Inundatie Walcheren

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 1161 woorden
  • 5 februari 2009
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
4 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Waarom vond er inundatie plaats op Walcheren?

Begin oktober 1944 sloeg de geallieerde luchtmacht vier gaten in de zeedijken van het eiland Walcheren. In de Westkappelse Zeedijk ontstond een gat van zeventig meter breed. De naar binnen stromende vloed overstroomde nagenoeg het hele eiland. De inundatie had ten doel de Duitse bezetters, die het eiland tot een vesting hadden gemaakt, te verdrijven en zodoende de toegangsweg naar de belangrijke havenstad Antwerpen in handen te krijgen.

De inundatie op Walcheren vond plaats door de Engelsen, omdat ze de Duitsers tegen wilde houden doormiddel van het bombardement op de dijken. Ze bombardeerde de dijken zodat een groot deel van Walcheren voor zo’n ander half jaar onder water liep. Zo hoopten de Engelsen dat de Duitsers niet binnen konden dringen. In een tijdsbestek van vijf weken, van 3 oktober tot en met 8 november 1944 werd Walcheren bevrijd van de Duitse bezetting.

De strijd om Walcheren werd gerekend tot de felste van de Tweede Wereldoorlog en misschien ook wel tot een van de meest bizarre, omdat het gevechtsgebied, Walcheren, onder water werd gezet waardoor de gehele bevolking bij de strijd werd betrokken en als gevolg daarvan slachtoffer werd. Ander half jaar later werden onmiddellijk na de bevrijding in 1945 aangevatte werkzaamheden aan het dichten van de Westkappelse Zeedijk getoond.

Wat is Inundatie?

Inundatie is het onder water zetten van een gebied. Inundatie is in Nederland eeuwenlang gebruikt als defensief middel. De Hollandse Waterlinie is het bekendste voorbeeld. Maar ook bij de Stelling van Amsterdam werd inundatie toegepast. Bij de Grebbelinie was inundatie voorzien, maar het hiervoor benodigde gemaal was nog niet gebouwd toen de Duitsers Nederland binnen vielen.
Op Walcheren is in 1944 inundatie wel ingezet als middel om de Duisters te verdrijven. Hiertoe werd op een aantal plaatsen de zeewering me bombardementen vernield en kwamen de grote delen van Walcheren onder water te staan. Slechts de hoger gelegen duinen en dorps- stadskernen bleven droog.
Ten tijde van de Koude Oorlog is er nabij het dorp Olst een belangrijk knooppunt van de IJssellinie gebouwd, met sluizen in de rivierdijk en verdedigende bunkers, die een eventuele Russische invasie moesten helpen voorkomen door het omliggende land te inunderen. Dit alles geschiedde onder het grootste geheim. Pas eind jaren negentig werd pas echt duidelijk waarvoor al die constructies hadden gediend. Sindsdien is wat er nog aan bunkers en andere bouwwerken rest geconserveerd en opengesteld voor publiek.
Bij militaire inundatie wordt het waterpeil zo gekozen dat het gebied noch begaanbaar, noch bevaarbaar is. Inundatie kan zowel defensief worden gebruikt, als offensief. In het eerste geval wordt inundatie ingezet om de vijandelijke opmars te verhinderen, en in het tweede geval wordt inundatie toegepast om de vijand uit een bepaald gebied te verdrijven.

Wanneer vond de inundatie op Walcheren plaats?

