Bachrach Lemniscaat, 1997 · Het aanzien van ons verleden, kroniek van de Europese wereld 1000-2000 Willem Velema Het Spectrum, 2000 · De geïllustreerde atlas van de joodse beschaving Josephine Bacon BZZTôH, 1991 · Memo, geschiedenis voor de tweede fase Colinda Bacxs, Hans Ulrich Malmberg, 1998 · Encarta Encyclopedie · Internet

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.