Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Heksen, de heksenwaag in Oudewater

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 5176 woorden
  • 18 oktober 2003
  • 73 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
73 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Heksen
De heksenwaag in Oudewater.

Voorwoord

Deze praktische opdracht heeft als algemeen onderwerp heksen, verder zullen we wat dieper ingaan op de heksenwaag in Oudewater, waar wij zelf ook zijn geweest. We behandelen ook het onderwerp bijgeloof, wat erg veel met heksen te maken heeft.
We hebben voor dit onderwerp gekozen omdat we het zelf heel interessant vinden. Het is heel raar om je voor te stellen hoe mensen vroeger dachten over heksen en hoe ze heksen vervolgden is nu onvoorstelbaar. Daarom gaan wij onderzoeken hoe dat ontstaan is en hoe het weer is afgenomen.
We vertellen alleen over heksen in Europa en Nederland, maar niet buiten Europa.

We zullen behandelen wie voor heks werd aangezien en waarom. We gaan het over de heksenvervolgingen hebben, omdat heksen daardoor heel bekend zijn geworden. We zullen ook de ontwikkeling van het geloof in heksen proberen duidelijk te maken. Ook behandelen we het verband met de kerk.

Probleemstelling en deelvragen

Onze probleemstelling is:
-Wat werd er verstaan onder heksen? En waarom werden zij vervolgd?

De deelvragen zijn:
- Wat is het verschil tussen de stereotype heks en een “echte heks”?
- Hoe zijn de heksenvervolgingen ontstaan en wat zijn het precies?
- Wat is de heksenwaag?
- Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in het geloof in tovenarij en bijgeloof tussen Nederland en andere landen in Europa?
- Hoe is de ontwikkeling van het geloof in heksen verlopen?
- Wat hebben bijgeloof en hekserij met elkaar te maken?
- Hoe is de geschiedenis tussen heksen en de kerk verlopen?

Inleiding

Als je aan een heks denkt, denk je aan een oude, lelijke vrouw met een bezem en een grote neus met een wrat erop. Ze kan vliegen en toveren en heeft een zwarte kat. Je denkt terug aan het typische sprookje van je kinderjaren. Het tegendeel is waar. Want heksen zijn gewone vrouwen (of mannen), waaraan je geen verschil ziet tussen heks of geen heks zijn. Vroeger had men ook het stereotype heks in hun hoofd. Heksen waren slechte mensen volgens hen, en ze waren dun en licht omdat ze konden vliegen. Men wist niet dat de vrouwen ook goede magie konden gebruiken. Door het slechte beeld wat men van heksen had ontstonden vervolgingen. Heksen werden gedood. Om de reden dat men heksen als hele lichte mensen zag is de heksenwaag ontstaan. Daar werd bewezen dat mensen geen heks waren, ze kregen een certificaat en konden zo niet meer gedood worden.
Mensen wisten vroeger nog niet zoveel van de wereld als nu, ze konden sommige dingen die gebeurden niet verklaren en gaven daarom maar heksen de schuld. Omdat die volgens hen konden toveren. En van alles voor elkaar zouden krijgen. Bijgeloof was toen heel belangrijk in de samenleving. Ze verzonnen overal een verhaal omheen. Wat leek te kloppen, ze wisten toen gewoon nog niet beter.

Er zijn vroeger honderden heksen gedood. Vanuit Duitsland zijn de vervolgingen naar Nederland gewaaid. In Nederland begonnen ze in de 15e eeuw, maar speelden vooral in de 16e en 17e eeuw een belangrijke rol. In het begin was het redelijk onschuldig in vergelijking met daarna (foltering en op de brandstapel). Men weet nu wel beter. Er zijn nog wel heksen, maar dat zijn vooral witte heksen. Aan heksenvervolgingen word niet meer gedaan.

Wat is het verschil tussen het stereotype heks en een “echte heks”?

