Land Aantallen vervolgingen
Duitsland 50000
Frankrijk en aangrenzende gebieden 10000
Spanje en Italië 10000
Polen 15000
Zwitserland 9000
Scandinavische landen 5000
Oost-Europese landen 4000
Schotland 4000
Engeland 1000
Zoals je ziet zijn er in Duitsland de meeste heksenvervolgingen geweest. Dit heeft heleboel oorzaken. Er zijn mensen die beweren dat het komt omdat er tussen 1610 en 1630 een Godsdienstoorlogwas. Maar dit is niet bewezen. Er zijn meerdere oorzaken voor. De rechtszaken waren op dorpsniveau en het gewone volk had inspraak op het rechtssysteem. Elk dorp had ook een eigen rechtssysteem. Bovendien was de rechtspraak manipuleerbaar. In dorpen was men altijd op elkaar aangewezen dus kreeg je makkelijker een conflict. Ook was de angst voor heksen hier het grootst. Het komt er dus op neer dat heksen makkelijker beschuldigd en veroordeeld kon worden en dat boeren hier veel invloed op hadden. Die beschuldigden veel mensen omdat de angst voor heksen groter was dan in de andere landen. Dus waren er in Duitsland veel heksenvervolgingen. In Trier, Wurzburg en Bamberg lag het aantal veroordelingen aan de bisschoppen. Ze waren zo geobsedeerd door heksenvervolgingen dat ze zelfs geestelijken en rechters martelden en terechtstelden als ze kritiek hadden op, of vragen hadden over de heksenvervolgingen van die bisschoppen.
In Engeland waren er relatief juist weinig heksenvervolgingen. Dat kwam doordat in Engeland de inquisitie procesvorming en foltering niet waren doorgevoerd. In Schotland waren er juist wel weer veel veroordelingen, daar leek het rechtssysteem meer op dat van het vasteland.
In Nederland, toen heette het nog de Republiek der Verenigde Nederlanden, waren er bijna geen heksenprocessen. Er was toen veel handel met andere landen, dus ook veel contact met handelaars die een andere geloofsovertuiging en een andere manier van doen hadden. Het humanisme was in Nederland ook meer aangeslagen, misschien ook wel door die handel. Ook kostte de oorlog met Spanje tussen 1568 en 1648 zoveel aandacht dat er van heksenvervolging weinig terecht kwam.
Foltering en heksenproeven
Foltering en heksenproeven zijn twee heel verschillende dingen. Foltering is dat je mensen gaat martelen om een bekentenis te krijgen. Dit gebeurde trouwens niet alleen bij heksenprocessen maar ook bij een gewone rechtspraak. Men probeerde blijvende schade te voorkomen maar dat lukte niet altijd. Voorbeelden van foltering zijn:
· De verdachte dagenlang beroven van zijn slaap
· Iemand uitrekken op een pijnbank
· Iemand volgieten met water
· Met zijn armen op zijn rug gebonden opgehesen worden
· Duimschroeven aandoen
· Het samen knellen van de voeten met‘Spaanse laarzen’
Heksenproeven zijn middelen om zonder bekentenis erachter te komen of iemand een heks was. Dit gebeurde wel alleen bij heksenprocessen. Voorbeelden van heksenproeven zijn:
· Iemand werd vastgebonden en in het water neergelaten; als je bleef drijven was je een heks, als je zonk niet. Want heksen konden vliegen en dan moest je dus wel heel licht zijn. Maar veel mensen hielden hun adem in en bleven dus drijven. Of ze zonken en werden niet op tijd opgehaald en verdronken.
· Een andere proef was de heksenwaag; je werd gewogen op een grote weegschaal en als je onder het gemiddelde zat was je een heks.
· Of men prikte in moedervlekken, het teken van de duivel, om te zien of er bloed uitkwam.
· Of men prikte overal op een ontbloot bovenlichaam en als er een plekje was waar je, een kwartier lang, niks voelde was je ook een heks.
Het heksenproces
Als bijvoorbeeld een boer een aanklacht indiende van een heks werd die opgepakt en naar de rechter gebracht. De beschuldiging werd in behandeling genomen door de plaatselijke, lagere rechtbank. Daarin zaten vertegenwoordigers van grootgrondbezitters en mensen die iets van rechtspraak afwisten. Doormiddel van geheim getuigenverhoor en foltering kregen ze bekentenissen, maar ook weer beschuldigingen tegen andere heksen. Officieel waren er strenge regels voor een rechtspraak. Want iedereen begreep wel dat een onschuldige allerlei misdaden bekend als hij gefolterd wordt. Dus er mocht maar één keer gefolterd worden en er moest een ooggetuige van de misdaad zijn. In gewone rechtspraken werd er wel aan die regels gehouden maar in heksenprocessen vaak niet. De angst voor de duivel was zo groot dat men die beperkingen omzeilde of negeerde. Ze ‘herhaalden’ de foltering bijvoorbeeld niet maar het werd wel ‘onderbroken’ om de volgende dag weer verder te gaan. Ook zonder foltering werden er wel bekentenissen afgelegd maar dat kwam door de dreiging van de foltering. Als er nog steeds geen bekentenissen werden afgelegd probeerde men door heksenproeven te ontdekken of de beschuldigde een heks was.