Op 3 oktober 1944, rond 2 uur ’s middags wierpen Lancasterbommenwerpers een lading bommen neer boven de Westkappelse zeedijk. Bijna drie uur lang. Het gat in de dijk was zeventig meter breed, het was springtijd en de zee stroomde over het land het dorp in. Op 29 oktober werd het bombardement herhaald, nu op een oostelijker gelegen stuk van Westkapelle. Tachtig procent van de huizen was verwoest, tweehonderd inwoners vonden de dood, in hun huizen, in hun molens, in schuilkelders.
Op 1 november landde de vierde Commando-Brigade van de tweeënvijftigste Schotse Lowland-divisie in het dijkgat. Het dorp was geëvacueerd, maar de vijand bood ongewoon felle tegenstand. De troepen slaagden echter in hun opdracht: de zwaar versterkte Atlantik-wall doorbreken om de Duitsers van de Schelderoevers te verdrijven en de verbindingslijnen van de geallieerden naar Antwerpen te bekorten. Walcheren was een strategisch belangrijk bastion, dat de geallieerden kost wat kost in handen wilden krijgen. Er werden ook bij Vlissingen en Ritthem bressen in de dijk geslagen, maar Westkapelle was het sterkst verwoest. De inwoners vonden onderdak in andere dorpen op Walcheren. Het gat in de dijk werd op 12 oktober 1945 gedicht. Het dorp is vrijwel geheel herbouwd, zodat er relatief weinig huizen meer staan van vóór de oorlog.
De tegenstand die de geallieerden ondervonden op Walcheren, behoorde tot de zwaarste die zij ontmoetten bij landingen op de Europese kust. Onderdelen van de 5de Canadese Infanterie Brigade (de regimenten The Black Watch of Canada, The Calagary Highlanders en het Régiment de Maisonneuve) zetten op 31 oktober 1944 via de Sloedam de aanval in. Zij slaagden er echter niet in een doorbraak via 'the bloody causeway' te forceren. Pas op 2 november lukte het de Schotten van de 52ste infanteriedivisie van de Glasgow Highlanders elders in het Sloegebied de Duitse linies te doorbreken. Op 5 november werden Arnemuiden en Nieuw- en Sint Joosland bevrijd. Sint Laurens en Veere volgden op 7 november. Een dag later werden Serooskerke, Oostkapelle en Vrouwenpolder ook bevrijd.

Wat waren de gevolgen van de inundatie op Walcheren

Na een hevige strijd was de Duitse opperbevelhebber generaal Reinhardt gedwongen zich op 3 november 1944 over te geven. Ondertussen had ook de landing bij Westkapelle plaatsgevonden. Achtereenvolgens werden Westkapelle, Domburg, Grijpskerke en Aagtekerke (op 1 november) en vervolgens Zoutelande, Biggekerke en Meliskerke (op 2 november) bevrijd. Via Ritthem en Souburg (4 november) rukten de bevrijders op naar de geïsoleerde Zeeuwse hoofdstad, die volgepakt zat met vluchtelingen. Middelburg werd op 6 november 1944 bevrijd.

Toen uiteindelijk op 9 november 1944 heel Walcheren was bevrijd, konden de geallieerden de balans opmaken. De verliezen bedroegen 27.633 man (voornamelijk Canadezen en Britten), terwijl er 10.000 krijgsgevangenen werden gemaakt. Na de grote strijd om Walcheren en Zuid-Beveland werd de Nederlandse Prinses Irene Brigade op 14 november 1944 naar Zeeland verplaatst. Toen de brigade op Walcheren aankwam, trof deze een ontreddende bevolking aan. Het eiland stond voor het grootste gedeelte onder water en vele dorpen waren verwoest. Op 13 maart 1945 stak koningin Wilhelmina vanuit België bij het Zeeuws-Vlaamse grensdorp Ede de grens over. Later bezocht de vorstin het ondergelopen Walcheren, waarvan ze zeer onder de indruk bleek. Koningin Wilhelmina schreef er zelf dit over: 'Het was een koude, onvergetelijke tocht. Welk een tragische aanblik bood nu het eens zo schilderachtige Walcheren: één groot watervlak zover men kon kijken, met overal verdronken torens en boerderijen, en bomen die geen jong groen meer zouden geven.'

Doordat er inundatie had plaatsgevonden, waren de huizen van de bewoners van Walcheren door het water onder gespoeld. Met dat water kwam veel klei en grond mee. Toen Walcheren na ander half jaar weer droog te liggen kwam was het een grote rotzooi in de huizen en op de straten. Dat moest natuurlijk schoongemaakt worden. Daar hadden ze de zogenaamde ‘moffen meiden’ voor, ook wel NSB’ers genoemd. Die meiden hadden tijdens de oorlog gezoend of geslapen met de vijand. Hun straf was dat hun hoofden kaal geschoren werden zodat iedereen kon zien dat ze met de vijand geweest waren. Bij die straf hoorde ook dat ze de huizen van de mensen op gingen ruimen en schoonmaken.

Bronnen

Voor mijn P.O. heb ik gebruikt gemaakt van het boek:
Worsteling om Walcheren 1939 – 1945 van Hen Bollen en Jantien Kuiper-Abee.

Ook heb ik gebruikt gemaakt van internet:
www.google.nl op Google heb ik ingetypt ‘inundatie Walcheren’
ook heb ik plaatjes van internet gehaald.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.