Het beeld van een stereotype heks is al lang geleden ontstaan. Men dacht toen aan een lelijke oude vrouw. Ze heeft lang zwart, of grijs haar, ongekamd natuurlijk. Ze is heel mager en ze loopt krom. Haar kin is puntig en er zit een wrat op haar neus, met uitgroeiende haren. Met haar rode ogen kan ze niet goed zien. Een heks draagt zwarte versleten kleren en ze heeft een punthoed op. Er is altijd een zwarte kat bij de heks in de buurt. Die kat heeft lichtgevende ogen.
Ook uilen, padden en vleermuizen zijn graag bij haar. Dit vonden de mensen vroeger enge dieren. Het bekende vervoermiddel is haar bezemsteel.
Als ze thuis is maakt ze toverdranken in een grote ketel, die boven het vuur hangt. In het huis staan planken en kasten vol met allerlei geheimzinnig dingen. Je ziet tussen de spinnenwebben grote stapels toverboeken. En er staan wel honderden potjes en flesjes, met gebrande drakenstaart, giftige paddestoelen, doodskopkruid en berenklauw. Dit soort heks is een sprookjesheks. Het heeft niets met de realiteit te maken.

De vraag is natuurlijk waar dit beeld vandaan komt. Heksen waren lang niet altijd slecht. Het woord heks betekende lang geleden: oude, wijze vrouw. In elke streek woonde wel zo’n oude, wijze vrouw. Ze wist meer over de natuur dan andere mensen. Vaak woonde een heks in de buurt van een bos. Daar zocht ze naar bessen, kruiden of paddestoelen. Ze wist dat sommige planten zieke mensen konden genezen. Als mensen ziek waren gingen ze naar de heks toe. Die maakte dan een kruidendrankje of zalfje. Zo hielp zij de mensen. In die tijd was een heks dus een heel gewone vrouw.

Later veranderde dit. Er was veel honger armoede en oorlog. Of er heerste een vreselijke ziekte. Denk bijvoorbeeld aan de Pest. Een ziekte waar niemand iets aan kon doen.
Mensen wilde iemand de schuld geven van deze narigheid. Ze geloofden dat er een duivel was. Mensen die dingen wisten die gewone mensen niet wisten.
Steeds vaker kregen de oude, wijze vrouwen de schuld en zo kwam de boze heks in de wereld. In het begin waren het alleen de oude, wijze vrouwen die als heks gezien werden, dit was omdat zij geen getuigen hadden om te bewijzen dat ze geen heks waren, dus waren zij makkelijk te veroordelen, maar in de loop van de tijd kon iedereen een heks zijn.
Men ziet een “echte” heks dus als een vrouw die in contact kan treden met boze machten en bepaalde krachten kan ontvangen, waarmee ze mensen en dieren kan betoveren of ze kwaad kan doen. Dit geloof is over de hele wereld zo’n beetje hetzelfde. Christenen geloven dat een heks in contact kan staan met de duivel. Hieruit zijn de fantasieën rondom heksen ontstaan. Bijvoorbeeld dat zij op een bezem vliegt. Steeds meer mensen gingen geloven dat heksen bestonden en hieruit zijn de heksenvervolgingen ontstaan, omdat ze volgens het volk vaak alleen maar kwaad deden.


Heksen zijn mensen met een eigen religie. Die religie beleven ze niet in grote groepen in grote gebouwen. Bij voorkeur wijden heksen zich in rust, stilte en wat afgescheiden van andere mensen zich aan hun Goden. Deels spelen daarbij natuurlijk vroegere negatieve ervaringen een rol. In de hekserij kun je veel oude, heidense, gebruiken en feestdagen terugvinden, veel magische aspecten horen er ook bij, zoals in elke andere religie magie ook een rol speelt. Maar je kunt ook weer niet zeggen, dat het een religie van heel vroeger is, want, zoals dat bij een levende religie ook moet zijn, zijn de gebruiken aangepast aan de moderne mensen. Heksen drinken geen bloed, brengen geen mensenoffers en doden ook geen dieren voor godsdienstige rituelen. Kaarslicht, wierook branden, zingen, dansen, de Goden aanroepen, ja dat kan deel uitmaken van een 'heksengodsdienst'. Offeren ook; een glas thee, wijn of bier kan ter ere van de Goden op de aarde uitgegoten worden.
Speciale rituele kleding kan gedragen worden, zoals priesters in andere religies dat ook vaak dragen. Want in de hekserij is ieder zijn/haar eigen priester(es), en dient, wanneer men van een kring deel uitmaakt, in die functie ook de groep. Enkele richtingen kunnen tijdens een godsdienstig ritueel naakt zijn, omdat ze dat de meest natuurlijke wijze vinden om voor de Goden te treden. Maar gewoonlijk, zeker in ons klimaat, geven de meeste heksen de voorkeur aan speciale kleding, vaak een soort pij. Wanneer dat mogelijk is, worden godsdienstige rituelen op een afgezonderde plaats in de vrije natuur gedaan, maar met een beetje creativiteit kan een woonkamer ook goed 'omgetoverd' worden in een geschikte plaats.