Tijdens de periode van de heksenvervolgingen was er ook een werenschap ontwikkeld, de demonologie. Dat is een wetenschap over duivels en demonen. Bij de rechtspraak werden ook vaak demonologen betrokken, die hun oordeel gaven over de beschuldigde, of hij een heks was of niet. Als een heks uiteindelijk schuldig was bevonden werd ze gestraft.
De straffen
Als er werd getwijfeld aan iemands schuld, kreeg die persoon een lichte straf, zoals verbanning of een lichte gevangenisstraf. Als een persoon wel schuldig werd bevonden werd ze geëxecuteerd. Dat gebeurde op de brandstapel, of ze werden verdronken, levend begraven of opgehangen. Maar heksen en ook ketters en homoseksuelen werden gewoonlijk ter dood gebracht op de brandstapel. Ze werden niet levend verbrand, maar eerst gewurgd, met uitzondering van Spanje en Italië. De brandstapel zag men ook wel als een reinigingsritueel van de Germanen, of als een brandoffer aan de goden. In elk geval kon de gestrafte niet opstaan uit de dood om wraak te nemen. Ook in de Bijbel zocht men naar argumenten om deze straf toe te dienen en die vonden ze. In Johannes 15: 6 staat: ‘Wie in mij niet blijft , is buiten geworpen als de rank, en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrandt.’
De beulen moesten zorgen dat de heksen in een keer vermoord werden. Vaak werden niet alleen de heksen zelf verbrand maar soms ook zelfs familieleden of geliefden. En als de familieleden niet geëxecuteerd werden moesten ze zelf de prijs voor de executie betalen.
Kinderen en hekserij
Soms werden er ook kinderen betrokken bij een heksenproces. Als een kinderen vermoedelijk heksen als ouders hadden, werden ze gemanipuleerd en gedwongen om te zeggen dat hun ouders heksen waren. Of ze moesten als getuigen optreden waar hen ook weer werd gedwongen om hun ouders te verklikken. Ook waren er in dorpjes vaak groepen kinderen. Die vertelden elkaar sterke verhalen over heksen. Die sterke verhalen werden weer roddels. Soms werden kinderen zelfs voor de rechtbank geroepen over wat er gezegd was. En soms werden er zelfs kinderen als heksen terechtgesteld. Kinderen van nog geen 10 jaar oud werden soms veroordeeld, op de brandstapel. Maar meestal was de rechtbank barmhartiger en stuurde de kinderen weg om een religieuze opvoeding te krijgen.
Deelvraag 3: Hoe kwam de heksenvervolging tot zijn einde?
Heksenproeven zijn middelen om zonder bekentenis erachter te komen of iemand een heks was. Dit gebeurde wel alleen bij heksenprocessen. Voorbeelden van heksenproeven zijn:
· Iemand werd vastgebonden en in het water neergelaten; als je bleef drijven was je een heks, als je zonk niet. Want heksen konden vliegen en dan moest je dus wel heel licht zijn. Maar veel mensen hielden hun adem in en bleven dus drijven. Of ze zonken en werden niet op tijd opgehaald en verdronken.
· Een andere proef was de heksenwaag; je werd gewogen op een grote weegschaal en als je onder het gemiddelde zat was je een heks.
· Of men prikte in moedervlekken, het teken van de duivel, om te zien of er bloed uitkwam.
· Of men prikte overal op een ontbloot bovenlichaam en als er een plekje was waar je, een kwartier lang, niks voelde was je ook een heks.
Het heksenproces
Als bijvoorbeeld een boer een aanklacht indiende van een heks werd die opgepakt en naar de rechter gebracht. De beschuldiging werd in behandeling genomen door de plaatselijke, lagere rechtbank. Daarin zaten vertegenwoordigers van grootgrondbezitters en mensen die iets van rechtspraak afwisten. Doormiddel van geheim getuigenverhoor en foltering kregen ze bekentenissen, maar ook weer beschuldigingen tegen andere heksen. Officieel waren er strenge regels voor een rechtspraak. Want iedereen begreep wel dat een onschuldige allerlei misdaden bekend als hij gefolterd wordt. Dus er mocht maar één keer gefolterd worden en er moest een ooggetuige van de misdaad zijn. In gewone rechtspraken werd er wel aan die regels gehouden maar in heksenprocessen vaak niet. De angst voor de duivel was zo groot dat men die beperkingen omzeilde of negeerde. Ze ‘herhaalden’ de foltering bijvoorbeeld niet maar het werd wel ‘onderbroken’ om de volgende dag weer verder te gaan. Ook zonder foltering werden er wel bekentenissen afgelegd maar dat kwam door de dreiging van de foltering. Als er nog steeds geen bekentenissen werden afgelegd probeerde men door heksenproeven te ontdekken of de beschuldigde een heks was.
