Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Henry Dunant

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 2454 woorden
  • 21 maart 2004
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Hoofdvraag: waarom was Henry Dunant van belang voor de geschiedenis? Deelvraag 1: wie is Henry Dunant? Deelvraag 2: hoe is het Rode Kruis ontstaan en wat doet het voor werk? (Deelvraag 3: hoe zagen Henry Dunant’s laatste levensjaren er uit?) Conclusie
Bronnen Inleiding In 1859 vindt er een veldslag plaats tussen het Franse leger onder Napoleon III en het Oostenrijkse leger bij het Italiaanse plaatsje Solferino. Na de veldslag blijven 40.000 slachtoffers op het slagveld achter, zonder dat iemand naar hen omkijkt. Ze krijgen geen medische verzorging en er is geen water of voedsel. Jean Henry Dunant (1828 - 1910), een Zwitserse bankier, is toevallig ter plaatse. Hij gaat de gewonden helpen, maar in zijn eentje is dat onbegonnen werk. Hij roept de hulp in van Italiaanse vrouwen uit de naburige dorpen en richt hulpposten in voor de gewonden van beide partijen. Als Henry terug is in Genève, kan hij Solferino niet vergeten. Daarom schrijft hij het boek: 'een herinnering aan Solferino'. In dit boek doet hij drie voorstellen: Ten eerste: in elk land moeten vrijwillige hulpverenigingen worden opgericht die zijn uitgerust en opgeleid om gewonden op het slagveld te verzorgen. Ten tweede: de gewonden op het slagveld, het medisch personeel en hun uitrusting moeten als neutraal worden beschouwd en moeten door een kenteken worden beschermd. Ten derde: een internationaal verdrag moet deze voorstellen kracht van wet geven en de bescherming waarborgen van de gewonden en van het medisch personeel dat hen verzorgt. In 1863 komen vertegenwoordigers van zestien Europese staten naar een vergadering in Genève. Ze keuren het voorstel van Henry Dunant goed om verenigingen van vrijwillige hulpverleners op te richten. Ook wordt als kenteken een rood kruis op een wit veld vastgesteld. Op 29 oktober 1863 eindigt de conferentie. Deze datum kan beschouwd worden als de geboortedag van het Internationale Rode Kruis. De gemaakte afspraken worden in 1864 vastgelegd in het eerste Verdrag van Genève. Hiermee werd de basis gelegd voor het Humanitair Oorlogsrecht. In de daaropvolgende jaren werden er in veel landen nationale Rode -Kruisverenigingen opgericht. Het Rode Kruis van België werd in 1864 de eerste nationale vereniging. Het Nederlandse Rode Kruis is in 1867 opgericht. Voor zijn werk kreeg Henry Dunant in 1901 de Nobelprijs voor de Vrede. In 1910 had het Rode Kruis zich al over meer dan veertig landen verspreid. Oorspronkelijk ontstaan om hulp te verlenen aan oorlogsslachtoffers, ontstond na de Eerste Wereldoorlog het idee om het Rode-Kruiswerk ook in vredestijd voort te zetten. Vandaag de dag heeft het Rode Kruis 128 miljoen Rode-Kruisvrijwilligers. Meer dan 170 landen hebben een nationale Rode-Kruis- of Rode-Halve-Maanvereniging. Het Rode Kruis is hierdoor de grootste hulpverlenende organisatie ter wereld. Wie is Henry Dunant? Op 8 mei 1828 wordt Jean Henri Dunant in Genève (Zwitserland) geboren. Op latere leeftijd laat hij zijn naam op de Engelse schrijfwijze schrijven. Het wordt dan Henry. Hij was de oudste van 5 kinderen van welgestelde ouders, die in hoog aanzien stonden. Henry was trots op zijn afkomst. De vader van Henry, Jean-Jacques Dunant, was erg begaan met het welzijn van gevangenen en zieken. Zo nam hij Henry een keer mee op reis naar Toulon in Zwitserland. Daar bezochten ze een gevangenis met zware misdadigers. Het beeld van deze mensen, vastgeketend aan elkaar en zonder enige vrijheid, maakte zo’n indruk op Henry, dat hij hier nog