Veel mensen wisten hier te weinig of niets vanaf waardoor steeds meer mensen gingen geloven dat de soort sprookjes heksen bestonden en hieruit zijn de heksenvervolgingen ontstaan, omdat ze volgens het volk vaak alleen maar kwaad deden.

Hoe zijn heksenvervolgingen ontstaan? En wat zijn het precies?

De eerste heksenvervolgingen ontstonden in de 15e eeuw in Nederland. Vooral in het uiterste zuidoosten van Gelre. In vergelijking met de rest van Nederland is dat vroeg. Toen waren het nog meer doodvonnissen tegen tovenaressen. Nog niet echt wrede moorden op heksen. De doodstraf wegens tovenarij is via Duitsland ingevoerd in Nederland. Daarom is het ook aan die kanten van Nederland begonnen. In Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië waren de vervolgingen veel erger dan in Engeland en Nederland want hier speelde de bourgeoisie een belangrijke rol in de godsdienstige verdraagzaamheid en rechtszekerheid.
Pas in de tweede helft van de 15e eeuw kwamen er ook echte verbrandingen in Nederland. Soms werden tovenaressen gevangen genomen. In de 16e eeuw is dat in andere streken ook nog het geval. Maar toen was in Gelre de verbranding al wel binnen getreden. Zij volgden het Keulse voorbeeld. In die tijd kregen alleen de beoefenaars van kwade tovenarij straffen. Waarzeggers en dergelijke (nog) niet. Alleen vanuit Friesland, Drente en Overijssel zijn geen doodvonnissen bekend.
Men wilde de tovenaressen wel eerst laten bekennen. Dit probeerden zij eerst door informatie in te winnen over de verdachte, bij haar familie en over haar afkomst. Daarna moest men haar door de priester wijwater laten geven die daarbij allerlei kerkelijke woorden uitsprak. Dit moest drie keer herhaald worden. Dan moest men aan de verdachte vragen wie haar duivelse minnaar was. Als ze dan nog niet bekende, dan kon tot foltering worden overgegaan. Als men de ogen afwendde en niet kon huilen moest men de persoon wantrouwen.
Men geloofde dat heksen iemand al konden betoveren door een blik of door iets aan de persoon te geven, omdat men dat geloofde was het moeilijk om het tegendeel te bewijzen. Een logischere oplossing voor die problemen wist men toen nog niet.
Vanaf ongeveer het tweede kwart van de 16e eeuw bleven de doodvonnissen niet meer beperkt tot de graafschap en het overkwartier. Maar verspreiden ze zich door heel Gelre. De hertogen hadden hier veel invloed op de doodvonnissen.
De ongelijkheid van de invoering van de doodvonnissen is heel logisch te verklaren. De nieuwe ideeën over tovenarij werden vooral verspreid onder de geletterden en bestuurders. Die zijn er nou eenmaal meer in bepaalde gebieden. Vooral in de boerendorpjes niet. Daarom waren er vooral vervolgingen in de grotere steden.


Wij geven nu een voorbeeld van hoe de vervolgingen verliepen in de stad Utrecht.

Tussen 1530 en 1550 werden de meeste heksen hier veroordeeld. Ook tussen 1590 en 1630 was opeens weer een toename. Hoe dat komt is niet geheel duidelijk.
In de eerste periode (1530-1550) werden in Utrecht opeens veel meer heksen veroordeeld. Terwijl Utrecht eerst nooit zo goed wist wat zij er mee aan moesten hadden ze nu genoeg ervaring. Maar in 1544 kreeg de schout in Utrecht geen toestemming meer van de burgemeester en de schepenen om vrouwen wegens hekserij te folteren en er werd zelf een vrouw vrijgesproken die daar wegens tovenarij zat. Vanaf toen namen de doodvonnissen erg af in Utrecht.
Rond 1550 brak de echte rustperiode aan voor de heksenvervolgingen. Waarschijnlijk was er geen roeping om heksen te vervolgen bij het volk. Dus ook geen reden om processen te starten.
Maar tussen 1590 en 1630 werden de vervolgingen in Utrecht weer gestart. Ze namen opeens weer sterk toe. In 1595 werd het hoogtepunt in Utrecht bereikt. In 1598 stopte het Hof in Utrecht met de strafprocessen. Wat later hielden ook de processen bij de Schepenbank op. Zowel het Hof als de Scheepbank hebben gebruik gemaakt van folteringen om de heksen te laten bekennen. Na een bekenning volgde hier altijd de brandstapel. Als nog steeds niet bekend werd werden de vrouwen verbannen, maar ook heel af en toe voorwaardelijk vrijgelaten.