Tijdens de periode van de heksenvervolgingen was er ook een werenschap ontwikkeld, de demonologie. Dat is een wetenschap over duivels en demonen. Bij de rechtspraak werden ook vaak demonologen betrokken, die hun oordeel gaven over de beschuldigde, of hij een heks was of niet. Als een heks uiteindelijk schuldig was bevonden werd ze gestraft.
De straffen
Als er werd getwijfeld aan iemands schuld, kreeg die persoon een lichte straf, zoals verbanning of een lichte gevangenisstraf. Als een persoon wel schuldig werd bevonden werd ze geëxecuteerd. Dat gebeurde op de brandstapel, of ze werden verdronken, levend begraven of opgehangen. Maar heksen en ook ketters en homoseksuelen werden gewoonlijk ter dood gebracht op de brandstapel. Ze werden niet levend verbrand, maar eerst gewurgd, met uitzondering van Spanje en Italië. De brandstapel zag men ook wel als een reinigingsritueel van de Germanen, of als een brandoffer aan de goden. In elk geval kon de gestrafte niet opstaan uit de dood om wraak te nemen. Ook in de Bijbel zocht men naar argumenten om deze straf toe te dienen en die vonden ze. In Johannes 15: 6 staat: ‘Wie in mij niet blijft , is buiten geworpen als de rank, en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrandt.’
De beulen moesten zorgen dat de heksen in een keer vermoord werden. Vaak werden niet alleen de heksen zelf verbrand maar soms ook zelfs familieleden of geliefden. En als de familieleden niet geëxecuteerd werden moesten ze zelf de prijs voor de executie betalen.
Kinderen en hekserij
Soms werden er ook kinderen betrokken bij een heksenproces. Als een kinderen vermoedelijk heksen als ouders hadden, werden ze gemanipuleerd en gedwongen om te zeggen dat hun ouders heksen waren. Of ze moesten als getuigen optreden waar hen ook weer werd gedwongen om hun ouders te verklikken. Ook waren er in dorpjes vaak groepen kinderen. Die vertelden elkaar sterke verhalen over heksen. Die sterke verhalen werden weer roddels. Soms werden kinderen zelfs voor de rechtbank geroepen over wat er gezegd was. En soms werden er zelfs kinderen als heksen terechtgesteld. Kinderen van nog geen 10 jaar oud werden soms veroordeeld, op de brandstapel. Maar meestal was de rechtbank barmhartiger en stuurde de kinderen weg om een religieuze opvoeding te krijgen.
Deelvraag 3: Hoe kwam de heksenvervolging tot zijn einde?
Er kwam pas aan het einde van de 17e eeuw een besef onder de
mensen dat men wel onschuldige mensen terechtstelde. Men kreeg een
meer humanistische gedachte. Al aan het begin van de hele
geschiedenis van heksenvervolging waren er tegenstanders.
Johannes Wier
Een van de belangrijkste tegenstanders is Johannes Wier (1515 -1588), zijn ideeën zijn uitgewerkt in zijn eigen boek, dat in 1563 werd gepubliceerd. Hij studeerde medicijnen en als dokter zag hij veel mensen die 'gek' waren. Hij nam zelfs ‘mogelijke’ heksen in huis om hun gedrag te bestuderen, zo kwam hij erachter dat veel mensen die van hekserij beschuldigd werden geestelijk in de war waren. Hij verdedigde heksen en zei dat ze door de duivel in de war waren gebracht. Hij vond de heksen dus niet schuldig omdat ze zelf niet verantwoordelijk waren voor wat ze deden. De heksenjagers vonden dat de heks wel zelf verantwoordelijk waren. Ze beschuldigden hem ervan dat hij contact had met de duivel en zich had laten overhalen om dit op te schrijven. Doordat Johannes Wier zijn mening in de omgeving van Arnhem uitte, zijn daar in tegenstelling tot andere steden in Europa veel minder heksenvervolgingen voorgekomen.
Oorzaken van het einde van de heksenvervolging.