vaak aan terug dacht. Hij wou wat voor deze mensen betekenen als hij groot was. Op achttienjarige leeftijd ging hij dan ook iedere zondag de staatsgevangenis bezoeken om de gevangenen voor te lezen en zo stelde hij een wereld voor ze open. Als Henry Dunant bijna 30 jaar is vertrekt hij naar Algerije in Noord-Afrika. Hij besluit daar een boerderij en een graanmolen op te starten. Maar hij heeft niet veel geluk. Dat komt doordat Algerije een Franse kolonie was en Henry was geen Fransman. Daardoor heeft hij telkens problemen om een vergunning te krijgen voor het bouwen van een tweede waterbron om de graanmolen te laten draaien. Hij ziet als enige oplossing om keizer Napoleon rechtstreeks te benaderen. Maar keizer Napoleon was er niet. Hij voerde met zijn leger oorlog in Italië. Dunant, strevend naar een vergunning, besloot om het Franse leger te volgen. Hij was net op tijd voor de Slag bij Solferino. Henry was geschokt door het geweld wat hij daar zag. Zo’n 40.000 mensen lagen gewond op het slagveld en nergens was water te bekennen. En de medische hulp was ook minimaal. De gewonden werden op primitieve brancards overgebracht naar een soort veldhospitalen. Deze werden aangeduid met een zwarte vlag en was dus duidelijk herkenbaar, maar in het heetst van de strijd werden deze vaak genoeg beschoten. Ook de hulp die er geboden kon worden, was primitief. Men wist weinig over het voorkomen van ontstekingen en over pijnstillers. Daarom werden en veel te vaak onnodig lichaamsdelen geamputeerd. Dunant kon niet werkloos toezien en ging helpen. Hij ging werken in, één van de dorpen die in de strijd verwoest was. Hij zorgde voor water en verbanden, maar vaak kon hij niet meer doen dan de stervenden troosten. Maar Henry bleef aandringen; er moest water, voedsel en verband voor deze mensen komen. Hij koos een kerk als hoofdkwartier uit. Dat werd de Chiesa Maggiore. Hij organiseerde vanuit de kerk een steeds groter wordende groep hulpverleners. Deze hulpverleners waren veelal ongeschoolde Italiaanse vrouwen. Zij moesten de vreemdelingen waarvoor ze vreesden verzorgen. Maar Henry Dunant bleef volhouden; “Tutti fratelli”. (Dat betekent: “Ze zijn allen broeders”.) Dunant en zijn helpers deden wat ze konden, maar ze zagen allen de uitzichtloosheid ervan in. Maar toch gingen ze door. Na een tijd was er een stadsziekenhuis in Brescia. Als de gewonden sterk genoeg waren, werden ze daarheen vervoerd. Er was daar betere verzorging en medische hulp. Maar toch stierven er nog honderden. Volgens Dunant kwam dat doordat er geen organisatie was. Alles liep door elkaar heen en niemand wist precies wat hij moest doen. Na lange tijd had Henry Dunant rust nodig om zijn gedachten te ordenen. Hij vertrok naar de bergen om die stilte te vinden. Later vertok hij naar Parijs in de hoop invloedrijke personen te ontmoeten en de hulp te krijgen die hij nog steeds nodig had voor een tweede waterbron. Maar de beelden uit Solferino bleven hem achtervolgen. In januari 1860 kreeg hij zijn eerste onderscheiding voor zijn werk in Solferino; de Orde van Sint-Maurits en Sint-Lazarus van Italië. Maar hij kwam zijn depressie niet te boven. Hij kon er alleen mee leven door alles op te schrijven. Hij schreef een boek, genaamd: ‘Un souvenir de Solferino’. (Dat betekent: ‘een herinnering aan Solferino’.) Hij vertelde helder en zonder iets te verzwijgen, over de gruwelijke beelden die hij had gezien, de zinloze afslachtingen en de schreeuwende kreten om hulp. In zijn boek stelde hij de vraag of het niet mogelijk zou zijn om in vredestijd hulporganisaties op te richten van enthousiaste, toegewijde en degelijk geschoolde vrijwilligers om in oorlogstijd hulp te beiden aan gewonden.