Wat is de Heksenwaag?

De Heksenwaag waar wij over gaan vertellen bevindt zich in Oudewater. Later hebben wij het over een paar andere manieren dan alleen het wegen in de waag. Het stadje is van vroeger bekend om zijn touwindustrie, ooievaarsnesten en zijn vele monumenten. Maar het allerbekendste is toch wel de Heksenwaag.
Het begon allemaal met de heksenprocessen. De heksenjacht heeft wel tweehonderd jaar geduurd. Er zijn vooral vrouwen, maar ook mannen en zelfs kinderen verbrand. De rechters bedachten allerlei proeven, om te bewijzen dat iemand een heks was. Zo werd gebruik gemaakt van een heksenwaag. Dat was een grote weegschaal, waarop mensen gewogen konden worden. Men geloofde dat een heks op een bezem kon vliegen. Dus dacht men dat een heks wel heel licht moest zijn. Er werd een speciale weegschaal ontworpen waarop de beschuldigde mensen gewogen werden. Deze weegschalen stonden dan in een ‘heksenwaag’. Zo'n heksenwaag stond in Oudewater.

De beschuldigde werd in haar hemd gewogen. Als ze minder dan 100 pond woog, was ze een heks. Maar als ze meer dan 100 pond woog, was ze geen heks. Het waren dus vooral vrouwen die gewogen werden, maar als een man werd gewogen en hij was te licht dan werd hij meestal als weerwolf beschouwd.Voor f 6,50 kreeg men een certificaat, waarin stond dat zij/hij geen heks/weerwolf was. In Oudewater is nooit iemand te licht geweest. De verdachte heksen werden verplicht gewogen, maar er waren ook mensen die zich vrijwillig lieten wegen. Hiermee konden ze zichzelf bewijzen, mocht er ooit nog een beschuldiging over hen worden uitgesproken.


In Duitsland zijn archieven waarin staat dat meer dan 75.000 mensen berecht en terecht gesteld zijn op deze manier. In Nederland is bekend dat meer dan 30.000 mensen gedood zijn omdat het heksen zouden zijn. Maar het is duidelijk dat er veel meer gevallen waren dan er vastgelegd zijn. De dood was de enige straf, en de manier waarop de meeste "heksen" ter dood werden gebracht was op de brandstapel. De mensen die de heksen moesten wegen waren erg corrupt. Je kon namelijk al heel snel als ‘heks’ verklaard worden. Het is zo dat men een gewicht erg makkelijk kon beïnvloeden. Het is heel simpel om iemand die toch meer dan 100 pond woog, zo te laten wegen dat je een andere uitslag krijgt. Er werd hier dan met geprepareerde gewichten gewogen.

Wat belangrijk is om te weten is dat men overal op de wereld 100 pond moest wegen en dat dat bij de heksenwaag in Oudewater niet zo was. De manier die in Oudewater werd gebruikt, en nog steeds gebruikt wordt, is dat iemand evenveel ponden moet wegen als de persoon langer is dan 100 centimeter. Dus als iemand 140 centimeter lang was, moest die minstens 40 pond wegen. Dat is de reden dat er nooit heksen in Oudewater zijn gevonden. En dat was ook de reden dat mensen, zelfs in die tijd, al vanuit heel Europa naar Oudewater kwamen om gewogen te worden. Hoe de waag in Oudewater het voor elkaar kreeg om hun eigen regels te blijven handhaven in die tijd was onbegrijpelijk, want de kerk en de inquisitie (geloofsonderzoek) zaten in die tijd overal bovenop.