Toch kwamen er langzaam steeds meer tegenstanders van de
heksenvervolgingen, men begon aan het einde van de 17e eeuw steeds meer waarde te hechten aan de uitspraken van Wier, ze toonden steeds meer interesse in de wetenschap. Ook de elite en het bestuur vonden dat de heksenvervolgingen onhumanistisch waren, ze zagen het bevolkingscijfer dramatisch dalen. Men
ontdekte ook dat veel opvattingen niet berust waren op waarneming maar op geloof en bijgeloof. Men ging veel meer maatschappelijke problemen met het verstand oplossen, dat heet rationalisme. De donkere middeleeuwen waren aan zijn eind gekomen en de tijd van de verlichting, zoals dat werd genoemd, begon. Ook ging men minder de schuld aan heksen geven omdat het beter ging met de economie en de godsdienstige strijd ging ook meer over.
Mensen begonnen zich af te vragen of de heksen werkelijk zo
gevaarlijk waren. Ze zouden veel macht van de duivel hebben
gekregen maar in werkelijkheid waren heksen over het algemeen
heel arme vrouwen. Heksenvervolging bestond voornamelijk uit
bangheid van de mensen, ze dachten dat ze echt konden toveren.
Maar tegenstanders beweerden dat ze nog nooit een geval hadden
gezien van echt hekserij. Er waren nog nooit heksen uit de
gevangenissen ontsnapt.
Het einde.
De heksenvervolgers kregen dus steeds minder bewijsmateriaal om te bewijzen dat de heksen werkelijk schuldig waren. Bovendien kostten de heksenvervolgingen heel veel geld, maar het leverde maar weinig op.
Er moesten dus nieuwe wetten worden ontworpen en hekserij werd weer beschouwd als de onzin uit een sprookje. Mensen gingen minder in zwarte en witte magie geloven omdat de wetenschap verklaringen had over het gedrag van de zogenaamde heksen, zo ontdekten ze dat heksen helemaal niet konden vliegen, maar ze zalfden zich in met een zalf waardoor ze droomden dat ze vlogen. In 1610 vonden in Nederland de laatste heksenterechtstellingen plaats, in Engeland was dat in 1684 en als laatste vond dit plaats in Polen. Eindelijk kwam er
dus een einde aan één van de meest verschrikkelijke vervolgingen
in de historie van de mensheid.
Hoofdvraag: Hoe kwam de heksenvervolging in Europa tot stand, en hoe eindigde deze periode?
De kerk zegt dat heksen ketters zijn, en iedereen die zegt dat ze dat niet zijn ook. Heksen zijn, volgens de kerk, aanhangers van de duivel. Zij hebben hulp nodig van de plaatselijke overheden om deze heksenjacht uit te voeren, en moeten daarom hun overhalen. Het gemeentelijke of landelijk bestuur kon om bijv. een opstand te voorkomen een heksenvervolging laten plaatsvinden zodat iedereen kon worden beschuldigd van hekserij, zo werden dus ook veel onschuldige veroordeeld.
Er waren gedeeltes van het volk die niet in heksen geloofden maar omdat zij dat niet durfden te zeggen (de straf daarvoor was de brandstapel) deden zij ook gewoon mee. En er waren gedeeltes van het volk, die weldegelijk bang waren voor heksen, maar vaak kwam dat doordat zij door schrijvers, de kerk of het bestuur bang werden gemaakt. Andere gedeeltes van het volk geloofden wel in duivelverering van heksen.
Het bestuur geloofde daar ook in.
Het bestuur kreeg in de gaten dat door die heksenprocessen, het volk de maatschappelijke ontevredenheid en agressie die er heerste afreageerde op die heksenprocessen, en niet op de elite. Vandaar dat ze heksenvervolging stevig aanpakten. Als een heks werd aangeklaagd, en de beschuldigde een heks was, wat door de rechtbank ‘bewezen’ was door foltering en heksenproeven, werd de heks geëxecuteerd. Meestal gebeurde dit op de brandstapel. In Duitsland kwamen heksenvervolgingen het meeste voor. Johannes Wier was een van de grootste tegenstanders van de heksenvervolging, ook door zijn opmerkingen vonden er in omgeving van Arnhem minder heksenvervolgingen plaats.
De heksenvervolging kwam tot zijn einde door verschillende factoren:
1. Door de ontwikkelingen in de wetenschap werden de mensen minder bijgelovig. Het geloof in heksen als aanhangers van de duivel werd minder.
2. De godsdienstoorlogen waren afgelopen. Elk land had nu zijn
eigen godsdienst. Daar veranderde weinig meer aan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
Z.
Z.
ik vind het een helegoede werkstukecht ,creatief en supperleuk
!!! klasse gedaan
11 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Goed werkstuk! Ik heb er ook wat aan gehad voor mijn geschiedenis po. Bedankt!
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
goed werkstuk ! genoeg informatie en goede hoofd en deelvragen
10 jaar geleden
Antwoorden