Hoe is het Rode Kruis ontstaan en wat doet het voor werk? In 1863 werd het Internationale Comité van het Rode Kruis opgericht, naar aanleiding van Henry Dunant. In hetzelfde jaar werd een internationale conferentie belegd en in 1864 werd de eerste Conventie van Genève ondertekend door zestien landen. Op 19 juli 1867 tekende Koning Willem III een Koninklijk Besluit tot oprichting van een nieuwe instelling: `Eene Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog´. In 1895 werd de naam veranderd in: Vereniging Het Nederlandse Rode Kruis. Het Rode Kruis is ontstaan uit het verlangen hulp te bieden, zonder onderscheid. Overal ter wereld handelt de organisatie volgens dezelfde zeven grondbeginselen. Menslievendheid: Het Rode Kruis wil lijden van mensen voorkomen en verzachten, vanuit respect voor ieder mens. Het streeft naar tolerantie, vriendschap, en samenwerking, en naar blijvende vrede tussen mensen. Onpartijdigheid: Mensen in de grootste nood worden door het Rode Kruis het eerst geholpen. Nationaliteit, ras, geloof, afkomst of politieke mening spelen bij deze keuze geen enkele rol. Neutraliteit: Het Rode Kruis kiest bij conflicten geen partij. Het kiest altijd voor de slachtoffers, waar zij ook bij horen. Onafhankelijkheid: Het Rode Kruis beslist onafhankelijk van de overheid zodat het altijd volgens de Rode-Kruisgrondbeginselen kan blijven werken. Vrijwilligheid: Het Rode Kruis werkt met mensen die zich vrijwillig inzetten, en die niet uit zijn op persoonlijke prestaties. Eenheid: In ieder land kan er maar één Rode-Kruis of Rode-Halve-Maanvereniging zijn. Deze staat open voor iedereen en is werkzaam in het hele land. Algemeenheid: Het Rode Kruis is een wereldwijde organisatie. Alle nationale verenigingen zijn gelijkwaardig en helpen elkaar. Het Nederlandse Rode Kruis, opgericht in 1867, is een onafhankelijke vereniging. Het maakt deel uit van de Internationale Rode Kruis Beweging. Het Nederlandse Rode Kruis heeft 720.000 leden en donateurs. Ongeveer 34.000 mensen zijn als vrijwilliger actief voor de organisatie. De vereniging heeft 400 plaatselijke afdelingen, die samenwerken binnen 75 districten. Vanuit de plaatselijke afdelingen wordt de hulp in het land aangeboden. Als u hulp van het Rode Kruis wilt, lid of vrijwilliger wordt, krijgt u dus met uw plaatselijke Rode Kruis te maken. Het landelijk bureau in Den Haag coördineert de taken van het Nederlandse Rode Kruis. Ongeveer 300 beroepskrachten werken voor het Rode Kruis. Een aantal taken, zoals hulpverlening in het buitenland en coördinatie van de hulpverlening bij rampen, wordt in Den Haag gedaan. Maar vooral heeft het landelijk bureau een ondersteunende functie voor de districten en de plaatselijke afdelingen. Het Nederlandse Rode Kruis steunt internationale programma´s en stuurt goederen, zoals voedsel, medicijnen, tenten en dekens. Ook zendt het Rode Kruis jaarlijks ongeveer 150 specialisten naar het buitenland. Het Symbool: In 1864 werd vastgelegd dat zieke en gewonde soldaten recht hebben op hulp en bescherming, ongeacht hun nationaliteit. Dit geldt ook voor de mensen die voor hen zorgen en de gebouwen en voertuigen die hiervoor worden gebruikt. Als symbool voor deze bescherming werd gekozen voor een rood kruis tegen een witte achtergrond. Dit is niet zomaar een symbool: het is onderdeel van afspraken tussen staten en wordt bij wet beschermd. Er bestaan nu twee erkende symbolen: het rode kruis, en de rode halve maan, die meestal wordt gebruikt in islamitische landen. Beide symbolen, ook wel emblemen genoemd, hebben dezelfde betekenis. In oorlogstijd wordt het embleem gebruikt als symbool voor de bescherming van zieken en gewonden, en voor de mensen die voor hen zorgen, zowel militairen als burgers. Het ministerie van Defensie bepaalt wie het embleem dan mogen gebruiken. In vredestijd mogen alleen het Rode Kruis en het ministerie van Defensie gebruik maken van het embleem. Onderhandelingen zijn gaande over de erkenning van een derde symbool. Dit derde symbool kan dan gebruikt worden door landen die om allerlei redenen liever niet het rode kruis of de rode halve maan gebruiken. Dit betekent niet dat het rode kruis verdwijnt: het Nederlandse Rode Kruis blijft gewoon het Nederlandse Rode