De vraag is natuurlijk waarom het bij het wegen om 100 pond ging. Vroeger waren de mensen eenmaal kleiner en waren er genoeg mensen die minder dan 100 pond wogen. Dit kwam vooral voor in arme families, waar ondervoeding was. Ook was er een fabel dat heksen vol slechte geesten zitten en die wegen niet veel.
Er zijn meerder manieren om te bewijzen dat iemand een heks was:
-De waterproef
-De vuurproef
-De sleutelproef
-De zeefproef

De waterproef ging als volgt:
De verdachte werd aan handen en voeten vastgebonden en in het water gelaten. Als ze bleef drijven dan was ze een heks, zonk ze dan was ze onschuldig. Meestal verdronken ze. Dit is een onterechte manier, want je weet van tevoren dat de meeste zullen blijven drijven, afhankelijk van hun gewicht.

De vuurproef ging als volgt:
De verdachte moest over hete sintels (overgebleven steentjes van verbrande steenkool) lopen op blote voeten of ze kreeg een heet stuk ijzer in de handen of op de blote rug geduwd.
Ontstonden er brandblaren, was ze onschuldig. Men dacht in die tijd dat een heks een verbond met de duivel had gesloten en niet zo snel zou verbranden. Ook deze proef kon makkelijk worden beïnvloed, want men kon de sintels en de ijzers net zo warm maken als ze wilde.


De sleutelproef ging als volgt:
Men nam een lange sleutel en legde deze op een bladzijde in de bijbel waar heksen bang voor waren. Dit was aan het begin van het Johannes-evangelie. Het oog van de sleutel lag er net bovenuit. De bijbel werd strak dichtgebonden. De verdachte moest 1 vinger in het gat steken en als de bijbel bewoog bij het noemen van hem/haar, was diegene schuldig.Tot in 1926 werd deze proef toegepast.

De zeefproef ging als volgt:
Bij de zeefproef werd een bepaalde formule uitgesproken: Dies nies jeschet bene doefet domina enitemaus. Hierbij werd de geest in de zeef bezworen. De aanwezige personen noemden de namen van de verdachte. Dan ging de zeef draaien of viel op de grond.

Deze manieren van testen waren erg gebruikelijk op de plaatsen waar geen heksenwaag in de buurt was. Om deze praktijken toch een beetje aanzien te geven werd er meestal wel een soort proces gevoerd. De aangeklaagde had dan geen recht van spreken, want God zou door de harten van de rechters spreken. Bij de heksenwaag was geen proces nodig, want wie zou daar de "hand van God" in twijfel durven trekken?

Men kon zich dus het best in de waag in Oudewater laten wegen, want in ruim 500 jaar is nog nooit iemand te licht bevonden! Geen van deze methoden zou tegenwoordig nog door een land worden geaccepteerd. Het is algemeen bekend dat in de tijd van de Middeleeuwen, de mensen heel hardhandig te werk gingen en dat de apparatuur om mensen te kwellen heel ver ging.

De heksenwaag in Oudewater heeft veel mensen gered, maar het is de vraag of er echt terecht alle roem aan moet worden gegeven. Men kon zich inderdaad laten wegen op de waag in Oudewater om zich onschuldig voor hekserij te laten verklaren. Maar de roem van de heksenwaag in Oudewater is eerder ontstaan in deze eeuw en die hiervoor. Dan in de tijd van de massale vervolgingen. De waag werd namelijk ook gewoon voor kaas en andere regionale producten gebruikt. Dus het is de vraag wanneer hij echt in werking is gekomen voor de heksen. Er zijn veel verhalen over heksen die van verre kwam om in Oudewater gewogen te worden. Maar de mogelijkheid bestaat dat dit soort verhalen verteld werden om er een spectaculair verhaal van te maken en niet om de feiten te vertellen.

Wat zijn de verschillen in het geloof in tovenarij en bijgeloof tussen Nederland en andere landen in Europa?

Als men kijkt naar de gegevens over het 16e- en 17e- eeuwse Engeland dan zijn de overeenkomsten met Nederland opvallend. Mensen deden om dezelfde redenen een beroep op tovenarij. Waarzeggers en tovenaars (samengevat heksen) hadden voornamelijk dezelfde functies en zelfs hun technieken kwamen overeen. Bij ziekten werden tovenaars en dergelijke bijna evenveel bezocht als de “echte dokter”. In beide landen zochten vooral vrouwen hun toevlucht in de tovenarij. Dan ging het vooral om vrouwen uit de lagere groeperingen van de samenlevingen. De meest opvallende overeenkomst is de houding van de predikanten en ouderlingen. Zij waren erg voorzichtig, bijna sceptisch over dit onderwerp.

De echte heksen zijn hier en daar de vervolgingen ontsprongen. Ze moesten ervoor zorgen dat de inquisitie en heksenjagers hen niet ontdekten. Om te overleven moesten zij hun kennis en kunde verbergen. Op het Europese vasteland is spijtig genoeg enorm veel van die oude kennis verloren gegaan. Kennis en kunde die in de volgende eeuwen van ouders op kinderen werden doorgegeven kon wel stand houden; de zogenaamde Erfheksen. Daarnaast leefden vele van de gebruiken en natuurrituelen voort, onder een christelijke laag binnen de Kerk zelf: denk maar aan de meiboom, de hulst en de maretak met Kerst, de haas en het ei met pasen, de midzomervuren, het oogstfeest en dergelijke. Dit is dus in Nederland zo, maar ook in Europa komt het voor.


Hoe is de ontwikkeling in het geloof van heksen verlopen?

Tovenaars en alchemisten beweerden dat ze met de kennis uit boeken goud konden maken. Vaak hadden ze daarbij de hulp van geesten nodig. Doordat er hulp van boze geesten nodig was, vond men dat je deed aan duivelverering. De inquisitie wilde hier verandering in brengen. De inquisitie is een rechtbank die is ingesteld door de paus voor het onderzoeken naar ontrouw van mensen aan het geloof.
De inquisitie pakte de duivelverering aan alsof het een georganiseerde godsdienst was. Zo gingen ze op zoek naar mensen die aan duivelverering zouden doen, maar ook gingen ze mensen zomaar verdenken en dwingen om toe te geven dat ze deden aan duivelverering, ook al waren zij onschuldig. Die mensen werden heksen of tovenaars genoemd, al waren ze het niet echt.
Eerst waren er grote verschillen tussen de verhalen die men in diverse culturen vertelde, maar daar kwam verandering in.
De inquisitie zorgde voor verspreiding van denkbeelden, maar ook de publicatie van boeken speelde hierbij een rol.
Deze boeken gingen over de vervolging van heksen. Heksen werden aangeduid als mensen die schade aanrichtte en ze waren in staat bovennatuurlijke dingen te doen.
De volkscultuur besteedde niet veel aandacht aan de duivelverering.
De juridische aanpak, een idee van de elitecultuur, maakte de veroordeling van de heksen makkelijker. Door mensen te dwingen tot bekentenis, kon men sneller hun schuld bewijzen en konden er meer mensen veroordeeld worden. De kerkelijke rechters hadden een belangrijke rol gespeeld bij het formuleren van de ideeën van de hekserij. Doordat de inquisitie snel mensen verdacht en strafte, verloor de kerk in de 15e eeuw veel van haar gezag. Het leek of ze uit waren op rijkdom en een lui leventje. Door de hervorming viel het gezag nog verder af. De rechtbanken vonden het terecht heksen te vervolgen, want ze beschouwden hekserij als een misdaad tegen de maatschappij.
In de 16e eeuw bestond tussen de volkscultuur een oude traditie van ideeën over zwarte magie. Mensen gingen de heksenvervolging weer goed vinden. Hier brak de periode van de grootste heksenjachten aan.


Wat hebben bijgeloof en hekserij met elkaar te maken?

De belangrijkste overeenkomst tussen hekserij en bijgeloof is dat beide door volksvertellingen zijn ontstaan. Eigenlijk volgen ze elkaar steeds weer op. Als iemand wordt verdacht van hekserij, dan worden er fantasieën omheen verzonnen en wordt de heks er bijvoorbeeld van beschuldigd dat zij er voor zorgt dat een oogst mislukt. Dan ontstaat er dus bijgeloof door de hekserij. Maar het kan ook andersom. Stel, er gebeurt iets vreemds, bijvoorbeeld dat het weer ineens omslaat van ‘zon’ naar ‘onweer’. Men kan dan de schuld aan een heks geven. Dus dan volgt de hekserij het bijgeloof op. (Eerst gebeurt er plotseling iets en daar geven ze hekserij de schuld van).