Kruis! Hoe zagen Henry Dunant’s laatste levensjaren er uit? Ongeacht het succes van het Rode Kruis, ging het met Henry Dunant persoonlijk wat minder goed. Zijn zaak, boerderij en graanmolen gingen failliet en hij had enorme schulden. Hij raakte al zijn geld kwijt. De oorzaak hiervan was dat hij te veel in beslag werd genomen door het Rode Kruis. Op 39-jarige leeftijd verloor hij ook nog zijn positie in het Rode Kruis van Genève. Ook al was hij de bedenker van deze organisatie. Vernederd verliet Dunant Genève. Hij ging in Parijs wonen. Ondertussen kreeg hij steeds meer bekroningen voor zijn werk. Ieder bekroning gaf hem weer wat meer hoop en hij ging een plan bedenken om zijn schulden te boven te komen. Ook werd hij weer tot vice-president van de Rode Kruisorganisaties benoemd. Toen Dunant 59 jaar was, was hij alles een beetje zat. Hij ging zijn rust zoeken in Heiden, in het oosten van Zwitserland. Hij vergat beetje bij beetje zijn idealistische ideeën en werd weer een ‘gewoon’ mens. Hij woonde 5 jaar in Heiden, toen hij op 64-jarige leeftijd opgenomen moest worden in het ziekenhuis. In dat ziekenhuis zou hij de laatste 18 jaar van zijn leven doorbrengen. De jaren dat hij in het ziekenhuis verbleef, schreef hij oude kennissen en vrienden om weer waardering te krijgen voor het werk wat hij had gedaan. Er werd heel minimaal op gereageerd. Tot op een dag een journalist te horen kreeg van Jean Henry Dunant. Hij rook een goed verhaal en verzocht om een interview. Dunant zag een gelegenheid om zijn ideeën te verkondigen en ontving Georg Baumberger, de journalist, enthousiast. Het artikel dat de oprecht geïnteresseerde journalist schreef, lokte een enorme respons uit bij het publiek. Dunant kreeg duizenden brieven en mensen kwamen hem massaal bezoeken en schonken hem geld. Er kwamen eerbetuigingen van Rode Kruisbewegingen van de hele wereld. Opeens kreeg hij geld en erkenning voor zijn werk en werd hij bedolven onder de prijzen en bekroningen. Zijn hele leven veranderde. Dunant begon weer te schrijven en nieuwe projecten op te starten. Hij schreef een betoog voor de vrede. Verschillende van zijn vroegere ideeën werden nu uitgevoerd. In 1901 volgde de ultieme internationale bekroning voor zijn werk; hij ontving de Nobelprijs voor de Vrede. Hij kreeg duizenden guldens. Dit geld raakte hij niet aan en toen hij zijn testament op maakte, vroeg hij, wanneer alle schulden waren afbetaald, het overige geld aan liefdadigheidsinstellingen te schenken. Jean Henry Dunant stierf op zondag 30 oktober 1910, op 82 jarige leeftijd. Conclusie Jean Henry Dunant is een Zwitserse zakenman, die per toeval in de Slag bij Solferino terechtkwam. De dingen die hij daar zag grepen hem zo aan dat hij ging helpen om mensen te redden. Naar zijn mening liepen er te veel dingen fout, doordat er geen georganiseerde hulp was. Hij maakte plannen om wel zo’n hulpverleningsorganisatie te maken. Samen met 4 andere belangrijke personen, richtten ze het Rode Kruis op. Dat Rode Kruis moest een neutrale organisatie worden, die hielp voorkomen dat er nog meer mensen stierven. Gewonde mensen kregen medische hulp. Al het werk moest gedaan worden door vrijwilligers. Na lange tijd nam Jean Henry Dunant wat meer afstand van de organisatie, omdat hij persoonlijke problemen had. Hij raakte steeds meer op de achtergrond en veel mensen vergaten hem. Tot op een dag er een artikel over hem verscheen in de krant. De bekroningen en prijzen voor zijn werk stroomden binnen. In 1901 kreeg hij zelfs de Nobelprijs voor de Vrede. Negen jaar later stierf hij op 82-jarige leeftijd. Nu nog steeds bestaat het Rode kruis. Het is zelfs ’s werelds grootste humanitaire hulpverleningsorganisatie geworden. Maar het Rode Kruis helpt niet alleen bij oorlogen en rampen. De organisatie zet zich ook in voor maatschappelijke dienstverlening. Bronnen: Ø Pam Brown – Henry Dunant: de stichter van het rode kruis, hij redde miljoenen levens. – Den Haag, 1989. Ø (schrijver onbekend) – Het Rode Kruis: een wereld van hulp. – Den Haag, 1986. Ø Internetpagina:
www.rodekruis.nl/htdocs/wiewijzijn/achtergronden/ontstaan.html. Ø Internetpagina: www.redcross.int/en/history/not_dunant.asp

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.