We proberen nu eerst het bijgeloof uit te leggen en vergelijken het later met hekserij.
Bijgeloof is niet alleen van vroeger, ook nu nog speelt het in de wereld een rol, maar het is wel minder. De belangrijkste oorzaak dat bijgeloof nu veel minder is, is de strijd die de kerk en de school vroeger voerde en niet te vergeten de pers van nu. Er zijn zo veel bladen verschenen waarin het bijgeloof regelmatig ter sprake kwam, waardoor het voor mensen allemaal wat minder geheimzinnig werd. Het bijgeloof kwam toen op een lager pitje te staan.

Het bijgeloof is boeiend en prikkelend, maar vooral eigenaardig, want zeker als mensen een beetje in de knoop zitten of alleen maar de hele dag aan het nadenken zijn, dan bloeit het bijgeloof weer op. Ook bij onverklaarbare gebeurtenissen speelt het bijgeloof een rol. Nu is dat anders, omdat veel dingen wetenschappelijk kunnen worden bewezen. Bijgeloof is iets aparts, je kunt maar blijven fantaseren zonder dat je weet of het nou eigenlijk wel klopt. Het gaat erom dat je er zelf of met een groep in gelooft. Daar heeft ieder zijn eigen beweegredenen voor. Veel mensen waren en zijn nu nog bezig met het zoeken naar een (nog) niet-bestaand paradijs, want ze dan als hun eigen wereld zien. Dit type nadenken/geloven en zoeken naar iets heet bijgeloof.

Ook zonder dat mensen echt bewijzen hadden, geloofden ze in toverkunst. Men nam aan dat heksen bestonden en dat ze konden toveren. Schrijvers die hiertegen protesteerden werden niet geloofd en zelf vaak voor heks uitgemaakt. Het was zelfs zo dat veel mensen zelf bekenden een heks te zijn en dat zij duivelse kunsten konden verrichten. En dat terwijl ze wisten dat ze daar zwaar voor gestraft konden worden!

Het klinkt misschien vreemd, maar magie of tovenarij nam toen in het dagelijks leven een hele belangrijke plaats in. Zoals al eerder vermeld, zocht men voor allerlei gebeurtenissen die men niet begreep een verklaring. Als het plotseling begon te waaien of te stormen vertrouwde men dat niet. Als er mensen of dieren plotseling ziek werden of doodgingen, zocht men er wat achter. Men kon niet begrijpen dat de oorzaak van een ziekte misschien iets was dat men had gegeten of gedronken. Nee, er waren andere verklaringen. Voor die verklaringen ging men naar wijze mannen of vrouwen. Deze mensen wisten veel van kruiden en voorspelden de toekomst van hun klanten. In die tijd geloofde men in het bestaan van allerlei bovennatuurlijke wezens, zoals feeën, elven, dwergen, weerwolven, geesten en demonen (heksen).

Binnen de hekserij heeft zich in de laatste decennia een richting ontwikkeld, die zich inmiddels over alle continenten heeft verbreid. Deze richting heet 'Wicca'. Die Wicca is zelfs zo groot geworden, dat er zich binnen deze richting al meerdere eigen richtingen (stijlen) hebben ontwikkeld; tradities worden ze genoemd. Naast bepaalde religieuze aspecten hebben ze echter praktisch allemaal gemeen, dat ze zich, ook vanuit de religie, heel nauw met de natuur verbonden voelen. Velen laten dat ook zien, door zich in te zetten in organisaties waar natuurbehoud centraal staat. Behalve in ecologische organisaties hebben echter mensenrechten ook een warme plaats binnen de hekserij.

Al heel lang houden mensen zich bezig met tovenarij (ook wel magie genoemd). Men wilde invloed krijgen op het leven van mensen, dieren en planten. Dat probeerde men te bereiken door zelf allerlei 'magische' handelingen uit te voeren. Men gebruikte daarvoor bijvoorbeeld afbeeldingen, uitgegraven voetafdrukken en kledingsstukken. Daarnaast werden er heksenzalven gemaakt en toverspreuken gebruikt. Mensen probeerden dus zelf allerlei handelingen uit te voeren, maar doordat ze zo bijgelovig waren, kon het ook zijn dat ze naar een heks toe gingen. Van hen wisten ze namelijk zeker dat ze invloed hadden op mensen, dieren en planten, dus hoefden ze zelf niet aan de gang. Hier wordt dus automatisch het verband gelegd tussen het bijgeloof en de hekserij. Er is iets geheimzinnigs of men heeft een geheimzinnige bedoeling ergens mee dan proberen ze óf zelf invloed uit te oefenen óf ze gaan naar een heks.


Hoe is de geschiedenis tussen heksen en de kerk verlopen?

Om alles goed te begrijpen, moet eerst duidelijk zijn dat, zo'n 500 jaar geleden, rond 1500, iedereen in West- Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet die iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je 'ketter' genoemd. En dat was heel erg. Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen genomen worden. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, werd je levend verbrand.
In de loop der eeuwen veranderde de kerk een aantal keren van gedachte:
“In de achtste eeuw stelde de kerk dat iedereen in het bestaan van heksen geloofde een ketter was.”
“In de vijftiende eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die nìet in heksen geloofde was een ketter.”
“Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter.”
De conclusie is dus dat de kerk altijd al tegen ‘heksen’ is geweest. Het is zo dat een heks niet langer de christelijke god volgt, maar aanbid de Godin en de Gehoornde God, en neemt daardoor wel afstand van het christelijke geloof, om een eigen, ander geloof aan te nemen; wat niet wil zeggen dat een heks een verbond met de Duivel sluit.
Voor het jaar 1500 bestond er een verschil tussen 'ketters' en 'heksen’. Ketters waren mensen die, volgens de kerk, op een verkeerde manier in God geloofden. Heksen waren mensen die ervan beschuldigd werden kwaad te doen in opdracht van de duivel. Veel mensen dachten dat de heksen dan ook 'gelovigen' waren van een ander soort godsdienst. Volgens de mensen die op de heksen gingen jagen was die andere godsdienst bedoeld om de duivel te aanbidden. De duivel was volgens hen verantwoordelijk voor alle ellende en al het kwaad in de wereld. Als de mensen iets verkeerds deden werden ze door God gestraft. De straf was dat God de duivel zijn gang liet gaan.

Er zijn geschiedkundigen die zeggen dat de heksenvervolgingen begonnen met het uitbreken van verschrikkelijke ziektes. In de tweede helft van de veertiende eeuw brak bijvoorbeeld de pest uit. (Zoals wij al eerder vermeld hebben) De ziekte was heel besmettelijk en dodelijk. Niemand begreep in die tijd hoe je besmet kon worden. Nog nooit hadden de mensen zoiets afschuwelijks meegemaakt. Ze begrepen niet waarom dit gebeurde. Ze dachten dat het de straf van God was. Maar waarvoor? Wat hadden ze misdaan? Ook de mensen van de kerk wisten het niet. Ze zeiden dat de mensen in de ogen van God hadden gezondigd.


Eén van de redenen waarom de mensen van de kerk geen goed antwoord hadden, was omdat het met de kerk zelf niet zo goed ging. Er was ruzie. In Rome, de stad waar de paus woonde, brak er strijd uit. De bevolking had steeds meer opmerkingen tegen de kerk, want de kerkelijke machthebbers gingen steeds luxer leven, het leek net of ze de kerk gebruikten. Zo kreeg de kerk een steeds slechtere naam.
De onvrede van de gewone mensen nam toe. Wat hadden ze aan een kerk die niet in staat was om iets te doen aan die verschrikkelijke pest? Er braken opstanden uit en oorlogen.

Er waren opstanden van boeren en burgers, vooral in Frankrijk en Duitsland. Omdat de opstanden wreed werden onderdrukt, uitte men de onvrede op een andere manier. Er waren toch mensen die altijd al hadden gezondigd? Zij werden het doel van vervolgingen. Die mensen waren 'rare mensen', 'eigenaardige oude vrouwtjes', 'mensen die er anders uitzagen' en dit was het begin van de heksen vervolgingen mede veroorzaakt door de onrust in en om de kerk.

Er waren in die tijd twee soorten machthebbers. Aan de ene kant stond de zogenaamde 'wereldlijke overheid'. Dat waren de koning en zijn dienaren in de dorpen en steden; aan de andere kant stond de kerk, onder leiding van de paus in Rome. Het was de kerk die in het begin hekserij begon te vervolgen. Later deden ook de burgemeesters en de politie mee. De kerk kon zonder hen weinig beginnen.

REACTIES

G.

G.

Maar in 1944 kreeg de schout in Utrecht geen toestemming meer van de burgemeester en de schepenen om vrouwen wegens hekserij te folteren en er werd zelf een vrouw vrijgesproken die daar wegens tovenarij zat.

Moet 1944 geen 1544 zijn?
Erg mooi en duidelijk verhaal.

15 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.